Cor Hendriks – Het zien van de toekomstige echtgenoot of echtgenote (1)

Ross besluit zijn artikel over ‘The Knive Against the Wave’ [zie: ‘Het mes in de golven’: https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-het-mes-in-de-golven/] met een sage, die niet goed in zijn serie past. Hij introduceert de sage als volgt (om bij het voorafgaande aan te knopen): ‘Uit Kilcar in dezelfde county (Donegal) komt een alleenstaand geval van huwelijkswaarzeggerij, waaraan de mes-in-de-golven-episode werd bevestigd, nogal ongerijmd, als een zwevende traditie. Een jong meisje beoefent de gevaarlijke praktijk van het laten verschijnen van de toekomstige echtgenoot met Halloween door het klaarzetten van een maaltijd. De gehaalde laat zijn mes achter op haar tafel. Na het huwelijk bekent ze.’ Hij laat dit volgen door een citaat (niet haar bekentenis): ‘“O, jij bitheamhnach,” zei hij, ‘jij speelde kwade streken toen je dat mes kreeg, want ik was toen met twee gezellen aan het vissen in die en die baai en ik viel flauw in de boot en was een tijdje buiten bewustzijn totdat mijn makkers me wakker schudden. Toen ik bijkwam, riepen ze dat een enorme golf achter ons aankwam. Ik had vaak gehoord van de kracht van het gezegende ijzer, dus ik trok mijn zakmes tevoorschijn, opende het en wierp het tegen het kwaad (d.w.z. de golf) in de naam van de Drieëenheid, en meteen ging de golf liggen en dat was het moment waarop jij je kwade streken beoefende.” Aldus sprekend rukte hij het mes uit haar hand en wierp het in het vuur.’ (Ross 1994, 86f naar Ó Muirgheasa 1928, 128f).
Meer wordt er door Ross niet over gezegd, want het deel van het mes in de golf is na de andere voorbeelden duidelijk. Wat echter zo gevaarlijk is aan de praktijk van het zien van de toekomstige echtgenoot wordt door hem niet uitgelegd (ook wegens gebrek aan Ierse voorbeelden). We zullen echter zien, dat in deze praktijk het mes op een hele andere manier wordt gebruikt, al wordt er wel mee gegooid. Eerder hebben we al de sage gezien van de man wiens mes overboord viel en terechtkwam in de kool, die zijn geliefde op Halloweenavond wilde uittrekken. [Zie: ‘Het raadsel van Cloena’: https://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-het-raadsel-van-cloena/]

Het mes speelt een belangrijke rol in enige sagen uit de collectie ‘Deutsche Sagen’ van de gebroeders Grimm. De eerste betreft het geloof, dat een meisje in de Andreas-, Thomas-, Kerst- en Nieuwjaarsnacht [= Silvesternacht] haar toekomstige geliefde kan uitnodigen en zien. Ze moet een tafel voor twee personen dekken, maar er mogen daarbij geen vorken zijn. Wat de minnaar bij het weggaan heeft achtergelaten, moet zorgvuldig opgeheven worden, hij komt dan naar degene, die het bezit, en bemint haar heftig. Het mag echter niet meer door hem gezien worden, want anders herinnert hij zich de kwelling, die hij in die nacht door bovenmenselijk geweld heeft geleden, en wordt zich bewust van de betovering, waardoor groot ongeluk ontstaat. Een mooi meisje uit Oostenrijk begeerde eens om middernacht op de gebruikelijke wijze haar minnaar te zien, waarop een schoenmaker met een dolk binnentrad, haar die toewierp en meteen weer verdwenen was. Zij raapte de naar haar gegooide dolk op en sloot hem in een kist. Weldra kwam de schoenmaker en vroeg om haar hand. Enige jaren na hun huwelijk zocht ze iets in haar kist en haar man zag de open kist en wilde kijken, maar ze weerhield hem, waarop hij haar wegduwde en in de kist zijn verloren dolk zag. Hij wilde weten, hoe ze daaraan was gekomen. Ze bekende wat ze gedaan had, waarop de man haar vervloekte als de hoer, die hem zo vreselijk had laten lijden, en de dolk in haar hart stiet. Aan dit verhaal, dat uit verschillende 17e-eeuwse bronnen komt, wordt nog een mondelinge versie geknoopt over een jager, die zijn ‘Hirschfänger’ (hartsvanger) achterlaat. Als de vrouw voor het eerst in het kraambed ligt, stuurt ze, als ze het niet meer aankan, hem om ‘Weißzeug’ (witgoed) te halen en denkt er niet aan, dat daar het tovergerei (het mes) ligt, dat hij vindt en waarmee hij haar doodt.[1]

Ook in Zweden is dit verhaal bekend: Een meisje houdt nachtwake met een glas voor haar om een nachtelijk visioen van haar toekomstige man te hebben. Zijn dubbelganger (‘double’) verschijnt en leegt het glas, maar vergeet zijn mes bij het weggaan. Later, wanneer ze getrouwd zijn, vindt de man het mes en herkent het als het zijne. Hij herinnert de kwelling, die hij geleden, toen het meisje zijn dubbelganger dwong naar haar te komen, en hij doodt haar. (Klintberg 2010, 31 type A32: ‘Future husband’s doppelganger leaves knife’ [over heel Zweden, 10x]). Ook type A33: ‘Agonies of future husband’ (9 regio’s) hoort hierbij: Door een nachtelijk ritueel laat een meisje de dubbel van haar toekomstige echtgenoot verschijnen. Hij wordt op dezelfde tijd zeer ziek. Later trouwen ze en de man komt van het ritueel te weten [wat eigenlijk alleen kan door het gevonden mes] en hij vertelt zijn vrouw van de kwelling, toen ze zijn dubbel dwong te verschijnen. Vgl. ook A34: ‘Glasses on the table’ (4 regio’s): Een meisje houdt nachtwake met 3 glazen voor haar [op tafel]. Ze heeft ze gevuld met water, wijn en sterke drank om te ontdekken of haar toekomstige man een arme boer, een rijk man of een zuiper is. De dubbel van de toekomstige man verschijnt en drinkt uit een van de glazen; vgl. A35: ‘Disappointing omen’ (5 regio’s): Een meisje waakt om haar toekomstige man te zien en heeft een visioen van een man [d.w.z. zijn dubbel komt] die haar niet bevalt (een zuiper). Een tijdje daarna trouwt hij met haar.

Thompson heeft het opgenomen als AT 737: ‘Who Will be her Future Husband?’ Een meisje probeert op advies van een waarzegger uit te vinden wie haar toekomstige man zal zijn (Mot. D1825.1.2). Een generaal verschijnt en vergeet zijn zwaard. Het meisje verbergt het zwaard. Later, wanneer ze als vrouw van de generaal haar zwaard toont, doodt hij haar. (Thompson 1961, 253: 6 versies uit Estland, 2 uit Livonië, 2 Iers, 5 Engels, 2 Engels-Amerikaans). Bij Uther is de omschrijving van ATU 737 beter. Op nieuwjaarsavond (kerstavond) ziet een jonge vrouw haar toekomstige echtgenoot [Mot. D1825.1], een soldaat. Wanneer de verschijning weggaat, slaagt ze erin zijn sabel (zwaard) te behouden. Wanneer de soldaat thuiskomt, trouwen ze. Later vindt hij zijn zwaard in een kist. Hij doodt (bijna) zijn vrouw (en zichzelf) met het zwaard, omdat hij zoveel geleden had door het verlies van het zwaard. (Uther 2004, I, 394 met veel meer varianten)

Eveneens gebaseerd op 17e-eeuwse bronnen is de erop volgende Grimm-sage over de te eten uitgenodigde geliefde, die zich afspeelt in Saalfeld in Thüringen. Het betreft een ‘Schöfferin’ (belastinginster), die in het geheim verliefd was op haar schrijver. Ze liet een brood bakken en stak midden in de Kerstnacht twee messen kruisgewijs erin onder het mompelen van enige woorden. Daarop kwam de schrijver uit zijn slaap geheel naakt de kamer ingesprongen, ging aan tafel zitten en keek haar strak aan. Ze stond op en liep weg, waarop hij de messen uit het brood trok en achter haar aan wierp, haar zeer verwondend. Daarna ging hij weg. De ‘Muhme’ (tante), die erbij aanwezig was, schrok zo, dat ze wekenlang ziek lag. De schrijver zou de volgende dag gevraagd hebben, welke vrouw hem die nacht zo beangstigd had; hij was zo afgemat, dat hij het nauwelijks kon zeggen (vgl. nachtmerrie), want hij had mee gemoeten en had zich niet genoeg kunnen verweren.
De oude vrouw, die dit verhaal vertelde, kende nog een andere versie, die zich afspeelde in Coburg, waar enige jonkvrouwen negenerlei eten op tafel hadden gezet om middernacht en aan de tafel waren gaan zitten. Daarop kwamen hun geliefden en brachten allemaal een mes mee en wilden bij hen gaan zitten. De juffers schrokken en renden weg, maar eentje wierp zijn mes achter hen aan. Een van de juffers (die geraakt was?) keek om, keek hem aan en raapte het mes op. In een andere versie zou in plaats van de uitgenodigde minnaar de ‘leibhaftige Tod’ de kamer zijn binnengekomen en zijn uurglas bij eentje neergezet hebben, die toen ook binnen dat jaar stierf. In Silezië gingen in een heilige nacht [Kerstnacht?] drie jonkvrouwen (‘Hoffräulein’) aan een gedekte tafel zitten wachten op hun geliefden voor wie ook een bord was neergezet; er kwamen er maar twee opdraven, die bij hun juffer gingen zitten. De derde bleef weg en de juffer was het wachten tenslotte beu, ging naar het raam en zag daar een doodskist staan met een juffer erin, die op haar leek, waarvan ze zo schrok, dat ze ziek werd en weldra stierf. In een mondelinge versie komt de doodskist de kamer in, ze gaat ernaar toe, het deksel gaat omhoog en ze valt dood erin.[2]
Uit Zweden komen de volgende varianten: Een meisje, dat nachtwaakt om haar toekomstige echtgenoot te zien, ziet een doodskist (verloofde in doodskist, hoofdloze minnaar). Haar verloofde sterft (of zij sterft zelf) korte tijd daarna. (of: Twee meisjes waken; de ene ziet haar toekomstige man, de ander ziet een doodskist) (Klintberg 2010, 31 type A36: ‘Vision of coffin’, 6 regio’s, 12 var.); vgl. A37: ‘Vision of executioner’: het wakende meisje ziet een man met een bijl, wordt later ter dood veroordeeld en herkent de beul als de man uit het visioen (2 reg.); A38: ‘Vision of horsehoofs’: wakend meisje ziet bloederig laken met hoefsporen, wordt overreden door koets (3 reg.); A39: ‘Vision of widower with children’: wakend meisje ziet een grote figuur gevolgd door diverse kleine en trouwt kort daarop een weduwenaar met kinderen (2 reg.).

Praetorius vertelt hierover in zijn ‘Weihnachtsfratzen’ (kerstkletspraatjes): Meisjes, die over hun geliefde willen dromen (d.w.z. hem willen zien in een droom), kopen vroeg op de dag voor de heilige avond (= Kerstavond) voor een Pfennig witbrood (‘Semmel’) en wel het laatste broodje van een reeks. Daar snijden ze een stukje korst af, binden het onder hun rechterarm en lopen daarmee vlijtig de hele dag rond. Bij het slapengaan leggen ze het onder hun hoofdkussen in de Kerstnacht en zeggen daarbij:
“Nu heb ik me gelegd en brood bij me,
Als nu toch mijn “Feinslieb” kwam en met me at!”
Daarop zou het gebeuren, dat om Middernacht van die ‘Semmelrinde’ (broodkorst) iets geknaagd werd en daaraan kan men weten, dat de geliefde haar in het komende jaar zal trouwen. Is het brood echter nog heel, dan hebben ze slechte hoop. In Leipzig in 1657 zou het gebeurd zijn, dat twee meisjes samen in een bed sliepen. De ene had zo’n brood onder haar [kussen] liggen, de ander niet. Deze hoorde ’s nachts geknor en geknaag, was bang en schudde haar vriendin, die echter diep in slaap was en niets merkte. ’s Morgens bleek een kruis in het brood gevreten. De vrouw zou spoedig daarna met een soldaat getrouwd zijn.

De oude vrouw uit Saalfeld vertelde ook, dat anderen een emmer water nemen en die met een kleinere maat leeg scheppen in een ander vat. Ze doen dit enkele malen en zien toe of tijdens het meten ze meer water hebben dan eerst. Daaruit besluiten ze, dat ze het komend jaar zullen toenemen aan have en goed. Hebben ze evenveel, dan geloven ze dat het lot stilstaat en ze geluk noch ongeluk hebben. Is er op het laatst minder water, dan gaat hun welstand achteruit. Anderen nemen een erfsleutel en een kluwen garen, binden de draad aan de sleutel en hangen hem een el of zes uit het raam en bewegen hem heen en weer langs de muur en roepen: ‘Horch! Horch!’, dan zullen ze een stem horen uit de richting, waar ze zullen trouwen en gaan wonen. Anderen grijpen uit de deur en hebben, als ze hun hand terugtrekken, enige haren van hun toekomstige minnaar daarin.[3]

Ook in Engeland wordt een love-charm met een mes beschreven, voor het eerst in een laat-18e-eeuwse volksboek ‘The Universal Fortune-Teller’, waar de instructie zegt, dat de opzegger een pennenmes moet steken door het schouderbot van een lam, zeggend:
“‘Tis not the bone I mean to stick,
But my lover’s heart I mean to prick;
Whishing him neither rest nor sleep,
Till him comes to me to speak.”
De titel luidt: ‘To know if your present Sweetheart will marry you’, maar uit de woorden blijkt, dat de spreuk bedoeld was zoals de editor van ‘Notes and Queries’ schreef in 1873 ‘to compel the love of another, to turn the heart of an indifferent one.’ In een variant, afkomstig uit een rechtzaak in Londen, wordt het hart niet geprikt met een mes maar gescheurd:
“It’s not this herb I wear,
But N’s hard heart to tear;
May he never rest or happy be,
Until he returns to me.” (Roper 2005, 156).
De bijgaande actie zal wel bestaan hebben uit het stukscheuren van het gedragen kruid. Een andere formule om het hart van de geliefde om te keren luidt:
“It is not this salt that I wish to burn,
But my lover’s heart I wish to turn,
So that he may not rest nor happy be,
Until he comes to me.” (MGR 283 nº654)
Hier bestaat de begeleidende actie uit het verbranden van zout.

De gewoonte om met Halloween koolplanten uit de grond te trekken om het uiterlijk van de toekomstige echtgenoot te ontdekken wordt beschreven door Duncan in zijn folklore-rapport van de Ierse county Leitrim. Hallowe’en of zoals men daar zegt ‘Holly-eve’ bestond (want het rapport is van het eind van de 19e eeuw) uit de gewoonlijke spelletjes als ‘bobbing for apples’, te vergelijken met het Nederlandse koekhappen, ‘ducking for money’ en het gieten van gesmolten lood door een sleutel in water om de toekomst te voorspellen, maar het hoofdamusement bestond uit het ontdekken van de naam, maar in feite gaat het om het uiterlijk, van degene die je toekomstige partner zal zijn. De meisjes worden geblinddoekt naar de kooltuin gebracht en trekken kolen uit de grond en bepalen aan de hand van de uitgetrokken kool het uiterlijk van hun toekomstige echtgenoot. Later in de nacht stelen de jongens al de kolen, die ze kunnen krijgen, en gooien ze aan stukken op de straten, die soms ‘s morgens helemaal vol liggen met koolpulp. Een ander gebruik is dat een meisje heimelijk zoekt naar een ‘briar-thorn’ (doornstruik), die teruggegroeid is naar de grond en zo een ‘loop’ (cirkel) vormt. ’s Avonds laat kruipt ze erdoor in de duivels naam, snijdt de ‘briar’ af, legt hem onder haar kussen zonder een woord te zeggen, en ze zal dromen van haar toekomstige echtgenoot. Een andere methode is om een kluwen of bal wol neer te gooien in een ‘lime-kiln’ (kalkoven) ’s avonds in de duivels naam, het einde in de hand houdend. Dan rolt men de bol weer op met de woorden: ‘Wie houdt mijn kluwen vast?’ en de naam die al dan niet uit de diepte klinkt, is die van de toekomstige echtgenoot. (Een prima gelegenheid om iemand voor de gek te houden, zoals menig verhaal betuigt, vgl. ATU 1476: ‘The Prayer for a Husband’).
Ook jongens hebben een ritueel: ze verzamelen 10 klimopbladeren zonder te spreken en gooien de 10e weg. Ze mogen pas tegen bedtijd in huis gebracht worden, en worden gestopt in de rechtersok en onder het kussen gelegd, met slechts deze woorden:
“Nine ivy leaves I place under my head
To dream of the living and not of the dead.
If ere I be married or wed unto thee,
To dream of her to-night, and her for to see,
The colour of her hair, and the clothes that she wears,
And the day she’ll be wedded to me.”
(Soms worden ook ‘yarrow’-bladeren gebruikt.) Anderen nemen een ‘rake’ (hark, riek) en gaan 9x rond een ‘rick’ (hooimijt), zeggend: “I rake this rick in the name of the devil,” en de 9e keer zal de geest (= double) van de toekomstige partner verschijnen en de ‘rake’ uit de handen van de operator (van deze magie!) nemen. (Folklore 5, 195-7).

De Vlaamse folklorist De Cock merkt op in zijn aantekeningen bij ‘Van het Meisje dat O. L. Vrouw om een man bad’ [= ATU 1476]: In Luik zeggen de meisjes bij het naar bed gaan (op 30 Nov.):
“Saint André, mon bon patron,
Faites-moi voir dans mon songeant
Le mari que j’aurai en mon vivant.” (De Cock 1919, 277 = R-D 1870, II, 229)

Het gieten van gesmolten lood en tin in water is op Andries-, Thomas-, Kerst- en Silvesteravond algemeen in Duitsland: de vormen, die dat lood en tin in het water aannemen, moeten de toekomstige echtgenoot doen kennen. Samuel Walther, rector van het Maagdenburger gymnasium, maakt in zijn ‘Singularia Magdeburgica’ (1732, 767) melding van de gewoonte van meisjes om in de Kerstnacht hun haren op te maken en ’s morgens in een emmer water te kijken, of ze een ‘Crantz’ of ‘Haube’ op het hoofd hebben (verdere uitleg wordt niet gegeven).[4] In de St. Thomasnacht luisteren ongetrouwde meisjes aan de ‘höllhafen’ (kachelpot) en ieder hoort de handwerker arbeiden, die ze als echtgenoot zal krijgen. In de Bovenpfalz gaan op zekere nacht van het jaar de meisjes naar de dorpsbron, die haar, bij het licht van de maan, haar aanstaande toont (Knappert 1887, 199 naar Panzer I, 265 nº149; ib., 124).
In een Noorse sage wordt uitgebreid het loodgieten beschreven, toegepast om te bepalen wat voor ziekte een kind heeft. Over een kom water wordt een dunne haverkoek gelegd met in het midden een gat, gemaakt met een stopnaald, waardoor langzaam de gesmolten lood wordt gegoten, terwijl de ‘heks’ een lange bezwering opzegt (die eigenlijk al het kind moet genezen). Dan wordt de koek weggenomen en zijn de figuren te zien, die het lood heeft gevormd. Een man met twee grote hoorns en een staart duidt op de ‘goblin-spell’, een meermin duidt op een ‘water-spell’ en een doodskist met erin een lijk, dat zijn vingers uitspreidt, duidt op de ‘corpse-spell’. De eerste ziekte loopt het kind op, als je ermee langs een trollenheuvel gaat en vergeet het kind te bekruisen, de tweede als je dat vergeet bij het oversteken van een rivier, en de 3e bij het passeren van een kerkhof. Het kind heeft de derde en de remedie is het begraven van een als de baby verklede pop op het kerkhof, waardoor de doden denken dat ze het kind hebben. De eerste ziekte geneest de heks eenvoudig door de zieke jongeling onder een stuk turf door te duwen tegen de zon in (Booss 1984, 106, uit: ‘The Witch’).
Braekman geeft een recept, getiteld: ‘Die es betovert. Dus machment weten’, dat luidt: “Nym een vat ende do et vol wins, ende dan ghieter in gesmolten loot, ende seg diese wort: ‘Poro, porta et crosabaur aray et aray paclitus. Amen.’ Dan sal blicken int lod wat hem gedain is, ende darna werpet in een lopende water off fonteyne.” (Voor wie is betoverd: Neem een vat en doe het vol met wijn en giet dan gesmolten lood erin en zeg deze woorden … Dan zal blijken uit [de vorm van] het lood wat hem (= de betoverde) is gedaan; en daarna werpt men het in stromend water of bron.) (Braekman 1997, 293).

In Duitsland is sinds lang de gewoonte bekend om op bepaalde dagen, vooral in de tweede helft van december, gesmolten lood of tin in een schotel water te gieten. De figuren die zich bij het stollen van het metaal vormen gebruikte men voor het voorspellen van de toekomst. Zo betekenen sterren geluk, kruisen lijden, diertjes de dood, enz. Bovendien werd op het loodgieten ook een beroep gedaan om het liefdesleven, het al dan niet huwen, trouw of ontrouw te voorspellen (HDA I, 1389-1391).

Op Halloween een appel schillen voor een kaarsverlichte spiegel toont je het gezicht van je toekomstige echtgenoot (Walker 1983, 50). St. Agnes-vooravond was de traditionele tijd voor meisjes om de namen van hun toekomstige geliefde te weten te komen door middel van toverspiegels (ID., 13).

Roper besteedt veel aandacht aan de ‘love divination charms’: hierbij wordt zeer vaak een bepaalde dag van het jaar genoemd, waarop zij werken, maar er is weinig ‘general agreement in the tradition as to which days these were’ en hij somt op: the eve of Twelfth day (i.e. Twelfth Night: 5-1), St. Agnes’s Eve (20-1), St. Agnes’s Day (21-1), St. Valentine’s Eve (13-2), Day (14-2), St. Mark’s Eve (24-4), St. Faith’s Day (6-10), St. Luke’s Day (18-10), the day of SS. Simeon and Jude (28-10), St. Thomas’s Eve (20-12) en Kerstavond, etc. Roper onderscheidt diverse typen, als eerste All hail, een korte ‘love divination’, gericht tot de nieuwe maan, waarvan de oudste versie komt uit ‘Mother Bunch’s Closet Newly Broke Open’ uit 1685. Het betreft rijmen ‘uit de oude doos’, een voorloper van de later zo populaire ‘rijmen van Moeder de Gans’. De rijm luidt:
“New moon, new moon, I pray thee
Tell me this night who my true love will be.”
Uit dezelfde tijd en volgens John Aubrey in gebruik bij ‘our English woemen in the Country’ is de triplet:
“All haile to thee Moon, all haile to thee!
I prithee good Moon, declare to me,
This night who my husband must be.”
Latere versies zijn variaties hierop, bijvoorbeeld de ‘charm’ uit Whitby, 1817:
“New moon! New moon! I hail thee,
This night my truelove for me to see:
Not in his best nor worst array,
But his apparel for every day;
That I to-morrow may him ken,
From among all other men.”
Deze spreuk moest gezegd worden met nieuwe maan, waarna men naar bed moest gaan zonder te spreken. In dezelfde Mother Bunch’s Closet bevindt zich ook de oudste variant van het type Saint Thomas, uit te voeren op 20-4, die luidt:
“Good St. Thomas do me right,
And bring my love to me this night,
That I may look him in the face,
And in my arms may him embrace.”
In een orale versie uit Suffolk, uit te voeren op 20-12, zijn de laatste regels vervangen door:
“In his apparel, his array,
The clothes he walks in every day,”
woorden die we al zagen en ook voorkomen in het type Even, even ash. Dit is een esblad met een even aantal blaadjes. De oudste en meest complexe vorm komt uit Dorset 1831: Pluk een even esblad en zeg:
“The even ash-leaf in my hand,
The first I meet shall be my man.”
Stop het blad in je handschoen en zeg:
“The even ash-leaf in my glove,
the first I meet shall be my love.”
En tot slot in de boezem, zeggend:
“The even ash-leaf in my bosom,
The first I meet shall be my husband.”
Een korte versie is:
“Even, even, ash,
I pull thee of the tree,
The first young man that I do meet,
My lover he shall be.”
Maar er zijn ook versies als boven:
“Even ash, even ash, I pluck thee,
This night my own true love to see;
Neither in his rick nor in his rare,
But in the clothes he does every day wear.”
Tot slot is er het type Hempseed I sow, waarvan de oudste versie uit 1815 Norfolk is:
“Hemp seed I sow,
Hemp seed, grow;
He that is my true love
Come after me and mow.”
Angelina Parker, die deze ‘ghastly procedure’ kende, beschreef wat de bedoeling was en merkte op: ‘The hemp seed immediately grew up’ (zodat de ‘true love’ meteen kan komen maaien) (Roper 2005, 69f, 134-6, 120f; 144-6).
Owen deelt een versie uit Wales mee onder de titel: ‘Hemp Seed Sowing’: Een jonge getrouwde vrouw uit Denbighshire vertelde hem dat als een jonge vrouw hennepzaad zaait, de ‘dubbel’ (‘figure’) van haar geliefde zou verschijnen en haar volgen. Dit diende te geschieden in de nacht van Hallow Eve. In Devonshire werd dit gedaan op St. Valentine’s Eve en hier rent de jonge vrouw rond de kerk en zegt daarbij ononderbroken de regels:
“I sow hempseed,
hempseed I sow,
He that loves me best
Come after me now” (welk laatste moet zijn: ‘and mow’, gezien de rijm!).
Ook kent men in Wales een methode genaamd ‘Sage Gathering’, waarbij een jonge vrouw in de nacht van All Hallow Eve naar de tuin gaat en de bladeren van [een tak van] de salieboom trekt; klokslag twaalf verschijnt dan haar geliefde.

Dit wordt uitgebreider beschreven door Owen in zijn ‘Old Stone Crosses’ uit 1886: Door het plukken van bladeren van bloeiende salie om 12 uur ’s nachts en het oproepen van hun toekomstige echtgenoten om te verschijnen, waren jonge vrouwen, naar werd gezegd, in staat om in hun aanwezigheid hun beoogde echtgenoten op te roepen (‘conjure’), die met hen de bladeren van de salie plukten. Het eerste blad werd geplukt als de klok de eerste slag gaf en terwijl de klok doorging met slaan werd blad na blad verzameld en bij het ophouden van het slaan eindigde de ceremonie. Maar als de jonge vrouw haar verlangen had verkregen, dan kwam de ceremonie ten einde voordat de middernachtklok had geslagen (Owen 1886, 204).

Lees ook het tweede deel van ‘Het zien van de toekomstige echtgenoot of echtgenote’.

[1] Grimm, DS, 139f nº114 naar Erasm. Francisci, Höll. Proteus; Bräuner, Curiositäten, 91-93; Goldschmid, Höll. Morpheus, Hamburg 1698, 173f.

[2] Grimm, DS., 140f nº115 naar Praetorius, Weihnachtsfratzen, prop. 53; Bräuner, Curiositäten, 97; Valvassor, Ehre von Crain, II, 479

[3] Grimm, DS, 141-143 nº116 naar Praetorius, o.c., nº60, 61, 64.

[4] Waschnitius 1913, 117. Waarzeggen uit bronnen: Wie in de kersttijd tijdens het luiden van de klokken voor de eerste Mis aan drie bronnen drinkt, zonder te spreken, maar nog tijdens het luiden in de kerk komt en over de rechterschouder kijkt, ziet zijn toekomstige, en trouwlustigen drinken uit een bron water en wachten bij de kerkdeur: wie het eerst eruit komt, is bruid of bruidegom. In Zwitserland moet een knaap uit 7, 9 of 11 bronnen uit ieder drie slokken water drinken, in ’t Simmendal moet dit tussen 11 en 12 uur ’s nachts geschieden, dan ziet hij de voor hem bestemde vrouw bij de kerkdeur staan. In Bohemen werpt men in de Goede Week kruisjes uit twijgen gesneden in de bron om de toekomst te raden. Aan het meisje toont zich door middel van bron-zien de toekomstige op de heilige avond, op Nieuwjaarsnacht, op Oudejaarsavond, op St. Andries-avond in de schemering, in St. Andries-nacht om 12 uur. Als men aan 11 bronnen water drinkt, daarbij echter iedere keer achteruit naar de bron gaat, verschijnt bij de 11e bron het beeld van de aanstaande. Wast het meisje zich tussen 11 en 12 uur ’s nachts aan 3 morgenbronnen, dan staat hij bij de kerkdeur met een doek in de hand om haar af te drogen. (E.V. 4, 71)

Vanwege het op handen zijnde Halloween heb ik de volgende PDF bijgevoegd, genaamd ‘Marriage Divinations’. Deze bevat een kleine greep uit de waarzegmethodes die op het internet te vinden zijn en bevat de volgende artikelen:
‘Marriage Divinations’ van Sigurd Towrie met Orkney tradities (p. 1f),
‘Love Divinations’ van carolinaconjure (3),
‘Old Matrimonial Divination Games and Superstitions’ van Sheri Stritof (4-5),
‘Who will you Marry? How to discover your future husband the Dorset way’ (5-7),
‘St. Agnes’s Eve and St. Agnes’s Day’ van witchesofthecraft (8),
‘Herbal Divination’ van magicherbal.blogspot (9-13)
‘If in the Mirror Your Lover is Seen, You’ll Surely be Happy on Hallowe’en’ (14-17)
‘Halloween Ghost Fire – Husband Divination’ van Hetty Paige (18-21)
‘Orkney Halloween customs, including divination’ (21)
‘Halloween Rhymes for Divination (or How to Predict Your Future Love!)’ van Mama Lisa met 2 responses (22-25)
‘[Folklore] Lovers, Love’ van Richiele3 (26-31)
‘Seeing my future husband’ van Su Young Kim (32)
‘Attention Single Ladies! Today is the Feast of St. Thomas’ van Michelle met 28 responses (33-38)
‘Superstitions from Europe’ by D.L. Ashliman (39-42)
‘Halloween traditions for finding your true love’ van Kim Z Dale (43-47)
‘Halloween Magic & Superstitions’ van pookapages (48-52)
‘The supernatural and chilling way to see who your future husband is’ van Goody Feed Team (53-54)
‘A Halloween Old Wives Tale’ van Elizabeth Black met 1 response (55-56)
‘Valentina’s Reflections: The Old-Fashioned Mirror Spell’ (57-62) met 26 responses (63-74)
‘Mirror Phobia… Is the devil facing you?’ van Samar Abd Rabou (75-76)
‘Halloween Superstitions’ van ancientsuperstitions (77)
‘Halloween Myths’ (78-80)
‘How do I tell who I will marry?’ van everything2 (81-89)
‘Halloween spells’ (90-91)
‘Halloween Superstitions and Origins’ van Superstitions (92-95)

PDF:
Marriage Divinations

Plaats een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*


CAPTCHA ImageChange Image