Pauline Slot – In museumwinkel wordt kunst het pispaaltje van commercie

De Volkskrant, 29 december 2014

Musea Museumwinkels die slappe aftreksels van kunst verkopen, verminderen de impact van hun collectie.

In de winkel van het Van Gogh Museum was het half november al volop kerst, zag ik toen ik een dag doorbracht in het vernieuw-de museum. Twee witte kerstbomen vol kerstballen domineerden de aanblik. Op de ballen, te koop voor 15 euro per stuk, scheen de Provençaalse zon: ze waren bedrukt met zonnebloemen, irissen, korenvelden. Ook was er een kerstbal in de vorm van het gele huis in Arles.

In de museumwinkel is natuurlijk veel meer te koop dan kerstballen met zonnebloemen. Het is een klein warenhuis, vol met bekervormige, sjaalvormige, brillenkokervormige, vaasvormige, tasvormige, legpuzzelvormige, beertjesvormige, slabbetjesvormige, koelkastmagneetvormige reproducties van schilderijen, met een paar duidelijke favorieten: de Zonnebloemen, de Amandelbloesem.

Maar ik zag dat ook Van Gogh zelf – genie, hoerenloper, ruziezoeker – hier nu te koop is als stoffen poppetje. Met wild rood haar bungelt hij aan sleutelhangers, soms romantisch met een zonnebloem in zijn hand. In een grabbelbak ligt hij ook, zijn jasje en gele hoed met goud doorstikt. Alleen een Action Man-versie ontbreekt nog.

Gespletenheid

Dit aanbod tekent de vreemde gespletenheid in het moderne museum. Waar in de zalen kosten noch moeite zijn gespaard om de unieke kunstwerken te conserveren en aan ons te tonen als onderdeel van een zorgvuldig opgebouwd verhaal, lijkt in de winkel elke vorm van smaak overboord te zijn gegooid. Hetzelfde zien we in het vernieuwde Mauritshuis. Het meisje met de parel is daar op allerhande gebruiksvoorwerpen afgebeeld, van drinkzakken tot golfballen, dus je kunt haar desgewenst zelfs een knal voor haar kop geven. Ook is zij uitgevoerd als badeend.

Ik zou graag eens bij de brainstormsessie willen zijn waar over het in productie nemen van zulke trinkets besloten wordt. En bij de teamvergadering waarin tot aankoop voor de museumwinkel wordt overgegaan. Ik begrijp het niet, zou ik willen zeggen. Kom met iets beters.

Museumwinkels die deze koers volgen, verkopen ons de slappe aftreksels van kunst, en verminderen daarmee de impact van hun collectie. Gewenning is de vijand van echt zien. De betekenis van de originele voorwerpen wordt aangelengd, soms zozeer dat een homeopathische verdunning ontstaat.

Geld

Boeken, ansichtkaarten en dvd’s verkopen: daar is niets mis mee. Die berg je op. Maar de massaal geproduceerde placemats, sjaals en mokken met beroemde schilderijen erop: die staan en liggen elke dag in je beeld. En sommige voorwerpen hebben zelfs niets meer met de oorspronkelijke afbeelding te maken. Zo is er in het Van Gogh Museum een gele-huis-kinderrugzakje te koop. (Leuk voor kinderen die net zo lastig zijn als Vincent was.) En laatst trof ik er een Money Box, ook al in de vorm van het gele huis.

Waarmee het relevante woord is gevallen. Ja, de verkoop van dit soort spullen levert het museum geld op, en de tijden zijn moeilijk. Ik weet het. Maar het kan ook anders. In het Stedelijk Museum is de museumwinkel een fantastische boekhandel met een afdeling huishoudelijke artikelen eraan vast, en op die afdeling is het alles smaak wat de klok slaat. Er staan mooie spullen die geen opdruk uit de collectie nodig hebben om toch mee te profiteren van het gevoel dat hier iets kopen een verhevener activiteit is dan buiten het museum. Dat gevoel krijg je in het Van Gogh Museum absoluut niet. Het is er duur en goedkoop tegelijk.

Het ergste wat ik op dit gebied gezien heb lag overigens niet daar, maar in de National Gallery in Londen. Daar trof ik afgelopen zomer een speciale editie van het spel Monopoly aan, met Van Goghs zonnebloemen op de doos. Het is de omkering van wat Duchamp in 1917 deed: een urinoir tot kunst verheffen. Kunst wordt hier het pispaaltje van de commercie.

Preuts

Gewenning is de vijand van echt zien

We hoeven heus niet preuts te worden met iconische schilderijen. Jarenlang heb ik een mousepad gehad met de afbeelding van een blauwe lucht waartegen zich de takken aftekenen van een bloeiende amandelboom, Van Goghs amandelboom. Toen ik hem neerlegde naast mijn toetsenbord, welde een moment echte vreugde in mij op. Het blauw van de geschilderde lucht stak prachtig af tegen het hout van mijn bureau, en de muismat had even iets van zijn nut verloren. Dat was wel zo prettig.

Maar laten we ons ook bewust zijn van wat er vervolgens gebeurt. Algauw keek ik weer naar mijn scherm, nonchalant de muis bewegend over de delicate bloesems, soms de lijn van de takken volgend, dan weer bijna de twijgen brekend. Zo ging dat jaren door, en met elke dag dat ik de schoonheid van Van Goghs Amandelbloesem wel zag, maar niet meer opmerkte, heb ik het schilderij beschadigd. Pas toen de mousepad vanwege zijn opkrullende zijkanten werd afgedankt, kon de restauratie beginnen. Vergeten was de belangrijkste techniek.

Een tijd later zag ik het schilderij weer terug, in het Van Gogh Museum dat de mousepad ooit aan mijn gulle gever had verkocht. Door het lange ongezien zijn had Amandelbloesem zijn heldere kleuren teruggekregen, en met nieuw plezier keek ik naar de vogelringetjes blauwgrijs waarmee Van Gogh de takken en twijgen hun rondingen gaf, en naar het witte roze en het roze wit van de bloemblaadjes. De lucht was niet egaal blauw, maar bleker rondom de bloesems, alsof zij sterren waren die licht afgaven.

Van Gogh maakte het schilderij in het jaar van zijn dood, 1890, na de geboorte van zijn neef Vincent Willem. Om het nieuwe leven te begroeten zond hij Theo en Jo de beeltenis van de boom die in het zuiden als eerste bloeide, om boven het echtelijke, nu ouderlijke, bed te hangen.

Het is het lot van alles dat ons dagelijks omringt om niet meer werkelijk gezien te worden. Laten het dan de minder kostbare beelden zijn die we negeren, niet de mooiste beeltenissen, met liefde geschilderd. En laat de verantwoordelijkheid van musea niet ophouden bij de scheidingswand met de museumwinkel.

Van Pauline Slot verschijnt in 2015 bij de Arbeiderspers haar boek over de hoogte- en dieptepunten van het moderne museumbezoek.

http://www.volkskrant.nl/opinie/in-museumwinkel-wordt-kunst-het-pispaaltje-van-commercie~a3819173/