Cor Hendriks – De Red Pill (12): De Symbolische Mens

Mijn ex vrouw, die een overtuigd feministe was, had een spreuk ergens vandaan over ‘vrouwen zijn de rivier van het leven en mannen staan aan de kant’. Dit wil zeggen, dat vrouwen voor leven staan. Voor mannen blijft dan eigenlijk niets over dan dood, een merkwaardige gedachte, maar symbolische gezien is dit terecht. Mannen staan voor orde, vrouwen voor chaos, dat wil zeggen natuur, terwijl de man staat voor cultuur. Mannen zijn meer geïnteresseerd in dingen, terwijl vrouwen meer geïnteresseerd zijn in mensen. Zij houden meer van groepen, zijn sociaal, terwijl mannen meer individueel zijn, dus asociaal. Politiek gezien zijn mannen meer rechts en conservatief, terwijl vrouwen meer links en progressief zijn en neigen tot communisme, terwijl mannen neigen naar kapitalisme.

De symbolische mens

De symbolische mens

Ik kwam een overzicht tegen in ‘The Masks of God’, het Opus Magnum van Joseph Campbell, in deel 4, ‘Creative Mythology’ (1976:288f).

The left, the side of the heart, the shield side, has been symbolic, traditionally and everywhere, of feeling, mercy and love, vulnerability and defenselessness, the feminine virtues and dangers: mothering and seduction, the tidal powers of the moon and substances of the body, the rhythms of the seasons: gestation, birth, nourishment, and fosterage; yet equally malice and revenge, unreason, dark and terrible wrath, black magic, poisons, sorcery and delusion; but also fair enchantment, beauty, rapture, and bliss. And the right, thereby, is of the male: action, weapons, hero-deeds, protection, brute force, and both cruel and benevolent justice; the masculine virtues and dangers: egoism and aggression, lucid luminous reason, sunlike creative power, but also cold unfeeling malice, abstract spirituality, blind courage, theoretical dedication, sober, unplayful moral force. “The body,” states the Rosarium, “is Venus and feminine, the spirit is Mercurius and masculine.” But the soul is of the two: ‘Anima est Sol et Luna’. “The unrelated human being,” states Jung, “lacks wholeness, for he can achieve wholeness only through the soul, and the soul cannot exist without its other side, which is always found in a ‘You’.

De Symbolische Mens naar CampbellDe Symbolische Mens naar Campbell

https://youtu.be/fawptV_cIIM (42:47) ”Links‘ is vrouwelijk en ‘rechts‘ mannelijk; Fre Hooft van Huysduynen en Jan Roos’ van Cafe Weltschmerz, gepubliceerd op 25 mei 2018 (6.062 v; 151 r). Mannelijk is ‘rechts‘ en bestraffend, ‘links‘ is vrouwelijk en opvoedend, volgens Jan Roos. Een discussiepoging tussen Jan Roos en Fre Hooft van Huysduynen over het feminiseren van de samenleving. Daarnaast komt kort zijn nieuwe project “Vaderleed” aan de orde. “Scheiden doet lijden. Dat klopt, alleen waarom moeten mannen meer lijden dan een vrouw bij het einde van een huwelijk? In 75% van de gevallen worden de kinderen direct aan de moeder toegewezen, maar 20% is er sprake van een co-ouderschap. Terwijl veel vaders hopen op een gelijke behandeling staat hij al 1-0 achter alleen maar, omdat hij man is. Bij vechtscheidingen worden de kinderen vrijwel altijd aan de moeder toegewezen.” “Het wordt tijd, dat het recht op vaderschap van deze tijd wordt, waar de rol van de papa verder gaat dan geld verdienen. Geef ons de rol in het leven van onze kinderen, die wij en zij willen.”

https://youtu.be/zQCTeGKHsVc (54:14) ‘Documentary: A Glitch in the Matrix (David Fuller production)‘ van Jordan B Peterson, gepubliceerd op 17 feb. 2018 (1.741.480 v; 6.658 r). Tekst: ‘A Glitch in the Matrix: Dr JB Peterson, the Intellectual Dark Web & the Mainstream Media: Documentary by Journalist David Fuller. David Fuller, who worked at the UK’s Channel 4 news for a decade as a producer/director, also recently released Truth in the Time of Chaos (http://bit.ly/2Hm5tfz), a documentary about my work. In A Glitch in the Matrix, he analyzes and assesses my recent viral interview with Cathy Newman, unpacking the deeper political, psychological and archetypal levels of the clash. Background information can be found in this Medium article: http://bit.ly/2C5HBNJ.’

https://youtu.be/hKUffHXOb8U (1:30:09) ‘Dr. Jordan B Peterson on Femsplainers‘ van Jordan B Peterson, gepubliceerd op 21 dec. 2018 (1.219.633 v; 4.418 r). Tekst: ‘On December 13, 2018, I was a guest on Femsplainers with Christina Hoff Sommers and Danielle Crittenden. We discussed, among other topics, the secrets of a long marriage, the problems with dating apps, how to handle a belligerent toddler, and the motivation of my radical feminist critics. Femsplainers (http://femsplainers.com/) is “the gossipy, smart, witty conversation you’d have if all of your girlfriends (and some of your guy friends too!) were experts on the hot topics of the moment. High spirited and high minded, we don’t argue or whine but seek to get to the heart of the matter, over cocktails (or wine).” We taped in front of a live audience at AEI, the American Enterprise Institute (http://www.aei.org/). Ms. Hoff Sommers is the author of Who Stole Feminism? (https://amzn.to/2GJnkR4) and The War Against Boys (https://amzn.to/2SeuYo5) (a NY Times Notable Book of the Year) as well as Freedom Feminism (https://amzn.to/2Sfrd1B) , One Nation Under Therapy (https://amzn.to/2rNABOe) (with Dr. S. Satel), and The Science on Women in Science (https://amzn.to/2RaZyS1). She is resident scholar at AEI, studying the politics of gender and feminism, as well as free expression, due process, and the preservation of liberty in the academy. She has written for The Journal of Philosophy, The New England Journal of Medicine, The Wall Street Journal, The NY Times, The Washington Post, The New Republic, Slate, The Daily Beast, and The Atlantic, and is host of the popular video blog, The Factual Feminist. Ms. Crittenden is the author of What Our Mothers Didn’t Tell Us (https://amzn.to/2BBtzAC), a novel, AmandaBright@Home (https://amzn.to/2Lwr33c) (the first modern work of fiction serialized in the Wall Street Journal) and a cookbook, From a Polish Country House Kitchen (https://amzn.to/2Ra1H0n) with Pulitzer-prize winner Anne Applebaum). She is a contributing editor to the Huffington Post, and has published in the Wall Street Journal, the NY Times, the Washington Post, and the Daily Telegraph. A former columnist for the New York Post, Ms. Crittendon has appeared on NBC’s Today show as well as CSPAN, MSNBC, PBS, CNN, and NPR.

https://youtu.be/H0rpdOV3D_o (10:20) ‘NBC News Claims Heterosexuality OPPRESSES Women!!!‘ Van Dr. Steve Turley, Gepubliceerd op 24 aug. 2019 (25.368 v; 1.185 r).

Jonathan Pageau – Symbolism & Propaganda in Popular Culture

Gepubliceerd op 31 aug. 2018

The patterns of symbolism can easily be twisted and inverted to create propaganda. We look at recent movies such as Wonder Woman and Mad Max, Furie Road, which use symbolic devices to replace masculine types with feminine characters.

My links:
Patreon: https://www.patreon.com/pageauvideos
Paypal: https://www.paypal.me/JonathanPageau

Website: http://www.pageaucarvings.com
Facebook: https://www.facebook.com/jonathanpageau
Twitter: https://twitter.com/pageaujonathan

Reacties:
https://youtu.be/soh-3jiHq4s

androgyne (foto theblogofbaphomet)
Androgyne (foto theblogofbaphomet)

Inleiding Zonneschijn en regen

Zonneschijn en regen zijn elkaars tegengestelde als lachen en huilen. Na regen komt zonneschijn zegt het spreekwoord, wat wil zeggen: na verdriet komt blijdschap. Regen, terwijl de zon schijnt, is dus net zoiets als de koning, die met het ene oog lacht en met het andere huilt, zoals in sommige, vooral Hongaarse sprookjes, voorkomt. Het is een onstabiele toestand, die duurt zolang het sprookje duurt. De drie zoons van de koning vinden het een raadsel en om de beurt gaan ze naar hem toe om te vragen wat het te betekenen heeft. Maar de koning wordt woedend en gooit zijn zwaard of mes naar hen en de twee oudste zonen nemen snel de benen. De jongste rent niet weg, krijgt het mes in zijn lijf en dringt aan bij zijn vader om hem het raadsel te onthullen en deze bekent te huilen om het verlies van de vriend uit zijn jeugd, die in de andere wereld gevangen wordt gehouden, terwijl hij met het andere oog lacht, omdat hij de vriend eens zal terugzien, waarvoor de jongste zoon, die zijn proef doorstond, zal zorgen. Een voor een gaan de zoons op pad en de twee oudsten falen, terwijl de jongste slaagt met de hulp van het wonderpaard van de vader, dat hem met de snelheid van het denken naar de andere wereld brengt, waar de vroegere vriend door de duivels wordt gevangen gehouden. Samen keren ze terug naar de koning, wiens vreugde geen grenzen kent, zodat hij eindelijk ophoudt met huilen [Sorlin, Evelyne, ‘“Père, pourqoui tu pleures d’un œil et ris de l’autre?” Analyse du conte AaTh 463 A*’, in: FABULA 28 (1987) 245-267; zie ook haar artikelen: ‘La Thème de la tristesse dans les contes AaTh 514 et 550’, in: FABULA 30 (1989) 279-293 en ‘La verte jeunesse et la vieillesse mélancolique dans des variantes roumano-hongroises de AaTh 551’, in: FABULA 36 (1995) 79-97. (AaTh = ATU)].

Regen is water en zonneschijn is vuur. Ook water en vuur zijn spreekwoordelijk elkaars tegengestelde. Over deze twee elementen zegt Ovidius in boek I van zijn Metamorfosen: ‘Hoewel vuur en water altijd tegengesteld zijn, is toch vochtige hitte de bron van alles, en deze niet overeenstemmende harmonie (discors concordia) is geschikt voor schepping’ [P. Ovidi Nasonis, Metamorphoses, (Groningen 1962, 13f) I:432-3:

cumque sit ignis aquae pugnax, vapor umidus omnes 
res creat, et discors concordia fetibus apta est.

(vert. Mary Innes, London 1955, 40)]. De leer van concordia discors – het idee, dat de eindeloze strijd tussen de vier elementen in de natuur (lucht, aarde, vuur en water) paradoxaal een algehele harmonie schept in de wereld – is reeds te vinden bij de Griekse filosofen Pythagoras (c. 580-500 V.C.), Heraclitus (c. 544-483 V.C.) en Empedocles (c. 490-430 V.C.). Horatius was de eerste, die de filosofie van Empedocles, dat de wereld geschapen wordt door de eeuwige strijd tussen de vier elementen, geordend door liefde in een dissonante eenheid, samenvatte met de term ‘concordia discors’. [Gordon, Ian. “Concordia discors”. The Literary Encyclopedia, 2007: ‘The Latin phrase which is used to encapsulate the idea was first used by Horace in the twelfth epistle of his first book (c. 20 B.C.) to describe Empedocles’ philosophy that the world is explained and shaped by a perpetual strife between the four elements, ordered by love into a jarring unity, or, as the musical metaphor held it, a “discordant harmony”.’ Zie Rivers 1994, 77 onder het kopje ‘Harmony from Discord and Unity in Variety’ voor Heraclitus fragment 10, Empedocles fragment 17 en Pythagoras in Ovidius’ Metamorphosen (15, 177-185; 234-237; 252-258). In zijn bespreking van Melissa Wanamakers Discordia Concors: The Wit of Metaphisical Poetry (1975) merkt Donald Friedman (1978, 879) op: ‘Miss Wanamaker identifies discordia concors with Heraclitus’ doctrine of the One and the many, Empedocles’s dichotomy of Love and Hate, and the Pythagorean numerology of the Timaeus’]. De term kan ook omgedraaid worden zoals blijkt uit de titel CONCORDIA DISCORS vs DISCORDIA CONCORS van een in 2009 voor het eerst uitgegeven Franstalig Roemeens tijdschrift met de subtitel: Recherches de littérature comparée, linguistique contrastive, traductologie et stratégies transculturelles (Onderzoekingen van vergelijkende literatuur, contrastieve taalkunde, vertaalkunde en transculturele strategieën) [Over de uitwisselbaarheid van deze frasen merkt Frank Huntley (?, 103) op: ‘[T]he two phrases mean the same thing. They both refer to the idea of world harmony, the discovery of unity in variety or variety in unity in the cosmos and in ourselves’]. We komen deze term discordia concors tegen in Neil Kenny’s onderzoek naar de Renaissance schrijver Béroalde de Verville. De natuur is een mengeling (melange):

Tout cela que le ciel constraint ou environne
 Et que des elements le melange nous donne 
Est nature (…)’

Menging is dus niet alleen een toestand, maar ook een voortdurend proces van verandering, een discordia concors (‘harmonious discord’), waarin de elementen voortdurend op elkaar inwerken, oude vormen vernietigend en nieuwe scheppend [Kenny 1991, 129 naar Béroalde de Verville, Cognoissances (fol. 7v). Kenny verwijst voor een ander voorbeeld van deze ‘stock definition’ naar Lemnius, Occulta naturae miracula, 1561, fol. 3r.] Het wordt gebruikt in de morele filosofie, waarin het leven wordt beschreven als een onvermijdelijke morele mengeling (meslange) van plezier en pijn, goed en kwaad, tegenstellingen, die Kenny doen denken aan de elementaire discordia concors: ‘Nostre vie est composée, comme l’armonie du monde, de choses contraires (…) Nostre estre ne peut sans ce meslange’ (Ons leven is opgebouwd, zoals de harmonie van de wereld, uit tegenstellingen… Ons wezen kan niet zonder deze mengeling). [Kenny 1991, 131 naar Montaigne, Essais, III, xiii.1068; zie o.a. Béroalde de Verville, De l’ame et de ses excellences, fol. 28r; Plutarchus, Œvres morales, fol. 16v]. Nogal voorspelbaar aldus Kenny noemt Béroalde zijn boeken diversitez (‘verscheidenheden’), want meslange is niet gewoonweg een verzamelnaam, maar duidt specifiek ook op de antithetische elementen, die in een tekst zijn samengemengd. De topos van Horatius van plezier en profijt wordt vaak beschreven in termen van meslange, evenals de combinatie van ernst met luchtigheid, filosofie met fictie, het heilige met het profane. Deze tegenstellingen zijn analoog met de discordia concors, die de elementaire mengeling beheerst [Kenny 1991, 137f, verwijzend naar Béroalde’s Soupirs, De la sagesse en andere werken; ook Painter, The Palace of Pleasure, 1566, etc.].

Een andere schrijver uit die tijd, bij wie we het begrip aantreffen, is Shakespeare in zijn A Midsummer Night’s Dream (V.i), waarin Theseus voorstelt het tragicomische (tragical mirth) spel van Pyramus en Thisbe op te voeren, dat ‘merry and tragical’ is,

tedious and brief. 
That is, hot ice and wondrous strange snow.’

En hij vraagt zich af: ‘How shall we find the concord of this discord?’ Door Jane K. Brown wordt de hele Midsummer Night’s Dream uitgelegd in termen van discordia concors. [The Complete Works of William Shakespeare, Londen e.e. 1978, 155. ‘The play moves to order or harmony, but harmony in the plot-in the love relationships, for example-is not stable peace; it is, rather, the paradoxical coincidentia oppositorum, the discordia concors of the Neoplatonists.’ (Brown 1987, 29).] John Norden stelt in The labyrinth of mans life. Or vertues delight and envies opposite op rijm:

Without a discord can no concord be, 
Concord is when contrary things agree.

Francisco Sánchez stelt in zijn De divinatione per somnum, ad Aristotelem: ‘Er is niets in het universem dat niet zijn tegengestelde (contrary) heeft, en er zou geen universum zijn tenzij alle dingen tegengesteld waren, noch wordt het universum in stand gehouden meer door goed dan door kwaad, of door welke tegenstelling ook.’ En Thomas Wilson zegt in The arte of rhetorique: ‘By contrraries [sic] set together, thynges oftentymes appere greater. As if one shoulde set Lukes against Geane velvet, the Lukes wil appere better, and the Geane wil seeme worser. Or sette a faire woman against a foule, and she shal seeme muche the fairer, and the other muche the fouler. Accordyng whereunto there is a saiyng in Logique: Contraria inter se opposita magis eluscescunt [Clark 1997, 43; citaten aan het begin van het hoofdstuk ‘Contrariety’. In the system of ideas that informed early Greek religion and natural philosophy, material flux and moral variety were traced to the interplay – sometimes the warring – of contrary entities in the world. The forces of discord (Strife) and concord (Love) were elevated to the position of primary contraries, as in the thought of Empedocles. ID., 48: … the binary opposition brought by the Fall. Bostocke called the tempter who persuaded Eve to transgress and so introduced disease to mankind ‘Binarius’, a nice indication of the conceptual alliance between demonology and contrariety. But in doing so he was clearly not stepping outside traditional categories. In fact, he subscribed to a version of the cosmology of concordia discors, arguing that contrarieties in the four qualities and in the heavenly bodies could not have been contained without the overriding control of divine providence. (R.B., The difference betwene the auncient phisike, first taught by the godly forefathers, consisting in unitie, peace and concord: and the latter phisike proceeding from idolators, ethnickes, and heathen: as Gallen, and such other consisting in dualitie, discorde, and contrarietie, London 1585. Zie Allen Debus, The English Paracelsians, N.Y. 1966, 57-64) The ‘occult virtues’ (among them relations of sympathy and antipathy) that fascinated later sixteenth-century medical writers were often derived from the more fundamental notion of a nature consisting of contraries. ID., 130: Women complemented men in their inferiority and defined them by their difference. Like other negative items in the moral and social world, they were morally encompassed by their possitive opposites. In this condition they were needed, like evil itself, to maintain a state of concordia discors; in the tirelessly repeated formula, they were ‘necessary evils’].

Vergelijkbaar met Concordia discors en Discordia concors is het begrip Coincidentia oppositorum (‘de samenloop van tegenstellingen’, ook wel Oppositio oppositorum) een neoplatonische term gebruikt door de 15e eeuwse veelweter Nicolaas van Cusa in zijn essay De docta ignorantia (1440). [Nikolaus von Kues (N. Cusanus, N. Treverensis), geboren in 1401 in Kues in het Duitse bisdom Trier, zie R. Haubst, in: Lexikon des Mittelalters, VI, col. 1182-84; zie ID., in: LdM III, col. 25: ‘Ineinsfall des Gegensätze’, het grondperspectief (directio speculantis) van de godkennis. Alle mogelijke volkomenheden zijn bij God zonder onderscheid ineen te denken. Thomas van Aquino stelt in zijn Summa theologiae Iq.13a,5f., dat God ‘alles, wat kan zijn’ is, waaruit Nikolaas de coincidentia oppositorum afleidt van het grote en kleine evenals van het zijn en het niet-zijn in God. (Zie Raimund Lull 1428: de cirkelvormige verwisselbaarheid van alle goddelijke attributen: Gods ‘goedheid is niet iets anders dan Zijn wijsheid, maar hetzelfde, want de verscheidenheid is in Hem identiteit’; ‘Het verleden is niet anders dan het toekomstige’, vgl. De docta ign. I, 21.)] Ook dit begrip gaat terug op de filosofie van Heraclitus, voor wie de wereld in voortdurende verandering is en toch hetzelfde blijft. Een van zijn bekende aforismen luidt: ‘De weg naar boven en de weg naar beneden zijn hetzelfde’. [Wikipedia naar Hippolytus, Refutations 9.10.3.] We komen dit begrip ook tegen in de alchemie en Sorlin spreekt van een alchemische vereniging van de tegenstellingen: het oog dat lacht en het oog, dat huilt, is tegelijk het symbool voor de rouw, maar ook van het huwelijk. [Sorlin 1987, 266.] In de Chinese alchemie kent men de kosmische principes Yin en Yang, wat door Mircea Eliade via ‘het huwelijk van de metalen’ in verband wordt gebracht met het mysterium conjunctionis in de westerse alchemie [Eliade 1977, 29]. Door Kartherine Bartol Perrault wordt in haar Jungiaans geïnspireerde dissertatie over A Midsummer Night’s Dream de coniunctio, de ‘reconciliation of opposites’, het opus magnum (Grote Werk) van de alchemie, omschreven als een fysiek, evenals psychisch proces, ‘which embodies the transforming theme of the play’s characters from singleness to marriage’ [Perrault 2005, vii-viii (abstract). Ze citeert McAlindon (Shakespeare’s Tragic Cosmos, 6) [who] contends that Shakespeare’s cosmology stems from the Empedoclean model of the world that produced a “pluralist doctrine that nature is governed by both Love and Strife, sympathies and antipathies; and mainly from this doctrine came the notion of the world as a system of concordant discord or discordant concord”. The Empedoclean view of the world holds that “The whole order of life – unity, peace, and continuity – is founded on this bond of opposites. [. . .] The cosmic doctrine of the two contraries, or reciprocal principles of nature, was world-wide in ancient mythologies ([such as] the Chinese myth of Ying and Yang)” (Ibid., 14) Door Jung wordt het als volgt geformuleerd: ‘This union of opposites in the primordial archetypes, its ambivalence, is characteristic of the original situation of the unconscious, which consciousness has not yet dissected into its antitheses. Early man experienced this paradoxical simultaneity of good and evil, friendly and terrible, in the godhead as a unity; while as consciousness developed, the good goddess and the bad goddess, for example, usually came to be worshiped as different beings.’ (Patai 1967, 17, citaat, helaas ontbreken de noten van de introductie).] Perrault stelt: the alchemical coincidence of opposites occurs at the stage of the new moon. While the sun represents the dominant force of the medieval universe, the stage of the new moon (when it is invisible in the night sky) represents renewal and regeneration. Volgens Perrault laten veel regisseurs het toneel baden in maanlicht (‘Shakespeare creates unity of atmosphere chiefly by flooding the play with moonlight’) Deze toespelingen op maanlicht zijn echter ‘technically erroneous’ als men rekening houdt met de fase van de maan, waaraan Shakespeare refereert tijdens het spel.

Het alchemisch huwelijk

Het alchemisch huwelijk

Het Grote Werk is het alchemische huwelijk van Zon (Sol) en Maan (Luna), zoals uitgebeeld in het Rosarium Philosophorum uit 1550. [Vgl. Clark 1997, 217f: In many classic formulations the task of magia naturalis was said to be the uniting – the ‘marrying’ – of heaven and earth. The true natural magician, wrote Della Porta, ascribed all interior effects ‘to the stars as their causes; whereas if a man be ignorant hereof, he loseth the greatest part of the knowledge of secret operations and works of nature’. Quoting Plotinus, he reported that magia had only originated at all ‘that the superiors might be seen in these inferiors, and these inferiors in their superiors, earthly things in heavenly (…) likewise heavenly things in earthly’ (Della Porta, Natural magick, 13f) ID., 219: Despite some extravagant versions of this search for gnostic enlightenment at the highest, most esoteric level (…) Neoplatonic magia developed more soberly and with more practical aims largely because spiritus and materia could be ‘married’ in a natural philosophy concentrating on physics, medicine, mathematics, and astrology, and, thus, on the quantitative categories of number, weight, and measure (in this respect, the modest ambitions of Ficino were, in fact, much more typical than the aspirations of Pico and Agrippa…)]. Het schema van de opposities is als volgt:

Schema van opposities

Schema van opposities

Het water-aspect van de maan is door Shakespeare uitgebreid in A Midsummer’s Night verwerkt, zoals Brown laat zien: ‘[T]ears are seen as a quality of the moon, which governs the action of the play: the moon governs floods (II.i.103) and beholds her visage “in the wat’ry glass” (I.i.210); the “chaste beams of the wat’ry moon” quench the fire of Cupid’s arrow (II.i.162); and when the moon weeps,

weeps every little flower, 
Lamenting some enforced chastity

(II.i.199-200)’ [Brown 1987, 34]. Het alchemische geheim luidt in de (door de Arabieren in de mond gelegde) woorden van Hermes: ‘Ik heb de hete, droge zon genomen en hem in de koude, waterige maan geworpen.’ [Telle 1980, 87. Vgl. ‘Ego Luna crescens humida & frigida, & tu Sol calidus & siccus…’ (Telle 1980, 88 naar Senior [Zadith = Muhammad ibn Umail, Tabula chemica], 1566?, 7f)]. Het samengaan van de opposities, het mysterium conjunctionis (het alchemisch huwelijk van Sol en Luna, Rood en Wit), is het magische moment van ondergang en schepping, vanwaar de magische beladenheid van grenssituaties, de overgang van de ene oppositie naar de andere. Katherine Perrault beschrijft deze overgang (Van Gennep: ‘rite de passage’) in haar analyse van A Midsummer’s Night Dream als volgt:

During the intervening phase of transition, called by Van Gennep ‘margin’ or ‘limen’ (meaning ‘threshold’ in Latin), the ritual subjects pass through a period and area of ambiguity, a sort of social limbo; […] blurring and merging of distinctions may characterize liminality; […] liminal initiands are often considered to be dark, invisible, like the sun or moon in eclipse or the moon between phases, at the ‘dark of the moon’; they are stripped of names and clothing, smeared with the common earth rendered indistinguishable from animals. They are associated with such general oppositions as life and death, male and female, food and excrement, simultaneously, as they are at once dying from or dead to their former status and life, and being born and growing into new ones. (emphasis added)” [Perrault 2005, 125 naar Victor Turner, From Ritual to Theatre: The Human Seriousness of Play, 24, 26].

Het over een grens gaan, van plaats of van tijd, is verbonden met ‘rites de passage’ vanwege het element gevaar, dat inherent is aan het betreden van een andere wereld, waar andere wetten heersen en andere krachten werkzaam zijn, gewoonlijk demonen genoemd. In de uit het Italiaans vertaalde woorden van de 16e-eeuwse trickster Trappola:

thes spirites are of sondry natures… Some are of ye fyre, & some of the ayre 
some watrye some earthly [de 4 elementen], & some golden and fayre 
some like vnto sylver, some leaden, & every mettall [de alchemische metalen]
& they have sondry names by w[hi]ch we (wij, tovenaars) do them call 
some are called folleti [Frans follet = ‘elf’], foraboscki [It. bosco: bos], forasiepi
[It. siepe: haag],
that ys woodcrepers, hedg creepers, & the whyte and red fearye.’

[Briggs 1962, 245 uit The Buggbear, c. 1565 (reprinted in Early Plays from the Italian, Oxford 1911), 116f (act III, sc. iii). In modern Frans is follet ‘dwaas’ en feu follet ‘dwaallicht’, maar uit de gelijkschakeling met ‘fairy’ kunnen we opmaken, dat een ‘elf’ wordt bedoeld.] In het toverboek Le Grand Grimoire, dat het weinig geloofwaardige jaartal 1421 draagt, wordt gesproken over L’ART de commander les ESPRITS célestes, aëriens, terrestrens et infernaux (de Kunst van het bevelen van de hemel, lucht, aard en helse geesten) [J. Rasch, in: Eigen Volk II (1941) 18. Het boek wordt beschreven in Alfred Cerésole, Légendes des Alpes vaudoises, Lausanne-Genève 1921. Grimoire betekent oorspronkelijk ‘grammaire’, thans ‘oncijferbaar’. DAF 331f: gramaire, -moire (12e e.) 1. Grammairien; savant; magicien: Tuit li devin et li gramaire / Et les mestre de nostre loi (12e eeuw: Eneas); 2. Grammaire; latin; 3. Grimoire. Etym. Grammáticum, – tica. La forme grimoire n’apparait qu’au 13e s. Resté en angl. gramarye, magie (gramatique qui est fondemens des autres sciences)]. Dit werk beweert gebaseerd te zijn op de ware geschriften van Koning Salomon, genaamd La Clavicule de Salomon, die de stoutmoedigheid had om de verpletterende woorden, waarvan God zich bediende om de oproerige geesten te verslaan en te doen gehoorzamen, aan het daglicht te brengen [Rasch, a.c. 19. In zijn vertaling van de Clavicula Salomonis oftewel The Key of Solomon the King, een werk, dat de magische geheimen verzameld door Salomon zou uiteenzetten, die hij gebruikte in het oproepen van geesten […] erkent S.L. MacGregor-Mathers de mogelijkheid,dat koning Salomon ‘a magician in the fullest sense of the word’ was. ‘I see no reason to doubt,’ he affirms, ‘the tradition which assigns the authorship of the Key to Solomon, for amongst others Josephus, the Jewish historian, especially mentions the magical works attributed to that monarch; this is confirmed by many Eastern traditions, and his magical skill is frequently mentioned in the Arabian Nights’ (Hall 1989, clxxvi)]. Deze sleutel is echter niet de enige, want er is ook een Grimorium verum, dat is Waarachtig tooverboek of allerbeste ‘Claviculae Salomonis’, van een Hebreeuwschen rabbijn, waarin zoowel de natuurlijke als de bovennatuurlijke geheimen duidelijk te voorschijn komen, op voorwaarde dat de verrichter het noodzakelijke en hierin bevatte doe: men dient echter te weten, dat die dingen enkel door duivelsmacht uitgevoerd worden. Overgezet uit het Hebreeuwsch door Plaingière, met een verzameling toovermiddelen, Te Memphis bij Alibeck den Egyptenaar, 1317 [Rasch, a.c., 112].

Michel Maier - Marriage of Sun and Moon (foto ptero9.com)
Michel Maier – Marriage of Sun and Moon (foto ptero9.com)

Het alchemische huwelijk van Zon en Maan wordt uitgebeeld op een gravure in Michael Maiers Chemical Secrets of Nature (1687): voor een grot omhelzen Zon en Maan elkaar en de bijgevoegde uitleg luidt: ‘Hij wordt verwekt in water en geboren in lucht; wanneer hij rood van kleur is geworden, loopt hij over het water.’ Seligmann voegt toe: De nazaat van Zon en Maan is de rode steen van de filosofen (= wijzen), drijvend op de vloeistof in de smeltpot [Seligmann 1947, 145. Another emblem of the philosophers’ stone is that of the androgyne, a being half male, half female, half Sun, half Moon, holding in its hands the philosophic egg which symbolizes the universe].

Meer informatie:
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-de-red-pill-1-walkaway/
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-de-red-pill-2-feminisme/
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-de-red-pill-3-nashville-verklaring-homohaat-of-christendogma/
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-de-red-pill-4-celine-dions-new-order-q-symbolism-will-be-their-downfall/
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-de-red-pill-5-toxic-masculinity-gillette-the-best-a-woman-can-get-get-woke-go-broke/
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-de-red-pill-6-traps-van-contrapoints/
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-de-red-pill-7-de-transgender-agenda-regenboog-en-noachiten/
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-de-red-pill-8-het-jordan-peterson-effect/
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-de-red-pill-9-straight-pride-parade/
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-de-red-pill-10-hitler-was-een-socialist/
https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-de-red-pill-11-zakkammen-30-cent-brazilian-wax-erica-thomas-hoax-het-ongelooflijk-vervelende-probleem-van-manspreading-trump-voor-fake-seal/

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*


CAPTCHA ImageChange Image