Tessa van Veen – Pleidooi, 9 februari 2016
Edelachtbare, het spijt mij te moeten interrumperen, helaas moet ik hier en nu het vertrouwen in mijn advocaat de heer Boonstra opzeggen. Dit besluit bestaat uit de volgende 4 redenen:
De heer Boonstra heeft verzuimd mij van informatie te voorzien door mij niet tijdig zijn pleitnota te doen toekomen. Zodanig laat zelfs dat ik daar in alle redelijkheid niet meer deugdelijk op zou kunnen reageren, bijsturen, en of wijzigingen aanbrengen.
De heer Boonstra is aan mij voorgesteld en ingeschakeld door de heer Hulleman, die zijn verdedigingsstrategie hoofdzakelijk heeft afgestemd op de macro-economische analyse van Stichting RED en niet op de zaak Tessa Hopster- van Veen.
Bovendien heeft het er alle schijn van dat de heer Hulleman door middel van de heer Boonstra zelfs aanstuurt op een mislukking van zijn macro-economische analyse, althans dat heeft de heer Hulleman met zoveel woorden tegen mij gezegd. Ik citeer: “Als ik in deze zaak geen gelijk krijg van de rechter dan kan ik eindelijk stoppen met stichting RED, dan heb ik er alles aan gedaan”. Dit staat natuurlijk haaks op het behartigen van mijn belang.
Tegen mijn wens in blijft de heer Boonstra trouw aan de aanwijzingen van de heer Hulleman en willen zij beiden niet, zoals ik dat het liefst zie, tot een schikking komen. Zoals door Rabo al eens is voorgesteld in de vorm van een vaststellingsovereenkomst met kwijting. Behalve dat ik wens dat deze alleen en uitsluitend op mijn naam komt te staan, en dat deze, wanneer Rabo zich zou beroepen op schending van deze overeenkomst, met name van de geheimhouding, dat ik opgenomen wil hebben dat dit eerst getoetst moet worden door een rechter, alvorens de gehele schuld op mij komt te herleven. Dit zijn mijns inziens twee zeer redelijke eisen. Als Rabo dit wil, dan zijn we heel snel klaar vandaag.
Helaas kan ik hier en nu niet mijn hele verdediging opnieuw voeren, dat er daarbij veel is misgegaan is duidelijk. Ik moet het nu hebben van mijn eigen verhaal, en de steun van de mensen. Ik vergelijk mijn verhaal een beetje met het verhaal van David, de herdersjongen, tegen Goliath, de reus met volledige wapenuitrusting. David werd uitgelachen, maar tot ieders verbazing raakte David’s steen meteen het hoofd van Goliath, recht tussen de ogen. Door de hand van god, werd er gezegd. Ik ben er heilig van overtuigd dat er een maatschappelijke ommekeer zal komen, en dat men zal inzien dat achter het abstracte begrip “restschuldproblematiek ” menselijke drama’s schuilgaan. Dat mijn ondernemersplan en de exploitatie van een museum is mislukt dat is een feit. Dat dit moest worden afgewikkeld, dat is duidelijk. Maar de manier waarop Rabo dit doet gaat eigenlijk bijna ieders voorstellingsvermogen te boven. Niet alleen heeft Rabo geen enkele moeite gedaan om schade te beperken, in tegendeel, ze hebben er een puinhoop van gemaakt. Rabo heeft rechters misleid, door niet volledig en of naar waarheid te informeren en legt continu haar zwakte bloot door zich te bedienen van onderwereld methoden.
De heer Boonstra en de heer Hulleman hebben mij sterk afgeraden te doen wat ik van plan ben om te doen. Namelijk de belangrijkste punten aan te halen uit mijn eigen individuele dossier. De heer Hulleman heeft mij proberen te overtuigen van het feit dat wanneer ik de focus verleg van zijn verdedigingsstrategie zijnde de macro-economische analyse dat ik daarmee de zaak ga verliezen, omdat, zo stelt hij, er nog geen zaken gewonnen zouden zijn op basis van individuele argumenten. Maar het tegendeel is waar. Bovendien is het onmogelijk om dit van mij te verlangen, nu ik financieel en emotioneel volledig aan de grond zit. De heer Hulleman, vertegenwoordigd door de heer Boonstra, zet in op een soort “generaal pardon”. Eerlijk gezegd, acht ik die kans van slagen miniem. Bovendien ligt dat meer in de lijn voor politici om daar iets aan te veranderen. Welnu, hier volgen de 4 reeds gedane uitspraken IN INDIVIDUELE ZAKEN:
29 december 2015: Gerechtshof Arnhem Leeuwarden uitspraak in Hoger Beroep: SNS en Rabobank hebben rond de eeuwwisseling onverantwoord gehandeld bij het verstrekken van hypotheken. Het hof stelt dat de banken niet aan hun zorgplicht hebben voldaan bij de kredietverlening. Ze hebben eenvoudigweg te veel geld uitgeleend zonder te kijken of de lasten die daarmee gepaard gingen wel gedragen konden worden.
Juni 2015: Gerechtshof Amsterdam oordeelde in hoger beroep hetzelfde over ABN Amro. Een vergelijkbare zaak tegen Van Lanschot Bankiers loopt nog. Het hof stelt dat de banken niet aan hun zorgplicht hebben voldaan bij de kredietverlening. Met de uitspraak van de rechter wordt de deur opengezet naar een zogeheten schadestaat-procedure, waarin gedupeerden schadevergoeding kunnen eisen. Met ABN Amro zijn deze schikkingsonderhandelingen inmiddels in volle gang. Een mooie mogelijkheid, die wellicht in een later stadium door mij en mijn echtgenoot kan worden onderzocht.
9 september 2015: Gerechtshof Den Haag deed uitspraak (misschien was u het wel) zaak nummer C/09/473044 HA ZA 14-1028 in bodemprocedure. Schending zorgplicht bank door met oog op voorkoming van overkreditering onvoldoende informatie in te winnen over financiële positie kredietnemer. Uitspraak: verklaart voor recht dat Amstelstaete toerekenbaar tekort is geschoten in haar zorgplicht jegens eisers en gehouden is de schade die hieruit voor eisers voortvloeit te vergoeden. Deze uitspraak gaat dus ook een stapje verder.
November 2015: Rechtbank Overijssel. De rechter oordeelde hard over het optreden van Rabo’s Bijzonder Beheer tegen een klant die de hypotheek niet meer kon betalen. ‘Nodeloos schadend’, noemt de rechter het optreden van de bank. Daarnaast oordeelt de rechter dat Rabo de rechtbank niet volledig en naar waarheid heeft geïnformeerd over alle relevante feiten in deze zaak. De rechter heeft eerder deze maand de goede intenties van Rabobanks afdeling Bijzonder Beheer openlijk in twijfel getrokken, omdat de bank een pand per se snel wil verkopen, ook al blijft de verkoper daardoor achter met honderdduizenden euro’s extra restschuld. Het doet vermoeden dat Rabobank andere drijfveren heeft dan het realiseren van een zo hoog mogelijke verkoopopbrengst, stelt de rechter. Rabobank heeft volgens de rechter onvoldoende argumenten aangevoerd om niet in te stemmen met de eerdere koopovereenkomsten, die boven de taxatiewaarde liggen. Het ‘doordraaien‘ van probleemdossiers wordt vaak inderdaad belangrijker gevonden dan het voorkomen van een hoge restschuld voor de klant. Het optreden van de bank in deze zaak is volgens de rechter ‘nodeloos schadend’ voor de klant. Volgens de rechter is pijnlijk duidelijk geworden dat Rabo onjuistheden inbrengt in een rechtszaak. Artikel 21 gaat erover dat partijen verplicht zijn ‘de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren.’ De rechter stelt tevens dat er verschillen en onjuistheden blijken te bestaan in de informatieverschaffing en stellingen van de afdeling bijzonder beheer van de Rabobank enerzijds en (het optreden van) de plaatselijke vestiging van de Rabobank anderzijds.
Hier noem ik mijn punten, waarvan uiteraard bewijs is, zie de bijlagen:
Rabo stelde ten onrechte dat bepaalde schilderijen van mij waren. Hier gaat het verdedigingstechnisch al fout. Hier had alleen moeten worden aangetoond door mijn advocaat dat de werken niet van mij waren. Het is irrelevant om aan te tonen van wie deze wel waren. Rabo stelde zelfs dat ik deze zou hebben onttrokken aan pandrecht. Wat blijkt nu: Rabo overlegt de interne notitie van de kredietbeoordeling en daarin staat duidelijk dat er onderscheid bestaat tussen wel en niet verpandde zaken. Rabo tekent op dat ik zelf aangeef dat ik bepaalde werken niet wil verpanden. Dat kan ook helemaal niet. De handelsvoorraad wel en de rest niet. Rabo beschrijft in diezelfde kredietbeoordeling de risico’s voor de bank, maar doet er verder niets aan. Zoals zelf laten taxeren bijvoorbeeld. De rapporten m.b.t. de kunst die niet van mij was, heb ik alleen en uitsluitend getoond aan Rabo om te illustreren wat er in het museum te zien zou zijn, met geen ander doel. De Rabo heeft zich later zogenaamd blind gestaard op het voorblad met mijn naam erop. Ik gaf de opdracht voor het maken van de taxatie rapporten, in tegenstelling tot wat Rabo heeft gesuggereerd maakt mij dat niet eigenaar van die bewuste schilderijen. Sterker nog de rapporten waren gemaakt voor de verzekering en dus op basis van vervangingswaarde en dat had Rabo überhaupt nooit mogen gebruiken als onderpand. Ze hadden zelf moeten laten taxeren. Overtreffende trap in deze kwestie is dat Rabo zowel de taxateur zelf, als het bedrijf waarvoor hij werkt, hebben geïntimideerd door Hoffmann bedrijfsrecherche langs te sturen met heimelijk gemaakte videobeelden van mij. Even later had Rabo de brutaliteit om via een advocaat bij beiden een schadeclaim ter hoogte van mijn gehele restschuld neer te leggen. Maar aangezien de rapporten dus niet door derden voor een dergelijk doel gebruikt mochten worden, liep dit brutale stukje werk van Rabo juridisch stuk. De zorgplicht was helemaal ver te zoeken toen de Rabo nog een pand erbij wilde gaan financieren, Westkade 94 ad ongeveer 130.000 euro. Terwijl de boel toen al op scherp stond. Rabo had een tweede agenda, Rabo wilde door middel van het verstrekken van deze extra financiering een nieuwe pandakte op slinkse wijze in orde maken. De heer Jaap L. van Rabo kwam de akte persoonlijk binnen twee dagen aan de deur brengen. Uiteraard heb ik dit voorstel niet getekend. Het is wel tekenend voor de werkwijze Rabo.
In februari 2010 vindt er een gesprek plaats met de heren Gijs H. en Ruud S. van de afdeling fraude witwassen en asset tracing, waarin door Rabo wordt gebluft over de kwestie “ontrekken pandrecht”. Deze heren van bijzonder beheer maken zich tijdens dit gesprek schuldig aan afdreiging, intimidatie en afpersing.
De geïnteresseerde koper in het pand Markt 17, de heer X, bood 450.000 euro, vastgelegd in een voorlopige koopovereenkomst bij notaris Loof in Terneuzen. Rabo treuzelde en werkte niet mee aan deze onderhandse verkoop. Rabo rekte tijd door o.a. te beginnen over een taxatie, terwijl er een taxatierapport lag opgemaakt door DTZ Zadelhoff van € 769.000 euro voor de vrije verkoop die ik zelf reeds initieerde. Het pand gaat op de executieveiling naar Sluisdijk BV voor 301.000 euro. 6 maanden later koopt de heer X alsnog voor 375.000 euro. Er ontstaat een verschil van minimaal 74.000 euro, en maximaal 149.000 euro. Ten laste van mij. Het pand Stationsstraat 23 gaat op de executieveiling naar de eigen BV van Rabo bodemgoed BV. Een dubieuze constructie die ondertussen algemeen bekend staat als nadelig voor de klant. Ik wil ook nog opmerken dat er, terwijl ik nog in gesprek was over een mogelijke oplossing zonder executie, achter mij om, door Rabo toch al een deurwaarder op pad was gestuurd om kunstwerken uit het museum in beslag te nemen. Ik heb dat toen, in 2010 kunnen voorkomen. Van schadebeperking was dus absoluut geen sprake.
Ik zou graag hier de wetsartikelen aanhalen waarop Rabo voorlopig met succes een beroep deed in zake het boekje “De Verpanding” namelijk: aantasting van de persoonlijke levenssfeer en het recht op privacy. Dit wordt in verschillende internationale verdragen gegarandeerd. In artikel 17 van het VN-verdrag voor Burgerlijke en Politieke rechten uit 1966 staat: Niemand mag worden onderworpen aan willekeurige of onwettige inmenging in zijn privéleven, zijn gezinsleven, zijn huis en zijn briefwisseling, noch aan onwettige aantasting van zijn eer en goede naam. Ook artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens garandeert deze rechten. Hoe gaat Rabo hiermee om: Ik heb “domicilie” gekozen bij mijn advocaat, ik heb een officiële secretaresse baan bij een adviesbureau in Den Haag, en sta ingeschreven in de GBA. Later werk ik in het luidsprekerbedrijf van mijn vader in Haarlem en sta ik met naam en toenaam op de website. Rabo zet 6 maanden lang Hoffmann bedrijfsrecherche in om mij hinderlijk te volgen, en heimelijk te filmen. Rabo vindt het nodig om na ongeveer 2 jaar radiostilte in jan/feb 2013, een rechter te misleiden, door op basis van valse voorwendselen, te verzoeken aan de rechter “af te wijken van hoorplicht”. Rabo stelt op basis van 10 jaar oude krantenartikelen uit de Telegraaf dat mijn inmiddels echtgenoot een crimineel zou zijn, en ik onvindbaar en “ondergedoken”. De rechter verleent op basis daarvan verlof voor het leggen van beslag. Op zaken van derden en op ongehoord agressieve wijze. Dit escaleert. In het kader van de aantasting van de eer en goede naam, presteert Rabo het achteraf de hele collectie zwart te maken. En af te doen als waardeloos, “het opslaan niet waard” en misschien deels niet eens bestaand of vals. Helaas heeft mijn advocaat destijds, ondanks mijn verzoeken, nooit vinger aan de pols gehouden gedurende de 2 jaar stilte van de zijde van Rabo. Ik citeer mijn advocaat: “Ze zullen het er wel bij laten zitten, er valt toch niks bij je te halen, laten we maar geen slapende honden wakker maken”.
Na twee beslagleggingen, de tweede door agressief binnendringen bij het luidsprekerbedrijf, ondanks het feit dat ik aangaf zo snel mogelijk naar het bewuste pand te komen om de deur te openen, is toch d.m.v. een slotenmaker de deur opengemaakt voor mijn komst. Er volgt een kortgeding waarbij op 22 maart 2013 door de rechter wordt bepaald, dat de beslagen moeten worden opgeheven en dat de meegenomen zaken moeten worden geretourneerd door Rabo. Het kwaad is dan al geschied, financieel en emotioneel is alles kapot gemaakt door Rabo. Klanten blijven weg en in 2014 gaat het luidsprekerbedrijf failliet. De Rabo heeft de beslagen laten uitvoeren door agressieve nietsontziende deurwaarders, die zich er, godbetere, op voorstaan ook zonder politie begeleiding op pad te gaan. Ik denk nog vaak aan de woorden van de heren Gijs H. en Ruud S.: “Wij hebben een masserende kant, maar wij hebben ook een andere kant”.
Rabo heeft kostbare tijd verspilt aan negativiteit die niks oplost, en alleen maar mensenlevens verwoest. 27 januari j.l. heeft de heer Schep, een ultieme “mediation” poging ondernomen met de heer Mr. Bregonje (advocaat van Rabo) en de heer J. van B. Tot mijn grote spijt is daar niets uitgekomen. Ik was wel geschokt door het feit dat er volgens de heer Schep duidelijk sprake is van onbegrip, rancune en geen greintje empathisch vermogen. Ik ben nog altijd bereid om tot een oplossing te komen en die is kinderlijk eenvoudig: kwijting op mijn persoon, zonder daarbij derden te betrekken. In een concept vaststellingsovereenkomst opgesteld d.d. 18 maart 2014 door Rabo werden derden betrokken en gedwongen mee te tekenen voor geheimhouding en bij schending zou zonder tussenkomst van een rechter de gehele schuld op mij, en de anderen herleven, en daar kan ik niet mee instemmen.
De invoering van de eed of belofte voor ‘alle’ bankmedewerkers is op 1 april 2015 in werking getreden. Voor bestaande medewerkers zal de bankierseed of -belofte verplicht worden per 1 april 2016. Dat zou een mooi verjaarscadeau zijn, maar liever heb ik een oplossing voor mijn individuele dossier. Het was ironisch genoeg op 1 april 2011 dat de heer X het pand kocht. En dat is geen grappenmakerij.
Vaststellingsovereenkomst = Schuldbekentenis
Rabobank, jullie probleemdossiertjes hebben een gezicht.
Neem jullie verantwoordelijkheid WEES MENS!
Bijlagen:
X, voorlopig koopovereenkomst 450.000 euro
Taxatie DTZ Zadelhoff
Akte van levering via kadaster info
Executieveiling brief opbrengsten Markt 17 en Stationsstraat 23 van notaris
Domicilie + GBA
Vaststellingsovereenkomst concept
Westkade 94 financieringsvoorstel evt. opvragen Boonstra
Transcriptie gesprek feb 2010 Hol en Spierenburg.
Interne notitie Rabo in zake kredietbeoordeling
Mail de heer Stuurman taxateur
Plaats een reactie