Robert van de Griend & Harry Lensink – Louis Sévèke, kwelgeest van de geheime dienst + Marcel Maassen – Moord op Louis Sévèke

Louis Sévèke (foto misdaadjournalist.nl)

Louis Sévèke (foto RTL Nieuws)

Louis Sévèke (foto RTL Nieuws)

Louis Sévèke, kwelgeest van de geheime dienst

Aimabel, gedreven en gedegen, zo noemen vrienden de vorige week vermoorde Louis Sévèke. De geheime dienst was een stuk minder gecharmeerd van de vasthoudende activist. ‘Ik spuug op zijn kist.’

Het was al laat toen op 6 november 1990 bij Arnold van Deijzen de telefoon ging. Aan de andere kant van de lijn maakte een journalist van De Waarheid zich bekend. ‘Bent u agent?’ vroeg de verslaggever van de communistische krant. Van Deijzen, enigszins overrompeld, beaamde voor de politie te werken. Op de vraag wat hij dan precies deed, mompelde Van Deijzen: ‘financieel medewerker’. De verslaggever reageerde triomfantelijk. ‘Nou, in het boek dat voor me ligt, staat toch heel wat anders. U bent werkzaam voor de Plaatselijke Inlichtingendienst.

Dat klopte. Het stond zwart op wit in De tragiek van een geheime dienst. Het die dag verschenen boek onthulde minutieus en met naam en toenaam hoe de Nijmeegse PID, de plaatselijke tak van de Binnenlandse Veiligheids Dienst (BVD), probeerde te infiltreren in linkse actiegroeperingen. Niet alleen Van Deijzens naam werd geopenbaard, ook zijn foto, adres en telefoonnummer stonden afgedrukt. Net als die van zes van zijn collega’s. Het was een harde klap voor de BVD, de voorganger van de Algemene Inlichtingen en Veiligheids Dienst (AIVD). De agenten probeerden de verspreiding van De tragiek nog tegen te gaan door zich op hun recht op privacy te beroepen. Tien dagen na de publicatie gaf de rechter hun gelijk. Op 16 november 1990 luidde het vonnis: ‘Voor de vastgestelde inbreuk op het recht van eisers op eerbiediging van hun persoonlijke levenssfeer bestaat geen rechtvaardiging.’ Het bleek een Pyrrus overwinning. Het verspreidingsverbod trof slechts twee locaties in Nijmegen, elders in het land werden in de daaropvolgende weken honderden exemplaren verkocht.

Vrij Nederland spoorde vier van de destijds ontmaskerde PID’ers op. Een wilde praten, op basis van anonimiteit. Van Deijzen is niet zijn echte naam. Hij had al rekening gehouden met hernieuwde aandacht voor ‘zijn’ zaak. ‘Toen ik vorige week hoorde, dat een bekende actievoerder uit Nijmegen was doodgeschoten, dacht ik meteen: Sévèke. Toen bleek dat hij het inderdaad was, wist ik dat het boek weer zou komen bovendrijven. Dat is niet prettig. We waren in die tijd totaal overdonderd. Er kwamen dreigtelefoontjes binnen. Er zouden Molotov cocktails worden gegooid. Mijn gezin kreeg 24 uur per dag bewaking.’ Volgens de oud rechercheur is de reactie van zijn vrouw veelzeggend. ‘In al die jaren heeft ze nooit met een woord gesproken over de affaire. Maar vorige week zei ze opeens: ik spuug op zijn kist.’

Volgens Van Deijzen is Sévèke de auteur van De tragiek van een geheime dienst. Maar is dat wel zo? Er is helemaal geen bewijs van, zeggen kennissen van de Nijmegenaar, die op de kop af vijftien jaar na het verspreidingsverbod werd vermoord. ‘Dat boek is anoniem gepubliceerd,’ stelt Eveline Lubbers van het Amsterdamse onderzoeksbureau Jansen & Janssen. Lubbers was indertijd werkzaam bij Ravijn, de uitgever van het boek. ‘Juist om de gevoelige inhoud van het boek was het van belang om echt geheim te houden wie het precies geschreven en gemaakt hadden. De beweging was erg goed in het organiseren van dat soort dingen, dat was een van haar sterke punten. Lubbers krijgt bijval van Ed Hollants van het Autonoom Centrum, die ook stelt dat ‘de naam van de auteur nooit naar buiten is gekomen’.

Maar oud kraker Ed Bruinvis, met wie Sévèke later nog een boek publiceerde, geeft toe, dat zijn vriend achter de onthullende publicatie zat. Ik weet niet met wie hij toen samenwerkte, dat is nooit bekend geworden. Het is toentertijd wel heel verstandig geweest om De tragiek anoniem uit te brengen, want het deed enorm veel stof opwaaien.’ Ging het dan niet te ver om wél de identiteit en privé gegevens van de PID’ers publiek te maken? Ed Bruinvis meent, dat de dienst het over zichzelf heeft afgeroepen. ‘De PID haalde de gekste dingen uit om de goede zaak van de actievoerders onderuit te halen. Je zou het kunnen omdraaien en hun kunnen vragen: realiseert ú zich wel wat u teweeg heeft gebracht?

De schrijvers van het explosieve werkje waakten in elk geval over hun eigen identiteit. Ze voltooiden hun missie zo behoedzaam mogelijk, zegt een voormalige activist uit Nijmegen. Hij wil zijn naam niet gepubliceerd hebben, want hij vreest dat justitie alsnog een zaak zou kunnen beginnen. De man verrichtte in die dagen hand en spandiensten voor de linkse speurneuzen. ‘Ze hadden foto’s gemaakt van PID’ers. Bij de fotowinkel werd dat doorgespeeld naar de politie. Toen kwamen ze bij mij. Ik had een eigen doka.’ De amateur fotograaf herinnert zich, dat hun komst altijd met veel geheimzinnigheid gepaard ging. ‘Sévèke en de zijnen maakten hele tochten door de stad om hun achtervolgers af te schudden voor ze via mijn achterdeur binnenkwamen.’ Het was een kat en muisspel volgens de Nijmegenaar. De actievoerders volgden de geheime dienst op de voet en kwamen zo onder andere achter verborgen opslagplaatsen voor volgauto’s. ‘We waren ook heel handig geworden in het verkrijgen van kentekenregistraties en geheime telefoonnummers. Louis en zijn club wisten op een gegeven moment alles van die gasten.’

Oud PID’er Van Deijzen weet nog hoe hij continu twee man in zijn kielzog had. ‘Als we er wat van zeiden en je legde bijvoorbeeld een hand op iemands schouder, dan lag er de volgende dag een klacht wegens fysiek geweld bij de korpsleiding.’

Het was een heel nieuwe benadering van de vijand. In het voorwoord van De tragiek belichtten de auteurs hun drijfveren. ‘We willen aantonen, dat de geheime diensten en hun handlangers niet zo onkwetsbaar zijn als zij en wij helaas ook al te vaak denken. Opdat velen ons (en hun) mogen volgen. Openbaarheid is het beste wapen tegen een geheime dienst!!!

De missie slaagde. De PID in Nijmegen was door de publicatie zo ondergraven, dat de dienst helemaal opnieuw werd opgezet.

Een klinkende overwinning voor de linkse beweging in haar strijd met de autoriteiten, hoewel anonymous Sévèke, die zege niet persoonlijk opeiste. Klaarblijkelijk wist bijna niemand, dat hij erachter zat. Dat hoefde ook niet voor Louis, zeggen bekenden. Hij werkte het liefst in de luwte. Zeer nauwkeurig en met een lange adem fixeerde hij zijn aandacht op de veiligheidsdienst.

Die fixatie is waarschijnlijk ontstaan toen Sévèke in 1987 bij de gewelddadige rellen rond de ontruiming van kraakpand Mariënburg werd gearresteerd, menen mensen, die hem lang hebben gekend. In de daarop volgende strafzaak probeerde het Openbaar Ministerie de leiders van de groep krakers veroordeeld te krijgen op grond van artikel 140, lidmaatschap van een criminele organisatie. Dat was een novum en het lukte. Sévèke verdween negen maanden achter de tralies.

Het OM ging heel ver in zijn bewijsvoering. Mensen werden zeven uur per dag verhoord. Krakers die gebruik maakten van dezelfde koelkast werden al gezien als leden van een criminele organisatie,’ zegt Eveline Lubbers van Jansen & Janssen. Ed Hollants van het Autonoom Centrum voegt toe: ‘Er werden anonieme getuigen van de PID toegelaten, die allerlei leugens vertelden. Ze zijn op volstrekt vage gronden opgepakt. Dát heeft Louis zo fel gemaakt op inlichtingendiensten.’

Hoe de actievoerder er zelf over dacht, blijkt uit een interview, dat NRC Handelsblad met ‘kraker Louis’ had in 1991. ‘Als je een steen gooit, dan weet je tenminste waar je mee bezig bent. Je kent de risico’s en maakt een keus. Maar artikel 140 is zo vaag, daar pakken ze je altijd op. En daarvoor heeft justitie die inlichtingendiensten nodig (…) Ze maken levens kapot. De jonge Sévèke geeft een voorbeeld: ‘Bij een verhoor confronteren ze je met dingen, die ontzettend persoonlijk zijn. Mij hebben ze de integrale tekst voorgelezen van een telefoongesprek, dat ik met mijn moeder had gehad. Pure intimidatie.’

Altijd op zoek naar onrecht, lijkt de lijfspreuk van de geliquideerde Nijmegenaar te zijn geweest. Sévèke was al maatschappelijk betrokken toen hij in de jaren tachtig naar de studentenstad kwam. Hij had het niet van huis uit meegekregen, meent Marie-Louise Kuijs. Ze zat zes jaar bij hem in de klas op het gymnasium in het Brabantse Heeswijk. Kuijs leerde Sévèke kennen als een ‘bijzonder sociale jongen’, maar tegelijkertijd als iemand die nauwelijks besefte dat de samenleving ook een onderkant had. ‘Ik was maar een eenvoudige boerendochter,’ vertelt ze. ‘Maar Jean-Louis, zo heette hij toen nog, kwam uit een welgesteld gezin. Zijn vader was psychiater. Met armoede had hij nog nooit te maken gehad.’

Daar kwam verandering in toen ze met een groepje vrienden op fietsvakantie gingen naar Luxemburg. De reis verliep niet helemaal zoals gepland. De vrienden kwamen niet verder dan Luik, waar ze verdwaald raakten in een zwarte buitenwijk. ‘Uiteindelijk hebben we bij een heel arme familie de nacht doorgebracht,’ zegt Kuijs. ‘Voor Jean-Louis was het de eerste keer, dat hij met mensen in aanraking kwam, die voor hun bestaan moesten vechten. Dat is ongetwijfeld een bepalend moment in zijn leven geweest.’

Het gymnasium in Heeswijk zal ook zijn sporen hebben nagelaten bij Sévèke, denkt Kuijs. ‘Het was een kleine katholieke school ,waar les werd gegeven door norbertijnen. Die stonden bekend om hun kritische houding ten aanzien van het Vaticaan. Op school werd het dan ook vanzelfsprekend gevonden, dat je kritisch in het leven stond en over van alles en nog wat discussieerde. In verkiezingstijd werden er schaduwverkiezingen gehouden. Er werden zelfs debatten georganiseerd over het bestaan van God. Dat kon daar allemaal.’

Volgens Kuijs was het activisme van Sévèke aanvankelijk ook een manier om zich af te zetten tegen zijn familie. Tegen zijn broer Raymond-Pierre bijvoorbeeld, die bij hen in de klas zat, omdat hij een keer was blijven zitten. ‘Die was nogal rechts. Hij las zelfs Elsevier.’ Het verklaart wellicht ook waarom Jean-Louis zich later simpelweg Louis is gaan noemen. ‘Ik denk, dat hij dat beter bij zichzelf vond passen,’ zegt Kuijs. ‘Het was minder chic. Een betere naam voor iemand, die links wilde zijn.’

Begin jaren tachtig toog de psychiater zoon naar het rode bolwerk Nijmegen om rechten te studeren. In de loop der jaren sloot Sévèke er vriendschappen en gelegenheidscoalities met de vele actiegroepen, die de Waalstad rijk is. ‘Louis was zachtaardig en vredelievend,’ zegt de Nijmeegse GroenLinks fractievoorzitter Wouter van Eck. Dan springen de tranen in zijn ogen. ‘Ik heb er nog moeite mee om over Louis in de verleden tijd te spreken. Hij wás een bruggenbouwer. De overheid en de kraakbeweging stonden altijd met de rug naar elkaar toe. Louis heeft die nodeloze tegenstelling geslecht.

Maar eigenlijk was dat pas iets van de laatste tijd. De jaren negentig stonden toch vooral in het teken van zijn fascinatie voor de ‘stillen’, de geheime dienst, die volgens hem keer op keer poogde binnen te dringen bij radicaal links Nederland. Samen met anderen richtte hij Onderzoeks Buro Inlichtingen en Veiligheidsdiensten (OBIV) op en in 1998 verscheen opnieuw een onthullend boek van zijn hand: Operatie Homerus: spioneren voor de BVD. Deze keer staat hij wel vermeld als auteur, samen met zijn levenspartner en collega Frank Schoenmaeckers en de links radicale actievoerder Ed Bruinvis.

Weer was de aandacht vooral gericht op de PID in Nijmegen. Die dienst was, mede dankzij een stevig linkse studentenbeweging in de stad, uitgegroeid tot de meest actieve plaatselijke afdeling van de BVD.

Bij de oprichting van de landelijke veiligheidsdienst in 1949 was afgesproken dat de BVD zich alleen zou bezighouden met inlichtingenwerk en geen opsporingsbevoegdheid zou krijgen. Dat werd in 1987 nogmaals aangescherpt in de Wet op de Inlichtingen en Veiligheidsdiensten. Die beperkingen werden in Nijmegen met voeten getreden, zo meent Eveline Lubbers. Die PID’ers hadden een dubbele pet. Aan de ene kant waren het politieambtenaren, aan de andere kant werkten ze voor de BVD. Terwijl die dienst nadrukkelijk opsporingsbevoegdheden is ontzegd om Gestapo toestanden in Nederland te allen tijde te voorkomen.’

In Operatie Homerus gaat Sévèke nog een stap verder met zijn kritiek. Vijf jaar lang werkte hij met zijn sidekicks aan het onderzoek. De trojka wilde aantonen, dat de geheime dienst niet alleen infiltreerde bij actievoerders, maar ook aanzette tot geweld. In het boek wordt de handelwijze van BVD undercover agent Rob Kamphuis, alias Cees van Lieshout, aan de kaak gesteld, die voor de dienst werkte onder codenaam ‘Homerus’. Deze Van Lieshout werd aangestuurd door leden van de PID, zogenaamde runners. Ze hadden een kleurrijk persoon voor hun operaties uitgezocht: de in zijn jeugd misbruikte homoseksueel Van Lieshout was ooit drugsdealer en bendeleider, aldus de auteurs. Vijftien jaar lang dook de infiltrant op in allerlei radicale bewegingen. Niet alleen om informatie te vergaren, maar ook om de gemoederen op te stoken, zo meldden Sévèke cum suis. Hij zou meden actievoerders meestal tevergeefs hebben aangezet tot onder meer aanslagen, wapenimport en molestatie.

Ed Bruinvis, een van de auteurs van Operatie Homerus, zegt persoonlijk te hebben ervaren hoe Van Lieshout hem manipuleerde. Bruinvis was begin jaren tachtig lid van het Rood Verzets Front (RVF), een extreem linkse club, die zich solidair had verklaard met gewelddadige groeperingen als de Rote Armee Fraktion. De discussie over wel of geen wapens werd natuurlijk ook gevoerd,’ vertelt Bruinvis, ‘maar toch is er in Nederland nooit echt geweld gebruikt.’ Het voorbeeld, dat Bruinvis aanhaalt in Operatie Homerus doet in het licht van de bloedige internationale aanslagen bijna koddig aan. Toen een cipier ervan werd verdacht gevangenen te mishandelen, vatte bij RVF infiltrant Van Lieshout het idee post, dat Bruinvis een steen door de ruit van diens Arnhemse woning moest gooien. Bruinvis vertrouwde het zaakje niet en ging poolshoogte nemen. Voor het huis van de cipier werd de links radicaal klemgereden door vier Ford Escortjes van de Groep Bijzondere Opdrachten, het arrestatieteam van de Arnhemse politie. Bruinvis vluchtte weg. ‘Blijkbaar had Van Lieshout, die mannen een tip gegeven, maar dat begreep ik pas later. Ik had er eigenlijk vanaf het begin geen zin in om in zo’n woonwijk een baksteen door een raam te gooien. Maar hij had me er toe aangezet. In opstoken was hij goed.’ Uiteindelijk werd de infiltrant in 1981 door diezelfde Bruinvis ontmaskerd tijdens een langdurige ondervraging.

In de jaren daarop legde Van Lieshout in opdracht van de BVD contacten met Russische diplomaten en KGB agenten, die in Nederland actief waren. Dat deed hij tot eind jaren tachtig. Toen in 1990 het boek De tragiek van een geheime dienst verscheen, liep ook de carrière van Van Lieshout ten einde. In het eerste boek van Sévèke werd de identiteit van de informant al besproken, maar pas met het verschijnen van Operatie Homerus in 1998 werd zijn handelwijze volledig onthult. Van Lieshout was toen allang uit Nederland vertrokken. Hij had zich op Kreta gevestigd. Maar de undercover agent zou nog terugkeren. Hij was op het Griekse eiland in geldnood gekomen en zocht in Nederland soelaas bij zijn voormalige opdrachtgever, de BVD. Toen deze niet thuis gaf, beroofde Van Lieshout twee postagentschappen. Hij werd gearresteerd en verdween voor anderhalf jaar achter de tralies. Na zijn detentie zou de oud infiltrant een deal hebben gesloten met de BVD om te zwijgen over zijn verleden. Hij keerde terug naar Kreta.

Had Van Lieshout een motief om Sévèke iets aan te doen? Weliswaar is het de actievoerder geweest, die zijn cover blootlegde, maar uit het boek en eerdere krantenartikelen blijkt, dat de infiltrant toch vooral teleurgesteld is in zijn opdrachtgever, de BVD. Het is overigens nog maar de vraag, of de geëmigreerde BVD agent in staat zou zijn tot een afrekening: volgens sommigen is Van Lieshout ernstig ziek en wellicht zelfs al overleden. Ook oud PID’er Arnold van Deijzen kan geen uitkomst bieden: hij kent weliswaar de affaire Van Lieshout, maar mag daar niets over zeggen. ‘Dat is staatsgeheim.’ Dan vervolgt de voormalige medewerker van de BVD met gevoel voor ironie: ‘En over beide boeken van Sévèke mag ik niet zeggen, dat er allerlei grove fouten in staan. Al zou ik dat graag doen.’ Daarbij vraagt Van Deijzen zich af, of Sévèke wel zo vredelievend was als hij wordt afgeschilderd door zijn vrienden. ‘Dat de kraakbeweging problemen aan de kaak stelde, okay. Maar voor mijn gevoel waren sommigen uit op regelrechte chaos, ondermijning van de democratie. En bij mijn weten was Sévèke goed in het organiseren van die chaos.’

Louis Sévèke had vijanden, zoveel is duidelijk. Maar toch is er niemand in zijn directe omgeving, die een oorzakelijk verband durft te leggen tussen de eerdere publicaties van de activist en zijn gewelddadige dood vorige week. Ook voor Sévèke waren de tijden veranderd, zegt de ex kraker annex amateur fotograaf, die ooit onderdak verleende aan de rechtlijnige actievoerder.Ach, toen was de politie je grootste vijand. Agenten waren geen normale burgers. En als linkse activist voelde je je opgejaagd wild. Nu denk ik, dat de politie ook goede dingen doet.’

De afgelopen jaren was Sévèke sowieso wat minder bezig met zijn stokpaardje: de tegenwoordige AIVD. ‘Hij heeft nog wel bijdragen geleverd aan het boek Welingelichte kringen uit 1995 en de Snuffelstaat: Nederland en de BVD uit 2000, beide over onder andere de BVD,’ zegt Wil van der Schans van Jansen & Janssen. ‘Maar toen we hem onlangs vroegen naar een stuk voor een boek over terrorismebestrijding, heeft hij geweigerd.’

Zijn Nijmeegse vriend Ed Hollants weet waarom. ‘Hij was, zoals de meesten van ons, wat bedaagder geworden. Wel had hij behoefte om zichzelf bij te spijkeren. Louis wilde zijn studie rechten, waar hij in de jaren tachtig aan was begonnen, nog afmaken. Vooral omdat hij zich dan beter zou kunnen inzetten voor dak en thuislozen en hun problemen met de identificatieplicht.’

Tegelijkertijd roerde Sévèke zich nog in discussies over heikele thema’s als de rechten van terrorisme verdachten. Onlangs nog publiceerde de Nijmegenaar een artikel in NRC Handelsblad, waarin hij waarschuwde voor een geheime dienst, die wapens levert aan de groeperingen, die de dienst bestrijdt. De theorie, dat de AIVD de leden van de Hofstadgroep in het Haagse Laakkwartier zelf van wapens had voorzien, sloot aan bij de wijze, waarop de PID informanten als Cees van Lieshout in Nijmegen runde, zo betoogde hij. Er was niets nieuws onder de zon.

Ook lopen er nog steeds juridische procedures van zijn Onderzoeks Buro Inlichtingen en Veiligheidsdiensten, waarbij de OBIV inzage eist in de dossiers van mensen, die door de inlichtingendienst in de gaten werden gehouden. Het verklaart wellicht waarom niet iedereen zich van premature conclusies onthoudt. Tussen de bloemen en de kaarsjes op de plek in de Nijmeegse Van Welderenstraat, waar Louis Sévèke woensdagavond werd vermoord, was de tekst van één briefje veelzeggend: ‘De AIVD heeft weer iemand de mond gesnoerd.’

Het activisme van Louis Sévèke

1987

Sévèke wordt door de rechter aangewezen als organisator van de rellen bij de ontruiming van het gekraakte kantorencomplex de Mariënburg in Nijmegen. Hij wordt veroordeeld tot negen maanden gevangenisstraf.

1990

Sévèke publiceert anoniem het boek De tragiek van de geheime dienst, waarin enkele geheim agenten in Nijmegen worden ontmaskerd. Ook hun adressen en telefoonnummers worden in het boek vermeld.

1993

Sévèke richt het Steunpunt Inzage PID Nijmegen (SIP) op. Het SIP strijdt voor openheid met betrekking tot (persoons)dossiers bij de PID en BVD in Nijmegen.

1993

Sévèke richt het Onderzoeks Bureau Inlichtingen en Veiligheidsdiensten (OBIV) op. Het Bureau doet onderzoek naar het functioneren van geheime diensten in de regio Nijmegen.

1995

Sévèke levert een bijdrage aan het boek Welingelichte kringen, uitgegeven door bureau Jansen & Janssen, waarin Nederlandse inlichtingendiensten onder de loep worden genomen.

1998

Sévèke publiceert samen met Frank Schoenmaeckers en Ed Bruinvis het boek Operatie Homerus, waarin ze uit de doeken doen hoe BVD infiltrant Cees van Lieshout de Nijmeegse kraakbeweging infiltreerde.

5 februari 2000

Sévèke onthult samen met Eveline Lubbers, dat iedere burger, die openlijk kritiek levert op de aanleg van de Betuwelijn, in de dossiers van de BVD belandt.

6 juli 2001

Sévèke meldt op http://www.antenna.nl dat zijn Steunpunt Inzage PID Nijmegen nog volop procedures heeft lopen tegen de minister van Binnenlandse Zaken. Verder geeft hij uitleg bij de dossiers van anti militaristen die deels openbaar zijn geworden.

26 juli 2002

Sévèke betoogt op de opiniepagina van de Volkskrant, dat het niet gek is dat de Nederlandse Veiligheidsdienst niet op de hoogte was van het dubieuze verleden van ex staatssecretaris Philomena Bijlhout. Dat verleden gaat de dienst volgens hem niets aan, omdat Bijlhout geen vertrouwensfunctie bekleedde.

21 december 2002

Sévèke doet op de opiniepagina van Trouw zijn beklag over drie rapporten van de AIVD, waarin de dienst beweert, dat islamitische fundamentalisten de Nederlandse rechtsstaat bedreigen. Wie dergelijke boude beweringen doet, vindt Sévèke, moet met bewijzen en bronnen komen.

22 oktober 2003

Sévèke betoogt op de opiniepagina van de Volkskrant, dat de AIVD scherper moet worden gecontroleerd. De dienst begaat blunder na blunder, zegt hij, en hij refereert onder meer aan de affaire Mabel Wisse Smit.

18 december 2003

Sévèke verleent juridische bijstand aan demonstranten, die zijn opgepakt in de Nijmeegse binnenstad. De demonstranten hadden van de burgemeester een verbod gekregen om in het centrum te komen.

2 mei 2005

Sévèke meldt in Ravage, dat verschillende dierenrechten activisten onaangekondigd bezoek hebben gekregen van de Nationale Recherche. Hij adviseert iedereen, die hetzelfde overkomt om niet op vragen in te gaan en niemand binnen te laten, die daar geen machtiging voor heeft.

3 november 2005

Sévèke beweert op de opiniepagina van NRC Handelsblad, dat het niet onvoorstelbaar is, dat de AIVD handgranaten heeft geleverd aan de Hofstadgroep. Hij verwijst naar BVD infiltrant Cees van Lieshout, die bij vergelijkbare praktijken betrokken zou zijn geweest.

oktober 2005

Sévèke doet namens de Werkgroep Klachten Politieoptreden, die hij zelf heeft opgericht, aangifte tegen een Nijmeegse agent, die meineed zou hebben gepleegd.

14 november 2005

De Europese Organisatie ter Bescherming van de Rechtspositie van Gedetineerden (EORG), waarbij Sévèke betrokken is, stelt dat het ‘onrechtmatig’ is, dat Mohammed B. in isolement wordt opgesloten. Ook vindt de organisatie, dat Samir A. onnodig hard is aangepakt bij zijn arrestatie.

VN, 26 november 2005

https://www.vn.nl/louis-seveke-kwelgeest-van-de-geheime-dienst/

Moord op Louis Sévèke

Memorabilia op de plek, waar Louis Sévèke werd vermoord (foto Marcel Maassen)

Memorabilia op de plek, waar Louis Sévèke werd vermoord (foto Marcel Maassen)

Een straatje van niks, nog geen honderd meter lang. Van 1984 tot 1986 woonde ik op de Eilbrachtstraat drie hoog achter (letterlijk) in een studentenkamer. Twintig jaar later, eind 2005, werd activist Louis Sévèke op de stoep voor mijn toenmalige studentenhuis doodgeschoten door Marcel T.
Louis was een bekend figuur in Nijmegen, de stad waar ik zeventien jaar woonde, en we waren nagenoeg even oud. Ik kende hem echter niet.
Wat ik daarmee wil zeggen? Niet veel eigenlijk, bijna niks. Soms wil je gewoon iets zeggen, dondert niet wat. Potje wauwelen. Ik zou er nog een lulverhaal aan vast kunnen breien door de draad van die voornaam van de moordenaar op te pakken, een naamgenootje, maar het moet ook weer een keer gedaan zijn met het gewauwel. Aan het werk nu, het grote werk, de nobele kunst van de literatuur. Daar heb ik weliswaar allemachtig weinig trek in, maar het moet: het volk dient verheft. Het is weer een van die dagen, dat ik tegen het schrijven opzie als tegen een berg. Ze zijn met velen, die dagen, en hun getal groeit. Dat maakt het schrijven, en daarmee het leven, niet aanlokkelijker. Nochtans legt het chagrijn, dat ze mij brengen, het ruimschoots af tegen de euforie van dat handjevol dagen, waarop ik mij bevoorrecht nee: uitverkoren voel omdat het schrijven mij gegeven is. Soms ook, héél soms, ziet de berg op tegen mij.

marcelmaassen.nl, 15 november 2005

http://www.marcelmaassen.nl/moord-op-louis-seveke/

Meer informatie
https://robscholtemuseum.nl/?s=Robert+van+de+Griend
https://robscholtemuseum.nl/?s=Harry+Lensink
https://robscholtemuseum.nl/?s=Marcel+Maassen
https://robscholtemuseum.nl/?s=Louis+Sévèke
https://robscholtemuseum.nl/?s=De+tragiek+van+een+geheime+dienst
https://robscholtemuseum.nl/?s=Operatie+Homerus
https://robscholtemuseum.nl/?s=Onderzoeks+Buro+Inlichtingen+en+Veiligheidsdiensten
https://robscholtemuseum.nl/?s=Binnenlandse+Veiligheids+Dienst
https://robscholtemuseum.nl/?s=Algemene+Inlichtingen+Veiligheids+Dienst
https://robscholtemuseum.nl/?s=Rood+Verzets+Front
https://robscholtemuseum.nl/?s=Rote+Armee+Fraktion
https://robscholtemuseum.nl/?s=Hofstadgroep
https://robscholtemuseum.nl/?s=Laakkwartier
https://robscholtemuseum.nl/?s=Mabel+Wisse+Smit