Kees Engelhart – DAGEN VAN VAN PUTTEN | Boek 21 | Wat uitbetaalt zichzelf | Zomer

Wat vooraf ging:
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-proloog-dagen-van-van-putten-boek-1-dat-dient-zich-aan-zomer/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-2-de-kwaal-herfst/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-3-het-grauw-winter/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-4-de-rook-lente/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-5-een-pak-warmte-zomer/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-6-draden-herfst/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-7-het-afrekenen-winter/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-8-het-gefilterde-lente/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-9-het-bevrijden-zomer/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-10-een-nevel-herfst/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-11-het-verval-winter/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-12-een-berusten-lente-epiloog/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-proloog-dagen-van-van-putten-boek-13-kijkend-over-de-velden-zomer/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-14-veel-meer-dan-een-alibi-herfst/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-15-dagen-waarop-het-regent-winter/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-16-over-het-achteloze-lente/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-17-gekromd-en-zekerlijk-zomer/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-18-smeergeld-triomf-en-pijn-herfst/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-19-ach-wankelende-slagorde-winter/
https://robscholtemuseum.nl/kees-engelhart-dagen-van-van-putten-boek-20-advocaten-aanklagers-rechters-lente/

Boek 21

Wat uitbetaalt zichzelf

Zomer

DAN HANGT VAN PUTTEN ZE MOEITELOOS DE SLEUTELS OM

Doe die sleutels nu maar om
Mama is op reis met oma
En ik ga des middags fietsen
Naar de bibliotheek
En stel nu dat ik per ongeluk
Door een steen of zo val en mijn
Neus doet heel erg zeer en ik moet
Wel een kwartier huilen
Dan ben ik te laat natuurlijk
En er is verder vanzelf niemand thuis
Behalve de poezen maar die maken
De deur niet open en dan hebben
Jullie gelukkig die sleutels en dan
Gaan jullie gewoon naar binnen
Want het is ook jullie huis
En dan nemen jullie een pannenkoek
Of een broodje terwijl ik ondertussen
Met tranen in mijn ogen van de pijn
Nog zo snel als maar mogelijk is naar
Huis toe fiets en als ik dan thuis kon
Vertel ik jullie van mijn onfortuinlijke
Val en van mijn beschadigde neus
Die heel erg pijn doet en dan zeggen
Jullie ach pappa heb je zo een pijn
En dan leggen jullie een koud
Washandje over mijn neus
Ik kreun dan zachtjes en zeg met licht
Hortende stem dat jullie mijn aller
Mijn aller dierbaarsten zijn

UITSTEL

1

Op deze avond de zomer is juist begonnen en Van
Putten juist een brief van zijn advocaat wil openen
Staan zijn twee dochters bevallig in de deuropening
Ze wensen gaarne nog een chocolademelk en tevens
Te worden ingestopt

Deze week is het voor van Putten wat gecompliceerder
Dan normaal gesproken om zijn dagelijkse bezigheden
Te verrichten zijn aanstaande is op Rijnreis met haar
Moeder en vol genoegen bestiert van Putten het
Huishouden en de avonden van van Putten zijn wat
Rommelig maar prettig welzeker

Na enige tijd heeft van Putten aan de verzoeken van
Zijn dochters voldaan en opnieuw gaat van Putten
Aan tafel zitten in zijn huis de voordeuren der beide
Woningen van de aanstaanden staan wijd open en de
Grote open zomertent tussen de deuren met daarin
Een kunststof graskleed dat van deur tot deur leidt
Maakt het niet erg moeilijk voor de dochters van van
Putten om in het huis van zijn aanstaande de slaap
Te gaan vatten

De huizen van van Putten en zijn aanstaande zijn
Gelegen in een hoek van het hofje en de voordeuren
Bevinden zich schuin tegenover elkaar en het plaatsen
Van de grote open zomertent was het geniale zomer
Idee van de aanstaande van van Putten er staan
Stoeltjes in en een tafeltje wat speelgoed her en der
Een emmer vol kiezelstenen en zelfs een reiswekker

Van Putten schenkt zich een Californische en geniet
Dit alles overdenkende

2

Dan valt hernieuwd de blik van van Putten op de
Brief van zijn advocaat van Putten neemt zijn
Briefopener van tafel en in een vloeiende beweging
Snijdt van Putten de bovenzijde vakkundig open

De directeur van het bos heeft uitstel gevraagd
Aan de rechter een en ander bedoeld om een
Heronderzoek van de zaak te kunnen bewerkstelligen
En de rechter heeft de directeur van het bos de
Dispensatie verleend van Putten is verbijsterd en
Van Putten voelt het aan als een triomf

Van Putten leunt achterover nipt van zijn rode wijn
En steekt zichzelf een fijn sigaartje op dan laat hij
Zich wegzakken in weldadig aandoende mijmeringen
De directeur van het bos heeft voor de eerste maal
Gemeend iets te moeten doen in dit onderhavige geval
En dat is van Putten de afgelopen vijf jaren nog niet
Eerder overkomen

Onze strijd heeft pas nu werkelijk een aanvang
Genomen directeur van het bos mompelt van Putten
Voor zich uit en het recht zal beslissen en zegevieren

Helemaal zeker van zijn zaak is van Putten nog niet
Maar gerekend naar hoe van Putten er nu aan toe is
Begint van Putten er zowaar meer en meer plezier in
Te krijgen en zijn oude vuur begint langzaam maar
Onmiskenbaar door de aslaag heen opnieuw te gloeien

HET GAAT OM HET SCHRIJVEN ALLEEN HET SCHRIJVEN MARIE

1

In het Western Trail Hotel gelegen aan Mainstreet
In Gulch City heeft Doppertje Kid zijn oude kamer
Opnieuw voor onbepaalde tijd betrokken
Fernando staat in de warme stal met veel vers stro
Uit te rusten van de lange reis

Het regent al dagen en Doppertje staart besluiteloos
Uit het raam en slaat af en toe gedachteloos met
Zijn wijsvinger op de letter m van zijn Remington
Die nog altijd als nieuw is

Doppertje heeft het plan opgevat de laatste lange
Reis tot in detail te beschrijven en dat alles op een
Hoog literair niveau dat eist Doppertje van zichzelf
Echter Doppertje kan er maar niet toe komen en
Voor dagen zit hij zo en Doppertje brengt zijn dagen
In ledigheid door

Uur na uur denkt Doppertje na over hoe en waar te
Beginnen doch allerhande bijgedachten schieten als
Bliksemschichten dwars door zijn nadenken heen
Het is onmogelijk zegt Doppertje plotseling met zijn
Zachte welluidende stem tegen niemand in het
Bijzonder ik zit helemaal vast en ik moet er zeker
Eens uit

Niet veel later stommelt Doppertje zijn sporen rinkelen
Somber de brede trap af die leidt naar de bar van het
Western Trail Hotel en Doppertje neemt plaats naast
Marie het wil niet Marie zegt Doppertje
Wat wil er niet jongen vraagt Marie met
Haar nog immer lage hese stem

Hoeveel maanden wel niet ben ik van huis geweest Marie
En ik wil alles ervan elk moment elke gebeurtenis klein
Of groot mijn nachten met Fernando tante Leenschat van
Bodegraven de man die zo graag een cowboy wilde zijn

2

Onze zeereis in het grote ruim van de oceaanstomer
Alles wil beschrijven maar het gaat niet

Alles boven staat klaar mijn typemachine de bourbon
De sigaartjes al dagen en dagen lang
En nu zit ik hier met jou Marie
We drinken wat en ik betaal
Schrijven is een weerbarstig vak Marie

Zwijgend drinken Marie en Doppertje hun bourbon uit
Is hier nog iets gebeurt Marie hier in Gulch City
Niets Dopper antwoordt Marie niets sinds jij en Fernando
Toen plotseling vertrokken zijn Dopper
De laatste maanden is het uiterst saai geweest

Zeg Dopper nu je toch terug bent wil ik je eindelijk eens
Vragen de vraag brandt mij al jaren op de lippen slaap
Jij eigenlijk met jongens of meisjes of jongens en meisjes
Doppertje glimlacht en zegt vriendelijk dat Marie met
Een en ander niets te maken heeft maar als ze het dan
Toch weten wil Doppertje slaapt met zijn typemachine
Aangezien dat zo heerlijk is en zo lekker zacht slaapt

Marie vindt Doppertje zijn antwoord niet echt leuk en
Wat stuurs staart ze in de grote spiegels achter de bar
Marie knipt zacht met haar vingers en de bartender
Vult ze de glazen bij

Weet je Dopper zegt Marie vervolgens zo een ventje als
Jij dat altijd maar op pad is en van wie in heel Gulch
City eigenlijk niemand iets van af weet wat is dat dan
Eigenlijk voor een eigenaardig heerschap die mij niet wil
En niemand van de meisjes hier hebben wil dat roept
Vragen op bij iedereen dat begrijp je toch ook wel Dopper

Weet je Marie daar gaat het mij allemaal niet om
Antwoordt Doppertje dromerig en half in gedachten
Verzonken dat is niet wat mijn interesse heeft

EN DAN BIJ HET LICHT VAN EEN OLIELAMP GRAAFT MEVROUW
LEENSCHAT VAN BODEGRAVEN EEN KLEIN GRAF

Het is half juli negen uur in de avond
Mevrouw Leenschat van Bodegraven zit in haar
Theehuis nabij de kastanje op tafel ligt een stapeltje
Geopende brieven en juist neemt
Mevrouw Leenschat van Bodegraven een nipje
Van haar Asbach-Uralt dan zet mevrouw
Leenschat van Bodegraven het sierlijke
Glaasje neer en steekt zich stil genietend
Een voorgedraaide kleine joint op

De deur van het theehuis staat open en mevrouw
Leenschat van Bodegraven beschouwt liefdevol
Haar tuin waar de schemer ras binnentreedt
Daar komt Fritzi aangelopen zij draagt een
Slap neerhangende merel in haar bek en legt even
Later de dode merel voor mevrouw Leenschat
Van Bodegraven neer waarna Fritzi soepel bij
Haar op schoot springt
Aan van Putten denkt mevrouw Leenschat van
Bodegraven de laatste tijd weinig meer

De natuur mijmert mevrouw Leenschat van
Bodegraven de natuur is prachtig voor wie het ziet
Fritzi vangt een tevreden snorren aan
De merelhemel zal wel prachtig zijn meent mevrouw
Leenschat van Bodegraven onderwijl zij langzaam
Een trekje neemt van haar kleine joint trachtend
De rook in kleine kringen uit te blazen
Misschien wel de mooiste van allemaal

Dan neemt mevrouw Leenschat van Bodegraven de
Bovenste brief van het stapeltje en leest totdat de
Volledige duisternis is ingetreden
Vervolgens tast mevrouw Leenschat van Bodegraven
Naar haar lucifers

MIJMEREN EERDER

1

Brumming zit aan tafel en de balkondeur staat
Open op deze stille zwoele avond eind juli
Zojuist heeft Brumming zijn redacteur
Dat mag Brumming nu eindelijk zeggen gesproken
Deze morgen heeft zijn redacteur de directeur
Van de uitgeverij bezocht voor een onderhoud
Betreffende het debuut van Brumming en
Zowaar het wordt een dubbeldebuut wat
Zijn redacteur Brumming desmaals enthousiast
Had voorgesteld nadat Brumming zijn redacteur
Die toen zijn redacteur nog niet was de bundel
Dagen Met Moeder van Brumming zijn wat hij
Noemt autoniem Nol Krentsch had toegestuurd
Een bundel die zijn aanstaande redacteur tot
Wat men makkelijk kan zeggen het heilige vuur
Vuur heeft gebracht
Brumming was lichtjes verdoofd maar pakte
Toch de telefoon om zijn op dat moment al
Vorige aanstaande redacteur van de grote uitgeverij
Te bellen die waarvan de directeur naar Brumming
Zijn gevoel een verlicht despoot is en die zijn
Toen nog aanstaande redacteur flink onder de knoet
Had een heel aardige voormalig aanstaande
Redacteur overigens maar volkomen gewichtloos
Ten aanzien van de tormenten van die welbespraakte
Bruut in zijn heilige uitgeefpaleis
Ik heb een verrassend en aantrekkelijk aanbod gehad
Zei Brumming en hij vertelde het verhaal
En het gesprek dat zich verder ontwikkelde was
Aangenaam over vakantie en ditjes en datjes
Uiteindelijk besloten Brumming en zijn vanaf
Dat moment voormalig aanstaande redacteur

2

Dat het een verstandig en goed idee zou zijn
Ook zou zijn voormalig aanstaande redacteur
Een plaatsje vrij houden voor Brumming
Wanneer de file zoals hij dat uitdrukte enigszins
Zou zijn opgelost en dat verder zijn voormalig
Aanstaande redacteur een en ander dan wel met
Brumming zijn nieuwe uitgever en redacteur
Regelen zou zo konden Brumming en zijn
Voormalige redacteur nog zinvol en gewenst
Contact blijven houden
Brumming zegt zijn voormalige redacteur toe
Hem op de hoogte te zullen houden van de
Komende verdere ontwikkelingen ze groeten
Elkaar en hangen ieder voor zich de telefoon op
Het duister is vrijwel geheel ingetreden en
Brumming schenkt zich een Zuid-Afrikaanse
Rode wijn in Hoop Huis genaamd en met een
Fijn sigaartje en in zijn linkerhand het glas wijn
Loopt Brumming het balkon op en nog juist
Ziet Brumming hoe een stel opgeschoten jongens
Hard tegen een paaltje trappen het paaltje breekt
Af en de jongens schateren op weg als ze zijn
Naar het bushokje boven op de brug van de
Doorgangsweg daar aangekomen beginnen ze
Onmiddellijk tegen de glazen ramen te trappen
Verstoord loopt Brumming zijn huiskamer binnen
Pakt opnieuw de telefoon belt het alarmnummer
En legt in het kort uit wat er aan de hand is
En beslist waar een en ander plaatsvindt
Dan hangt Brumming op sluit de balkondeur
Gaat zitten aan tafel geniet eindelijk en denkt na

VAN PUTTEN GLIMLACHT EN GENIET

Van Putten zijn aanstaande en kinderen zijn
Voor een korte vakantie neergestreken in een
Voormalige kerncentrale in het eens zeer
Oorlogszuchtige land ten oosten van het vaderland
Een goede drie uur rijden van de provinciestad
Aan zee

De voormalige kerncentrale die nimmer geactiveerd
Is en derhalve nooit ook maar een kilowatt
Elektriciteit geleverd heeft is omgetoverd tot een
Kinderpretpark met hotels
Van Putten zijn aanstaande en dochters hebben zich
Naar de bowlingbaan begeven en van Putten zit op
Het drukke terras van het restaurant juist na het
Diner

Van Putten nipt van zijn rode Dornfelder en
Van Putten meent dat hij deze avond nog een
Gedicht schrijven zal over de wonderlijke
Toestand hier

Van Putten ziet zichzelf op schoolreis op de fiets
Met meester Roos flink nabij de speeltuin Halfweg
En nog altijd meent van Putten hoe niets hij voelde
Niets van pret of jolijt
Noch van een fijn dagje uit

Zijn dochters en die van zijn aanstaande meent
Van Putten onderwijl hij een fijn sigaartje opsteekt
Weten samen opgeteld zeventien weten veel meer
Van de wereld dan toen van Putten in zijn eentje
Zelf zeventien was

EN TROUWENS GING HET EIGENLIJK ALLEMAAL OVER BRUMMING ZELF

Begin augustus laat in de avond zit Brumming
Aan tafel en Brumming denkt na over de kleine
Beroering die Brumming in de kleine kring
Van liefhebbers en beoefenaars van de dichtkunst
Ongewild veroorzaakt heeft

Sommige dichters die Brumming via zijn nu niet
Nieuw meer zijnde redacteur vagelijk kent hebben
Bozige en verontwaardigde briefjes richting
Brumming geschreven en verzonden naar aanleiding
Van een bezoek van Brumming zelf aan een literaire
Presentatie en waarvan het verslag omtrent een en ander
Onlangs verschenen is in een verhalentijdschrift

De dichters voelen zich gekrenkt aangezien Brumming
Tijdens de literaire presentatie meende met dichters van
De onprettige soort van doen te hebben
Het is maar een klein stukje in het uitgebreide verslag
Meer een prozagedicht eigenlijk maar ijdel als ze zijn
En dat spijt Brumming oprecht
Zochten ze onmiddellijk zichzelf om vervolgens te bemerken
Hoe kort de omschrijving ook is dat ze er niet goed van afkwamen
En nu schrijven ze Brumming daar dan naargeestige briefjes
Over tot welke activiteit Brumming richting hen geen enkele
Aandrang voelt

Brumming pakt de telefoon en belt zijn redacteur en die zegt
Dat is alleen maar goed en ga vooral zo door je aangeboren
Gevoel voor zuiverheid en rechtvaardigheid zullen je daarbij
Moeiteloos gidsen
Als je mij toestaat uit je brieven aan mij te citeren zal ik ze
Van tijd tot tijd het zijn mijn auteurs per slot van rekening
Van gepast commentaar voorzien want het is en blijft een
Prachtig en wonderbaarlijk prozagedicht

DOKTER PLINIO ZIJN EERSTE WERKDAG NA ZIJN VAKANTIE

Dokter Plinio beschouwt van Putten heel even maar
Doch zeer nauwlettend dat voelt van Putten wel
U ziet er goed uit van Putten zegt dokter Plinio
En bedachtzamer wat brengt u hier

Van Putten doet zijn uiterste best om een samenvatting
Te maken van het proces tegen de directeur van het
Bos dat aanstaande is en dat de directeur van het
Bos al eenmaal uitstel heeft gevraagd en gekregen
Van de rechter sector bestuursrecht

Waar het om gaat zegt van Putten is dat u de
Enige onpartijdige persoon bent die verklaringen
Kan afleggen omtrent mijn lichamelijke gesteldheid
Nu tien jaar geleden in samenhang met mijn animose
Verstandhouding met de directeur van het bos

De verzekeringsarts die mij heeft gesproken betreffende
Een en ander heeft u een door mij gemachtigde brief
Geschreven die u uiteraard nog niet hebt kunnen lezen
In deze brief wordt u onder andere gevraagd enige
Klaarheid te verschaffen ten aanzien van deze
Verstandhouding tussen mij en de directeur van het
Bos en hoe het mij vervolgens lichamelijk en psychisch
Zo ongeveer is vergaan

Mocht u mijn versie van het gebeurde bevestigen dan zal
De directeur van het bos het nakende proces afgelasten
Dan is zijn zaak verloren en mijn uitkering zal worden
Bijgesteld naar het moment waarin ik nog boven op de
Spiraal zat en die daarna zoals u bekend is mij alleen
Maar verder en verder naar beneden voerde met het
U bekende resultaat als uiteindelijk gevolg

En dokter Plinio glimlacht jongensachtig als altijd

JA ZEGT KOOS JIJ LIEVER DAN IK

Van Putten koestert de stille wens dat de zomergast
Koos die beslist tot oktober hof zal houden op het
Kleine kampeerjachthaventje rechtsonder de brug
Die naar het voormalige eiland leidt in dit bescheiden
Paradijs zijn laatste adem uit mag blazen en Koos dat
Denkt van Putten zou dat geenszins bezwaren

Koos heeft heel veel gehad jicht twee kleine beroertes
Kanker en naast andere een zwakbegaafde zoon die
Kortelings in de politieke hoofdstad van het land waar
Koos zeer tegen zijn zin zijn winterverblijf heeft het
Hele huis kort en kleine geslagen vanwege dat moeder
De vrouw te veel opgeruimd had en de zwakbegaafde
Zoon van Koos verzamelt graag

Maar Koos drinkt en rookt alsof er niets aan de hand is
En wellicht is er ook werkelijk niets aan de hand
Van Putten loopt op Koos toe die licht puffend bij zijn
Nieuwere en grotere rijdende woonwagen zit
Zo Koos zegt van Putten dat is niet mis dat is gewoon
Een complete bungalow

Ja van Putten antwoordt Koos ik ga hier nooit meer weg
En hij neemt een slokje van zijn bier wat je gelijk hebt
Koos beaamt van Putten en staart wat afwezig naar de
Kleine boot een twintigtal meters voor hem waar twee
Jongedames op de voorplecht plaatsgenomen hebben

Nou je ziet het Koos zegt van Putten dromerig ik moet gaan

TOON IS DOOD

Toon van Rie de ongekroonde stadsdichteres van de provinciestad aan zee is op
Twee en tachtig jarige leeftijd overleden
Van Putten zit aan het ontbijt en leest de ochtend krant
Van de provinciestad aan zee
Zijn blik valt op het artikel over Toon van Putten leest het
En denkt aan Rie
Rie en Toon Toon en Rie voor decennia het prominente paar van de provinciestad
Aan zee

Van Putten legt de ochtendkrant terzijde
En nipt van zijn ochtendkoffie die altijd
De lekkerste is aanstaande vrijdag vindt de
Afscheidsplechtigheid plaats in het strak
Vormgegeven gebouw dat van Putten zo
Goed kent van Putten ziet de vijver achter
De grote ramen waar Toon zijn kist zal
Staan het spreekgestoelte rechts en voor
De kist ongeveer vijf rijen zitplaatsen in
Een halve cirkel daar feilloos omheen

Rie zal op de voorste rij recht tegenover Toon plaatsnemen en
Van Putten zal onmiddellijk weten waar Rie zit vanwege Rie haar
Haar dat altijd bijzonder is en oplicht uit vrijwel elke duisternis

Van Putten smeert een boterham en belegt deze met kaas
Van Putten overweegt of van Putten heen zal gaan om Toon
Zijn eer te betuigen en Rie zijn medeleven te tonen

Van Putten kijkt naar buiten en ziet hoe hevig het waait
En van Putten denkt aan zijn fiets
Voor nu besluit van Putten lijkt het hem het beste om
Erheen te gaan
Dan staat van Putten van de ontbijttafel op en eenmaal
In de keuken schenkt van Putten zich zijn tweede kopje
Koffie van de ochtend in

EN EVEN HUIVERT VAN PUTTEN

Op weg naar huis op het fietspad naast de vliet
Passeert van Putten de lange blonde Germaanse man
Liggend op zijn ligfiets met een zwarte zonnebril op
Als de blonde Germaanse man van Putten herkent
Verstrakt zich zijn blik en de blonde Germaanse man
Kijkt strak voor zich uit rechts van van Putten heen

Van Putten kijkt van links op hem neer en voelt
Geen greintje mededogen voor de lange blonde man
Integendeel van Putten onderwijl hij verder fietst
Vangt een heerlijke mijmering aan over het eerste
Aanstaande proces tegen de directeur van het bos
En hoe van Putten als hij ook maar enigszins de
Kans krijgt de lange blonde Germaanse man als
Medevervuiler en bedenkelijk getuige voor het
Gerecht te dagen

Het waait nog altijd hard en binnen korte tijd maakt
Van Putten vele kilometers de zon schijnt maar er
Zijn ook wolken warm is het niet maar toch is de
Temperatuur aangenaam

Van Putten droomt ervan hoe hij ten overstaan van God en de rechter
De schier onmetelijke huichelarij die de lange blonde Germaanse man
Al zolang ten toon spreidt koel en zakelijk aan de kaak te stellen om
Vervolgens zijn totale morele fiasco zonder ook maar de geringste
Uiterlijke emotie tot in de finesses uit de doeken te doen en hem
Zonder enige schijn van triomf volledig met de grond gelijk te maken
Geheel en al

Van Putten rijdt het oude dorp binnen en
Hij ziet hoe de werkmannen het dorpsplein
En de omliggende cafés klaarstomen voor
De jaarlijkse kermis die op handen is

MAAR WEL DE OORSPRONKELIJKE TEKST VOLLEDIG NAAR EIGEN HAND GEZET

Brumming zit vermoeid aan tafel in de avond van eind augustus
Brumming denkt na over zijn dichterschap en hoe het gaat
Het gaat boven verwachting moet Brumming zeggen
Maar het gaat al jaren boven verwachting
Wat men daaronder ook moge verstaan
En over zijn dichterschap twijfelt Brumming al jaren niet meer

Hoe het gaat is een schijnbaar eenvoudige vraag maar wel
Een die onmiddellijk allerhande ingewikkelde vragen oproept
Brumming is moe en schenkt zich een glaasje bier in
Het einde van de zomer is nakende en ergens verlangt Brumming
Naar de eerste gierende herfststormen die rond zijn flat geslagen
Weinig indruk zullen maken aangezien met de balkondeur dicht
Brumming de herfstormen eigenlijk niet goed horen kan
Veelal tot Brumming zijn kleine verdriet

Plotseling overweegt Brumming een verhuizing
Een klein huisje aan de rand van het dorp met
Een grote wilde tuin en naasteburen
Vol verbazing gaat Brumming rechtop zitten
Vanwege zijn inval van zonet en dat Brumming
Ergens diep in zichzelf verborgen voelde dat
Dat een en ander niet zomaar een inval binnen
Zijn mijmeren was

Misschien wil Brumming zoiets echt wel een
Klein huisje met een tuin en een tuindeur
Brumming rilt van genoegen en neemt
Genietend een slokje van zijn bier
Dan valt zijn oog op een boek
Alle Feiten Op Een Rijtje
Een fijn boek vol van allerlei merkwaardigheden
Waar Brumming als hij werkelijk zijn ziel erin legt
Smaakvolle en vaak tragikomische gedichten uit destilleert

EN DAAR HEEFT DE KLEINE MAN NIEMAND NOG BIJ NODIG

Het is de warmste dag van het jaar en avond
De kleine man zit aan tafel de tuindeur staat open
De kleine man luistert naar de achttien kleine
Preludes voor Anna Magdalena van Bach

De grote aria’s uit de grote opera’s van iedereen behalve Bach
Hebben de kleine man meestentijds schrik aangejaagd
De kleine man wil de eenvoud die leidt tot overweging
Dat is wat de kleine man ervan vindt

Dit kleine deze eenvoud daarvan houdt de kleine man
En maakt hem vele avonden zorgeloos ook deze avond
De kleine man kan de plaat makkelijk
Hijzelf raakt weleens de tel kwijt
Tien tot twaalf keer achterelkaar opzetten
Wanneer de avond er geschikt voor is

De kleine man staat op loopt naar de keuken
En schenkt zich een koel witbier in het is
Al is het tien uur in de avond nog aardig warm
Het zachtzure bier lest de dorst van de kleine
Man en leidt dat weet de kleine man hem een
Kalme dromerige wereld binnen waar verder
Voor niet veel meer plaats dan mijmeren is

Mijmeren over zijn de kleine man voelt iets
Opwindends door zijn aderen stromen zijn
Ontluikende dichterschap helemaal voor
Zichzelf alleen en hoe de kleine man daar
Niemand nog voor nodig heeft

Geen van Putten niet Doppertje Kid geen
Mevrouw Leenschat van Bodegraven met
Al die onduidelijkheden waar de kleine
Man toch nooit uitkomt

Nee dan hier aan tafel zitten schrijven zomer herfst winter en lente lang
Dat is het mooie eigen leven dat de kleine man geleerd heeft te leiden

VOORNAMELIJK BACH

1

Het is een september het weer is prachtig en
Van Putten maakt een avondlijke fietstocht
Door het duin over de dijk langs de koopvaardij
En vissershaven via de Visbuurt naar het
Centrum van de provinciestad aan zee om bij
Het postkantoor linksaf te gaan en uiteindelijk
Met de vliet mee de weg naar huis in te slaan

Echter fietsend door het duin gebeurt er iets

Het is de vroege avond en vele arbeidende burgers
In hardloopgroepjes vijzelen de toestand van hun
Lichaam op

Van een afstand ziet van Putten zeer helder de
Contouren van de lange blonde Germaanse man
Die een groepje aanvoert en juist stil is gaan staan
Om op zijn wedstrijdklokje de gerende tijd af te lezen
De lange blonde Germaanse man draait zich half om
En beschouwt de achterblijvers die puffend naderkomen

Van Putten is nu twintig meter van hem verwijderd en
Van Putten glimlacht gemelijk dan draait de lange blonde
Germaanse man zich terug en ziet van Putten recht in het
Nauwelijks zichtbaar glimlachende gelaat en de lange
Blonde Germaanse man zijn plezier is meteen bestorven
Zijn aangezicht verstart en vermaskert

Dan is van Putten hem voorbij en links rijdend
Van de achterblijvers mijmert van Putten over
De komende rechtszittingen en zou de lange
Blonde Germaanse man als getuige op moeten
Draven dan…

2

Zal van Putten op beschaafde maar indringende en niet
Mis te verstane wijze geen spaan van de lange blonde
Germaanse man heel laten

Genietend vervolgt van Putten zijn avondlijke fietstocht
Er is geen zon en het is erg zacht zelfs misschien wel
Wat broeierig en af en toe vallen er wat regendruppels
Van Putten voelt zich heerlijk

Op de dijk kijkt van Putten als hij langs ze fietst
Naar de sportvissers dicht aan zee beneden
Op de koopvaardijhaven en de vissershaven is
Het heel rustig het is dan ook donderdagavond
Morgen wordt het pas werkelijk druk

In het centrum van de provinciestad aan zee
Het is koopavond ziet van Putten de muziekleraar
Die van Putten al zolang niet gesproken heeft en
Waar van Putten nu eigenlijk ook niet zo een
Geweldige zin in heeft

Maar hoe zou het met de muziekleraar zijn
Dat wel vraagt van Putten zich af
De muziekleraar is in gesprek met mensen en
Ziet van Putten niet
Gelukkig maar meent van Putten terwijl hij
Stevig doorfietst

Dan ziet van Putten de altijd jeugdige vrouw
Van de tandarts met haar dochter van nu wel
Achttien achterop de bagagedrager voorbijschieten
Ook de tandartsvrouw geeft geen teken van herkenning

Even denkt van Putten na en zet dan zijn hoed die toch
Al veel warmte en zweetdruppels veroorzaakte af

Vervolgens rijdt van Putten weer volledig herkenbaar
En fluitend langs het postkantoor en fluitend de vliet op
En fluitend totdat van Putten thuis is

DE TUINDEUR STAAT OPEN EN VAN PUTTEN TWIJFELT NIET

Het is een warme septembermiddag en van
Putten rommelt wat in zijn keukentje
Van Putten is van plan thee te gaan zetten
Dan hoort van Putten wat gestommel in
Het halletje

Van Putten loopt naar de huiskamerdeur
Opent deze en ziet zijn psycholoog
Goedemiddag mijnheer V zegt van Putten
Komt u binnen en gaat u lekker zitten
Dan maak ik u en mij de thee
Mijnheer V gaat zitten en antwoordt
Zoals het u belieft goede man

Zo vangt het gesprek aan tussen van Putten
En zijn psycholoog dat bijna twee uren duren zal
Een enerverend gesprek zoals van Putten en zijn
Psycholoog nog niet eerder gevoerd hebben
Zijn psycholoog zegt van Putten zelfs op een
Gegeven moment dat de contouren betreffende
Van Putten zijn achtergrond hem nog niet eerder
Zo helder en duidelijk voor de geest is komen te
Staan

Vooral interessant vindt zijn psycholoog
Vanuit het lustprincipe gedacht hoe van Putten
Zijn agressie kanaliseert dit aangezien van Putten
Primaire agressie niet of nauwelijks lijkt te kennen

Van Putten weet het zelf ook niet goed en zegt
Tegen zijn psycholoog dat hij bijna altijd gewichtige
Zaken gaarne mondeling oplost de macht van het woord
Overwint uiteindelijk altijd beweert van Putten
En zijn psycholoog lacht schaterend