Paul Depondt – Kritiekmachine dwarsboomt twaalfde KunstRAI

Bij de opening van de twaalfde KunstRAI lag bij de stand van het Amsterdamse Instituut voor Schilderkunst een parmantig en aantrekkelijk naakt op een tapijt…

Amsterdam – ’Enkele uren op de KunstRAI en u bent weer au courant’, juichte vorig jaar een paginagrote advertentie in de krant. Maar is die geestdrift er nog? De beurs is tam, netjes en voorspelbaar. De KunstRAI, die in een strijd was gewikkeld met de ‘alternatieve kunstbeurs’ Art Amsterdam, is een nog weinig opwindende gebeurtenis. Misschien is de formule oubollig of onduidelijk. Wellicht geeft ‘de kritiekmachine’ antwoord op de vraag of de KunstRAI spannend, fris, aftands, vervelend, bruisend of spectaculair was.
In de RAI staat een rare constructie van kippenhokken, ‘de kunstmachine’ van het Amsterdamse Sandberg Instituut. De bezoekers kunnen er commentaar leveren op de KunstRAI en op de kunst, die er te zien is. Het motto, aldus de organisatoren, zou kunnen luiden: kunst komt tot leven als zij gezien wordt en als er over wordt gesproken. Het is een evidentie. Bezoekers kunnen zich even van de beurs afsluiten en via koptelefoons luisteren naar kritieken en oprispingen. Overal op de beurs worden er interviews opgenomen, die in een aparte ruimte van de machinerie worden gemonteerd door een team onder leiding van Jeroen de Rijke en Kuno Terwindt, beeldende en audiokunstenaars. De interviews worden gedurende de KunstRAI ‘ververst’ zodat steeds actueel commentaar op de beurs te horen is.
De KunstRAI is een commercieel evenement. De beurs is groter dan ooit, 145 galeries op netto 6453 vierkante meter. De organisatoren vroegen zich bij de voorbereiding van deze twaalfde editie af, ‘of er nog echt te verdwalen valt in de veelkantige wereld van de actuele beeldende kunst, zoals deze zich aandient in de talrijke galeries’.
De KunstRAI was altijd een instituut dat streng selecteerde. Vroeger, toen er nog in de Beurs van Berlage een concurrerende beurs werd gehouden, was de strenge selectie het belangrijkste criterium van de KunstRAI voor de kwaliteit van de kunstbeurs. Die optie, lijkt het, is niet meer topprioriteit. De KunstRAI is veelzijdiger dan ooit.
De beurs is te groot. Het is weliswaar een overzichtelijke KunstRAI, met een keurig stratenplan, maar dat maakt de beurs eerder saai dan opwindend. Het is clean en zelfs middelmatig. Volgens sommigen zijn de galeriehouders ‘beurs moe’.
Via de koptelefoon legt galeriehoudster Cockie Snoei, een van de organisatoren van de ‘alternatieve beurs’ Art Amsterdam, uit waarom er vraag is naar een andere beurs. ‘De RAI is verworden tot een macramé galerieaanbod’, zegt Snoei. ‘Via Art Amsterdam willen wij terug naar het oorspronkelijke concept van de KunstRAI.’ Het is volgens Snoei allemaal veel te tam. Het is kunst voor boven de zitbank.
Er is nieuw werk van Rob Scholte bij Galerie de la Tour, van David Tremlett op de stand van Art & Project, van Willem de Kooning bij kunsthandel Borzo en ‘lyrisch realisme’ bij Galerie Petit. De beurs lijkt wel een retour à l’ordre: een terugkeer naar de schilderkunst en naar de figuratie. Er zijn ook opmerkelijk veel foto’s te zien op de KunstRAI en verschillende galeries presenteren juwelen.
De KunstRAI organiseerde geen bijzondere tentoonstellingen. Er is geen animo en er is ook geen verbeelding. Het concept van de KunstRAI is wazig. Misschien moet dat concept herdacht worden.
De beurs, ‘het evenement voor hedendaagse en moderne kunst’, is elke dag open tot en met 2 juni 1996.

De Volkskrant, 30 mei 1996, 00:00

https://www.volkskrant.nl/archief/kritiekmachine-dwarsboomt-twaalfde-kunstrai~a427095/

Meer informatie:
https://robscholtemuseum.nl/?s=KunstRAI