Pieter T’Jonck – Fascinerende lichaamsbeelden in solo Wim Vandekeybus: Anatomische manipulaties tijdsdocument + Jan Fabre – Lichaampje, lichaampje aan de wand…

Fascinerende lichaamsbeelden in solo van Wim Vandekeybus: Anatomische manipulaties leiden tot boeiend tijdsdocument

Brussel — Lichaampje, lichaampje aan de wand… is het tweede deel van Jan Fabre’s vierluik van solo’s onder de noemer De vier temperamenten. In een lange monoloog, voorafgegaan door een carnavalesk dansnummer en besloten door een korte film, geeft Wim Vandekeybus bespiegelingen ten beste over de werkelijkheid van het lichaam. Het stuk is een merkwaardig tijdsdocument over dat lichaam geworden. Vandekeybus leverde in de regie van Jan Fabre een verrassend sterke en overtuigende acteursprestatie bij het Kaaitheater.

Centraal staat de gedachte, dat wij ons maar bewust worden van het lichaam door de blik die anderen erop werpen. Deze bewustwording is dus altijd maar gedeeltelijk. Ze maakt tot op zekere hoogte abstractie van de organen en weefsels, die onder de huid verscholen zijn en die de ultieme realiteit van het lichaam uitmaken. Ook de voortdurende verandering (veroudering bijvoorbeeld) en kwetsbaarheid ervan blijven als het ware buiten beeld.

De ongeregelde, vervreemdende aspecten van het lichaam worden onderdrukt. Toch kunnen juist die aspecten, bijvoorbeeld in de erotische verbeelding, een grote rol spelen. Als het lichaam, schijnbaar op eigen houtje, de kop opsteekt, dan gaan de poppen aan het dansen.

Al sinds de renaissance, sinds de ontdekking van de bloedsomloop door Harvey, hebben we met een zekere schok moeten ontdekken, dat het lichaam geen eenheid is, die een kosmische orde weerspiegelt, maar een gecompliceerde machine, die los van de menselijke geest functioneert. Op het einde van de twintigste eeuw leidt dat tot een radicaal nieuwe houding: het lichaam wordt niet meer als gegeven beschouwd, maar als een maakbaar, manipuleerbaar ding, met een maakbare en manipuleerbare identiteit als gevolg.

Dat veroorzaakt huiver en afschuw voor de monsterlijke realiteit achter het “gewone” oppervlak van het lichaam. In de populaire beeldcultuur krijgt die afschuw een treffende verbeelding in films als Alien. Tegelijk wordt het een dagelijkse realiteit: werken, schaven en vijlen aan het lichaam is een wijd verbreide praktijk. Al gaan weinigen zo ver als de kunstenares Orlan, die haar volledige lichaam laat ombouwen.

Wild

In de monoloog van Wim Vandekeybus komen al deze aspecten en gedachten in een tumultueuze gedachtestroom naar boven. Een kaderverhaal structureert dit: een fotografe manipuleerde zijn lichaam voor een tentoonstelling vol fantasmatische lichaamsbeelden. De vreemdste anatomische constellaties worden gegroepeerd volgens de lichaamsstelsels (zenuwen, skelet, spieren…). Het resultaat van dit proces is, dat de verteller zich door dat fotograferen leeg gezogen voelt.

In de tekst duiken vele verwijzingen op naar Vandekeybus zelf, naar Fabre, naar de kunstenares Orlan en de verongelukte invalide schilder Rob Scholte. Hoewel het kaderverhaal een beetje flauw theoretisch is, werkt het wel om de wilde, vaak uitgesproken erotische verbeelding van het stuk in banen te leiden.

Aanvankelijk zien we Vandekeybus als een soort aapmens luid brullend boven een geluidsbox dansen: I’m a dancing fool van Frank Zappa als niet te missen verwijzing naar zijn eigen carrière als choreograaf. Na dit vermakelijke begin volgt een monoloog, die versterkt wordt door een begeleidend ritueel: gekluisterd aan twee microfoons moet Vandekeybus zich door een vrouw gewillig laten beschilderen. Eerst maken alle kleuren van de regenboog hem onherkenbaar, vervolgens gaat er een laag zwart over, alsof alleen een negatief beeld van hem overblijft.

Het slot is een film, waarin we Vandekeybus wild zien dansen tegen een fel contrasterende achtergrond. Alle bevreemdende aspecten van het voorgaande — het lichaam als doek, als superieure mechaniek, maar ook als plaats van vreemde onderhuidse processen — komen hier in een verkort perspectief terug. Het is een visuele demonstratie van wat tevoren in de tekst werd opgeroepen. Een fascinerend slot.

Nog vanavond om 20.30 uur te zien in de Kaaitheaterstudio’s aan de Onze-Lieve-Vrouw van Vaakstraat 81 in Brussel. Herneming in het najaar.

De Standaard, 11 Feb 1997

http://sarma.be/docs/1951

Lichaampje, lichaampje aan de wand…

Jan Fabre schreef voor danser en choreograaf Wim Vandekeybus de monoloog ‘Body, body on the wall’. De tekst gaat over de relatie tussen een mannelijke danser en een vrouwelijke fotografe, een metafoor voor de relatie tussen performer en publiek, en is geïnspireerd op de Nederlandse kunstenaar Rob Scholte, op de Franse performancekunstenares Orlan en op Wim Vandekeybus zelf.

Tijdens de performance van Vandekeybus werd de film ‘Lichaampje, lichaampje aan de wand’ vertoond. Hierin voert Vandekeybus met ontbloot en beschilderd bovenlichaam een choreografie uit in een fel groen toilet. Hij danst in schokkende bewegingen en tegen de groene muur danst zijn schaduw met hem mee. In andere scènes veranderen zowel Vandekeybus als de ruimte steeds van kleur: en groene danser in een gele ruimte, dan een geel beschilderde Vandekeybus in een zwarte ruimte en ten slotte een zwart beschilderde danser in een blauwe toiletruimte.
Close-ups van zijn handen, mond, tong en oor volgen elkaar op. De soundtrack laat knarsende tanden horen, zwaar ademhalen, het snuiten van een neus en bezwete lichaamsdelen, die elkaar raken.

Elk cinematografisch element accentueert vleselijke lichamelijkheid. Het verschil tussen de binnenkant (zweet, adem) en de buitenkant (huid) van het lichaam lijkt te verdwijnen. Het glimmende lichaam in ‘Lichaampje, lichaampje aan de wand’ is de spiegel van de ware menselijke aard, met al zijn fysieke verlangens.

Date: 1997
Length: 6’56”
Type: Video
Copyrights: All rights reserved (c) LIMA
Genre: dance (artwork genre), (experimental) film (artwork genre)
Keywords: registration (technique), body, dance (subject), colour

http://www.li-ma.nl/site/catalogue/art/jan-fabre/lichaampje-lichaampje-aan-de-wand/18044