Olaf Baltus – De Duinroos (12): Uit de Duinstreek

Uit de Duinstreek I:
De Landjesdag

De Bond van Art. 12 Hongaarse Goulash-telers bijeen:

“Lelijke Goulash- en Karpaten-koppen”, opende de immer sympathieke en alom geliefde Landjesdag voorzitter de Landjesdag.
“Wij rare koppen?”, reposteerde de Kop van Noord Holland stomverbaasd.
“Wist ik allang”, vulde Jan Mor aan. Ook hij, de halsstarrige, die ooit bij het bericht van het overlijden van zijn echtgenote voornoemde onsterfelijke woorden had gesproken, ook hij was opgeroepen voor de Landjesdag. “Wist ik allang”, sprak hij nog maar eens een keer.
Onmiddellijk werd hem uit naam van de penningmeester een klapsigaar aangeboden.
Vette knipoog plus de aanmoediging toe te tasten.
“Uit eigen doos”. Waarbij gewezen werd op het Heilige Kruis van de kantine beheerster.
De voorzitter eiste stilte en vervolgde zijn betoog: zijn kin wilskrachtig, de voorhuid wrijvend. Mussolini n.l. was weer aardig terug van weggeweest.
“Als eerste punt van de Landjesdag het menu.”
“Om maar meteen met de kas deur in het Achterhuis te vallen…”
“Geintje!”
“Moet kunnen.”
Gevolgd door een daverend Bravissimo, dat tot in Stalingrad te horen was.
“Om dus maar meteen met de Italiaanse laars in onze eigen SS helm te stappen: het wordt griet-filet à la Rost van Tonningen”.

“Hoe durf je, geile gauwdief”, gilde het anders o zo brave stemvee.

“Van de orde”, onderbrak de Landjesdag voorzitter de Landjesdag, ”nog steeds ben ik jullie per plebisciet verkozen klerelijer.”

Enz. enz. enz.

Uit de Duinstreek II:
“En nou ik effe”.

Zoals bisschop Punt Komma onlangs opmerkte:
“Er is altijd wel een reden om een fles redelijke wijn open te trekken…
Hoe onredelijk dan, Heer, dat ik, die tot een celibatair leven veroordeeld ben, mij blauwe knopen laat aannaaien.
“Ach”, antwoordde Jan Mor, dezelfde die zich onlangs op de Landjesdag zo schandelijk misdragen zou hebben, “Ach, het roken van tabak is slecht….voor de gordijnen”.
Die dag deponeerde Punt Komma, zowel een punt als een komma binnen de begrenzingen van zijn w.c.-bril.

Enz. enz. enz.

Uit de Duinstreek III:
De Zondvloed

19.00 uur 10 september 2007
Auk besluit de zojuist te Schagen voltooide replica van de Ark te gaan ophalen en op het karretje achter zijn fiets te laden.

Problemen te over: een lekke tube, en fietspomp uitgeleend aan zijn buitenvrouw, aangezien Auk zelf de godganse dag enkel nog “Zij kon het lonken niet laten”, afspeelde op zijn koffergrammofoon.
Uiteraard op een toerental van 78 op de Schaal van Paul Rigter, want dan was het nummertje sneller klaar en klonk het ook voor de buitenvrouw minder hijgerig. Dankzij de van Auk geleende fietspomp….

Enz. enz. enz.