Steffie Kouters – Weduwe Hergé en de zaak van de valse Kuifjes

Hergé zelf wond er geen doekjes om. ‘Als een idee me bevalt, pik ik het onmiddellijk.’ Maar wee de tekenaar die die woorden in praktijk brengt en Kuifje, Zonnebloem, of Haddock in klare lijn laat figureren….

De meest plausibele vergelijking in de kwestie komt uit de mond van de Nederlandse advocaat die Fanny Rodwell, ofwel de inmiddels hertrouwde weduwe Hergé, bijstaat in de procedure die ze heeft aangespannen tegen tekenaar Joost Veerkamp. ‘Als jij een mooie MG hebt, waar ik graag in zou willen rondrijden, maar ik kan je niet bereiken, mag ik die wagen niet zomaar uit je schuur halen’, zegt M. Resink van het Amsterdamse advocatenkantoor Van der Kroft.
Gebruik dit argument echter niet bij de teleurgestelde Brusselse verzamelaar van duizenden Kuifje-spullen – echte en onechte – die hij zo gaarne exposeert, maar waarbij hij de laatste jaren tegenwerking ondervindt van de erven Georges Remi, alias Hergé. Collectioneur Harry Swerts spreekt in een interview over de wijze waarop de weduwe de nalatenschap van de legendarische Kuifje-schepper Hergé beheert van ‘zottemanspolitiek’.
Zeg ook niets sussends tegen de eigenaar van de Haarlemse curiosa-winkel die gipsen namaakbeelden van Kuifje verkocht en vorig jaar ineens een claim kreeg van een halve ton – volgens hem zonder waarschuwing vooraf. Om de beelden te kunnen meenemen forceerden vertegenwoordigers van de erven Hergé nog net niet zijn deur, maar wel belden ze de bovenbuurman uit zijn bed met het – overigens vergeefse – verzoek om de sleutel. Een paar dagen later namen ze zijn handel mee, zonder een briefje achter te laten welke attributen ze precies hadden geconfisceerd, beweert de winkelier. ‘Ik heb al 28 jaar een zaak, maar zoals deze affaire is afgehandeld heb ik nog nooit meegemaakt’, zegt hij.
Een journalist die voor privé-gebruik visite-kaartjes en briefpapier met Kuifje – de verslaggever die nooit schreef – had laten drukken, werd eveneens verrast door een dreigbrief van de erven Hergé. Maar zijn verbazing valt in het niet bij de totale verbijstering die Veerkamp tentoonspreidt als hij vertelt over de bodemprocedure wegens plagiaat die de weduwe van Hergé en andere belanghebbenden tegen hem en Vrij Nederland hebben aangespannen. ‘Ik maak die pastiches of variaties op Kuifje inmiddels dertien jaar’, zegt hij. ‘Nooit wat gehoord, tot afgelopen jaar.
‘Dat was na de zes paginagrote, op Kuifje-omslagen geïnspireerde tekeningen die Veerkamp vorig jaar in het weekblad publiceerde. De weduwe, tweede vrouw van Hergé die zes jaar voor zijn dood met haar trouwde, wil dat Veerkamp een schadevergoeding betaalt van 56 duizend gulden. Van Vrij Nederland eist ze dertigduizend gulden. ‘Er waait ineens een andere wind daar’, meent Veerkamp. En zo heeft advocaat G. Kemper, die optreedt namens Veerkamp en Vrij Nederland, net als de jurist van de tegenpartij een aardige vergelijking over het beheer van de Hergé-erfenis. ‘Ze lossen een schot hagel waarvan je maar nooit weet of het doel treft.
‘De laatste jaren lijkt het regime van de erven Hergé stukken straffer geworden. Zo menen de weduwe en andere belanghebbenden nu dat ‘op schandelijke wijze’ afbreuk wordt gedaan aan de reputatie van de Kuifje-schepper en die van uitgever Casterman, omdat Veerkamp deze namen in één van zijn tekeningen over Afrikaanse vluchtelingen heeft veranderd in ‘Réfugié’ en ‘Disasterman’.
Maar in 1987 nog verscheen het boek Nous Tintin, een verzameling van 36 imaginaire kuifje-covers. Een boek waarin Kuifje achtereenvolgens wordt geportretteerd als werkeloze sul, infantiele baby, dakloze alcoholist, minnaar op het bed van een zwartgelokte schoonheid, gewapende handelaar in oud ijzer, en met zijn neus in het schaamhaar van een vrouw. Op de publikatie van dit werk zijn nooit gerechtelijke stappen gevolgd; de stichting Hergé wordt zelfs bedankt voor de medewerking.Waar komt deze omslag in beleid vandaan? In de stripwereld variëren de ideeën daarover van: ‘De erven Hergé zijn alle namaak en goedkope prullaria nu echt beu’, tot de wildste, niet te checken geruchten. De opvatting van verzamelaar Harry Swerts: ‘In 1987 was de weduwe nog niet hertrouwd met Rodwell. Fanny heeft zich nooit zo met het beleid bemoeid. De verandering kwam op gang toen ze haar huidige echtgenoot leerde kennen. Ze zijn nu ongeveer anderhalf jaar getrouwd en sindsdien heeft hij echt alle touwtjes in handen. Macht en geld, daar draait het bij Rodwell om. Zij noemt zich Fanny Rodwell, hij heeft visite-kaartjes met daarop Rodwell-Remi.
‘Een weerwoord op het verhaal van Swerts is momenteel zeker niet, en wellicht nooit te krijgen. De weduwe houdt zich buiten alle publiciteit – interviews geeft ze bijna nooit. ‘Het kostte me een jaar om haar zover te krijgen’, zegt Jan Bex van de Belgische krant Het belang van Limburg, één van de weinigen die het ooit is gelukt. Ook nu is de weduwe niet te bereiken: volgens de stichting Hergé is ze met haar man op vakantie naar de Verenigde Staten.
Hergé overleed in maart 1983. Al lang voor zijn dood had hij de buitenwereld laten weten dat niemand anders dan hij ooit Kuifje zou mogen tekenen. De studio’s verdwenen na zijn dood. Daarvoor in de plaats kwamen de stichting Hergé, die tot doel heeft het Kuifje-oeuvre te beschermen, en een commerciële onderneming, de Société Moulinsart, die de rechten heeft op merchandising.
Want het grote commerciële succes van Kuifje kwam pas echt goed op gang ná het overlijden van zijn schepper. Sommige officiële, onder licentie uitgegeven beeldjes van de kleine reporter kosten zo’n zeshonderd gulden. En Kuifje is de laatste jaren een rage.
Heeft de weduwe niet gewoon gelijk als ze de rechten op de Kuifje-attributen beschermt? Kees Kousemaker van de befaamde Amsterdamse stripwinkel Lambiek constateert dat ‘hele derde wereld-economieën’ draaien op namaak, terwijl anderen veel geld neertellen voor het recht om bijvoorbeeld in een beperkte oplage de vaas uit De Blauwe Lotus op de markt te kunnen brengen.’Zeker is dat de weduwe niet armer is geworden van haar kortstondige verbintenis met Hergé’, concludeert hij. ‘Het is nu een miljoenenbedrijf, en ze is hertrouwd met een zakenman.
‘Op zich lijkt de nalatenschap met de stichting Hergé en de Société Moulinsart helder geregeld, maar zowel Swerts als Veerkamp denken daar anders over. ‘Haar nieuwe echtgenoot wil alles persoonlijk controleren’, vertelt Swerts. ‘Dat is onmogelijk, zeker omdat hij maar een paar dagen per maand in België is. Als je iets gaat doen met Suske en Wiske is het simpel: je neemt contact op met de Van der Steen-studio’s en het is zo geregeld. Maar als Veerkamp bijvoorbeeld iets actueels wil maken met een Nederlandse minister en een Kuifje-cover, is die man al afgetreden tegen de tijd dat Joost toestemming heeft.’Swerts zegt dat hij meerdere malen heeft getracht afspraken met Rodwell te maken over het houden van zijn Kuifje-exposities, maar daarbij elke keer werd gedwarsboomd. Bij een tentoonstelling over piraten in Frankrijk, verleden jaar, wilde Rodwell volgens Swerts de complete lijst zien die de verzamelaar zou tentoonstellen. Aanvankelijk kreeg Swerts permissie ongeveer de helft te laten zien van wat hij wilde exposeren: uitgerekend de spullen die het minst op Kuifje waren geënt. Vier dagen voor de expositie trok Rodwell zijn toestemming in. Swerts mocht nog maar twee dingen laten zien. De verzamelaar hield niettemin gewoon zijn tentoonstelling.
‘Maar degenen die de expositie organiseerden zijn wel drie weken lang vreselijk bezorgd geweest,’ zegt Swerts. ‘En zo gaat het nu steeds: de erfgenamen richten zich niet direct tot mij, maar tot de organisatoren van exposities. Die worden gewaarschuwd, zodat ze huiverig zijn mijn spullen te laten zien. Maar wat voor schade richt ik nou aan?’
Vraagt de man zich af die zijn hele leven al rommelmarkten afstruint op zoek naar Hergé-attributen en zijn huis tot een museum heeft gemaakt. Met opblaasbare rood-wit geblokte raket in de hoek. Het grootste deel van de twintig variaties op de vaas uit De Blauwe Lotus die hij heeft verzameld zit alweer in dozen voor een volgende expositie. ‘Ik breng juist een hommage aan Kuifje,’ vindt Swerts.
Veerkamp is het stadium van permissie vragen voor zijn ‘geniale onherstelbare verbeteringen’ van Kuifje-tekeningen al lang voorbij. ‘Ik heb het een keer geprobeerd, toen ik de omslag maakte voor een biografie over Hergé: hang er een prijskaartje aan. Nooit meer iets van gehoord.’ Bovenal vindt hij dat hij geen toestemming hóeft te verkrijgen van de erven Hergé. ‘Ik voer iets uit met een visie. Net als een beeldend kunstenaar, zoals Rob Scholte, plak ik dingen aan elkaar. Plagiaat is varen onder valse vlag, terwijl ik altijd keurig naar Hergé bij mijn tekeningen zet.
‘Veerkamp mag graag verwijzen naar het plagiaat dat Hergé zelf pleegde – hetgeen ook wordt aangetoond in Essay R. G. (Delange, ¿ 110,-), geschreven door Huib van Opstal. In dit werk worden tientallen kunstenaars aan wie Hergé zijn inspiratie ontleende met name genoemd. ‘Zijn werkwijze was die van de doorsnee grafisch ontwerper,’ constateert Van Opstal in het boek, waarop hij een citaat van Hergé laat volgen. ‘Als een idee me bevalt, pik ik het onmiddellijk.
‘Advocaat Kemper: ‘Aan het uitgangspunt dat een auteur het recht moet hebben om zijn creaties te beschermen zou ik niet willen tornen. Maar er is een verschil tussen het platte namaken en de kunstenaar Joost Veerkamp die met een knipoog een eigen visie geeft op de oorspronkelijke Hergé-schepping.
‘De Nederlandse advocaat van Fanny Rodwell ziet de zaak simpeler: ‘Veerkamp pleegt gewoon inbreuk op het auteursrecht. De laatste jaren dreigen de zaken uit de hand te lopen en dan moet je keihard op de rem trappen. Dat kan zuur zijn voor mensen die meer willen doen met Hergé. En ze hanteren een omgekeerde redenering als ze zeggen dat het zo lang duurt om toestemming te krijgen van de erven Hergé. Ga er maar van uit dat niemand permissie heeft en dat tijdsverloop geen garantie geeft daarop.’Waarom en wanneer iemand wèl toestemming krijgt van de erven Hergé, is nog helemaal de vraag. Twee jaar geleden liet de weduwe zich daarover slechts in cryptische bewoordingen uit tegenover Het belang van Limburg.’We zoeken niet echt de dingen’, zei ze. ‘We zijn blij als mensen iets met Kuifje willen doen. Als het kan, als het goed is voor Kuifje, als men enthousiast genoeg is, moedigen we het aan. Maar we zullen de zaken zeker niet forceren.’

De Volkskrant, 20 april 1995, 00:00

http://www.volkskrant.nl/archief/weduwe-herge-en-de-zaak-van-de-valse-kuifjes~a402891/