Petra Bies – Reuzerugwervel en ander moois in walvismuseum Den Helder

Den Helder – Het familieuitje naar het Lutjestrand werd in ’98 voor André van Groenou ongewild een zonnebad in zijn uppie. Dat kwam door die vinvis van Huisduinen. „Het was twee weken na de ontleding, maar de stank zat nog steeds in mijn lijf. Als de zon er maar even op stond, was het niet te harden. Ik schoof op het strand steeds verder van mijn familie vandaan.”

’Vies verhaaltje’, maar Van Groenou kan en kon er hartelijk om lachen. Hij bewaart niet alleen goede herinneringen aan het ’demonteren van die veertig ton stinkende rotzooi’ op de dijk van Huisduinen, hij heeft ook een tastbaar souvenir van het zoogdier: een enorme rugwervel.

Hij staat op een sokkel in de voormalige winkelruimte onder zijn woning. Een winkeltje op een hoek aan de Ooievaarstraat, waar zijn vader in de jaren dertig al een slagerij had, hij zelf nadien de slagershanden uit de mouwen stak en waar vervolgens zijn dochter jarenlang een kapsalon dreef. Toen zij om gezondheidsredenen moest stoppen met de salon en het pand leegkwam, begon er langzaam aan iets te borrelen bij de walviskenner. Waarom zou hij er zijn collectie niet in uitstallen? En dan ook maar een naam op het raam. De keuze viel op ’De harpoen’.

Zielig

Het staat er al eventjes op, maar om nou te zeggen dat het storm loopt wat bezoek betreft, nou nee. „Af en toe komt er iemand. Mensen vinden de walvisjacht iets zieligs, het trekt ze niet. Vroeger had je een konijn in de schuur dat met kerst de pan in ging. Dat zouden mensen nu zielig vinden. Slachten vinden ze te bloederig, daar worden ze misselijk van. Maar ze kijken rustig naar de beelden van Syrië op tv en schuiven zó hun eten naar binnen”, zo wil de slager annex vleeskeurmeester in Van Groenou toch graag even kwijt.

Zelf raakte Van Groenou 35 jaar geleden in de ban van de walvis. Dat begon met een cadeautje van een vriend. Een boekje getiteld ’The whale’s tale as told on postagestamps’ (het verhaal van de walvis zoals geschetst op postzegels). „Ik verzamelde postzegels en ben me vanaf toen gaan specialiseren in postzegels met het thema Noord- en Zuidpool en walvissen. Ja, en hoe gaat dat dan. Dan wil je ook boeken hebben en je gaat het steeds interessanter vinden. Walvissen zijn de grootste zoogdieren aller tijden, prehistorische dieren die nog steeds bestaan, ook al wordt er al eeuwen op gejaagd.”

Struisvogelei

Aankopen, schenkingen en zijn snuffeltochten over rommelmarkten leverden een bonte collectie op. Zoals een lampje gemaakt van een struisvogelei. „Een souvenir dat werd meegenomen van de walvisvaart bij Zuid-Afrika”, weet Van Groenou. Er liggen in vitrines gebruiksvoorwerpen die gemaakt werden van walvismateriaal. Zoals een waaier met baleinen, schaakstukken van walvistand en een blikje schoensmeer met walvistraan. Aan de wand hangt een knalrode vlag, gezien de gaten in het doek duidelijk met een leventje achter de rug. Het is een markeringsvlag. „Als er een walvis geschoten was, werd er een vlag op geplant met de naam van de maatschappij, dan wist iedereen van wie ’ie was.”

„De walvissen bij de Noordpool bleven drijven nadat ze geschoten waren, de Groenlandse heeft een speklaag van veertig tot vijftig centimeter. Maar de walvissen bij de Zuidpool zonken. Die werden opgepompt, zodat ze toch bleven drijven,’’ verhaalt Van Groenou. Bij de oude walvisvaart waren grote groepen personeel betrokken. „In Nederland had je één fabriekschip met een kokerij aan boord en daarbij een boel jagers. Bij elkaar had je het dan al snel over negenhonderd man. In 1964 is het gestopt, het was niet rendabel meer.”

Andere landen jagen nog steeds, meestal op op modernere wijze, soms nog ouderwets vanuit een open boot met een harpoen, zoals in Indonesië. Op een informatiebord in het museum is te lezen hoe de jacht een tijdje terug nog een stel jagers fataal werd toen een orka hen meesleurde de diepte in.

Kijkduin

’De Harpoen’ is niet de enige locatie met materiaal uit Van Groenous collectie. Al in ’97 richtte hij op verzoek een informatiehoek in in het museum van Fort Kijkduin in Huisduinen, voorheen immers een walvisvaardersdorp.

„Dat had ik net gedaan toen bij Wassenaar een potvis aanspoelde. Ze zochten vrijwilligers die wilden helpen met demonteren.” Gezien de slagersachtergrond van Van Groenou was hij de aangewezen kracht. „Het verschilt niet veel met een koe of varken, het is ook vlees en spek.” De potvis werd postuum Chris gedoopt, zijn skelet kwam terecht in Fort Kijkduin.

De walvisslachters konden na Chris al weer snel aan de slag, toen er in ’98 voor de kust van Bergen een dode vinvis werd ontdekt. „Hij is met een sleepboot naar Den Helder gebracht.” Het dier werd op de Huisduiner dijk ontleed. „Maar je kon hem al ruiken als je bij het ziekenhuis was”, memoreert zijn vrouw Wil (80) lachend. Ze schrok niet terug van de bloederige verhalen waarmee haar man thuiskwam. „Ik ben zelf verpleegster geweest.’’

De Harpoen is gevestigd aan de Ooievaarstraat 105A. Bezichtigen op afspraak, tel. 622816, andrevangroenou@versatel.nl.

NHD, 13-9-2016, 10:00 (Update 15-9-2016, 14:59)

http://www.noordhollandsdagblad.nl/stadstreek/denhelder/article28497586.ece