Edzard Dideric – Korte geschiedenis (134) van de dodelijke glimlach (vervolg)

Wat vooraf ging:
https://robscholtemuseum.nl/edzard-dideric-korte-geschiedenis-132-van-de-dodelijke-glimlach/
https://robscholtemuseum.nl/edzard-dideric-korte-geschiedenis-133-van-de-dodelijke-glimlach-vervolg/

Restaurant was een groot woord voor de benauwde, groezelige en schaars verlichte huiskamer. Afgezien van een stokoude kalender met een foto van het graf van de onbekende soldaat, was er weinig Frans aan. De rijk gevulde bouillabaisse daarentegen, was het wel degelijk. Vanwege het late uur waren de enige klanten. De keuken verstopte zich achter een aan het plafond gespijkerd gordijn van verschoten velours. Pas toen ze hun borden leeg hadden, kwam de ober opnieuw in beeld. De dessertwensen, wat die waren. Ling keek vragend naar Wanda.
Parfait, was het antwoord.
Bien sur, zei de man, en verdween weer achter de coulissen.
Tweederangs James Bond film, siste Ling.
Wanda knikte en wist te vertellen dat de ober inderdaad acteur van beroep was.
Ja hoor, zei Ling, dat moet ik geloven?.
Okay, op het moment werkeloos, maar toch.
Je kent zo’n beetje iedereen in de buurt?
Valt best tegen, klonk het geërgerd.
Benieuwd naar wat zich achter het gordijn verborg, ging Ling een kijkje nemen. Hij wist niet wat hij zag. De acteur, ofwel ober, bleek tevens kok. Wellicht tevens eigenaar… Hij stond met een kookboek in de hand in een pan te roeren. Naast een half verroest fornuis bevond zich een getraliede box. Waarin een broodmagere peuter met blokken speelde. Tegen de bakstenen muur stond een deels gesloopte Harley Davidson. Verspreid over cementvloer stond een aantal zwarte plastic kratten. Waarvan sommige gevuld waren met groenten. Andere met luiers, kleding, tijdschriften, motoronderdelen, beddengoed. Nog maar net terug op zijn stoel, arriveerde het dessert.
Ici le parfait, zei de ober/acteur/ kok/eigenaar.
Delicieux, zei Wanda.
Delicieux, echode Ling.
Bon appetit.
Merci beaucoup, antwoordden de geliefden in koor.

Om op de terugweg naar huis, iets van de buurt te laten zien, stelde Wanda een kleine omweg voor.
Ach, zei Ling, met een volle maag vind ik alles best.
Alles?
Bij wijze van spreken.
Terwijl ze de straten doorkruisten werd hij door haar op diverse favoriete kroegen gewezen.
Favoriete kroegen? Onheilspellende spelonken, als je het mij vraagt.
Doe normaal, zei ze, elke plek heeft een eigen typische sfeer.
Net wat je onder sfeer verstaat…
Liggen! Nu!
Vanuit een steeg was een man tevoorschijn gesprongen. Bivakmuts op en een koksmes in de hand, waarmee hij vervaarlijk zwaaide.
Op je buik, allebei!
Ze wierpen zich gedwee op het plaveisel. Twee snelle handen doorzochten hun kleren. Binnen luttele seconden was de overvaller weer verdwenen. Ling sprong scheldend overeind en zette direct de achtervolging in.
Zijn portefeuille vond hij verderop terug. Uiteraard leeg. Van de klootzak geen spoor. Zich ineens Wanda herinnerend, rende hij terug naar de plek des onheils. Alwaar ze in het niets leek te zijn opgelost.
What the fuck?
Nerveus om zich heen turend hoorde hij boven zich ineens een stem.
Hierzo!
Ling keek omhoog. Het was Wanda, die vrolijk zwaaiend uit een raam hing. In gezelschap van een Afrikaans ogend type.
Paarse deur, riep de onbekende, flink duwen en dan drie trappen op!
Ling stak zijn hand in de lucht dat hij het begreep en ging naar binnen. De penetrant geurende trappen bleken lang, donker en steil.

De Afrikaan stelde zich al handenschuddend voor als Slim.
Ling, zei Ling.
Balen man, zo’n motherfucker. Hoeveel ben je kwijt?
Meer dan honderd, zei Ling.
Klote. Biertje dan maar, tegen de schrik?
Okay.
Wanda stond nog steeds uit het raam te turen. Alsof de overvaller elk moment terug kon komen. Ling onderwierp het appartement aan een inspectie. Het karige meubilair bestond uit een sofa, een open kast met fotoapparatuur en een tafel met vier stoelen. Aan de wand opgeprikte foto’s van jonge vrouwen in diverse soorten en maten. Sommigen waren met tape of koord op een stoel vastgebonden, een aantal plaste vrolijk op de planken vloer. Dezelfde vloer waarop Slim met een dreun de krat pils neerzette.
Dat ik fotografeer heb je al geraden. Je liefje al ontdekt?
Ling knikte maar wat.
Daar zo, zei Slim, op de muur achter hem wijzend.
Op exact dezelfde sofa als die in de kamer stond, zat een ingesnoerde Wanda met een prop in haar mond. Tussen haar benen iets wat op een colaflesje leek. Ling haalde zijn schouders op. Alsof het doodnormaal was. Maar Wanda was zich niet gek.
Kunst, verkondigde ze, terwijl ze zich omdraaide.
Hij wuifde haar uitleg achteloos weg.
Overigens, ging ze verder, kenden we elkaar ten tijde van die foto nog niet.
We, over welke “we” heb je het nu precies?
Gewoon, jij en ik. O, jij dacht… Ben je gek, Slim is een trouwe vriend, meer niet.
Okay.
Ling begon de foto nader te bestuderen. In een poging zijn stoere volleybalster met het hulpeloze slachtoffer te rijmen. Wat onmogelijk bleek. Hij voelde de gevreesde glimlach opkomen en verzocht om een time-out.
Met alle plezier, zei Slim, een met de tanden geopend biertje aanreikend.
Voor mij geen alcohol, lieve mensen, verkondigde de opzichtig gapende Wanda, ga naar mijn bedje. Tot later, Ling.
Hij stak zijn duim op en hoorde zichzelf iets ondefinieerbaars antwoorden.