Kees Engelhart – DAGEN VAN VAN PUTTEN | Boek 19 | Ach wankelende slagorde | Winter

Wat vooraf ging:
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-proloog-dagen-van-van-putten-boek-1-dat-dient-zich-aan-zomer/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-2-de-kwaal-herfst/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-3-het-grauw-winter/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-4-de-rook-lente/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-5-een-pak-warmte-zomer/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-6-draden-herfst/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-7-het-afrekenen-winter/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-8-het-gefilterde-lente/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-9-het-bevrijden-zomer/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-10-een-nevel-herfst/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-11-het-verval-winter/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-12-een-berusten-lente-epiloog/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-proloog-dagen-van-van-putten-boek-13-kijkend-over-de-velden-zomer/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-14-veel-meer-dan-een-alibi-herfst/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-15-dagen-waarop-het-regent-winter/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-16-over-het-achteloze-lente/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-17-gekromd-en-zekerlijk-zomer/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-18-smeergeld-triomf-en-pijn-herfst/

Boek 19

Ach wankelende slagorde

Winter

EN LANGZAAM GLEDEN HAAR HANDEN OP HAAR RUG

1

Deze dagen is het hart van mevrouw Leenschat
Van Bodegraven geheel en al bij het wereldkampioenschap
Darten te Frimley Green ergens in het Lakeside District
In het Verenigde Koninkrijk

Hoe dat allemaal zo gekomen is
Haar gepassioneerde liefde voor de dartsport
Mevrouw Leenschat van Bodegraven weet het niet zo precies
Meer maar het moet zo een vijf en twintig jaar geleden
Begonnen zijn in het souterrain van het grote warenhuis in
Het centrum van de provinciestad aan zee alwaar destijds
In datzelfde souterrain de sportafdeling gevestigd was
Een afdeling die inmiddels al lang geen deel meer uitmaakt
Van het grote warenhuis

Mevrouw Leenschat van Bodegraven zit genoeglijk
Zij heeft zich een heerlijk Californische rode wijn
Ingeschonken en geniet van haar jointje
De eerste twee kwartfinales zijn razendsnel
Beëindigd en de favorieten sloegen genadeloos toe

Genoten heeft mevrouw Leenschat van Bodegraven
Van het zweet de enthousiaste menigte het meeleven
De missers de briljante uitgooien de extase
Maar ook is het mevrouw Leenschat van Bodegraven
Opgevallen dat de imposante buiken die zij altijd
Zo heeft bewonderd en liefgehad langzaam maar zeker
Aan het verdwijnen zijn
Daar mijmert mevrouw Leenschat van Bodegraven nu over
Over hoe of dat nu toch gekomen zou kunnen zijn

2

Er zijn andere mannen gekomen getrainder
Slanker en soberder in hun doen en laten
Ook hen vindt mevrouw Leenschat van Bodegraven
Heel aantrekkelijk maar ze moet er gewoonweg nog
Wat aan wennen dat is haar conclusie en voorlopig
Zijn er nog tattoos genoeg

Mevrouw Leenschat van Bodegraven staat op en loopt
Naar de platenkast en neemt het strijkkwartet in
A moll opus honderd en twee en dertig van van Beethoven
Uit de platenkast en legt hem teder op de draaitafel
Dan laat mevrouw Leenschat van Bodegraven
De naald in de groef glijden zet zich
Opnieuw aan tafel neer en geeft zich over aan
Het strijkkwartet waarvan mevrouw Leenschat van Bodegraven
Meent dat het alle zielsuitdrukkingen van de mens bevat en
Vooral op zomeravonden met de tuindeur open een
Ongeëvenaarde glans uitstraalt

Mevrouw Leenschat van Bodegraven nipt van haar
Rode en heerlijke Californische wijn en denkt nogmaals
Terug aan het souterrain van het grote warenhuis
Waar destijds de sportafdeling gevestigd was aan hoe zij
Daar eens lang geleden op een middag rondkeek om
Wandelschoenen van een zekere kwaliteit en
Pasbaarheid te vinden

Op de afdeling waar zij rondliep stond een
Televisietoestel opgesteld waarop een videoband
Werd afgespeeld met daarop te zien voor het eerst
In haar leven een wedstrijd darts op topniveau
En terwijl de mensen rond mevrouw Leenschat
Van Bodegraven heen winkelden stond zij daar
Voor meer dan een uur roerloos en onaanraakbaar

VAN PUTTEN ONTVANGT EEN KLEINE MAANDELIJKSE TOELAGE

1

De winter sleept zich voort
Het is half januari en nog
Geen dag heeft het gevroren
Of winters aangevoeld

Dagelijks ploegt van Putten
Geteisterd door hevige
Zuidwestenwinden zich naar
De bibliotheek in het centrum
Van de provinciestad aan zee

Het zijn lange fietstochten
Die van Putten maakt en
Onderweg overdenkt van
Putten met grote regelmaat
Zijn leven

Het heeft er alle schijn van
Dat van Putten niet nog zijn
Dagen in loonarbeid slijten zal
Dat stelt van Putten gerust en
Ook ergens bevreemdt het hem
De loop die zijn leven neemt

Het lange fietspad dat van Putten
Als immer naar de dijk voert is in
Dit jaargetijde op doordeweekse
Dagen meestal vrijwel mensloos
Altijd op de dijk ziet van Putten
Het oude eiland liggen tenminste
Als het niet te erg mist

2

Het oude eiland waar zijn nieuwe
Psycholoog wonen zal gaan en waar
Zijn oude psycholoog al vele jaren
Wellicht al een leven lang zijn
Domicilie heeft

Leunend over de balustrade van
De koopvaardijhaven alwaar van
Putten meestal een pauze inlast
Beziet van Putten de oorlogshaven
Die achter de koopvaardijhaven ligt

Het is van Putten meermalen gebeurd
Dat hij berekenen ging hoeveel jaren
Van Putten zou kunnen leven van het
Geld dat gemoeid was met de bouw van
De boeg van een enkele oorlogsbodem

Elke berekening die van Putten tot nu
Toe maakte liet er geen twijfel over
Bestaan dat het meer dan genoeg is
Voor de rest van van Putten zijn leven
Hoe oud van Putten ook worden mag

WAARVAN AKTE

De kleine man heeft zich genoeglijk aan zijn tafel genesteld
Het is een rustige avond begin januari en de kleine man
Heeft zich een heerlijk glas Zuid-Afrikaanse wijn ingeschonken
Zijn schrijfblok heeft de kleine man opengeslagen voor zich liggen
De kleine man glimlacht steekt een sigaartje op en glimlacht
Wanneer hij de voor hem liggende lege bladzijde beziet

De kleine man staat op en loopt naar de platenkast hij neemt er
Een langspeelplaat uit en legt de twee en driestemmige inventionen
Uitgevoerd door Harry Mooten op de draaitafel en laat voorzichtig
De naald in de groef glijden

Het schrijven bevalt de kleine man goed
Zo heeft hij nu zijn avonden ingericht heeft hij gezegd
En als hij zo zit is het voor hem de hemel op aarde en
Alle broeienis en ergernis van de afgelopen jaren
Lijken eeuwen en eeuwen geleden

Twee mooie boeken heeft de kleine man ter inspiratie
Rechts voor zich op tafel gelegd te weten Het Wezen Van De Smaak
Overpeinzingen van een negentiende eeuwse fijnproever van
Jean- Anthelme Brillat-Savarin en De Volksverheffing Jaarboek Voor
Poëzie De eerste aflevering in een legendarische reeks poëziejaarboeken
Onder redactie van poëzievolgers Yves T’Sjoen en Koen Vergeer

Daar gaat de kleine zich straks een plezier mee doen
De schrijfkunst heeft de kleine man stevig in de greep
De dagen van de kleine man zij er helder en overzichtelijk
Door geworden en aan van Putten bijvoorbeeld denkt de
Kleine man de laatste tijd eigenlijk in het geheel niet meer
En dat alles in feite alleen maar met plezierige gevolgen

WANT ZIJN VERONDERSTELLING WAS VER BEZIJDEN DE WAARHEID

Mevrouw Leenschat van Bodegraven heeft na een middag
Lang piekeren besloten de kamer boven waar Dopper
Wekenlang heeft vertoefd opnieuw in te richten
Alsof men een vaas bloemen herschikt sprak
Mevrouw Leenschat van Bodegraven met een licht
Bittere glimlach uiteindelijk tot zichzelf en begon
En ze voelde zich zo zei mevrouw Leenschat van
Bodegraven even daarna alsof zij
De kussens opschudde met het raam wijdopen
Op een prille lentedag en onderwijl zij zo bezig was
Gingen haar gedachten onweerstaanbaar uit naar haar neef
En zijn trouwe metgezel Fernando hun plotseling vertrek
De brief die Dopper voor haar achtergelaten had waarin zo
Helder verwoord de beginselverklaring van de wereldburger
Die Dopper nu eenmaal is

Wie een reiziger is lieve tante moet reizen hij moet
Verder om te zien wat de wereld hem te bieden heeft
Schreef Dopper en lieve tante uw neef is een reiziger
Ik besefte en voelde dat u mij nodig had al wist ik niet
Waarom maar nu lieve tante weet ik een en ander wel
Mijn aanwezigheid waarbij u mij wekenlang liefdevol
Onderdak voedsel en drank verschafte had tot doel
Afscheid te nemen van de man die zo graag een cowboy
Wilde zijn eerst niet tante begreep ik uw goedertierenheid
Maar nu begrijp ik dat u uiteraard de dag van zijn
Afscheid onmogelijk weten kon vandaar dus lieve tante
Die lange logeerpartij om uw wens die kans te geven
Dat alles schreef Doppertje Kid mevrouw Leenschat van
Bodegraven en nog veel meer en daar denkt zij nu aan
Dan plaatst zij een witte rotan eettafelstoel naast de deur
Dat was aardig van Dopper en opeens doen haar ogen wat

BEGIN FEBRUARI IS HET

Vanavond voelt Brumming zich heel goed
Hij is in bad geweest heeft zijn haren eens goed
Gewassen en zijn teen en vingernagels geknipt
Vervolgens hult Brumming zich in zachte ruim
Zittende avondkledij nestelt zich op het kleine
Bankje en neemt een literair tijdschrift ter hand
Even leest Brumming maar legt het tijdschrift
Snel weer terzijde

In de keuken bereidt Brumming vlot een gezonde
Avondmaaltijd en opnieuw zet hij zich neer op
Het bankje en met het bord op de schoot neemt
Brumming nogmaals het literaire tijdschrift van
De bankleuning
Dan in stilte leest en eet Brumming voor enige tijd
Buiten wordt het nu snel donker en zittend vanaf
Het bankje knipt Brumming de schemerlamp aan
Dan schuift Brumming het bord terzijde en legt
Opnieuw het literaire tijdschrift weg

Brumming zucht diep en voelt zich helemaal thuis
Dan na twee uren van aantrekkelijk gemijmer
Samen met een uitstekende grand crû alsmede een
Voortreffelijke sigaar staat Brumming van het bankje
Op en loopt bedaard naar de balkondeur Brumming
Opent de balkondeur en treedt een lauwe en natte
Zuidenwind tegemoet zo staat Brumming een tijdje
En besluiteloos weet hij niets te bedenken dat ook
Maar de minste indruk op hem maken kan en dat doet
Hem goed ja Brumming voelt zich werkelijk heerlijk licht

EEN ZUCHT VAN VERLICHTING SLAAK JE

Nog net op tijd arriveer je na een op een gegeven
Moment licht wanhopige tocht door het oude dorp
Op het hofje alwaar Nol Krentsch woonachtig is
Om hem het vraaggesprek afte nemen dat Nol
Krentsch je de vorige week heeft toegezegd en
Je belt aan op huisnummer een en dertig

Het is midden februari en ijzig en waterkoud
De lange tocht die je gemaakt hebt om Nol Krentsch
Het vraaggesprek af te nemen is je niet in de koude
Kleren gaan zitten en heeft je wat hongerig gemaakt
Je slaat een paar maal kruiselings de handen tegen
Je schouders en beschouwt het totaal verlaten hofje
Er is geen zon en alles is grijs

Nogmaals bel je aan en onwillekeurig werp je een
Blik op je horloge en een onbestemd gevoel kruipt op
De voordeur van Nol Krentsch is een eenvoudige
Voordeur met een klein rond raampje waar je als je
Op je tenen gaat staan net nog doorheen kijken kunt
Niets te zien en doodstil een onaangename rilling
Trekt je over de rug

Het zal toch niet waar zijn mompel je en uit de
Binnenzak van je met bontgevoerde leren vliegeniers
Jek neem je een kleine zakagenda en juist als je de
Datum en het tijdstip gevonden hebt zwaait de
Voordeur van Nol Krentsch open en langzaam met
Een armgebaar zonder te spreken noodt Nol Krentsch
Je uit om binnen te komen

DICHTEN ALS AMBACHT

1

Nu wordt het toch werkelijk tijd eens nader tot elkaar
Te komen om te zeggen waar het uiteindelijk op staat
Menigmaal verkondigt de mens boude uitspraken en
Eerlijk is eerlijk menigmaal werden deze boude beweringen
Weliswaar tot ieders verbijstering desondanks bewaarheid

Maar hier en toch eigenlijk nu wel meteen behoren wij
Waar het betreft Dichten Als Ambacht terstond en
Onmiddellijk hier paal en perk aan te stellen
Dat de jongelieden onder ons er genoegen in vinden
Verzen te schrijven en deze gloedvol te declameren ten
Behoeve van ons aller cultureel welzijn is een nobele zaak

Echter dat er onder u jongelingen enkelen en ik kijk
In het bijzonder naar u jongeheer ten Kortenaer die
Menen op te moeten staan om aan het dagelijks bestuur
Kenbaar te maken dat u het billijk zoudt achten om
Voor uw liefhebberij een zekere bijdrage te ontvangen
Om op die manier in uw levensonderhoud te kunnen
Voorzien en dientengevolge uw liefhebberij ongestoord
Voort te kunnen zetten daarbij het bestuur mede
Delend dat u het schrijven van dichten verheffen wilt tot
Een geschoold beroep een ambacht zoals er velen zijn

Een en ander heeft het bestuur diep geschokt
Alleen al de gedachte aan de hardwerkende hun
Rug brekende sjouwers die op de handelskade
Een karige boterham verdienen…

Dan wordt de spreker onderbroken

Julius ten Kortenaer staat bedaard op en zegt
Met luide heldere stem

2

Mijnheer de voorzitter ik hoop dat u mij deze interruptie
Toe wilt staan aangezien ik gaarne enige kanttekeningen
Aan de beweringen van de spreker toe wil voegen
Ik hoop dat ik u erop mag wijzen dat de spreker in zijn
Betoog een klare schets ten beste geeft van de ongeschoolde
Arbeider over wie wij overigens graag en met liefde schrijven

Waar het mij en mijn collegae echter om gaat is het woord
Ambacht dat in de context van de spreker naar mijn mening
Volkomen onjuist wordt weergegeven en juist dat is het
Mijnheer de voorzitter maar het in werkelijkheid om gaat
Mijn dank hiervoor aan de spreker die een en ander zo
Helder en volkomen duidelijk wist te maken

Ons mijnheer de voorzitter gaat het juist met name om de
Geschoolde arbeid een ambacht mijnheer de voorzitter waarin
Ongekend veel tijd studie en onderricht wordt gestoken een
Nieuwe studierichting die vele duizenden vol enthousiasme
Naar de universiteit van onze prachtige stad zal leiden teneinde
Hun studiepunten te behalen om uiteindelijk als ambachtelijk
Dichter de kost te verdienen

Mijnheer de voorzitter ik en mijn collegae zeggen het bestuur
Dat de stad zal floreren de burgervader de wethouders en de
Gemeenteraad zullen onze vereniging de grootst mogelijk lof
Toezwaaien
Mijnheer de voorzitter tot slot wil ik het bestuur nog meegeven
Dat de tijden veranderen en de tijden veranderen altijd snel
Eens zal de dichter als ambachtsman zijn opwachting maken
Doe daar uw voordeel mee weest u de eerste en maak uw profijt

Mijnheer de voorzitter ik dank u voor de door u toegemeten tijd
En graag geef ik het woord terug aan de vorige spreker

Dan gaat Julius ten Kortenaer zitten

En men kan een speld horen vallen zo stil is de vergadering geworden

EN WIE ER GEWEEST IS HEEFT HET ZELF KUNNEN ZIEN

De harde noordooster striemt van Putten in het gelaat
Als hij over de dijk zijn weg maakt naar het kleine dorp
Aan zee
Het is eind februari en zo ondertussen verlangt van
Putten naar de lente
De zee is onrustig grijszwart en onaanlokkelijk
Van Putten ziet het oude eiland dat in nevel is gehuld

Van Putten heeft zich goed ingepakt heel goed zoals altijd
Dikke zwarte sokken van de zeemacht in mooie bruinleren
Thermoschoenen zijn heerlijk warme lange groene onderbroek
Van de landmacht met daar overheen zijn grof ribfluwelen
Manchester broek en daar weer boven een zwarte coltrui
Alsmede een groene slip-over met daar weer overheen zijn
Leren met bont gevoerde vliegeniersjek met riempjes waarvan
De bontkraag zijn hals ideaal omsluiten laat
Op van Putten zijn onlangs flink gekortwiekte kruin draagt hij
Een guitig hoedje dat toch lekker warm is en stevig zit
Twee zwartwollen herfsthandschoentjes die van Putten deze
Winter niet hoefde in te wisselen voor zijn groene dikke wollen
Met zacht flanel gevoerde winterhandschoenen vervolmaken
Van Putten zijn verweer tegen de plotseling opgedoken koude
Die hagel sneeuw en ijskoude regen met zich meevoert

Het zijn de laatste weken voor de nieuwe lente en hoe de winter
Die in feite geen winter geweest behalve in naam ook zijn best
Zijn uiterste best doet nog wat nodeloos te grommen weet van
Putten dat de maanden met de korte en donkere dagen achter
Hem liggen en als de natte sneeuw van Putten nog eens hard
In het gezicht slaat glimlacht van Putten en zet nog eens stevig
Aan

VAN PUTTEN EN ZIJN JEUGDIGE GEZIN OP VAKANTIE TE OOSTENDE

1

Van Putten wandelt met zijn jeugdige gezin langs het strand van Oostende
En wel aan de zijde van Promenade Albert de Eerste zijn dochters spelen
Het golvenwegloopspel en van Putten mijmert na over het zojuist afgelegde
Bezoek aan het James Ensorhuis een kleine honderd meter verwijderd van
Grand Hotel Georges de Vijfde gelegen aan de Vlaanderenstraat nummer
Twee en veertig en te noemen een eerbiedwaardig hotel dat James Ensor
Meerdere malen op enkele van zijn schilderijen heeft vastgelegd onder andere
In het gedenkwaardige jaar achttienhonderd een en negentig het jaar waarin
De grootvader van van Putten de comfortabele leeftijd van ruim een jaar bereikt
Had waarmee meteen maar weer eens bewezen is hoe alles met elkaar
Samenhangt meent van Putten ten stelligste

Van Putten heeft zich met instemming van zijn aanstaande losgemaakt van
Zijn jeugdige gezin en nog altijd in een aangename sluimer verzonken passeert
Van Putten de contouren van de hoogst moderne Kursaal gelegen aan de
Westhelling te Oostende richting Mariakerke en exact vanuit de knik die de
Promenade aldaar maakt ziet van Putten hoe de boulevard waaraan gelegen
Vele winkeltjes en restaurantjes zich nog kilometers en kilometers ver uitstrekt

De ijskoude oostenwind snijdt van Putten in het gelaat en van Putten besluit
Om te keren en even later met de ijzige wind in de rug alsmede de warme zon
Tegen de glasheldere en azuurblauwe hemel neemt van Putten zijn almaar
Voortgaande mijmering gelukzalige vormen aan

2

De receptioniste van Grand Hotel Georges de Vijfde deelt deze middag de
Aanstaande van van Putten mee dat de afgelopen nacht de koudste van
Het jaar is geweest en daarbij knikt de receptioniste van het Grand Hotel
Georges de Vijfde veelbetekenend doch het waarom van deze duiding blijft
Voor van Putten in nevelen gehuld maar het moet wel iets betekenen meent
Van Putten dat weet hij wel zeker

Zo wandelt van Putten genoeglijk de ene na de andere gedachte behandelend
Naar zijn aanstaande en zijn hem zeer dierbare broedsel om niet veel later
Neer te strijken in de bar die de bezoeker ervan onmiddellijk mee terugneemt
Naar zo het einde van de achttiende eeuw wat een waar genot is meent van
Putten die zich laat verleiden tot een glas bier hem aangeboden door zijn
Aanstaande die nog heel erge zin in een kopje koffie heeft

Alles gaat zo zijn gang en er wordt nauwelijks gesproken daar heeft het jeugdige
Gezin namelijk in alle vrede soms geen enkele behoefte aan en nu makkelijk gezeten
Duikt van Putten opnieuw gelukzalig in zichzelf weg terwijl hij zich probeert
Voor te stellen hoe deze illustere badplaats zich in de zomermaanden manifesteren Zal

Heerlijk zitten van Putten en zijn jeugdige gezin voor de duur van een uur of
Twee in de bar die denken doet aan die oude en welhaast vergeten tijd en nog
Tweemaal neemt van Putten genietend een glas bier tot zich en tijdens het
Laatste glas rookt van Putten wat zeer ongebruikelijk is verzaligd een sigaret
Het zijn de omstandigheden weet van Putten en hij geeft er zijn zegen aan

3

Zo tegen negenen stommelt het jeugdige gezin naar boven en onderwijl driekwart
Van het jeugdige gezin zich begint op te maken allerhande korte en lange pauzes
Inlassend voor de nacht maakt van Putten zich een plekje vrij aan het bureau om
Zich aan te zetten te gaan schrijven
En het moet gezegd dat dat van Putten tussen
Het geroezemoes en druk gedoe door aardig lukt

De deuren die de beide hotelkamers met elkaar verbinden zijn nog niet gesloten
Aldus betreedt na enige tijd de jongste telg van het jeugdige gezin de hotelkamer
Van van Putten en zijn aanstaande om zich frivool te vervoegen aan het bureau
Waaraan van Putten zit met het opengeslagen schrijfblok waarin al aardig wat
Zinnen geschreven staan

Om van Putten nog wat extra bij te staan bij zijn arbeid heeft ook zij een gedicht
Geschreven meldt zij van Putten en daar weet van Putten wel raad mee en vraagt
Zijn jongste schone terstond of hij het dichtwerk toe mag voegen aan zijn eigen dichtwerk
Dat staat zij toe en van Putten noteert onmiddellijk

Met wat ze doen

Ik maak een gedicht en dat is
Verplicht, ik moet het doen want dan
Krijg ik poen, het leven is leuk zonder moeders
Peuk, en wijnig lever heeft de kever,
De dieffen willen poen, wat zijn ze een oen

The End

4

De aanstaande van van Putten neemt nauwgezet een reisgids door en hotels en
Provincies vliegen van Putten om de oren alsook hotelzwembaden en prijzen
Van Putten is volkomen gelukkig en onmogelijk kan dat twijfel lijden
Van Putten rolt zich een kleine joint en drinkt met genoegen zijn Belgisch bier

In de belendende hotelkamer van het Grand Hotel Georges de Vijfde is het
Stil geworden nu van Putten zijn dierbaarsten de slaap hebben gevat
Overigens lijkt in het gehele Grand Hotel Georges de Vijfde een vrijwel immense
Stilte te zijn binnengeslopen

Van Putten is uiterst tevreden waar hij ook is zo meent van Putten in alle
Oprechtheid te vinden en van Putten weet heel goed hoe een en ander zo
Tot stand is gekomen en wat daaraan zijn bijdrage is
En is geweest

Dan vindt van Putten het voor deze avond mooi geweest en legt zijn pen neer
Op het bureau van Grand Hotel Georges de Vijfde eind februari te Oostende
Terwijl buiten de noordooster raast

DAN SLAAT BRUMMING ZIJN SCHRIJFBLOK OPEN

Mevrouw Leenschat van Bodegraven verlangt naar de
Lente beseft Brumming en daar denkt Brumming over na
Het is begin maart dus zo heel gek is dat specifieke verlangen
Van mevrouw Leenschat van Bodegraven nu ook weer niet

Brumming denkt na over hoe hij een en ander door middel
Van een elegante schikking met beide fenomenen regelen kan
Doch de fantasie van Brumming laat Brumming deze maal
Op deze zeer koude avond begin maart ietwat in de steek

En niet is het dat iets dergelijks Brumming stoort o nee dat is
Werkelijk in het geheel niet het geval Brumming schenkt zich
Een zwaar en heerlijk Duits bier in knipt de televisie aan en
Valt zo in een belangrijke Europese voetbalwedstrijd dat voelt
Brumming onmiddellijk en haarfijn aan en terstond moet Brumming
Denken aan hoe mevrouw Leenschat van Bodegraven en dat weet
Brumming welhaast zeker uiterst geconcentreerd en verzaligd
Deze zelfde belangrijke Europese voetbalwedstrijd bekijkt

Haar geconcentreerdheid daarin eerst weet Brumming
Daarin eerst heeft mevrouw Leenschat van Bodegraven
Haar geloof hoop en onbegrensde liefde voor de sport gesteld

Haar verzaliging is van een meer persoonlijker aard een zeg maar
Meer mevrouw Leenschat van Bodegraven-achtiger aard
De stomende en dampende mannenlijven dat glinsterende
Zweet het ruwe en het flauw jongensachtige en nog veel meer
Winden mevrouw Leenschat van Bodegraven een lichtjes op
Brumming zucht van intens genoegen en knipt de televisie uit

Vervolgens gaat Brumming aan tafel zitten

EEN FIJNE AVOND

Het is half maart kwart over elf in de avond
Mevrouw Leenschat van Bodegraven zit heerlijk
Op haar kamer boven en luistert naar Syd Barret
The Madcap Laughs en rillinkjes van oud dierbaar
Maar nog immer levendig genot lopen mevrouw
Leenschat van Bodegraven over de rug

Syd Barret de knapste en begaafdste jongen eigenlijk
Een kunstenaar die mevrouw Leenschat van Bodegraven
Ooit heeft gekend en ook al was mevrouw Leenschat van
Bodegraven nog een bakvis dol was mevrouw Leenschat
Van Bodegraven op Syd en toen mevrouw Leenschat van
Bodegraven te weten kwam van zijn ongeneeslijke
Geestelijke ziekte waren de maanden die daarop volgden
Zwarte en donkere maanden voor mevrouw Leenschat van
Bodegraven

Nu luistert mevrouw Leenschat van Bodegraven na zovele
Jaren naar zijn eerste sololangspeelplaat en mevrouw
Leenschat van Bodegraven zit lekker ze drinkt een Kaapsch
Wijntje en luistert naar die knappe begaafde en eens zo
Beeldschone Syd die nu al weer heel wat jaren bij zijn
Moeder woont

Mevrouw Leenschat van Bodegraven drukt haar kleine joint
Omzichtig uit en de eerste lentedagen die haar door de man
Van het weer in het vooruitzicht zijn gesteld misschien
Zaterdag al zweven door mevrouw Leenschat van Bodegraven
Haar geest
En als dat zo is dat neemt mevrouw Leenschat van Bodegraven
Zich nu onmiddellijk voor gaat zij een flink stuk fietsen door
Het duin en over de dijk naar de visserijhaven om de vissers
En de vissersschepen te zien die bedrijvigheid daar

DAN STEEKT BRUMMING EEN FIJN SIGAARTJE OP

1

Het is half maart tien uur in de avond de beloofde lente
Wil maar niet komen en voor al een week waait het
Bovenmatig hard
Brumming zit aan tafel hij nipt van zijn calvados en
Kijkt nog even naar zijn balkondeur die voorlopig nog
Niet open zal gaan en lichtjes zucht Brumming

Dan pakt Brumming de brief van de belangrijke
Kenner en volger der dichtkunst verbonden aan
De grote uitgeverij die het typoscript dat Brumming
Hem enige tijd geleden aangeboden heeft zeer wel
Bevallen is

Aan de bovenzijde snijdt Brumming de brief open en
Vangt aan met het nauwkeurig lezen van de brief
Er zijn zaken die hem onmiddellijk bevallen en zelfs
Wel strelen maar ook zijn er zaken bij die erop lijken
Te wijzen dat het uiterste van Brumming zijn geduld
Zal worden gevergd

Zo heel erg is dat nu ook weer niet meent Brumming
Want eigenlijk vindt Brumming dat het wel lekker
Gaat zo allemaal
Wat Brumming in feite wenst behelst niet veel meer
Dan het tot stand brengen van een soort verstandhouding
Iets van een plezierig en tevens niet zo verplichtend contact
Zo een beetje gebouwd rondom het dagelijks leven in het
Algemeen en de dichtkunst in het bijzonder af en toe

Brumming heeft wat schrik gekregen na wat licht denkwerk
Van zijn kant omtrent de eerste bundeling van zijn werk
De gevolgen die daar wellicht aan kleven…
Onwillekeurig rilt Brumming even
Voorlopig wil Brumming niet veel meer dan contact met de
Belangrijke kenner en volger der dichtkunst
Kijken of Brumming bestaansrecht bezit of iets dergelijks

2

Wat bedoelt de belangrijke kenner en volger der dichtkunst
Eigenlijk met de opmerking onder aan de brief dat Brumming
Al aardig school begint te maken

Kijk denkt Brumming dat zou nu eens een mooie ingang zijn
Om dat door Brumming gewenste contact bijvoorbeeld door
Een brief van weer Brumming zijn kant aan de belangrijke
Kenner en volger der dichtkunst te schrijven waarin Brumming
Hem onder andere vragen kan wat hij precies bedoelt met dat
Aardig school te maken langzaam maar onweerstaanbaar op poten
Te zetten

Zo denkt Brumming het voorlopig aan te gaan pakken en zo
Gaat Brumming dat dan ook doen het is tien over halfelf
Brumming schenkt zich een brandy in en glimlacht tevreden