Paul Steenhuis – Beeldend kunstenaar Rob Scholte

De beeldend kunstenaar Rob Scholte, die gisteren zwaar gewond is geraakt bij een aanslag in Amsterdam, is een van de bekendste en invloedrijkste jonge Nederlandse schilders van de jaren tachtig en n. Als vertegenwoordiger van een nieuw genre realisme schildert hij op een precieze, droge manier bestaande beelden uit de media, die hij soms op virtuoze wijze combineert en tot nieuwe beelden omvormt. Ze wekken zowel bewondering als afkeer.

Scholte begon zijn carrière begin jaren tachtig, na een opleiding aan de Rietveld Academie in Amsterdam. Hij maakte deel uit van het kunstenaarscollectief in de gekraakte kunstenaarsruimte aan de Warmoesstraat 139. Daar exposeerde hij een enorm schilderij gebaseerd op aan elkaar geplakte kleurboekplaten, dat hij samen met Sandra Derks maakte. Critici spraken van een ‘meesterwerk’.

In Italië baarden in diezelfde tijd de ‘Jonge Italianen’ en in Duitsland de ‘nieuwe wilden’ opzien met hun soms ruige geschilder van herkenbare voorstellingen. Dat was eind jaren zeventig, begin jaren tachtig revolutionair in de moderne kunstwereld, waar abstracte en ideeënkunst als het hoogste gold. Men moest nieuwe, originele vormen vinden. Figuratief schilderen was ouderwets.

In dat klimaat hebben Scholtes keuzes veel verbazing gewekt: hij kiest nog steeds niet-originele (bestaande) beelden en schildert die met een ijzige precisie na: alsof het foto’s zijn. Zijn standpunt is juist dat je zijn schilderijen niet van reprodukties moet kunnen onderscheiden.

De manier waarop Scholte omgaat met de media en de kunstmarkt zijn voor Nederland ongebruikelijk. Zijn ster is gaan rijzen nadat de internationaal gerenommeerde Keulse galeriehouder Paul Maenz hem in zijn stal opnam; zijn internationale doorbraak was toen een feit. Als een van de weinige jonge Nederlandse kunstenaars komt hij ook voor op de lijst van honderd best verkochte kunstenaars ter wereld. Scholte maakt ook kunstwerken in oplage zoals een groot vloerkleed met daarop bijvoorbeeld het Mens-erger-je-niet-spel.

Eind jaren tachtig al kreeg hij een grote overzichtstentoonstelling in museum Boymans-van Beuningen in Rotterdam, die hij provocerend de titel How to star gaf. ‘Betekeniskubisme’, zo noemt zijn vriend, de schrijver Dirk van Weelden, de werkwijze van Rob Scholte. Door bestaande beelden opnieuw te combineren verleent hij er nieuwe betekenissen aan. Hij nam deel aan de grote exposities als de Documenta in Kassel en de Biënnale in Venetië. Scholte’s voortvarende aanpak, zijn onderuithalen van heilige huisjes als originaliteit, hebben hem veel kritiek bezorgd. Schrijver Joost Zwagerman beschreef op een cynische manier een op Scholte gebaseerde kunstenaar en diens milieu (seks en drugs) in Amsterdam in de roman Gimmick. Jaren geleden al heeft Scholte zijn activeiten naar Brussel verplaatst, moe van de vijandige sfeer in de Amsterdamse grachtengordel. Begin jaren negentig kreeg hij de grootste opdracht uit zijn carrière: de beschildering van de wanden van de Oranjezaal van een exact nagebouwde kopie van het paleis Huis ten Bosch in Nagasaki, Japan. Bijna duizend vierkante meter moest hij beschilderen met een door hem op de computer ontworpen schilderij, dat verwijst naar de Nederlands-Japanse relaties door de eeuwen heen. Hij ging enige tijd in Japan wonen, en ging daar met een groot aantal assistenten aan de slag.

Het grote project is nu bijna gereed en Scholte is inmiddels definitief teruggekeerd in Nederland. Hij bewoont de ruimte van zijn voormalige Nederlandse galerie, The Living Room, aan de Laurierstraat. Daar werkt hij onder meer aan modeprojecten. Af en toe is hij in Kassel te vinden waar hij sinds 1991 beeldende kunst doceert aan de universiteit.

NRC Handelsblad, 25 november 1994

http://www.nrc.nl/handelsblad/1994/11/25/beeldend-kunstenaar-rob-scholte-7247023