Cor Hendriks – De Mythe van het Opbouwwerk (13): Het medewerker onderzoek | deel 2 Afscheid van het Vijfhovenhuis (vervolg)

Discussienota voor het teamberaad van dinsdag 6 maart 1979

Inleiding: dit zou geen lang stuk worden, waarin iedereen het gras voor de voeten wordt weggemaaid.

Vraag (1)
Waarom denkt Don, dat zijn stuk voor het Dienstencentrum [= Hardop Denken’] betekenis heeft voor het Vijfhovenhuis?

Antwoord (1)
Dons stuk handelt over de verhoudingen tussen de medewerkers enerzijds, de gebruikers en bezoekers anderzijds. Hij signaleert, dat de beleidsbepaling geheel door de groep van medewerkers gebeurt, terwijl de bezoekers en gebruikersgroep mag toekijken en zich verbazen. Ook binnen het Vijfhovenhuis komt veel op een dergelijke manier tot stand: gehandicaptensoos, waar één bezoeker soms mag deelnemen aan het overleg; bejaardensoos, waar maar één bejaarde af en toe het overleg mag bezoeken en dan nog niet voor vol wordt aangezien; peuterspeelzaal, waarin geen enkele ouder betrokken is (tenzij voor een kleine huishoudelijke bezigheid als koffie, afwas en dergelijke); maandagavond infoavond, waarop erg weinig buurtbewoners aanwezig zijn en waarbij erg weinig met de buurtbewoners wordt samengewerkt; kinderkantine, waar geen enkele ouder bij het gebeuren wordt betrokken.
Dit gaat er heel anders aan toe bij de kinderclubs en de lesgroepen, waar met de deelnemers het beleid wordt bepaald (c.q. lesprogramma). Ook voor het Vijfhovenhuis als totaal geldt, dat er een enorme kloof gaapt tussen de medewerkers, en de gebruikers en bezoekers, wat immers bij een beleidskeuze voor buurtcentrum voor de Vijfhovenbuurt de bewoners van deze buurt zijn.

Vraag (2)
Wat is het gevolg van dit alles voor het Vijfhovenhuis?

Antwoord (2)
In eerste instantie zal er een beleidskeuze door de medewerkers gemaakt moeten worden om zich inderdaad als een buurtcentrum op te willen stellen en zich te richten naar de bewoners van de Vijfhovenbuurt ten aanzien van beleid en dergelijke, terwijl de medewerker groep zich opstelt als proces begeleidende, adviserende en specifieke deelfuncties uitvoerende instantie.
Daarna spreekt het voor zich, dat deze specifieke deelfuncties uitgevoerd worden in overleg met de deelnemers en gebruikers.

Vraag (3)
Heeft het stuk ‘Hardop denken’ ook zonder deze keuze voor buurtcentrum gevolg voor de gang van zaken binnen het clubhuis?

Antwoord (3)
Natuurlijk blijft het een zeer zinnige zaak om binnen de diverse activiteiten de deelnamemogelijkheid in de beleidsbepaling voor de deelnemers en gebruikers te vergroten. Het geheel blijft echter in het luchtledige hangen en de basis van de beleidsbepaling wordt een strijd tussen medewerkers gebruikers en deelnemers – buurtbewoners, waarbij de medewerker groep moet inleveren, maar niet duidelijk is aan wie. Er staat niemand te trappelen.

Vraag (4)
Heeft het zin om op ‘Hardop denken’ in te gaan?

Antwoord (4) Van iedereen wordt verwacht, dat hij zich met enthousiasme inzet voor de verandering. Dit betekent dus niet alleen een verandering in de structuur, maar ook in mentaliteit. Het beleid is geen zaak voor een elitair bestuur, dat weten we. Dat we als medewerkers allemaal kleine elitaire bestuurtjes zijn en samen een iets groter vormen, is iets, dat op de helling moet als we met ‘Hardop denken’ in zee gaan.

Punt (8)Hardop denken’.
Dirk meent een zekere overeenkomst te zien in de notulen van de afgelopen bestuursvergadering en de discussienota over ‘Hardop denken’, namelijk, dat in beide stukken wordt gesproken van twee groepen, waarvan de ene besluiten achter de ander om neemt. Don voelt duidelijk, dat hij bedoeld wordt met de groep, die de besluiten neemt. Hij ervaart het geheel als zeer negatief na de bewuste donderdagochtend. Aad verklaart hem, dat het stuk niet als een tegenactie is bedoeld, maar als een vervolg. Anneke: de schuld ligt ook niet bij Don, maar bij onszelf. Wij hebben Don zelf als spreekbuis gekozen, maar in de praktijk zijn we er toch niet zo gelukkig mee, want de discussies tijdens de bestuursvergaderingen zijn nu grotendeels tussen Don en Dirk. Don: het geheel spreekt zichzelf wel tegen; jullie kiezen ons als spreekbuizen, als de personen, die jullie ideeën verwoorden en nu verwijten jullie ons dat we het doen. Op dit onderwerp wordt nog wat doorgeborduurd en het blijkt, dat er nog vele ongenoegens leven. Hopelijk kan er een mogelijkheid gevonden worden om deze uit te praten.

Aan de notulen is te zien, dat deze tekst later is ingetypt (en dus niet van de hand van onze vaste notulist Corien is). De mogelijkheid bestaat, dat deze tekst van mij is, aan de hand van mijn aantekeningen. Echter even goed is mogelijk, dat de tekst van Don (uit het blote hoofd) is.
De reconstructie aan de hand van de mij ter beschikking staande gegevens leveren het volgende beeld op van de zeer uitgebreide discussies:
Allereerst blijkt dat er meer wordt gepraat over en aan de hand van de notulen van de afgelopen bestuursvergadering, dan over mijn ter tafel liggend stuk. Uiteraard hebben de interne problemen meer belangstelling. Dirk begint met een van zijn bekende monologen over de noodzaak van het nemen van besluiten, omdat anders de organisatiestructuur eraan onderdoor gaat. Wat doen we op deze vergadering, als de genomen besluiten niet krachtig zijn? Beleidsvoorbereiding betekent in alle redelijkheid over de zaken praten. Wanneer er echter gedreigd moet worden, zoals met Tom, dan zijn we al ver over de schreef. Tom reageert hierop en vindt de basis waarop gepraat wordt niet goed. Dirk vindt dat de sfeer wordt scheefgetrokken door de veronderstellingen van Tom.
Don stelt, dat we positief zouden denken, waarop Lenie reageert: “Terwijl ik met een hartaanval naar huis ga,” waarop Tom vraagt: “Door mij?”, waarop Lenie antwoordt: “Zowat wel ja!”, waarna Dirk begint over kaders
Dan wordt er gepraat over de inbreng van Dirk bij punt (12) van de notulen van de bestuursvergadering van 15 maart 1979. Het gaat om het stuk: “Er wordt in onze discussie flink hardop gedacht” tot “Te vaak voelen we ons overdonderd door schijnbaar plotseling opkomende invallen.
Dirk begint met te zeggen, dat hij discussie in teamverband over bepaalde zaken niet ziet zitten. Hij geeft toe, dat Don nu fungeert als spreekbuis en dat we moeten proberen om dat terug te draaien, wat inhoudt, dat iedereen het zou moeten uitzoeken. “In de bestuursvergadering werd gezegd: ‘wij kennen elkaar niet eens meer; we werken nu in een twee ploegensysteem, de ochtendploeg en de middagploeg.’ Dan vraag ik me af: hoe komen zaken over? Ik bedoel het goed, probeer te communiceren en ga daarbij natuurlijk ook de fout in. Daarom zou ik willen zeggen: “Don, kom over de brug. Men wil er vanaf, dat anderen beslissen. Maar ik geef toe, dat het moeilijk is om gevoelens over te brengen.”
DonHet probleem is nu weer, dat we met zijn tweeën bezig zijn.”
AadLaten we het even afwachten. Het is nu heel moeilijk praten over gevoelens en dergelijke.”
Dirk wijst op punt (6), de Ronde Tafel Conferentie en de heersende moedeloosheid.
AadWat er die donderdagavond gezegd is, weegt niet op tegen wat er de donderdagochtend de week ervoor gebeurd is. Er zal nog wel een hele tijd over gepraat moeten worden.”
DirkIk had zelf het gevoel van: verdomme, moeten we wel vergaderen met zoveel afwezigen, dus geen opening, geen gelegenheid, dat dit soort dingen over tafel kwamen. Dat had veel eerder moeten gebeuren, maar kennelijk heb ik dat verhinderd.
Anneke Dan kan je hier het rijtje af gaan. Wij zeggen allemaal van onszelf, dat wij het hebben gedaan.”
TomZoals ik punt (6 )zie, begrijp ik niet wat we die donderdagochtend gedaan hebben.”
DirkHet zat dieper. Niet alles is er die ochtend uitgekomen.”
AadDit is een reactie op een tijden lange verwaarlozing. Dan krijg je opeenhoping van frustraties.
TomDit lijkt wel opnieuw beginnen.”
Aad legt aan Tom de functie van de Ronde Tafel Conferentie uit in wat volgens Dirk een letterlijke bewoording was van wat er op de vergadering was gezegd, waarop er bij Tom nog meer vraagtekens rijzen. Dan begint Dirk over de sterke overeenkomst tussen het stuk van mij en de notulen.
DonWe kiezen niet duidelijk genoeg zoals bijvoorbeeld we nemen iemand met een sociale indicatie en vervolgens wordt hij niet in zijn geheel aanvaard, want de persoon wordt er wel op aangekeken. Positieve inzet houdt in dat je zorgt dat je op de hoogte bent. Je inbreng is een gevolg van je inzet. Doordat er ook in de persoonlijke sfeer allerlei verbindingen zijn, lopen die gevoelens door elkaar. Niemand echter neemt de moeite om zich in iemands persoonlijke moeilijkheden te verdiepen. Mensen zijn niet consequent in hun keuzes, bijvoorbeeld Corien.”
DirkAls ik om me heen kijk, zie ik allemaal teleurgesteld aan tafel zittende mensen. De zaak moet verstaanbaar zijn. Communicatie verloopt vaak niet via het verstand, maar heel veel juist via het gevoel. We moeten zelf ook nog verrot veel leren. Wat betreft dat geklaag over die donderdag ik krijg niet de tijd om ervan te leren. Alles gaat met zo’n rotgang. Ook ik ben, zoals ik ben en dat geldt voor iedereen. Maar we hebben verdomde moeite om wat te leren in deze sfeer.
DonEr is geen sprake van een schuldvraag. Dat het functioneert zoals het is, komt door al die extra’s.”
DirkJa, maar als we intern kapot draaien
DonDan zullen we stappen terug moeten doen, het idee buurtcentrum laten vallen. Bijvoorbeeld op de dinsdagavond signaleer ik veel problemen, die belangrijker zijn dan de kaart of sjoelavonden. Moet een cultureel werker zich met kaarten bezig houden?
AnnekeDus een buurtcentrum betekent problemen opvangen?
DonJe gaat in op de wensen, ideeën en dergelijke, die leven bij de buurtbewoners. Ik wil wat met dit werk. Wanneer die zaken niet parallel lopen, krijg je een spanning en dan moeten er gesprekken komen.”
AnnekeAls we doen wat de buurtbewoners wensen, kan ik mijn eigen gang gaan.”
TinieDan moet je naar hun pijpen dansen.”
TomJe moet niet doen wat zij willen, maar bijvoorbeeld wat de ouders willen.”
ConnyEr zijn natuurlijk moeders, die kritiek hebben, maar globaal niet.”
AadJe zadelt je op met de rol van voortrekker om te proberen de kwaliteit van het werk te verbeteren, of je werkt met elkaar en dan ben je op een ander niveau bezig. Dan kom je niet meer toe aan de doelstelling van de instelling. Dan wordt het de grootste gemene deler. Don daarentegen is een voortrekker.”
DirkDon heeft ideeën, maar je moet binnen het gezichtsveld blijven van de mensen met wie je werkt. Neem bijvoorbeeld Siem, zelfs al zijn de ideeën nog zo goed, het is wel een buurtbewoner, die op de keien staat. Siem had het bijvoorbeeld over zijn stuk van twee jaar geleden, dat niet heeft gecirculeerd. Simon zit daarmee.”
DonHet is een lullige situatie; je probeert wat over te brengen maar dat gaat niet altijd goed. Stel dat je gelijk hebt, dan is de keuze tussen Simon of de kinderen. Er is geen opening naar elkaar. Ondertussen gebeuren er allerlei dingen, dus je moet kiezen. In het beleid moet je een keuze maken voor medewerkers of voor de bezoekersgroep.”
DirkIk ben geneigd aan te nemen, dat er verschillende waarheden zijn. Dat betekent, dat beiden gelijk hebben. Er zijn veel hartstikke moeilijke zaken.”
DonIk geloof, dat wij weer aan het praten zijn.”
AadJullie zitten alweer te praten.”
WilWie zal nou zeggen hoe dat komt?
ConnyZij hebben een betere woordkeuze.”
AnnekeIk denk altijd, dat ik een flater sla; dus houd ik mijn mond.”
ConnyDat heb ik nou ook.
TinieAls iedereen zo denkt, kom je er nooit uit.
NettyDan sla je maar een flater.”
DonAnderen projecteren de praatvermogens op Dirk en mij en vervolgens krijgen wij de verwijten.”
CorMaar dat komt juist, omdat jullie de praters zijn.”
DonHet gaat om het automatisme, waarmee de dingen naar je toegeschoven worden.”
DirkZoals ik nu penningmeester ben.”
DonIk ga nu echt weg, vanwege het feit, dat mijn laatste stukje idealisme nu ook onthoofd is. Werk speelt voor mij nu een heel andere rol dan toen ik in het Vijfhovenhuis begon met werken.”
WilMisschien is het wel gezond als er eens een frisse wind waait.
DonEn je kan vergelijken: wat gebeurt er nou?
DirkLaten we de discussie nu maar beëindigen en pin me bij gelegenheid erop vast, Dirk, je moet de papiermolen voor me starten. Overigens heb ik het gevoel, dat Lenie ergens mee zit.”
Wil Ja, expres niets zegt.”
LenieLet vooral niet op mij, want als wij wat zeggen, dan krijgen we altijd een kat erover.
TomIk ben ook een mens, ik wil ook wat zeggen; mijn hart bonkt ook.”
DirkIk heb het gevoel, dat hier problemen op wereldschaal worden gebracht. We zijn bezig een werkverhouding met elkaar te verkrijgen.”
DonDe positieve bedoeling ook van Tom moet worden aangenomen.”

Met deze zinsnede van Don, uit de ideologie van het positieve denken, besluiten de aantekeningen van dit teamberaad.
In de rondvraag meldt Dirk nogmaals, dat hij voorzitter en secretaris af is en nu penningmeester is.

Leidsch Dagblad interview (bijlage 19)

Leidsch Dagblad interview (bijlage 19)

Woensdag 21 maart 2020 word ik geïnterviewd door Miep de Graaff voor een stuk in het Leidsch Dagblad over mijn vastzitten in de WSW (zie bijlage 19). Die zaterdag is er eerst het oefenen van de voormalige houseband ten behoeve van het optreden na afloop van de jazzballet demonstraties, waarna ik met mijn eigen band de eerste repetitie heb.

Op het teamberaad van 27 maart 1979 is behalve Aad, Henk, Don, Tom, Corien en Cor van de staf, Anneke, Lenie, Tinie en Marla, de betaalde en ook vrijwillige medewerkers, en Netty, Wil en Wanda, vrijwillige medewerkers, aanwezig Riet Blok, die tijdenlang van het toneel was verdwenen en in het eerste half jaar, dat ik in het Vijfhovenhuis werkte, in naam voorzitster en in de praktijk alleen medewerkster van de sjoelclub was. Wel was ze in de tussentijd af en toe binnen komen vallen. Het gesprek is aan de orde onder punt (5) ‘Rooster Don’. Het enige, dat de notulen vermelden is “Geen verdere wijzigingen”, wat overigens ook kan betekenen dat punt (5) vlot is afgehandeld om over te gaan tot een soort van werkoverleg, waarvan verder dan geen notulen gemaakt zijn. Als eerste wordt gepraat over de relatie tussen de activiteiten en het teamberaad.

WilVroeger was het sjoelen gezelliger met disco en dansen na!
Anneke Tom was grof tegen een bezoekster.”
TomEr was niks aan de hand. Ik had alleen moeite om de namen te verstaan.
Anneke Tom voelde zich terecht gewezen en was er helemaal overstuur van.”
DonMisschien mogen een boel mensen Tom niet.”
Tinie Tom is niet enthousiast, zijn hart gaat er niet naar uit; dan kan hij maar beter niet dit werk doen. Zo rust er een vloek op!
LenieOm daar een beetje te gaan staan bekvechten, je voelt je allebei gekleineerd en daarmee is de activiteit vergald. Wel blijven er op deze manier steeds minder medewerkers over.”
MarlaWaarom loopt het dan terug?
TinieAan ons ligt het niet.”
RietHet is een hechte groep; je moet je best doen om erin te komen.”
Don “Ik ving anders bepaalde geluiden in de wandelgangen op van Linda en Ellen, die een soort toelichting op Tom vormen.”
TinieIk word er kwaad over, dat is zwaar gelul. Ellen, die steekjes onder water geeft.”
AnnekeHet gaat voornamelijk om mannelijke krachten: Aad, Cor en Tom laten het afweten.
WilJe gaat je vervelen tussen al die vrouwen.”
LenieEr moet een man zijn voor achter de disco: de disc jockey. De mensen komen niet meer van hun stoel af. Het moet een enthousiaste zijn.”
Don Linda en Martin zijn er niet ,dus kunnen we hier niet over praten. Dan komen we weer terug bij het oude probleem.
RietDat is toch wel makkelijk werk wegschuiven en makkelijk zeggen.”
AadWaarom verzorgen die vrouwen dat niet zelf; wat is dat voor een werker, die voor disc jockey speelt en tafels loopt te sjouwen? En ik ben ook geen maatschappelijk werker. Misschien moeten dat soort dingen beter overwogen worden.”
LenieNog meer uren erin steken dus.”
AadVrijwilligerstijd en werktijd lopen door elkaar.
DonJe begrijpt Aad verkeerd. Over roosterverandering moet gepraat kunnen worden.
Lenie O nee, niet nog meer.”
RietBijvoorbeeld voor dat maatschappelijk werk?
DonDaar hebben we nooit over gepraat.
LenieJawel, maar dat is weg.
AadAls je het goed wilt doen, zit er wel een week werk in.”
DonWe kiezen er met zijn allen voor om een duizendpoot te zijn. Er moet over gepraat worden. Extra tijd voor de sjoelclub moet mogelijk zijn.”
AnnekeMaar het gaat hier om de bereidwilligheid van stafkrachten om mee te doen.
DonAls jullie die club niet meer als vrijwilligers draaien, dan kunnen jullie die tijd ook ingeroosterd krijgen.”
RietJe moet een keus maken. Als er geen mannelijke kracht komt, moeten we stoppen. Het gaat hier gewoon om een stuk werk dat moet gebeuren. Betaalde krachten zijn moreel minder bezwaard.”
Don Tom wordt niet gepruimd.”
AnnekeInderdaad.”
LenieHij zit altijd te balen, allicht dat iedereen op hem gaat letten.”
TinieAls ik S middags ruzie heb, moet ik toch S avonds ook lachen!
DonEr moet wat gebeuren.”
TinieLenie en ik staan met onze rug tegen de muur.”
LenieDus heeft die activiteit geen waarde kennelijk.
DonBij mij erbij is onzin. Aad zit ook vol.
AnnekeMaar de Vrijbuiters is nu toch afgelopen.”
AadEr is nog geen goed gesprek geweest.”
Don  “Het laatste gerucht is, dat Simon toch wel weer met Aad wil werken.
Aad Ik heb mijn tijd nodig om de administratie te doen. Het blijkt, dat het anders de prak in gaat.”
Anneke  “En heeft Tom dan geprobeerd wat op de sjoelclub te doen?
TomNatuurlijk.”
Anneke  “Daar heb ik weinig van gemerkt.”
Tom  “Dat is het; het leverde niets op.”
RietJe moet je inzetten voor een stuk werk.”
TomIn het begin zat ik bij de mensen, maar nu blijk ik steeds meer disc jockey.”
LenieLaten we dit maar afkappen.”
TinieEr is toch niemand, die reageert.”
WilTom bleef nooit bij nabesprekingen.”
DonEr zijn geen nabesprekingen.
TomWe moeten wel duidelijk stellen, dat mijn roosterwijziging is goedgekeurd.”
LenieJa hoor, Tom, voer jij je rooster maar door.”
RietDit is wel heel erg! Dit is verschrikkelijk. Hier wordt werk kapot gemaakt.
DonNoodgedwongen blijven we maar doorgaan. Maar je moet toegeven, dat zo niet te werken is.”
AadNou, als het zo zit, neem ik morgen mijn ontslag.”
TinieDat met ontslag dreigen is toch maar onzin.”
AadIk heb geprobeerd om mezelf niet op te offeren, maar op deze manier heeft het geen zin om nog langer hier te werken.”
LenieWij balen net zo hard.”
AadNiemand doet er ene kloot aan.”
Lenie “Niemand doet zijn bestuursopdrachten.”
DonHet teamberaad van vorige week deed de deur dicht. Ik zie het niet meer zitten om een stukje autoriteit in te brengen. Ik speel geen baas meer, want dat in me zelf verweten. Dat betekent dat we het Vijfhovenhuis beleid serieus moeten nemen. Dit houdt in een keus voor de sociaal zwakken. Terwijl ik eerst de Vijfhovenhuis structuur probeerde te verdedigen, probeer ik nu het beleid te verdedigen. Er moet krachtig ingegrepen worden. Ik draag niet meer dan dezelfde verantwoordelijkheid als iedereen. Nu blijkt dus inderdaad dat de structuur al jarenlang hol is geweest en bestond bij gratie van de autoriteit.”
LenieInderdaad.”
AadDe structuur is wel goed, maar wij zijn te zwak.”
DonDe structuur redden zou betekenen: vijf, zes mensen ontslaan. Maar je pakt dan mensen die je juist niet moet pakken. De consequentie is dat je zelf weggaat. Te weinig mensen doen het voor het werk; teveel hangt af van persoonlijke relaties het lachje van mij dat wonderen doet, enz. Samen spiralen we naar beneden naar het oorspronkelijke clubhuis niveau. Mijn grootste fout is het zorgen, dat Linda de Roode hier komt werken; die wordt hier afgemaakt. Op basis van gelijkheid maken we elkaar af. Bijvoorbeeld Dirk schopt Linda, Ellen, Henk en Ed. Dit is nog erger dan een isoleercel.”
Tinie zit wat zenuwachtig te lachen.
DonWe zitten toch alleen nog maar om de poen. Ik betaal ƒ. 1800 per maand aan rente en aflossingen. Maar ik ben wel uitgekeken op al die mensen. Ik ga lekker met de personen, die ik het liefst mag, de Wereld in. Een kankergezwel zijn we met zijn allen. Ja, je kan het betalen: autoritair uitsnijden.”
Riet  “Ik schrik hier toch wel echt van. Als ik dit zo hoor ben je totaal gedesillusioneerd.”
Don  “Je raakt verbitterd.”
Riet Het schijnt, dat het hier inderdaad een kankergezwel is.”
DonIedereen zou het wel willen, maar het lukt niet. Je conclusie: de mensen zijn teveel verkankerd. Je wil wat met de Wereld, maar je krijgt een emmer stront over je heen.”
RietDan blijf je lekker lang onder de douche staan. Jij hebt het voordeel, dat je het kan verwoorden. Heel veel mensen hebben die kans niet. Die raken totaal gefrustreerd. Jij kan weggaan, de anderen zijn gebonden.”
DonDaarom ga ik ook weg, want van anderen kan je het niet verlangen.
AadIk zeg per 1 augustus 1979 op. Ik wil mijn motivatie op andere dingen richten.”
RietDe ratten verlaten het zinkend schip. Het lijkt wel Kees Schans tijd. We kunnen allemaal de hand in eigen boezem douwen.”
DonWe kunnen elkaar feliciteren. Het lijkt me weinig zinvol om nu nog door te gaan met de agenda. Het beste zou zijn om een pot te maken en met zijn allen tegen elkaar aan te gaan zitten.”

Hij begint smakelijk te lachen en loopt weg om thee te gaan zetten. Woensdagmiddag stencil ik de programmaboekjes voor Marla’s jazzballet demonstratie, terwijl ik donderdagavond mijn doorpraat avond heb met Don en Marla. In het gesprek dat we hebben blijkt, dat MarlaHardop denken’ niet heeft gelezen en zich afvraag waar het eigenlijk om gaat. Wel stelt zij dat voor haar Don een remmende factor is op de bezoekersbetrokkenheid. Hij is teveel sfeer bepalend, waardoor de groepen niet naar een eigen identiteit zoeken, maar proberen om in het Vijfhovenhuis sfeertje te komen. Voor zichzelf heeft Marla geen behoefte aan oeverloze lul discussies, waarbij iedereen alleen maar doet alsof. En wanneer het gaat om verandering, dan is er zowat niemand, die dat wil.

In de notulen teamberaad van 3 april 1979 lezen we onder punt (5) ‘discussie gehandicaptensoos’: “Afgelopen maandagmiddag is er een gesprek geweest met de gehandicapten en ze hebben schriftelijk hun wensen bekend gemaakt. Volgend teamberaad komt Tom met een uitgebreid verslag.”
Punt (6) is het weggaan van medewerkers. Els vertrekt per 1 juli 1979, Don is in ieder geval het volgende seizoen weg. Don hoopt de vergaderingen en andere contacten buiten het Vijfhovenhuis, die altijd tot zijn taak behoorden, tijdig over de achterblijvers te hebben verdeeld, zodat dat in ieder geval niet in de soep loopt. Aad neemt de rest van de week vrij. In de rondvraag vraagt Don, of iedereen de ander wil vragen weer naar het teamberaad te komen, de opkomst vandaag was miserabel (Don, Tom, Aad, Netty, Lenie, Corien, Wil).
Bij punt (3) ‘mededelingen’ wordt gemeld, dat er bij het secretariaat een brief van de WSW is binnengekomen, dat we voortaan zelf ƒ. 8+ BTW per uur per WSW kracht moeten gaan betalen. Aanstaande maandagavond is er een bijeenkomst in het Breehuys, waar de gang van zaken bij de WSW ter sprake komt.

Maandag 9 april 1979 ga ik S avonds naar de bijeenkomst in het Breehuys over de ƒ. 8 regeling voor WSW‘ers, waar Henny Hagen, directeur van het Volkshuis, namens de welzijnswereld en de heer Vermeulen namens de DSW Leiden aanwezig zijn. Op deze avond wordt me van diverse kanten duidelijk gemaakt, dat men bij de WSW niet zo tevreden is met mijn interview en dat er een circulaire onder de WSW‘ers in voorbereiding is om iedereen gerust te stellen. Zie bijlage (21). Ten gevolge van deze avond kom ik bij het comité WSW (ƒ. 8 Nee) terecht, later omgedoopt tot belangenorganisatie WSW‘ers.

Die middag zijn de paasvakantieactiviteiten van het clubhuis begonnen en daar draai ik volop in mee. S Maandags kinderbingo, waarvoor ik met Marla de prijsjes koop, dinsdag de kinderfilms, die ik besteld heb, S woensdags de Leidse Kindertoneelgroep Gajus in samenwerking met de twee andere clubhuizen van Zuidwest georganiseerd door Aad. Donderdagochtend hebben we bezoek van Henriëtte van Dongen, die we proberen te paaien voor de WSW actie, terwijl er S middags een door Don georganiseerde tekenwedstrijd is, voorafgegaan door eieren schilderen. De vrijdag is vrij om te oefenen met de band van 12.00 uur tot 16.00 uur.

Woensdag 18 april 1979 heb ik mijn eerste lunchbespreking van het comité WSW. Donderdagochtend ben ik op de koffiebar en om 17.00 uur heb ik een bespreking met Wim van het Breehuys in het kader van de folder, die ik voor de actie zal ontwerpen, zie bijlage (22).

S Maandags breng ik een bezoek aan iemand van de onderwijswinkel om gegevens over eerdere acties op te vragen en S avonds heb ik op het Breehuys een begrotingsbespreking. Dinsdag 24 april 1979 is er zeker een teamberaad geweest (17 april 1979 niet duidelijk), echter notulen ontbreken. Het is mogelijk, dat het niet doorging wegens teveel afwezigen (zie teamberaad 3 april 1979); hierna krijgt Aad een lange inzinking en Don allerlei lichamelijke klachten. Ikzelf vertoon me ook niet al te veel en binnen het clubhuis nadert de stemming een absoluut nulpunt. Woensdag is er weer de “WSW” lunch, die voortaan iedere woensdag tussen de middag gehouden wordt.

Donderdag 26 april 1979 is er de Ronde Tafel Conferentie, waarbij echter veel belangrijken afwezig zijn: Don, Tom, Aad en Bert zijn ziek, Els is met de bejaarden op stap. De vergadering wordt voorgezeten door Dirk en begint met de film “een aardig stukkie werk”, die ± acht jaar geleden werd gemaakt. Er is sprake van idealisering van dat verleden, maar Dirk merkt op in de notulen, dat er “ook toen problemen waren, met name tussen buurtbewoners die de deskundigheid van opgeleide krachten niet zien of bemerken en beroepskrachten die buiten het ‘gezichtsveld’ van buurtbewoners geraken. En beroepskrachten, die zich niet begrepen voelen en afgeremd door buurtbewoners.” Punt (4) is het financieel verslag; 1978 is een gunstig jaar geweest. Punt (5) is: Hoe houden we greep op de zaak?
5.1 Gaat in op lesgroepen, die zich niet zo betrokken voelen bij het geheel en geen noodzaak, omdat het contact via Don prima verloopt. Echter binnen de bestuursvergadering bestaat behoefte aan mensen, die niet direct “partijganger” zijn en afstandelijker kunnen oordelen.
5.2 Gaat over de indruk, dat de activiteiten, die onder eigen verantwoordelijkheid van buurtbewoners plaatsvinden, het beste lopen. “De bemoeienis van beroepskrachten blijkt lang niet altijd op prijs gesteld te worden, omdat ze nog wel eens hinderlijk is en de door de vrijwilligers gewenste gang van zaken verstorend.”
5.3 Gaat over het feit dat het kinderwerk er maar een beetje bij hangt. “Opgemerkt wordt, dat de beroepskrachten teveel activiteiten stimuleren en doen waar ze zelf het meeste zin in hebben. Dat is ook het geval met de bands op de zaterdagen. Dan zou er een soos kunnen zijn.”
5.4 Gaat over de vraag, waarom kinderwerk zo belangrijk zou zijn. Hierop wordt geantwoord: “Om verwildering tegen te gaan en om ze te betrekken in ons werk, voor nu en naar de toekomst. Dat de jeugd beroerder zou zijn dan vroeger, wordt bestreden. De jeugd is wel anders; de problemen, waarvoor zij staan en waarmee de ouders ook te maken hebben, zijn in de loop der jaren zeker niet eenvoudiger geworden: denk maar aan werkloosheid, de bezuinigingen. Dat haalt de zin weg om je ergens druk voor te maken, zelfs bij lagere schooljeugd. En dan leer je je vrije tijd niet besteden. Het jeugd en jongerenwerk zou opnieuw opgepakt moeten worden met werkgroepen en beroepskrachten, die zich er achter zetten, zodat een en ander niet weer snel verwaterd en ontaard in klieren.”
5.5 Gaat over het teamberaad, waar weinig over de clubs wordt gesproken, waardoor medewerkers wegblijven. Enerzijds wordt er teveel langs elkaar heen gewerkt en anderzijds wordt er teveel bemoeid met hoe je het als vrijwilliger zou moeten doen.
5.6 Gaat over de bestuursvergadering, die verre van ideaal is wat betreft de plaats.
Punt (6) is het bestuur. Nu doet Dirk alles: voorzitter, secretaris en penningmeester, met als gevolg, dat onze vertegenwoordiging in stedelijke zaken minimaal is; de post te lang blijft liggen en over financiële zaken geen afstandelijker overleg mogelijk is. “Er gebeuren in het dagelijks werk in het Vijfhovenhuis, ongewild, zaken, die over de hoofden van de buurtbewoners en medewerkers heen gaan. Er wordt onrust gewekt met uitspraken, die niet waar gemaakt worden. Soms bemerk je, dat een beroepskracht onderhands werk probeert te slijten. En een voortdurende zorg blijft het flessen potje, waarin je soms dagenlang wel briefjes, maar geen geld vindt. En als je dan ook nog weet wie er krap zit, dan denk je soms, dat wat je niet denken mag. Zoiets denk je dan ook over voorschotten, die niet tijdig afgerekend worden en waarvoor je de accountant moet zien te sussen. Soms laat je hem dan maar gewoon wat afboeken. Dat doe je ook met onregelmatigheden, die gewoon per vergissing veroorzaakt kunnen zijn, maar ook met opzet.”
Tot slot wijdt Dirk nog wat uit over mogelijke kandidaturen voor de vacante bestuursfuncties. Auke wordt geopperd voor penningmeester, maar woont te ver weg, wat een doorbreking van het buurtbewoner principe zou zijn. Dan wordt als punt (7) voorgesteld om eens per half jaar een RTC te houden, die dan mogelijk gezelliger is. In de rondvraag wordt nog eens het punt van de geschiktheid van de donderdagavond voor bestuursvergaderingen ter sprake gebracht, waarop verder geen duidelijk antwoord komt. Op de agenda voor de volgende bestuursvergadering van 17 mei 1979, die weer in de Prinses Margrietschool zal zijn, staan als bijzondere items: de ziektes van Don en Aad en de roostergevolgen als punt (6), na de vacaturevervulling voor Els als (4), punt (7), de financiële administratie tijdens Aads ziekte (Cor Hendriks: die Dirk dus moest doen), als punt (8) de vakantieplanning; als (9) de activiteiten voor het komende seizoen en (10) de bestuursfuncties.

Ook de notulen van het teamberaad van dinsdag 1 mei 1979 ontbreken; was dat er weer niet?

Meer informatie
https://robscholtemuseum.nl/?s=gehandicapten
https://robscholtemuseum.nl/?s=opbouwwerk
https://robscholtemuseum.nl/?s=clubhuis
https://robscholtemuseum.nl/?s=buurthuis
https://robscholtemuseum.nl/?s=verkeersplan
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-de-mythe-van-het-opbouwwerk-1-inleiding/

https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-de-mythe-van-het-opbouwwerk-2-het-medewerker-onderzoek-inleiding/
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-de-mythe-van-het-opbouwwerk-3-medewerker-onderzoek-evaluatie-1976-1977-uitslag/
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-de-mythe-van-het-opbouwwerk-4-het-buurtwerk/
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-de-mythe-van-het-opbouwwerk-5-buurtwerk-seizoen-1977-1978/
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-de-mythe-van-het-opbouwwerk-6-buurtwerk-seizoen-78-79-met-pdf/
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-de-mythe-van-het-opbouwwerk-7-het-gehandicaptenwerk/
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-de-mythe-van-het-opbouwwerk-8-verslag-van-mijn-werkzaamheden-aan-de-hand-van-de-coordinatie-map-1-seizoen-1977-1978/
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-de-mythe-van-het-opbouwwerk-9-verslag-van-mijn-werkzaamheden-aan-de-hand-van-de-coordinatie-map-deel-ii-seizoen-1978-1979/
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-de-mythe-van-het-opbouwwerk-10-verslag-van-mijn-werkzaamheden-aan-de-hand-van-de-coordinatie-map-deel-2-seizoen-1978-1979-vervolg/
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-de-mythe-van-het-opbouwwerk-11-verslag-van-mijn-werkzaamheden-aan-de-hand-van-de-coordinatie-map-deel-2-seizoen-1978-1979-vervolg/
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-de-mythe-van-het-opbouwwerk-12-het-medewerker-onderzoek-deel-2-afscheid-van-het-vijfhovenhuis/