Kees Engelhart – DAGEN VAN VAN PUTTEN | Boek 22 | Het oplossen van sommen | Herfst

Wat vooraf ging:
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-proloog-dagen-van-van-putten-boek-1-dat-dient-zich-aan-zomer/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-2-de-kwaal-herfst/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-3-het-grauw-winter/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-4-de-rook-lente/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-5-een-pak-warmte-zomer/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-6-draden-herfst/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-7-het-afrekenen-winter/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-8-het-gefilterde-lente/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-9-het-bevrijden-zomer/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-10-een-nevel-herfst/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-11-het-verval-winter/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-12-een-berusten-lente-epiloog/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-proloog-dagen-van-van-putten-boek-13-kijkend-over-de-velden-zomer/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-14-veel-meer-dan-een-alibi-herfst/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-15-dagen-waarop-het-regent-winter/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-16-over-het-achteloze-lente/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-17-gekromd-en-zekerlijk-zomer/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-18-smeergeld-triomf-en-pijn-herfst/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-19-ach-wankelende-slagorde-winter/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-20-advocaten-aanklagers-rechters-lente/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-21-wat-uitbetaalt-zichzelf-zomer/

Boek 22

Het oplossen van sommen

Herfst

ZEGT VAN PUTTEN ZIJN PSYCHOLOOG

1

Het is de warme eerste woensdagmiddag vier uur begin
Oktober in het jaar onzes heren tweeduizend en vijf
De nazomer is opnieuw weergekeerd en de psycholoog
Van van Putten lacht schaterend nadat van Putten hem
Zijn ontmoeting met Nerina zo nauwkeurig als maar
Mogelijk is uit de doeken heeft gedaan

Van Putten loopt naar de keuken en zet de waterkoker
Nog eens aan onderwijl draait van Putten zich om en
Vraagt zijn psycholoog of een en ander nu primaire
Danwel secundaire lust is geweest
Van Putten zijn psycholoog kijkt omhoog en denkt lang na
Terwijl van Putten het theewater inschenkt en op een
Schoteltje twee theezakjes neerlegt

Ik zou zeggen zegt van Putten zijn psycholoog na enige tijd
Dat de eerste impuls die van het omdraaien primair was
En het vervolg aangezien er zich razendsnel een plan
Ontwikkelde secundair en daar worden we niet heel veel
Wijzer van zegt van Putten zijn psycholoog welke opmerking
Van Putten opgewekt bevestigt

Over nog veel meer zaken spreken van Putten en zijn psycholoog
Op deze warme middag aan het begin van de oogstmaand en
Van Putten doet zijn psycholoog zijn hele grand histoire met Nerina
Nog eens voor en wanneer van Putten hernieuwd aanvangt te
Verkondigen dat hij de mening is toegedaan dat er iets mis is met
Nerina’s geweten betoont van Putten zijn psycholoog enige
Terughoudendheid en geeft van Putten enige voorbeelden van
Eventueel andere oorzaken die mogelijk zouden hebben kunnen
Leiden tot de gewetenstoestand waarin Nerina zich volgens van Putten
Bevindt

2

Van Putten en zijn psycholoog hebben het verder over onder andere
De politieke toestand van de provinciestad aan zee en
Ze zitten lekker van Putten en zijn psycholoog
Almaar wil van Putten zijn psycholoog van Putten wat vileiner zien
Vanwege waar zich nu toch die primaire lust van van Putten zich
Bevindt maar eigenlijk is het al een leuk spel geworden waar van Putten
En zijn psycholoog zich bij tijd en wijle met genoegen aan overgeven

De tuindeur staat open en het lijkt wel echt zomer
Van Putten heeft een fijne middag en van Putten zijn psycholoog is
Een fijne psycholoog dat is wat van Putten ervan vindt
Geen seconde tijdens dit alles droomt van Putten weg en dat is ook
Goed

Van Putten zijn psycholoog heeft van Putten opgemerkt drinkt
Kopjes heet water zijn theezakje ligt ongeopend op het schoteltje
Maar het is dan ook een bruin kopje waaruit van Putten zijn
Psycholoog drinkt dus als je geen suiker gebruikt kan het best
Nog weleens moeilijk zijn te onderscheiden of je nu heet water
Of thee drinkt en van Putten zijn psycholoog daar houdt van Putten
Terdege rekening mee heeft er al een lange werkdag opzitten

Als van Putten en zijn psycholoog om kwart over vijf opstaan
Vraagt van Putten zijn psycholoog hoe dat nu eigenlijk zat met die thee
Van Putten zijn psycholoog is hogelijk verbaasd en zegt ik dacht
Werkelijk dat ik thee dronk
Dat is bijzonder interessant meent van Putten
Dan geven van Putten en zijn psycholoog elkaar een hand
Tot over twee weken zelfde plaats zelfde tijd

NU ALLEEN NOG EEN PAAR DAGEN WACHTEN

Vandaag was voor van Putten een drukke dag
Verwikkeld in vele zaken omtrent zijn
Geldelijk welzijn was het vandaag de
Beurt aan de belastingdienst en de gemeentelijke
Overheid van de provinciestad aan zee

Gewapend met de telefoon stapte van Putten tijdens
Het vele telefoneren bedachtzaam rond in zijn
Huis en tuin
Het is vrijwel half oktober maar nog altijd lijkt het
Eerder zomer echter binnenkort denkelijk vanaf
Vrijdag zal de temperatuur gaan dalen en de herfst
Zijnde als wat men zich van de herfst voorstelt
Zal zijn rechtmatige plaats innemen

Waar het van Putten vandaag om te doen was
Het betrof overigens de dag waarop de directeur
Van het bos met succes voor de derde maal uitstel
Van de rechtszitting had gevraagd
Maar waar het van Putten vandaag om te doen was
Betrof van Putten zijn toelage op de huur die van Putten
Maandelijks betalen moet een toelage die van Putten
Voor reeds twee maanden niet heeft mogen ontvangen
Van Putten zelf vindt dat een en ander volledig op het
Conto van en de belastingdienst en de gemeentelijke
Overheid van de provinciestad aan zee te schrijven is

En nu tegen tien uur in de avond onderwijl van Putten
Alles nog eens overdenkt en de koelkast aanslaat
Meent van Putten dat alles nu wel zo ongeveer naar
Van Putten zijn genoegen geregeld is
Ja zegt van Putten zachtjes voor zich uit en van Putten
Schenkt zich een welverdiend bitterzoet bockbier in

EN INGETOGEN LUISTERT VAN PUTTEN ER NAAR

Het is laat op de avond van Putten zit aan tafel
De tuindeur staat open en de zomer nog altijd
Houdt dapper vol het is warm maar de zomer
Regent toch wel uiterst vermoeid in van Putten
Zijn tuin het drupt en plopt en er is geen wind
Werkelijk de zomer is totaal uitgeput maar dapper

Hoe is het mogelijk mijmert van Putten want
Het is waar dit is de dertiende dag van de tiende
Maand de tuindeur staat open het regent en het
Is beslist niet koud nee zelfs eerder warm te noemen
En nadenkend rolt van Putten zich een kleine joint

Van Putten voelt hoe warme blossen de huid
Boven zijn jukbeenderen overgloeien en ook
Zijn wangen en van Putten drinkt zijn dierbare
Zwaar Duits bier en van Putten geniet zoals
Van Putten zo menigmaal doet

Er valt zoveel hemelwater dat hoort van Putten
Naast het druppen en ploppen nu ook het klokken
Van te veel water op een en dezelfde plaats tegelijk
Aan de eerder genoemde fenomenen is toegevoegd

Vandaag is van Putten zeer helder geweest
Van Putten vond een feilloze oplossing voor
Zijn problemen met de belastingdienst een
Geniale inval mompelde van Putten zijn
Aanstaande schoonbroer door de telefoon
Om onmiddellijk daaropvolgend net als van
Putten ook heel helder te zijn en daaraan
Toe te voegen dat hij het een geweldig idee
Vond

Van Putten glimt innerlijk
En neemt een slokje van zijn bier
Flink hard nu is het gaan regenen
Echt flink hard is het gaan regenen

WANT EIGENLIJK WIST BRUMMING HET AL

Brumming schrijft nu van alles gedichten proza
Opstellen recensies pamfletten en wat al niet
Niet meer waarvan een groot gedeelte bij Brumming
Zijn literaire vriend of redacteur geplaatst wordt

Het is halftien in de avond en Brumming heeft de
Balkondeuren gesloten het wordt nu echt te fris en
Brumming is een beetje verkouden Brumming
Nipt van zijn heerlijk zwaar Duits bier

Brumming vraagt zich af of Brumming nu
Eigenlijk stof op doet waaien danwel dat Brumming
Zijn geschriften en opstellen niet meer dan een storm in een
Glas water te weeg brengen Brumming heeft er gewoonweg
Geen idee van

Plotseling denkt Brumming opnieuw plotseling over verhuizen even maar

Over zijn dichtwerk is Brumming akelig zeker
Dat dichtwerk en Brumming glimlacht vanwege
Zijn brutale zelfverheerlijking dat dichtwerk is
Boven alle twijfel verheven het is goed heel goed zelfs
Onalledaags en in weer andere opzichten eveneens bijzonder

Afgelopen vrijdag is Brumming een vraaggesprek
Afgenomen bestemd voor de grote regionale krant die
Ook de provinciestad aan zee bestrijkt
Brumming is te bekend aan het worden
En Brumming weet het
Brumming had er niet echt veel zin in
Daarom belde Brumming zijn redacteur ook wel Brumming zijn literaire vriend
Zegt Brumming soms met wat lichte twijfel
Brumming legde hem het geval voor
Meteen doen adviseerde Brumming zijn redacteur
En Brumming zuchtte lichtjes

MORGEN GAAT BRUMMING EEN BOD DOEN

Brumming heeft besloten na zijn derde opstel
Binnen drie weken zich voor even uit het
Mogelijke brandpunt der vaderlandse
Dichtkunstwereld terug te trekken en
Een fikse pauze in te lassen

De commentaren van Brumming die Brumming op
Verzoek van zijn redacteur schrijft op de commentaren
Die Brumming krijgt op zijn opstellen beginnen
Brumming te veel tijd te kosten naar zijn mening

Brumming heeft er wel enig plezier in en Brumming
Kan er zijn venijn en lankmoedigheid uitstekend
In kwijt
Brumming zijn huid wordt almaar dikker en dat
Is precies wat Brumming wil
Maar voor even is het genoeg
Brumming wil namelijk nog weerbaarder worden dan hij al is en
Buiten zijn dichtkunst om valt er voor Brumming nog veel te leren
Maar toch

Brumming koestert gerede twijfel of hij ooit in die wereld
Passen wil
En over nog veel meer zaken denkt Brumming na
Maar wat zeker is op dit moment is dat het Brumming te veel
Tijd kost
En Brumming meent dat hij die tijd wel beter
Gebruiken kan

Het loopt tegen het eind van de oogstmaand Brumming
Zit aan tafel hij schenkt zich een zwaar Duits bier in en
Brumming denkt aan het huisje dat hij vanmiddag zag
Dat te koop staat en aan het korte gesprekje dat hij met
Zijn aantrekkelijke mogelijk aanstaande buurvrouw voerde

Brumming is zeker van zijn zaak hij wil verhuizen
Het huisje staat op een hoek
En hoe zal Brumming genieten wanneer hij duidelijk
Hoorbaar deze winter de straffe noordoostenwind rond
Zijn huisje horen gieren zal

EN EEN EN ANDER ZAL PLAATSVINDEN DAT WEET BRUMMING ZEKER

Het is tien uur in de avond eind oktober en
Nog altijd is de tuindeur geopend het is nu
Uiteindelijk wel echt herfst geworden maar
Het blijft erg zacht

Brumming heeft de uitzending van het bekende
Radioprogramma gemist waarin Brumming
Zijn literaire vriend gesproken zou worden
Omtrent een bloemlezing uiteraard door
Brumming zijn literaire vriend samengesteld
Maar Brumming heeft gewoon de uitzending
Gemist

Brumming schenkt zich een glas goede Zuid-Afrikaanse
Rode wijn in rolt zich een kleine joint en luisterend
Naar Ich Habe Genug vangt Brumming een
Langdurig mijmeren aan

Nog een paar brieven moet Brumming schrijven
Dan heeft Brumming weer de rust waarnaar hij verlangt
En voorlopig geen opstellen meer zegt Brumming
Terwijl zijn lippen zich krullen streng tot zichzelf

Dan hoort Brumming een der allermooiste muzikale
Zinnen die Brumming kent en
Even rilt Brumming
Even maar onmiskenbaar

De krant is bij Brumming over de vloer geweest
En niet veel lijkt er tegen te doen ogenschijnlijk
Tegen alles dat Brumming zelf veroorzaakt heeft
Maar dan kent men Brumming slecht
Brumming heeft er voorlopig genoeg van
En Brumming wil voor maandenlang alleen nog
Dingen doen waar Brumming zelf zin in heeft

MEVROUW LEENSCHAT VAN BODEGRAVEN IS GELUKKIG MET ZICHZELF

Mevrouw Leenschat van Bodegraven het is een
Stormachtige warme avond eind oktober is in
Slaap gevallen in haar gemakkelijke stoel bij de piano
Fritzi snort aan haar voeten en mevrouw Leenschat
Van Bodegraven droomt en snurkt zachtjes
Zij droomt van van Putten jeugdig nog als hij eens was
In een zwart wit gestreept badpak voor heren rond
Het jaar negentienhonderd en van Putten is op het
Strand en drinkt zijn hoofd helemaal achterover
Uit een fles een groene fles dan komt er een
Heel brutaal ogende vent met een druipsnor voorbij
En meteen zijn ze omsingeld door soldaten
Hun kleinkinderen beseft mevrouw Leenschat
Van Bodegraven onmiddellijk in haar droom exact
Uit de tweede wereldoorlog het lijkt zo logisch

Van Putten heeft de fles uitgedronken en zijn nek
Gerecht en nu kijkt van Putten verdwaasd om zich heen
En waar van Putten ook kijkt overal soldaten rondom hem
Van Putten denkt koortsachtig na en dan plotseling
Suist van Putten door een gat in het zand in een fractie
Van een seconde en de soldaten geschrokken
Door angst schieten in het wilde weg op elkaar

Opeens door niets ontwaakt mevrouw Leenschat
Van Bodegraven en schijnbaar onwillekeurig
Veegt zij een pareltje zweet van haar voorhoofd
Dan richt mevrouw Leenschat van Bodegraven
Zich een weinig op en ontwaart Fritzi slapend
Aan haar voeten mevrouw Leenschat van Bodegraven
Rilt een wat en slaat haar kamerjas wat dichter
Om haar heen
Al met al is het toch wat kouder geworden

ONDERTUSSEN IN GULCH CITY

Doppertje Kid zit aan het raam van zijn hotelkamer
En kijkt uit over Mainstreet het is de late avond
Van zes en twintig oktober in het jaar onzes heren
Tweeduizend en vijf en Gulch City met de altijd
Aanwezige avonddrukte is mijmert Doppertje wonderschoon

Doppertje’s glas bourbon fonkelt in het kaarslicht
En Doppertje luistert naar de zijn hart veroverd hebbende
Achttien kleine preludes uit het muziekboekje voor
Anna Magdalena Bach op zijn koffergrammofoon
Doppertje rookt een fijne cigarillo en nog altijd
Vindt Doppertje het heerlijk om thuis te zijn

Voor maanden al heeft Doppertje geen post ontvangen
En alle post die Doppertje tijdens zijn lange reis
Door de oude wereld heeft mogen ontvangen zal
Voor altijd onbeantwoord blijven en adequaat vindt
Doppertje heeft hij op die wijze de naar aanbidding
Geurende verleidingen van een passend antwoord
Voorzien

Doppertje hoort vanuit de saloon recht tegenover
Het Western Trail Hotel opgewonden geschreeuw
De klanken van de honky-tonk sterven langzaam weg
En vervolgens blijft het even stil

Dan rollen er twee kerels door de halve klapdeuren
Heen vechtend over de veranda en daar achter aan
Volgen opgewonden juichend al snel een fiks aantal
Klanten en meisjes

Doppertje leunt achterover en denkt aan tante
Waarom toch eigenlijk tante niets van zich
Horen laat en Doppertje nipt van zijn bourbon

DE TOVENAAR VAN SABURAC

Voor dit moment op deze avond is van Putten herstellende
Van de klappen die van Putten zijn toegebracht door de
Afdeling huurtoelage voor de armen van de provinciestad
Aan zee alsmede het belastingwezen van de landelijke
Overheid

Al van Putten zijn inspanningen ten spijt is van Putten
Terechtgekomen in een neergaande spiraal die zeker
Nog twee maanden duren zal daar is van Putten wel
Zeker van van tijd tot tijd roept van Putten het onheil
Over zich af en van Putten weet het

Hoe van Putten een en ander altijd maar weer tot stand
Brengt is van Putten een volslagen raadsel
Toch denkt van Putten er vaak aan en ook met zijn
Psycholoog bespreekt van Putten dit fenomeen regelmatig
Dat van Putten altijd op zoek is naar recht waar onrecht
Wordt gedaan is een onweerlegbaar feit zeker wanneer dit
Onrecht van Putten zelf betreft

Het is de late avond van negen november van Putten
Zit aan tafel en van Putten maakt snode maar naar
Van Putten zijn mening plannen die het recht zal doen
Zegevieren van Putten zijn aanstaande is naar de
Zwemvereniging en van Putten zijn dochters slapen

Van Putten schenkt zich een volrode Zuid-Afrikaanse
Wijn in en het leven lacht van Putten toe bedenkt van
Putten zich langzaam maar ontegenzeggelijk
Een fijn glimlachje trekt van Putten rond de mond
Van Putten rolt zich een kleine joint en straks weet
Van Putten gaat van Putten heerlijk Catweazle kijken

EN MORGEN IS HET SINT MAARTEN

IJsma haar kunstschilder heeft IJsma uiteindelijk
Toch verlaten en haar kunstschilder woont nu
In een zomerhuisje vlak onder het duin even
Buiten het oude dorp en veel de laatste weken
Wandelt IJsma door de straten van het oude dorp
En het is duidelijk te zien dat IJsma veel in zichzelf
Praat aangezien IJsma haar kaarsrechte rug IJsma
Niet ontvloten is

IJsma is een trots kind haar leeftijd is onschatbaar
Tevens is IJsma nu toch wel zestig en de directeur
Van het bos heeft eindelijk ingegrepen en ingezien
Dat IJsma haar leeftijd hem wettelijk gezien de
Elegante mogelijkheid bood IJsma op ouderdomsverlof
Te zenden voorzien uiteraard van een riant pensioen
Maar zonder haar kunstschilder wat de directeur van
Het bos dan ook nauwelijks weten kon

Nu zit IJsma alleen thuis met de poes en IJsma haar
Naasteburen zijn onlangs een ingrijpende verbouwing
Begonnen en de ganse dag nu al voor weken is het een
Geklop geboor gebonk gedreun en gedril van jewelste
En IJsma kan het niet uithouden in huis IJsma
Wandelt uren in de regen en op het einde van haar
Wandelingen doet IJsma weinig boodschappen

In de avond is het godzijdank stil dan leest IJsma
Wat in Joop ter Heul drinkt een witte wijn en IJsma
Rookt een wat en als IJsma mijmeren kan mijmert
IJsma ook nog de poes ligt aan haar voeten en
Over vier weken komt Sinterklaas

OP NUMMER TWEEHONDERD VIJF EN NEGENTIG

Het is eind november en het is nu werkelijk
Kouder geworden het regent en waait zeer hard
Het is half vijf in de middag al lichtjes duisterend
Wanneer van Putten de appartementencomplexen
Nabij de industriehaven van de provinciestad aan
Zee nadert om in een studio aldaar ergens hoog
Gelegen de beeldschone jonge Indische vrouw te
Bezoeken die van Putten onlangs na twee jaren
Een duister en een helder opnieuw heeft ontmoet
Vluchtig op het duinpad waarop van Putten de
Beeldschone jonge Indische vrouw toezegde haar
Zeer binnenkort met een bezoek bij haar thuis te
Zullen vereren

Van Putten is koud en rillerig en van Putten zet zijn
Fiets op slot tegen een zijmuur van het complex
Waarin zich studio tweehonderd vijf en negentig
Bevindt de studio die van Putten zijn zeer speciale
Aandacht heeft van Putten ontdoet zich van zijn
Regenkleding neemt zijn ruim bemeten leren aktetas
Van zijn fiets en staart even naar de boodschappen
In de andere fietstas bestemd voor het avondeten
De aanstaande schoonmoeder van van Putten blijft
Vanavond eten en zij had wel trek in zuurkool van
Putten is drijfnat en heeft geen zin om ook nog eens
De zware tas met boodschappen naar boven te dragen
Waarop van Putten besluit de boodschappen dan maar
Gewoon in de fietstas te laten zitten en decent legt van
Putten de flap van de fietstas over de boodschappen heen
Dan beziet van Putten even de naambordjes en belt aan

EEN DER BELANGRIJKE DAGEN IN HET LEVEN VAN VAN PUTTEN

1

Een der dagen in het leven van van Putten die er
Werkelijk toe doet is aangebroken een dag waarin
Voor van Putten veel gewonnen maar ook veel
Verloren kan worden van Putten weet dat en
Van Putten is er volkomen tegen bestand ook dat
Weet van Putten en van Putten denkt aan de
Directeur van het bos

Van Putten en zijn aanstaande gebruiken het ontbijt
En lezen de ochtendkrant en af en toe praten ze wat
Van Putten en zijn aanstaande de televisie staat
Zachtjes aan op een Turkse zender dat vindt van
Putten zo prettig van Putten kan moeilijk zonder
Geluid en ook wil van Putten niet te veel afgeleid
Worden van zijn ochtendkrant
De koffie na het ontbijt smaakt van Putten en zijn
Aanstaande heerlijk en zoals altijd nog veel lekkerder
Dan het ontbijt zelf

Tegen halftien zijn van Putten en zijn aanstaande
Gereed om af te reizen naar de grotere provinciestad
Alwaar de eerste rechtszitting plaats zal vinden te
Zeggen van Putten versus de directeur van het bos
Een dag in het leven van van Putten die er werkelijk
Toe doet is aangebroken van Putten weet het en van
Putten zijn aanstaande weet het ook

Zo snorren van Putten en zijn aanstaande niet veel
Later over de provinciale weg langs het kanaal die
Regelrecht naar de grotere provinciestad leidt

2

Van Putten en zijn aanstaande spreken niet veel
Maar het is aangenaam in de auto te zijn dat
Vinden van Putten en zijn aanstaande allebei
Ook al zeggen zij dat niet

Het is twee december in het jaar onzes heren
Tweeduizend en vijf het is ochtend en de zon
Schijnt maar ook zijn er grijze en donker zwarte
Wolkenpartijen van Putten geniet stil van de
Autorit en af en toe kijkt van Putten naar zijn
Aanstaande en van Putten weet dat nooit hij
Gelukkiger is geweest dan met zijn aanstaande
Alleen

Na wat kleine omzwervingen bereiken van Putten
En zijn aanstaande het gerechtsgebouw van de
Grotere provincieplaats en langzaam draait de
Aanstaande van van Putten de parkeerplaats op
Het is tien over half elf nog precies een half uur
Voordat de rechtszitting een aanvang zal nemen
Bedenkt van Putten zich onderwijl hij twee jongelui
Een jongeman en een jonge vrouw op een bepaalde
Wijze gekleed uit een modern klein autootje ziet
Stappen en heel even denkt van Putten er iets bij

Van Putten en zijn aanstaande zijn nog nooit
Van hun leven in een gerechtsgebouw geweest
En als zij binnen zijn vervoegt van Putten zich
Bij de baliemedewerker naar instructie van zijn
Advocaat van Putten zegt van Putten versus de
Directeur van het bos en alsof een en ander

3

Een afgesproken en bekende code is voegt de
Baliemedewerker van Putten toe u gaat daar
Die trap op en dan is het gerechtskamer nummer
Twee aan uw rechterhand daar kunt u wachten
In de zithoek uw zaak van Putten versus de
Directeur van het bos zal om ongeveer tien over
Elf worden afgeroepen
Van Putten knikt begrijpend en zegt ik dank u
Hartelijk en ziet de twee jongelui de trap bestijgen
Die van Putten en zijn aanstaande eveneens zullen
Betreden en opnieuw schiet van Putten iets door
De geest dat snel en duidelijker en duidelijker
Heldere contouren begint aan te nemen

Van Putten en zijn aanstaande begeven zich
Door de grote hal waar op bankjes verveeld ogende
Jongeren zitten zogenaamd losjes hangend en
Kauwgom kauwend maar ook plechtstatige heren
En ook dames met strakke gezichten naar de grote
Open trap die van Putten en zijn aanstaande naar
De verdieping leiden zal waar gerechtskamer twee zich
Bevindt alsook de zithoek waar de baliemedewerker het
Zo even over had

Bovengekomen ziet van Putten hoe de twee
Jongelui plaatsgenomen hebben in de zithoek
Schuin tegenover gerechtskamer nummer twee
En nu weet van Putten het zeker aldaar hebben
Plaatsgenomen de speciale vertegenwoordigers
Van het advocatenteam dat van Putten begeleiden
Zal in zijn strijd tegen de directeur van het bos op
Deze dag een der belangrijkste dagen uit het leven
Van van Putten en van Putten vangt zich een opgewekt
Neuriën aan

VAN PUTTEN ZIT NAAST ZIJN JONGE ADVOCATE

1

Van Putten zit naast zijn jonge advocate
In de zithoek zonder koffie heeft de jonge advocate
Van Putten haar pleitschrift laten lezen en van
Putten is er tevreden mee
De jongeman die haar assisteert die nu op de publieke
Tribune heeft plaatsgenomen naast van Putten zijn
Aanstaande is de advocaat die van Putten meermalen
Gesproken heeft door de telefoon adequaat en helder
Doortastend en met kennis van zaken een bedeesde
Indruk maakt hij nu mijmert van Putten terwijl van
Putten onopvallend maar uiterst nauwkeurig de
Rechtskamer beziet

Van Putten en zijn advocate die lang zo bedeesd
Niet is als haar assistent vanwege dat zij zomaar
Tot van Putten zijn verbazing om kwart voor elf
Opstond in de zithoek haar jakje uittrok om
Vervolgens uit haar aktetas een bijzonder dikke
Dossiermap te nemen en op het tafeltje te leggen
Om daaropvolgend haar toga en helderwitte befje
Naar boven te toveren om zich ter plekke te
Metamorfoseren is een advocate om rekening mee
Te houden zoveel al wel heeft van Putten begrepen

Van Putten en zijn advocate zitten links van de
Advocaat van de directeur van het bos die zelf tot
Van Putten zijn teleurstelling niet aanwezig is
Rechts voor van Putten op een verhoging zitten
Een junior en een seniorrechter zo heeft de
Juniorrechter de aanwezigen medegedeeld waarbij
De juniorrechter presideert en de seniorrechter
Superviseert

2

Naast hen zit de griffier verder is er niemand
Heerlijk rustig meent van Putten
De rechtskamer is hoog en modern met veel
Blank hout en hoge ramen achter de rechter
Het heeft iets religieus maar de beeltenis van
De koningin des vaderlands kan van Putten niet
Ontdekken

Ondertussen volgt van Putten met het grootste
Gemak het inleidende betoog van de president
Aan alles voelt van Putten dat het goed zit de jeugdige
President verwoordt op meer dan uitnemende wijze
De grieven van van Putten aangaande de directeur van
Het bos vooral waar het van Putten zijn geldelijke niet
Welbevinden betreft en af en toe ziet van Putten kijkt
De advocaat van de directeur van het bos wat hulpeloos
Om zich heen

Dan is het van Putten zijn jonge advocate toegestaan
Haar pleitschrift mondeling openbaar te maken van
Putten zijn jonge advocate staat op en is zenuwachtig
Een en ander voelt van Putten de jonge advocate
Heeft dan ook een lichte kleur gekregen en niet
Helemaal vlekkeloos maar desondanks zeer helder
Leest de jonge advocate haar pleitschrift voor

Van Putten voelt zich uiterst kalm en graag zou
Van Putten even oogcontact met zijn aanstaande
Hebben maar zijn aanstaande zit recht achter
Van Putten en dat zou veel te veel afleiden en ook
Nog eens wellicht een verkeerde indruk wekken
Bij de jeugdige juniorrechter

3

Van Putten zijn jonge advocate gaat nadat zij
Haar pleitschrift heeft afgerond met een nauwelijks
Hoorbare zucht opnieuw zitten kijkt even naar van Putten
En geeft van Putten iets met haar linkerwenkbrauw en nu
Wordt van Putten helemaal sereen en van Putten weet het
En vindt het goed

Dan geef ik nu het woord aan de verweerder de pleiter van
De directeur van het bos zegt de jonge rechter met zijn strak
Achterovergekamde haar misschien zelfs wel met haarolie
Er in en de jonge rechter richt zijn blik op de advocaat van
De directeur van het bos

Meneer de president Edelachtbare helaas heb ik
Geen verweer het is ons niet gelukt om het dossier
Dat wij hebben aangelegd betreffende de heer van
Putten van de voor ons nodige rectificaties te voorzien
Juist op de onderdelen waar de heer van Putten zich
Onrecht aangedaan voelt in andere woorden Edelachtbare
Vooralsnog bestrijden wij de visie van de heer van Putten op
Deze ingewikkelde kwestie niet wel vragen wij uw clementie
Om de zaak aan te houden opdat wij in staat zullen blijken
Te zijn de hiaten in ons dossier van passende antwoorden
Te voorzien Edelachtbare ik dank u voor uw tijd en aandacht
En wat ongelukkig gaat de advocaat van de directeur van het
Weer zitten

Van Putten kan het nauwelijks geloven meer dan
Een half jaar heeft de directeur van het bos vanwege
Het feit dat hij viermaal uitstel heeft gevraagd en gekregen
De gelegenheid gehad het dossier aan te vullen
En nu dit… de zaak aanhouden…

4

Dan houdt de jonge president zijn slotwoord
De zaak van Putten versus de directeur van het
Bos wordt niet aangehouden uitspraak volgt
Binnen zes weken de jonge rechter schuift zijn
Papieren bij elkaar wisselt wat woorden met zijn
Senior en staat op

De aanwezigen worden wellicht geacht eveneens
Op te staan maar heel zeker weet van Putten dat niet
In het gangpad treft van Putten de advocaat van de
Directeur van het bos en van Putten voelt een licht
Maar oprecht medelijden met hem deze arme stroman
Van de directeur van het bos van Putten vindt zijn ogen
En zegt Ik wens u sterkte met alles

Dan stapt van Putten de grijze deuren van
De rechtskamer uit en daar staat van Putten
Zijn aanstaande beeldschoon en breeduit lachend
Alsook zijn jonge advocate nog altijd met wat licht
Rood in het gezicht en zijn jonge advocate geeft van
Putten een kleine triomfantelijke hand en haar
Assistent schijnt van Putten nog besmuikter toe
Dan doorgaans het geval is

Van Putten en zijn gevolg strijken neer in de zithoek
De jonge advocate trekt haar toga uit en haar witte
Befje doet ze af vouwt beide kledingstukken zorgvuldig
Op en stopt ze omzichtig in haar aktetas

Het is halftwaalf in de morgen en beneden in de
Hal ziet van Putten mensen heen en weer lopen
Mensen op bankjes balie en andere medewerkers
Advocaten in vol ornaat en van Putten is wat
Dromerig geworden en van wat de jonge advocate
Haar assistent en van Putten zijn aanstaande onder
Elkaar uitwisselen bemerkt van Putten zelf niet veel

MAAR WERKELIJK OVERTUIGEND VINDT VAN PUTTEN ZIJN GEDACHTE NIET

Het is laat in de avond van Putten zit aan tafel en
Hoewel van Putten nog altijd enige sereniteit meent te ervaren
Voelt van Putten zich tegelijkertijd meer dan volledig uitgeput
Van Putten drinkt een pils dat van Putten heerlijk smaakt en
Van Putten luistert naar een fijne Bach cantate
Erschallet ihr Lieder

Van Putten mijmert over de lange jaren van strijd met de
Directeur van het bos zijn vazallen over Nerina zijn moeder
Over van Putten zijn psycholoog over Cornelia Leenschat
Van Bodegraven over Theodoor Brumming en ook over
Van Putten voelt een lichte beving als het hem gebeurt
De kleine man

Ieder voor zich en God voor ons allen mompelt van Putten
Met een minimum aan zeggingskracht voor zich uit

Van Putten is niet in staat te huilen dat heeft van Putten
Nooit geleerd
Van Putten beseft dat de jeugdige rechter van Putte zijn
Eerste zaak tegen de directeur van het bos hoogstwaarschijnlijk
In het voordeel van van Putten zal gaan beslissen en juist nu
Zou van Putten gevoelens van triomf mogen ervaren

Dat zou van Putten wel willen
Maar ook dat heeft van Putten nooit geleerd
En van Putten weet het

Het is goed gegaan denkt van Putten
Ik heb mijn eerste doel bereikt ook
Al moest het vijf lange jaren duren
Recht zal altijd zegevieren

EN HET LIJKT WEL ALSOF ER IN HAAR RECHTEROOG EEN KLEINE TRAAN OPWELT

Onderwijl de wandklok tien uur slaat zit mevrouw Leenschat van Bodegraven in haar
Gemakkelijke stoel en mijmert over hoe het was nog niet zo heel lang geleden op het
Gemeentehuis de gemeenteraadsvergaderingen het gekrakeel het onophoudelijke en
Wezenloos leugenachtige gelach en gebabbel in de wandelgangen de jonge mannen en
Jonge vrouwen en oudere mannen en oudere vrouwen die op iets belust leken te zijn

Mevrouw Leenschat van Bodegraven denkt aan de hoge ambtenaren met hun staalharde
Gezichten het gekonkel in de fractiekamers de wat al angstig genoeg is beslist niet totale
Onoprechtheid die achteloos de scepter zwaaide over het eens zo eerbiedwaardige maar
Inmiddels arme en zeer te beklagen gemeentehuis waar de werksters de vloeren altijd zo
Meesterlijk lieten glanzen de plek die Mevrouw Leenschat van Bodegraven zo innig liefhad

Mevrouw Leenschat van Bodegraven zucht en glimlacht ook al zijn haar idealen aldaar
Te grabbel gegooid evenzogoed denkt mevrouw Leenschat van Bodegraven met warme
Gevoelens terug aan de vele vele jaren waarin zij het gemeentehuis alles gaf wat mevrouw
Leenschat van Bodegraven te bieden had in haar pogingen om het gemeentehuis te laten
Zijn wat een huis van de burgers behoort te zijn en ook heel veel heeft mevrouw Leenschat
Van Bodegraven en zij zal de eerste zijn om dat toe te geven van het gemeentehuis terug
Gekregen o en hoe goed beseft mevrouw Leenschat van Bodegraven dat nog immer

Dan kraakt de lederen fauteuil van mevrouw Leenschat van Bodegraven luxe als mevrouw
Leenschat van Bodegraven reikt naar haar glas acht en twintig jaar gerijpte bourbon dat
Goudgeel en fonkelend op het bijzettafeltje staat

DECEMBER

1

Het is half december en Brumming wandelt van
Het station door de hoofdstad des vaderlands alwaar
Brumming in de grote boekenwinkels zich wat boeken
Aan wil schaffen boeken die in de boekwinkels van de
Provinciestad aan zee niet te verkrijgen zijn

Het is heel druk in de hoofdstad van het vaderland en
Brumming stapt licht genietend en stevig door
In de eerste grote boekhandel bekomt Brumming
Twee kleine boekwerkjes van de Franse schrijver die
Brumming zo bewondert het is wat weinig maar toch
Is Brumming er erg gelukkig mee
En voort gaat Brumming op naar de volgende grote
Boekwinkel daar gaat het heel wat beter en de tas
Die Brumming met zich meedraagt raakt werkelijk
Behoorlijk gevuld

Het is vier uur in de middag en Brumming bedenkt zich
Dat hij ruim een uur te vroeg is voor de literaire presentatie
Van het jaarboek voor dichtkunst bezorgd door het prominente
Uitgeefhuis gelegen aan een der rijkste grachten die de
Hoofdstad van het vaderland rijk is

Desondanks besluit Brumming zich toch maar vast
Naar het uitgeefhuis te begeven het is een jaar geleden nu
Maar evenzogoed vindt Brumming het uitgeefhuis zonder moeite
Ook al begon het flink te schemeren onderweg
Tevens lette Brumming goed op hoe straks als het geheel
Donker geworden is hij de weg naar het station even moeiteloos
Weer terug vinden kan

Dan belt Brumming aan op nummer vierhonderd twee en tachtig
En de zware deur klikt open Brumming legt de receptioniste uit
Hoe een en ander in elkaar steekt ik zal even naar boven bellen
Zegt de receptioniste ja hallo Marjet ik heb hier meneer Brumming
Hij is te vroeg voor de receptie dan herkent Brumming een stem als
Die van de vriendelijke en knappe publieke-relaties-medewerkster
Die een jaar geleden zo aardig voor Brumming was
2

O meneer Brumming hoort Brumming haar zeggen laat meneer
Brumming maar boven komen de receptioniste zegt u gaat hier
De hal door en dan de trap links naar boven dan vindt u het vanzelf
Ja ik weet het nog antwoordt Brumming haar ik dank u wel

Brumming begeeft zich in licht gemoed naar boven en bovenaan
De trap staat de knappe en vriendelijke medewerkster-publieke-relaties
En ze zegt hallo Cornelis alsof zij elkaar al jaren kennen ze kent
Brumming dus inderdaad nog en dat vindt Brumming zeer prettig
Kom maar lekker in mijn kantoor zitten

Later hoort Brumming dat de leuke vrouw van de publieke relaties
Haar man er voor gezorgd heeft dat het heel goed verkochte boek
En naar men zegt ook spannende boek in het vaderland werd geïntroduceerd
Die plotselinge wetenschap doet Brumming in het geheel niets
Sterker nog het wekt wat achterdocht bij Brumming op hoewel
Haar echtgenoot waarschijnlijk niets met het prominente uitgeefhuis
Te maken heeft in ieder geval heeft Brumming weer iets om over te
Mijmeren en na te denken de dingen waar Brumming zo van houdt

In het ruim bemeten kantoor schudt Brumming de hand van een meisje
Met een stapel tijdschriften voor zich de knappe leuke vrouw begint een
Telefoongesprek en Brumming diept zijn zojuist verworven schatten uit
Zijn tas op en begint te bladeren en te snuffelen
Het meisje aan dezelfde tafel blijkt naar zij zegt de lay-outs van de recent
Uitgekomen tijdschriften aan een zeer kritisch onderzoek te onderwerpen
Razendsnel bladert zij door de tijdschriften en Brumming voelt dat zij naar
Dingen kijkt en zoekt waar Brumming nooit naar kijkt of zoekt
En als Brumming even door de grote ramen naar buiten kijkt
Merkt hij op dat het buiten geheel donker geworden is