Marten Visser – ’Haal dat been er maar af’, zei Jacques tegen de artsen

Jacques met dochters Merlina (links) en Lorena, waar hij fulltime voor zorgt (foto Peter van Aalst)

Haal dat been er maar af’, zei Jacques tegen de artsen

Altijd een vlammende pijn, sinds de dag dat ’zijn knie pudding werd’ bij dat scooter ongeluk

Den Helder – In maart 2020 wordt het linkerbeen van Jacques van Velzen (48) geamputeerd. Een drama? Niet voor Jacques. Voor hem is het een regelrechte verlossing. De verschroeiende pijn, die hij twintig jaar heeft gevoeld, is weg. Eindelijk.

Het is geen wonder, dat het vreselijk mis gaat op die rampdag in maart 1999. Jacques van Velzen zit in een turbulente fase van zijn leven. Dat betekent wakker worden om een uurtje of tien, even de kop onder de kraan en hup de scooter op. Naar de coffeeshop. Eerst een jointje halen.

Zo ook die dag. “Direct vol gas, ik heb op die kruising niet eens naar rechts gekeken. Het was een beste klap.” Een auto van rechts, boem is ho. Hij omschrijft het plastisch. Het is de dag dat zijn linkerknie pudding wordt op de motorkap van die auto.

Motorblok

Mijn knie zat klem tussen het motorblok van de scooter en die motorkap. Verbrijzeld. Maanden in het ziekenhuis gelegen.” Na een korte stilte “Voordeel was wel, dat ik niet langer dakloos was. Haha.”

Al te diep wil hij er niet meer op in gaan. Die tijd ligt al lang achter hem. Hij heeft alles al jaren lang keurig op een rijtje, maar hij wil er ook niet omheen draaien. Hij leidt in die periode een zwervend bestaan. Ook dat omschrijft hij weer plastisch. “Tot mijn 33e had ik een spannend bestaan aan de duistere kant van de samenleving.”

Op zijn vijftiende uit huis geplaatst. “Het ging niet zo lekker thuis. Zat ik ineens in een soort daklozenopvang voor jongeren. Niet handig. Ik was onhandelbaar, luisterde niet. In die opvang kwam ik in aanraking met drugs. Hard drugs.”

Lang verhaal kort. Het leidt naar een periode van drank, drugs en op straat leven. Dan ineens die motorkap. Pas maanden later rolt hij in een rolstoel het ziekenhuis uit om in Heliomare te gaan revalideren. Het gaat de eerste nacht al helemaal fout.

Ik ging slaapwandelen. Hoe verzin je ’t hè? Ze gebruiken het daar nu nog als casus om aan te tonen hoe sterk je hersens zijn. Want ik kon helemaal niet lopen met die knie. Maar slaapwandelen dus wel. De hele gang door. Tot ik onderuit ging. Ik dacht meteen aan mijn knie. ’Nee hè? Niet weer’.”

Gestrekt

Terug het ziekenhuis in. Het eindresultaat: Jacques raakt in een rolstoel. Met het linkerbeen gestrekt naar voren. “Want ik kon die knie niet meer buigen.” Het is behelpen. Waarom leidt hij eigenlijk zo’n onhandig rollend leven? Met een stijf been? Vraagt een fysiotherapeut, die hij pas veel later tegenkomt zich af. Waarom geen kunstknie? Omdat de artsen hem daarvoor te jong vonden, zegt Jacques. Maar hé, kom maar op.

Jacques van Velzen (1) (foto Peter van Aalst)

Een kunstknie dus. Er gaat een wereld voor hem open. ’Gewoon’ in een rolstoel zitten. Soms zelfs een stukje lopen, met krukken. “Ik voelde me bevrijd. Het allerlekkerste was, dat ik weer naar het toilet kon met de deur dicht. Weet je hoe erg dat is? Altijd de WC deur open. Ook als je ergens op bezoek bent? Vreselijk.”

Begeleiding

Echt stabiel is het nog niet in die tijd, geeft hij toe. Er is wat geestelijke begeleiding nodig om Jacques van Velzen weer op de rit te krijgen. Maar uiteindelijk komt het goed. Geen drank en drugs meer, een eigen huisje en een baan, in Heerhugowaard.

Moest ik een stukje lopen vanaf de trein. Dat ging moeilijk. Stelde mijn baas voor om een scooter voor me te kopen.” Een scooter? Hij kijkt wel lekker uit, zegt Jacques. “Maar ja, dan denk je ’man, zet je er overheen’. Wat kan er gebeuren? Gewoon niet weer vol gas een kruispunt over gaan. Dus ik weer op de scooter. Wat denk je? Na een week een drankrijder op mijn weghelft.”

Magnushof

Weer boem, weer ho, weer in de kreukels. Bekken gebroken. Drie maanden plat liggen in Magnushof en uiteindelijk een kunstheup. “Dat liggen heeft de revalidatie van mijn knie te niet gedaan. Die is toen volledig verstijfd. Sinds die tijd had ik altijd pijn.”

Maar goed, dan hebben we alle ellende wel gehad, denk? Euh nee, we spoelen even een jaar of tien door. Fast forward. December 2017. Bij de veerboot van TESA gijzelt een verwarde vrouw een collega schoonmaakster. Ze houdt haar een mes op de keel. Het slachtoffer is Monika, de vrouw, waar Jacques dan een relatie mee heeft.

Veerhaven

Ik werd gebeld en ben met een taxi naar de veerhaven gegaan. Alles afgegrendeld natuurlijk, overal van die commando’s. Ik mocht er niet door, maar ben op mijn krukken toch gaan rennen. Uiteindelijk wist Monika zich los te werken. Zaten we ineens samen in de ambulance.” Die sprint daar bij de veerhaven is er te veel aan geweest, denkt hij. “Daar is mijn knie nog extra beschadigd. De pijn was al heftig, maar sinds die tijd werd het nog erger.”

Verminking

Haal dat been er maar af, zegt Jacques tegen zijn doktoren. “Wilden ze niet. Als je zelf om amputatie vraagt zit er een steekje aan je los. Snap ik ook wel. Een arts is opgeleid om een probleem op te lossen. Amputatie zien ze als verminking. Maar ik was al 25 keer aan die knie geopereerd, ik was er klaar mee.”

Probeer toch nog één keer een nieuwe prothese, zeggen de doktoren. Het is 18 oktober 2019, Jacques weet het nog precies. “Geloof me: ik kan heel wat hebben. Ik weet wat pijn is. Maar toen ik uit die narcose bij kwam.. Alsof er gloeiende kolen op mijn been lagen. Zoveel pijn. Moest ik in een machine om mijn knie te buigen. Ging ik van mijn stokje door de pijn.’’

Genoeg, besluit hij. Dat been móet er af. “Als jullie ’t niet doen, doe ik ’t zelf, heb ik gezegd. ’Ik kan dat been ook ergens op de rails leggen’. Toen namen ze me wel serieus.” Op 11 maart 2020 wordt hij de operatiezaal van het ziekenhuis in Alkmaar in gereden. Het laatste, dat hij hoort, is de anesthesist. “Die zei iets van: ’jij gaat even lekker met God praten’. Ik dacht ’Nee man, het is niet de bedoeling dat ik dood ga’. Hij bedoelde natuurlijk, dat ik lekker zou gaan spacen door de narcose, haha.”

Fantoompijn

Daarna ziet de hele wereld er anders uit. Geen linkerbeen meer. Weg is die vlammende pijn in zijn knie. “Vanaf het moment dat ik uit de narcose kwam was alles anders. Het leek wel, of het gevoel dat mijn knie pudding werd op die motorkap ook weg was uit m’n hoofd. Geen pijn meer.”

Jacques van Velzen (2) (foto Peter van Aalst)

Er komen wel andere ongemakken voor terug. Fantoompijn. “Apart hoor. Ik voel mijn been nog. Kan het ook bewegen, in gedachten dan.” Hij grapt wel eens, dat hij letterlijk al met één been in het graf staat. “Een deel van mij is al daar, waar ik later ook heen ga. Haha. Nee joh, niks van denken. Gewoon een geintje. Ik voel me bevrijd. Alsof ik 21 jaar moet inhalen, ik bruis van de energie.”

Jacques van Velzen is fulltime vader voor zijn twee dochters Lorena (9) en Merlina (10). Hij zit al in een rolstoel als ze worden geboren. Hun moeder Lydia krijgt na de bevalling van hun tweede dochter een zwangerschapspsychose.

Ze bleek een vorm van autisme te hebben. Vanaf die dag stond ik er alleen voor. Je zit in een rolstoel en moet voor twee jonge kinderen zorgen. Doe ’t maar eens.” Hij heeft het gered. Met hulp. Noem Jennifer Darphorn even, vraagt hij. “Van Esdégé Reigersdaal. Die heeft echt heel veel voor me gedaan. En mijn familie en de familie van Lydia ook.”

Altijd rollen

Hij herinnert zich van die tijd het ’rollen’ door Den Helder. “In de rolstoel, vaak met Lorena in de maxi cosi op schoot. Andere mensen rennen, ik ging rollen. Heerlijk, dat was mijn uitlaatklep.” De relatie met Lydia heeft geen stand gehouden. Als het kan bezoeken de meiden hun moeder. “Ze woont zelfstandig, met begeleiding. Geen kwaad woord over Lydia. Ze doet wat ze kan en het is een ontzettend lieve moeder.

Hij heeft alleen vrouwen om zich heen, zegt Jacques. Dochters Lorena en Merlina wonen thuis, dochter Mathilda uit de relatie, die hij had met Monika (zie tekst hiernaast) woont met haar moeder in Zeewolde. “Ze komt om de twee weken een dagje hier.” Uit een eerdere relatie was er al Melissa. “Geboren op de dag, dat ik 21 jaar werd.” Ze hebben goed contact. “Alleen vrouwen dus. Maar dat verandert. In juni word ik opa van Melissa en dat wordt een kleinzoon.

Jacques van Velzen (3) (foto Peter van Aalst)

Het nieuws over het Corona Virus volgt hij soms hoofdschuddend. Dat geklaag over dingen, die even niet meer kunnen. “Klagen helpt niet hè? Corona is er, het is kut en we hebben er allemaal mee te maken. Er wordt veel te veel gezeurd en geklaagd.”

De zon schijnt

Vandaar ook dat hij zijn verhaal doet. Om te laten zien, dat er altijd weer een nieuwe dag komt, met nieuwe kansen. Hoe diep je ook zit. “Tuurlijk voelt het soms, alsof je leven over is, als je iets heel heftigs meemaakt. Is niet zo. Kijk maar naar mij. De zon schijnt altijd, maar je moet er wel zelf naar toe gaan. De hele dag roepen hoe erg je het hebt, dat werkt niet. Ik heb sowieso een hekel aan medelijden. Dat helpt niet. Ik vind de mentaliteit van mensen vaak erg negatief. Nergens voor nodig. Het helpt helemaal niet om er met een gestrekt been in te gaan.”

Hij schiet in de lach, bedenkt, dat hij wat betreft dat laatste wel heel makkelijk lullen heeft. “Er met een gestrekt been ingaan. Ik kan het niet eens meer. Haha.”

Jacques wil wat hij heeft meegemaakt inzetten om andere mensen te helpen als ervaringsdeskundige. Interesse? Stuur hem een mail via heldervanvelzen@gmail.com

Helderse Courant, 6 maart 2021, 13:55

https://www.noordhollandsdagblad.nl/cnt/DMF20210305_86611843

Meer informatie
https://robscholtemuseum.nl/?s=Jacques+van+Velzen
https://robscholtemuseum.nl/tim-engelbart-terreur-in-den-helder-wild-gillende-vrouw-gijzelt-andere-vrouw-met-een-mes-ronald-den-boer-dader-en-slachtoffer-gijzeling-waren-collegas/