Micha Kat – Lees mee met vluchteling Micha Kat (100): Harry Mulisch | Twee Vrouwen

Toen Twee Vrouwen uitkwam in 1975 (ik was toen 12) waren lesbische relaties een soort van terra incognita, half taboe, maar ook super interessant. Voor dat jaar was er in de Nederlandse literatuur eigenlijk nauwelijks over geschreven. Zes jaar eerder (1969) kwam Turks Fruit van Jan Wolkers, dat kan worden gezien als het begin van de ‘seksuele revolutie‘ in Nederland – dat boek brak het ‘taboe‘ open over heteroseksualiteit. Het was hetzelfde jaar, dat het legendarische Woodstock festival plaatsvond in Bethel in de VS, waar ‘voor het eerst‘ seks in het openbaar plaatsvond op grote schaal bij wijze van ‘maatschappelijk statement’. Het is compleet niet te bevatten, dat dit allemaal nog maar 50 jaar geleden is! Want waar staan we nu? Ongebreidelde propaganda voor het homo huwelijk. Demonisering van heteroseksualiteit. Seksualisering van kinderen, geforceerde acceptatie van pedofilie – en dan druk ik me bij dit alles nog gematigd en voorzichtig uit. Tegen wat er de laatste decennia is gebeurd aan norm verschuivingen en ‘nieuwe seksuele doorbraken‘ viel niet meer ‘op te schrijven‘ – niet door 100 Harry Mulischen en Jannen Wolkers. Vandaar dat we natuurlijk ook geen ‘baanbrekende‘ en ‘prijswinnende‘ romans hebben zien verschijnen over een pedofiel koppel, dat een klein kind adopteert om dat vervolgens seksueel te kunnen misbruiken of over een lesbisch stel, zoals Laura en Sylvia in het boek van Mulisch, dat besluit van geslacht te veranderen en verder te gaan als homo koppel. Wat natuurlijk wel is verschenen is het boek van Thomas Ross over het netwerk van elite pedofielen rond Joris Demmink, waarover ik schreef in deel 34 van deze serie (https://robscholtemuseum.nl/lees-mee-met-vluchteling-micha-kat-34-tomas-ross-de-vrienden-van-pinocchio/), maar het zal iedereen duidelijk zijn, dat we hier te maken hebben met een volstrekt ander type boek. Je kunt je nu afvragen, of de ‘seksuele revolutie‘ van eind jaren 60 reeds onderdeel uitmaakte van dezelfde agenda van de NWO, die ons thans dwingt seks met kinderen te accepteren vanuit de bekende ‘stepping stone strategie‘ van de Bilderbergers. Ik denk, dat dit inderdaad het geval is en dat we met z’n allen slachtoffer zijn van ‘social engineering‘ op een schaal, die nauwelijks voor mogelijk kan worden gehouden.

Over mijn relatie tot mannelijke homoseksualiteit schreef ik in deel 99 van deze serie (https://robscholtemuseum.nl/micha-kat-lees-mee-met-vluchteling-micha-kat-99-aart-bode-gay-pride-amsterdam/); maar met de andere kant van de homo medaille heb ik ook ervaring opgedaan. Daarvoor moet ik teruggaan naar mijn huwelijk. Ik leerde de vrouw in kwestie kennen in 1984: ze woonde in een studentenhuis van het Corps tegenover het huis, waar ik toen woonde in Amsterdam en op een goede dag had mijn dispuut een lunch daar thuis bij de dames. Ik kwam naast haar te zitten en vervolgens kwam een ‘proces‘ op gang. Op dat moment had ik, behalve wat dronken seks na uitgaan, geen enkele ervaring met vrouwen. Toen zij mij dus tijdens een van onze eerste etentjes vertelde, dat ze ooit hevig verliefd was geweest op een vrouw, wist ik deze bombshell info niet op waarde te schatten. De relatie ging dus ‘van start,’ maar al snel kwam er meer info op tafel, die de alarmbellen bij mij eens te meer hadden moeten doen rinkelen. Ze vertelde, dat ze haar moeder in vertrouwen had genomen over deze liefde voor die vrouw en dat er in het gezin een soort paniek ontstond over haar seksuele geaardheid. Vervolgens werd besloten de ‘professionele hulp‘ in te roepen van een iriscopiste – het gezin was antroposofisch ingesteld en dat soort mensen doen dat soort dingen. Deze iriscopiste kwam met de diagnose ‘hetero‘. Geen centje pijn dus, niets aan de hand! Ik heb de ‘tekeningen‘ of  ‘grafieken‘ van deze iriscopiste ooit te zien gekregen, waarop diverse ‘velden‘ van de iris waren ingetekend met allerlei symbolen en lijnen. Ze werden zorgvuldig bewaard ergens in een la als een soort ‘testament‘ van seksuele geaardheid.

Jullie voelen ‘m waarschijnlijk al aankomen: de relatie kwam seksueel totaal niet van de grond. Ik had daarover al in een vroeg stadium willen spreken, kort nadat we van start gingen, maar dat bleek volstrekt onmogelijk. Hier was overduidelijk sprake van een taboe met een HELE GROTE T! Net zo’n groot taboe was het noemen van – of het maken van grappen over – de iriscopiste en haar diagnose. Inmiddels waren we getrouwd geraakt – ze vroeg me ten huwelijk toen ik midden in een enorme depressie zat (zie deel 79: https://robscholtemuseum.nl/micha-kat-lees-mee-met-vluchteling-micha-kat-79-irvin-d-yalom-lying-on-the-couch/) en ik alleen maar ‘ja‘ kon zeggen. Steeds duidelijker werd, dat ik in een horror movie was beland en geen kant op kon. Ik ging alles met elkaar combineren – ook de wijze, waarop zij zich kleedde, de boeken en tijdschriften, die ze las – en er bleef slechts een conclusie over: ik was getrouwd met een lesbienne. In die jaren werd mijn leven een complete hel, bijvoorbeeld om naast haar te moeten liggen in bed. Ook herinner ik me nog, dat al mijn vriendschappen werden vergiftigd door de wetenschap, dat zij, mijn vrienden, WEL goede ‘normale‘ seks hadden. Ik begon natuurlijk vreemd te gaan en pas in die jaren vanaf 1990 maakte ik kennis met deze ‘goede‘, ‘normale‘ en ‘leuke‘ seks. In 1993 kreeg ik een relatie met een mooie, leuke en sexy vrouw in Rotterdam en besloot het echtscheidingskanon af te schieten. Ik weet nog, dat ik een enorme bos bloemen op tafel zette met als kaartje de tekst: ‘je bent een geweldige vrouw, maar ik heb besloten weg te gaan en nooit meer terug te komen‘. Probleem was, dat we juist een kind hadden gekregen, drie maanden daarvoor. Hoe dat ooit heeft kunnen gebeuren is nog steeds een van de grootste mysteries uit mijn leven. Ik zou de mogelijkheid niet willen uitsluiten, dat mijn vrouw de scheiding zag aankomen en op het allerlaatste moment, juist voor het zinken van de Titanic, naar een spermabank is gegaan om aldus haar laatste kans te grijpen zwanger te raken vanuit een ‘stabiele situatie‘ met een vader en een huwelijk.

De scheiding werd natuurlijk een absolute ramp – ik zou daarover wel een apart hoofdstuk willen schrijven (net als over de geboorte van mijn zoon), maar ben nu aan het einde gekomen van deze serie. Uiteraard was ik de grote ‘kwaaie pier,’ waarbij het verhaal was, dat ik ging scheiden, omdat ik zo ‘mijn verantwoordelijkheid wilde ontlopen voor mijn zoon‘. Mijn vrouw was en is heel rijk, en ik had niets: dus ik pakte mijn rugzak en vond enige dagen onderdak bij mijn zus – maar die was zwaar op de hand van mij ex en gooide me er dus na twee of drie nachten weer uit (deel 65: https://robscholtemuseum.nl/micha-kat-lees-mee-met-vluchteling-micha-kat-65-edgar-allen-poe-the-fall-of-the-house-of-usher/). Ik verloor talloze vrienden en vriendinnen, en ook de relatie met mijn ouders raakte zwaar ontwricht: iedereen koos voor de verlaten jonge moeder met de baby. Gelukkig begon ik juist in die jaren wat te verdienen als aankomend journalist, zodat ik een eigen kamer kon huren in Amsterdam, op het Prinseneiland. Voor zover ik weet heeft mijn vrouw nooit meer een relatie gehad na mijn vertrek, niet met een man en niet met een vrouw. Ik weet niet eens, of zij het boek van Harry Mulisch wel heeft gelezen.

Meer informatie:
https://robscholtemuseum.nl/?s=Micha+Kat
https://mijnlevenin100boeken.com/
https://robscholtemuseum.nl/?s=Harry+Mulisch
https://robscholtemuseum.nl/?s=Jan+Wolkers
https://robscholtemuseum.nl/?s=Joris+Demmink