VROUW MAGAZINE | Margriet Marbus – Open brief aan de maaltijd bezorger, die mij in het gezicht spuugde + Margriet deed mee aan ‘Steenrijk, Straatarm’: 80 in plaats van 1.500 euro per week
Margriet Marbus (foto Facebook)
Open brief aan de maaltijd bezorger, die mij in het gezicht spuugde
Margriet Marbus (50) werkt als freelance journalist voor VROUW en schreef een open brief aan de maaltijd bezorger, die haar gisteren in haar gezicht spuugde.
Ik zag je wangen samentrekken, opbollen en je mond naar mijn open raampje gaan. Ik dacht nog: ’Arm voor je gezicht, arm voor je gezicht’. Maar ik deed het niet. Ik deed niets. ’Flatsch’ daar was het. Een douche van spuug. Je lachte. “Kech! Met je vuile, vette kar!“
Leenauto
Nog geen 60 seconden daarvoor stond ik achter je. Ik ben journalist. Ik woon niet in Nederland, maar in het Midden Oosten. Ik rij als ik hier ben in een leenauto van een vriend. Een Golfje. Maar die was niet beschikbaar. Wat wel beschikbaar was, was de auto van iemand anders. Geen Golf. Maar een mooie, luxe wagen. “Nee, nee,” zei ik nog. Autorijden is niet één van mijn talenten.
Maar ik had niets anders, moest juist gisteren naar veel afspraken en ik had een auto nodig. Ook al was het geen handige wagen en veel te luxe met mijn onhandigheid in het verkeer. Dus stond ik met die auto achter je, een maaltijd bezorger van een jaar of 20 op een scooter, op een druk kruispunt in Amsterdam. Het stoplicht ging op groen. De twee auto’s voor je begonnen te rijden. Jij niet. Jij stond stil.
Scheldwoorden
De man van de mensenrechten organisatie met wie ik had afgesproken, zat al een dikke vijfentwintig minuten te wachten. Het licht sprong op oranje. Verdorie! Ik drukte de claxon in. Je keek om. Je bleef stilstaan. Uit frustratie toeterde ik nog een keer. Het licht sprong op rood. Rechts naast mij zat een echtpaar op een motor. Ze keken allebei star voor zich uit. Je zette je scooter neer. Stapte af en liep op mij af. Dreigend met het soort loopje, dat een mens maakt, als je iemand gaat slaan. Maar dat kon niet. Ik zat in de auto. Die luxe leenauto. Je begon te schelden. Grof. “Kech! Wie denk je wel dat je bent vuile…!” En nog wat scheldwoorden. Ik kom uit Gouda. Ik weet wat die woorden betekenen.
Treiteren
Ik draaide mijn raampje naar beneden. “Kon je niet gewoon doorrijden man?” zei ik. Het was tenslotte treiteren wat je deed. Waarom? Omdat je een hekel aan grote auto’s hebt? Aan vrouwen? Of aan allebei? Ik keek nog even op mijn klok. De man van de mensenrechten organisatie zat ondertussen al 27 minuten op mij te wachten.
Je bleef naar me schreeuwen. Uit voorzorg deed ik mijn raam dicht. En toen kwam het. ’Raam, ga nu sneller, sneller,’ dacht ik. Maar net voordat mijn raam dichtzat, kwam het. Een vieze, dikke, van diep uit je keel opgedolven brok slijm.
Dat was je al van plan toen je mijn kant op liep, besefte ik. Om die blonde vrouw – die qua leeftijd met gemak je moeder zou kunnen zijn – in die vette Porsche in haar gezicht te spugen. ’Durf jij te toeteren tegen mij?! Hier! Flatsch!!’
Kenteken
Ik voelde aan de natte plek op mijn gezicht. Pakte mijn sjaal. Veegde het af. Lachend stond je daar. Je riep nog wat dingen. Wees naar me. Triomfantelijk lachend. En waarom? Voelde het goed om een vrouw van 50 in haar gezicht te spugen? Luchtte het je op? Was het dan zó verschrikkelijk, dat ik naar je toeterde? Hoe zou je het vinden als iemand naar jóuw moeder zou spugen? Pas toen ik je kenteken probeerde te ontcijferen, stapte je weer op je scooter.
Het licht ging op groen. Jij reed naar links. Ik reed rechtdoor. Ik voelde weer aan mijn gezicht. Veegde weer met mijn sjaal. Het was wel droog, maar het vieze gevoel was niet weg.
Aangifte
Toen zag ik twee agenten die stonden te praten met de bestuurder van een bestelbus. Ik parkeerde de Porsche naast hen.
“Kan ik u iets vragen? Ik ben in mijn gezicht gespuugd, nadat ik toeterde, omdat een scooter niet doorreed.”
“Tsja, wat naar. Aangifte doen.”
„En dan?”
„Ja, misschien hangen er camera’s.”
“Kunt U daar dan niet achteraan?”
“Nee, wij moeten hier in de buurt zijn. Ga maar aangifte doen. En bewaar uw sjaal voor DNA. En ga naar de GGD. Wij worden helaas ook wel eens in het gezicht gespuugd. Dan gaan we ook naar de GGD.”
Ik stapte weer in mijn auto. De man van de mensenrechten organisatie zat nu al ruim een half uur te wachten in het café. Daar aangekomen legde ik uit wat er was gebeurd.
“Zo,” zei een man aan de bar. “Dat is niet de eerste keer, dat een koerier van die bezorg service zoiets doet. Laatst nog brak een van de koeriers uit nijd een ruit. Er stond alleen wel een eenjarig meisje achter, die de scherven in haar gezichtje kreeg.”
Ik heb even geen honger meer. De aangifte is inmiddels gedaan. Maar een maaltijd bestellen? Daar voel ik me voorlopig te misselijk voor.
De Telegraaf, 28 februari 2020, 14:59, updated 15:05
https://www.telegraaf.nl/vrouw/112553156/aan-de-maaltijdbezorger-die-mij-in-het-gezicht-spuugde
Margriet deed mee aan ’Steenrijk, Straatarm’: 80 euro in plaats van 1.500 EUro per week
Familie Marbus bij hun huis in Dubai (foto De Telegraaf)
Journalist Margriet Marbus woont met haar gezin in het super de luxe Dubai en deed mee aan het SBS programma Steenrijk, Straatarm. Haar gezin wisselde van plek met een gezin uit Apeldoorn, dat in de schuld sanering zit. Hoe beviel dat?
“Als rijk of als arm?” Ik probeer er nog met een grapje vanaf te komen als de redactie van het programma Steenrijk, Straatarm belt, of we willen meedoen. Als rijk gezin dus. Nu wonen wij in Dubai, omdat mijn man daar werkt, maar dat betekent niet, dat we superrijk zijn. “Ja, maar een groot huis in Dubai met een zwembad, dat je maar met een paar gezinnen hoeft te delen, is toch héél luxe”, aldus de redactrice. “Doe mee! Het wordt leuk!”
Dat laatste weet ik nog niet zo zeker. Vreemde mensen in mijn huis en bed? Eigenlijk moet ik er niet aan denken. Maar ondanks mijn twijfel spreek ik onder het mom van ’we kunnen altijd praten’ af bij een restaurant, wanneer ik toevallig toch in Nederland ben. De eindredacteur bestelt een spaatje en koffie, ik wijn. Het wordt gezellig. Uiteindelijk zeg ik: ’Ja’.
Op 26 januari arriveert de cameraploeg. “Goh, wat een leuk huis,” zegt de producer, terwijl de cameraman inzoomt op de kat, auto, tuin en – buiten – Burj al Arab, het ‘zeilschip hotel,’ dat je vanaf de straatkant net kunt zien. Dan komen de vragen. Wat verwachten we van het programma? Wat verwachten we van de mensen? En waarom doen we dit? En wie zijn we? “Nou ja, we vinden het wel een sympathiek initiatief”, zeggen wij. En dat is zo. En wie wij zijn? Nou, gewoon twee hardwerkende mensen. Met een goed leven.
Koude douche
Twee dagen later is het al zo ver. Wij reizen af naar Nederland en er komt een gezin uit Nederland onze kant op. Op Schiphol staat de Steenrijk, Straatarm auto al te wachten met daarin het team, dat ons komt filmen en interviewen.
Dochter Felicia heeft haar beste vriendinnetje Janine meegenomen (haar puissant rijke ouders vinden het wel goed, dat ze eens een ’koude douche’ krijgt), dus zijn we met z’n vijven. Etienne en ik, onze twee dochters Frederique – AKA Freddy – (16) en Felicia (13) en vriendinnetje Janine (13). Er is gelukkig nog een tweede auto in aantocht. “En?” vraagt de producer, terwijl hij de koffers in auto twee laadt, “hoe was de vlucht?”
“Nou, lekker hoor,” zeggen wij naar waarheid. We hadden een fijn plekje en een glas champagne gedronken. “Dat wordt nu wel even anders”, grinnikt hij. We rijden ondertussen de snelweg op. De kinderen lezen de borden voor. “Richting Utrecht, mam! Richting Amersfoort, mam! Richting Apeldoorn, mam!” Waar zullen we terechtkomen? Je weet namelijk niets van het gezin in wiens huis je gaat logeren. Wiens leven je min of meer voor een week overneemt. Ik weet alleen, dat het om twee volwassenen en een tiener gaat, omdat ik dat er bij de eindredacteur heb weten uit te persen. Aangezien ik iets leuks voor hen in Dubai wilde achterlaten.
Statiegeld flessen
Bij Apeldoorn draaien we de snelweg af, een woonwijk in. Rijtjeshuizen met grote voortuinen, alles netjes, gewassen gordijnen. Het doet me denken aan de straat waarin ik – redelijk straatarm – ben opgegroeid. Bouw uit de jaren zeventig met zonneschermen boven de grote ramen. Rhododendrons in de tuinen. Als onze auto de straat inrijdt, gaan de gordijnen open. “Wat zouden die mensen denken?”vraag ik aan Etienne. “Daar heb je die rijke stinkerds?”
Felicia ontdekt een raam, waar twee keffertjes naar buiten loeren. “Ik ga aanbellen, mam. En vragen of ik de honden mag uitlaten voor geld.” Janine en Felicia hebben in het vliegtuig dingen verzonnen om het budget – dat vast karig zal zijn – wat op te krikken. Heitje voor een karweitje, zeg maar. Statiegeldflessen ophalen, honden uitlaten, auto’s wassen.
Bij de twee hondjes doet een blonde, oudere, vrouw open. “Mag ik met uw honden lopen voor wat geld?” vraagt mijn jongste. “Nee.” Bam. Deur dicht. Felicia kijkt verbouwereerd “Gewoon doorgaan, kleine“, zeg ik. “Maar nu gaan we eerst even kijken in ons nieuwe huis.”
Stuk opgeruimder
Eenmaal binnen zie ik, dat het er een stuk opgeruimder is dan bij ons in Dubai. Maar ja, ik verzamel nu eenmaal graag troep. Dan schreeuwt Felicia: “Mama, een hond! Yeah!!!” Een harige herder komt kwispelend aanlopen. Frederique, Felicia en Janine verdringen elkaar om het beest te aaien en te knuffelen. Etienne en ik lopen naar de tafel. Daar ligt een brief.
“Even voorlezen, Margriet”, dirigeert de producer. “Lieve mensen,” lees ik hardop voor, “Welkom in ons fijne huis. We hopen, dat jullie een leuke tijd hebben terwijl wij – Ap, Bianca en Celina – in jullie huis logeren.” De hond blijkt Angel te heten en de kat Shiva. En ze houden van knutselen. Celina doet een opleiding voor meubelmaker en ook Bianca, haar moeder, knutselt graag. Ha, denk ik: ’Ik ook!’ Want in mijn vrije tijd transformeer ik gevonden meubels tot kunstwerkjes.
Potje met geld
Dan gaat het potje met geld open, dat deze mensen met zijn drieën per week hebben te besteden. De kinderen tellen: 20, 40, 80 EUro? “Mam, hoeveel is dat?” vraagt Felicia. “Net zoveel als twee paardrijlessen”, antwoordt Etienne. Ik denk aan het budget, dat wij in Dubai hebben: 1.500 EUro per week. Maar leuk zal het vast wel worden, als ik de kinderen met de hond zie spelen.
Dan wordt er ook nog een prachtige kat ontdekt. Net zo langharig als onze witte Pers Fluffie. Felicia heeft Angels riem al gevonden, samen met haar vriendin en de hond rennen ze naar buiten. “Ik help met eten maken, papa“, zegt Freddy.
De tuin
Ik loop ondertussen de tuin in. Beetje rommelig. Ik zie her en der spullen staan. “Wat jammer” denk ik. Zo’n enorme achtertuin, maar er moet nodig iemand even doorheen. Mijn handen jeuken. Tuinieren is mijn hobby. “Morgen pakken we wel even de tuin aan”, zeg ik tegen Etienne, die staat te koken. “Eh, nou, eh.” Tuinieren is bepaald niet zíjn hobby.
In de kamer ontdek ik foto’s van de familie. De warmte straalt er vanaf. Vader Ap met snor en bril oogt serieus. Met Bianca kun je wel een borrel drinken, lijkt me, en Celina is een knappe griet. Net zo oud als onze Freddy en ook super creatief. Wat zou er toch gebeurd zijn, dat dit gezin van zo weinig moet rondkomen? Ik ga even zitten en herlees de brief. “De buren zijn hartelijke, lieve mensen”, schrijven ze. Goed, daar moeten we de komende dagen dan ook maar eens kennis mee maken. Best heel raar, dat je van het ene op het andere moment in iemands leven zit, terwijl je diegene nog nooit hebt gezien.
Op koopjes jacht
We eten wat er in de koelkast staat: gehaktballen, worteltjes, aardappels en appelmoes. Dan brengen we de koffers naar boven. Daar ontdekken we een kamer, waar allerlei materialen staan om mee te knutselen: band, bloemetjes van stof, een gereedschapskist. Van Celina, weten we nu. In haar kamer staan drie bedden, die zijn voor de meiden. In de slaapkamer van Ap en Bianca vallen wij doodmoe op bed. Ik doe het licht uit. Zo in het donker maakt het ook geen moer uit hoe groot de slaapkamer is. Als het bed maar goed is.
De volgende dag gaan we met z’n allen in de supermarkt op koopjes jacht en struinen de aanbiedingen af. De meiden vinden buurtbewoners, die wél graag hun hond willen uitbesteden. Statiegeldflessen worden opgehaald en ingeleverd. ’s Avonds komen ze met handenvol euro’s trots thuis als Fred, Etienne en ik druk bezig zijn geweest in de tuin.
Schuld sanering
Onder het eten van een lekkere pasta heeft Felicia nog een vraag: “Eh, mam, hoe kunnen die mensen nou de hele week van 80 euro leven? Er is toch geen geld meer voor eten na het paardrijden?” Etienne en ik kijken elkaar aan. “Felicia”, zegt haar zus streng, “niet iedereen kan het zich veroorloven om paardrijlessen te nemen.” Felicia wordt rood. “O…”
Al met al wordt het een leuke tijd, daar in Apeldoorn. De buren zijn inderdaad hartelijke mensen, die van een borrel houden. Op een avond komt ook de beste vriendin van de familie langs. Ze vertelt over Ap, die vrachtwagenchauffeur is. “Hij reist dus ook veel, net als ik”, zegt Etienne, de piloot. Lang verhaal kort: door het faillissement van het bedrijf raakte Ap zijn baan kwijt. Daarnaast verloor het gezin drie dierbaren in een paar maanden tijd. Klap op klap. Bianca, die nu op een taxibus rijdt en zwaar gehandicapte mensen van en naar de dagbesteding rijdt, kreeg een burn out. En ondertussen kwamen de rekeningen gewoon binnen. En zo zit je van de ene op de andere dag in de schuld sanering. “Pure pech,” concludeert Etienne.
Borrelen bij de buren
Wij nemen ons voor om ze een leuke thuiskomst te geven. Met geleende boormachines en in de schuur opgedoken schroeven maken we het schuurtje af, dat Ap vast ooit is begonnen. Felicia en Janine kopen van hun statiegeld zakken met bloembollen, die we in de grond stoppen. Dan komt er nog iemand met een hogedrukspuit en hup, de groene schuttingen hebben hun kleur weer terug. Samen met de buurvrouw, de schat, veeg ik het water naar een putje in de steeg tussen de twee huizenblokken. De dagen vliegen om. Wandelen, buurt verkennen, borrelen bij de buren. Gezelligheid kent geen tijd. Hoe anders is dat in Dubai, waar de meesten niet eens weten wie hun buren zijn. Heerlijk!
En dan, ineens, is het tijd om naar huis te gaan. Waar de andere familie ons op een jacht in Dubai Marina opwacht. Raar, maar het ijs is onmiddellijk gebroken. Wat hebben ze veel beleefd! Wat hebben ze het naar hun zin gehad. En wij? Wij ook. Absoluut! Want onze ervaringen met die geweldige, hartelijke, behulpzame mensen in ’hun’ straat in Apeldoorn was onbetaalbaar.
Reactie Bianca de Groot: Onze dochter Celina kwam met het idee voor ’Steenrijk, Straatarm’. Ze had een oproep op Facebook gezien. ’Dat gaat toch nooit gebeuren’, dachten we. Wij vonden het goed. Maar ineens kreeg Ap, mijn man, een berichtje. Een week later stond er een team bij ons aan de deur voor meer informatie. De zenuwen gierden door mijn lijf. Nu gingen onze gedachten alle kanten op: ’Waar gaan we heen? En hoe zal het dan zijn?’.
De dag van de waarheid: op Schiphol kregen we te horen dat we naar Dubai gingen. We stonden met zijn drieën te huilen van geluk. Wie had gedacht, dat wij ooit zo ver weg zouden gaan? We hebben in drie dagen zoveel gezien en gedaan. Dingen, die voor ons onmogelijk zijn qua geld: het gebeurde! We hoefden niet eens om te kijken, of dit wel of niet kon, het kon gewoon allemaal. In deze dagen van drukte heb ik zoveel liefde en warmte gevoeld van mensen om ons heen. Maar ook van een gezin, dat we niet eens kenden.
Toen wij weer thuis waren, hebben we veel moeten verwerken. Wat we hebben gedaan en gezien maar ook de ontmoeting met het gezin. Wat een super mensen hebben we ontmoet! Van deze mensen zijn we echt gaan houden. Maar ook: ons leven hebben we weer opgepakt sinds Dubai, met al die mooie herinneringen. Dit zullen we nooit vergeten. En dat allemaal dankzij onze dochter!
Steenrijk, Straatarm wordt op woensdag 4 maart om 20.30 uur uitgezonden op SBS6.
Margriets verhaal staat in het nieuwe VROUW Magazine (iedere zaterdag bij De Telegraaf). Als premium lid kun je het nu al online lezen.
De Telegraaf, 1 maart 2020, 10:00
Meer informatie
https://robscholtemuseum.nl/?s=Margriet+Marbus
https://robscholtemuseum.nl/?s=Dubai
https://robscholtemuseum.nl/?s=aangifte
https://robscholtemuseum.nl/?s=DNA
https://robscholtemuseum.nl/?s=GGD
Plaats een reactie