Mischa Cohen – Foto’s schilderen: plagiaat of ‘fair use’?

Schilders gebruiken vaak foto’s. Waar ligt dan de grens tussen inspiratie en jatwerk? ‘Kunstenaars lappen regels aan hun laars. Maar er is ook iets als auteursrecht.’

‘De kunstenaars maken nu nog wat foto’s en gaan dan naar hun ateliers om hun portretten te voltooien,’ meldt presentatrice Hanne­ke Groenteman aan het slot van de poseersessie van Sterren op het doek.

Steevast komen de portretschilders een paar weken later met een schilderij op de proppen dat in niets lijkt op de schets die ze naar het model hebben gemaakt. Pas dan blijkt bijvoorbeeld dat Mart Smeets op een, naar eigen zeggen, ‘bestraffende Amstel­veens-joodse manier’ is geportretteerd of dat hij er ‘met zijn dikke harses’ juist ‘bij staat als een randdebiel’.

‘Je ziet bij dat programma de meeste schilders voor ze afscheid nemen hun model nog even driftig fotograferen,’ zegt schilder Sam Drukker. ‘Die foto’s, maar vaker andere die ze op internet vinden, hangen ze op in hun atelier en die gaan ze dan naschilderen. Zo doen veel hobbyschilders het, maar ook professionals.’

Daar is niet veel mis mee, benadrukt Drukker, die zelf al dertig jaar lang portretten maakt. ‘Je hebt hardliners die vinden dat je uitsluitend naar de werkelijkheid mag schilderen. Dat is helemaal niet nodig, het gaat om het resultaat en niet om de weg ernaartoe. Kunstenaars schilderen al honderdvijftig jaar foto’s na. Gustave Courbet had waarschijnlijk de pornografische foto’s van Auguste Belloc als voorbeeld en Pierre Bonnard schilderde zijn eigen foto’s na, net als Breitner.’

‘Kunst heeft de vrijheid om persbeelden te bevragen’

Recenter gebruikte Andy Warhol foto’s voor zijn portretten en Gerhard Richter snapshots en krantenknipsels. Post­moderne kunstenaars als Richard Prince, Jeff Koons en Rob Scholte eigenden zich alles toe voor hun appropriation art, dus ook foto’s van anderen.

‘Dat mag, maar als je een goed gelijkend portret van iemand wilt maken, mis je essentiële stappen als je een foto van iemand anders naschildert,’ zegt Drukker. Zelf mocht hij ooit een schets maken voor een portret van koningin Beatrix – ‘het werd helaas afgekeurd’. Hij vindt het onbegrijpelijk dat de schilders die onlangs werden uitgenodigd om een schetsontwerp te maken voor een nieuw staatsieportret van koning Willem-Alexander als voorbeeld foto’s mochten nemen van onder anderen Rineke Dijkstra en Koos Breukel. ‘Je mist daarmee als kunstenaar de mogelijkheid om te kiezen voor een standpunt, een belichting, een moment. Zo’n ding is dan voor tachtig procent al door een ander gemaakt.’

Zwetend hoofd

‘Elke keer toestemming vragen als ik een rondzwevend beeld wil gebruiken, daar kan ik niet aan beginnen,’ was de verdediging van de Belgische schilder Luc Tuymans toen hij onlangs van plagiaat werd beschuldigd. Tuy­mans is een van de belangrijkste Europese kunstenaars, voor zijn werk wordt miljoenen betaald. Hij staat erom bekend dat hij zijn voorbeelden overal vandaan haalt, soms zijn het foto’s van anderen, soms foto’s die hij zelf maakt. Toen hij in 2012 een portret zou schilderen van Beatrix, kwam hij tot verbazing van de koningin eerst uitgebreid langs met zijn i­Phone. ‘De koningin poseerde, ik liep om haar heen en maakte foto’s,’ beschreef hij zijn werkwijze in Trouw. Dat dit portret controversieel werd, kwam niet omdat het op basis van een iPhone-sessie was geschilderd, maar gewoon omdat het schilderij, dat nu in het Amsterdamse Stedelijk Museum hangt, volgens velen niet erg flatteus was uitgevallen voor het staatshoofd.

Lastiger wordt het als Tuymans ‘gevonden’ foto’s als inspiratiebron kiest. Toen fotografe Katrijn van Giel door de catalogus Portraits van Tuymans bladerde, ontdekte ze dat de kunstenaar haar foto van politicus Jean-Marie Dedecker als voorbeeld had genomen voor zijn doek A Belgian politician. ‘Ik fotografeerde Dedecker tijdens zijn enorme politieke nederlaag in 2010,’ zegt van Giel. ‘Ik wilde in één beeld de essentie van die nederlaag in beeld brengen en ik koos speciaal voor deze bijzondere kadrering: alles wat ik erbij zou nemen, de mond, de achtergrond of de kraag van zijn jas, zou ten koste zijn gegaan van het metaforische karakter van het beeld. Tuymans heeft daar naar mijn smaak wel erg weinig aan veranderd.’ De kunstenaar nam de foto precies over, met dezelfde opvallende uitsnede, hetzelfde zwetende hoofd. Toch heeft dat niets te maken met plagiaat, reageerde Tuymans in De Standaard. ‘Om te beginnen heeft mijn werk een ander formaat,’ legde hij uit. ‘Het schilderij is veel groter dan de foto. En de materie is anders, namelijk verf. Kortom, het is een schilderij, geen foto.’ Tuymans licht zijn standpunt graag nader toe, het onderwerp gaat hem aan het hart. ‘Het is noodzakelijk dat de kunst de vrijheid heeft om persbeelden kritisch te bevragen,’ is zijn commentaar. ‘Op de foto zie je de populistische politicus Jean-Marie Dedec­ker, een man van vlees en bloed, die gebukt gaat onder de kwellingen van het politieke bedrijf. De fotografe heeft een beeld vastgelegd waaruit een grote empathie voor haar onderwerp spreekt. Het schilderij heeft een volstrekt andere betekenis, het toont een quasi skeletachtige figuur, in zilverachtig licht. Het geschilderde beeld is koud en onrustig, het roept een sfeer van dreiging op en wordt huiveringwekkend. De empathie is weggeborsteld, de anekdote vernietigd. Het beeld is naar een ander niveau getild – het is emblematisch geworden voor het spook van het populisme dat door Europa waart.’

Fotograaf André van Noord was vereerd dat Marlene Dumas zijn foto Voor de baby als inspiratiebron gebruikte voor haar schilderij Nuclear Family
Fotografe Van Giel – ‘ik sympathiseer niet met Dedeckers politieke ideeën, ik wilde alleen tonen hoe hij leed onder zijn verlies’ – is een fan van het werk van Luc Tuymans, maar ze overweegt toch juridische stappen. ‘Kunstenaars mogen sommige regels aan hun laars lappen, maar ik mag op mijn beurt aangeven dat mijn auteursrecht wordt geschonden. Het is aan de rechter om hier de grens te stellen.’ In België krijgt Van Giel veel steun van collega’s, zegt ze. Televisiemaker Jelle De Beule van Woestijnvis biedt sinds kort een foto van een schilderij van Luc Tuymans te koop aan op eBay, met als tekst: ‘Plagiaat is het zeker niet. Om te beginnen is het een ander formaat, de foto is veel groter dan het schilderij. En de materie is anders, namelijk een kwaliteitsvolle foto afdruk. Kortom, het is een foto, geen schilderij.’

Ekster

Hoe zit het toch met die haat-liefdeverhouding tussen schilderkunst en fotografie? Het relletje rond A Belgian politician komt kort na de kwestie rond het koningsportret van Willem-Alexander door Iris van Dongen. De kunstenares gebruikte voor haar schetsontwerp het portret dat fotograaf Koos Breukel een paar jaar eerder van Willem-Alexander, toen nog kroonprins, had gemaakt. Het expertcomité dat een nieuw staatsieportret selecteert – onder voorzitterschap van Birgit Donker, directeur van het Mondriaan Fonds, en met onder anderen Luc Tuymans in de gelederen – was het kennelijk niet opgevallen dat Iris van Dongen haar schetsontwerp baseerde op Breukels foto.

Koos Breukel is boos nu Van Dongens schilderij pontificaal te midden van de andere schetsontwerpen in het Rijks­museum prijkt. Van Dongen sleepte mede dankzij Breukels voorbeeld maar zonder zijn toestemming de opdracht in de wacht om de koning officieel te mogen schilderen. Katrijn van Giel is ook boos, omdat ze Luc Tuymans geen toestemming had gegeven om haar foto te gebruiken. Een andere fotograaf, André van Noord, was níet boos, maar juist blij dat een bewonderde collega zijn werk als inspiratiebron had gebruikt. ‘Dat schilderij van Marlene komt me bekend voor!’ noteerde hij op 13 oktober vorig jaar ironisch op Facebook bij de aankondiging van een tentoonstelling van Marlene Dumas in Antwerpen. Dumas – in september van dit jaar opent haar tentoonstelling The Image as Burden in het Amsterdamse Stedelijk Museum – vergelijkt zichzelf weleens met een ekster omdat ze zich alles als materiaal toeëigent. Ze baseerde een schilderij op de foto Voor de baby van de bevriende fotograaf Van Noord en doopte het resultaat Nuclear Family. Toen NRC Handelsblad de treffende gelijkenis eind november ontdekte en de foto en het schilderij naast elkaar afdrukte onder de eufemistische kop ‘Dicht bij de inspiratiebron’, was Van Noord vooral gevleid. ‘Hele pagina in het NRC afgelopen zaterdag over mijn (speciale) band met Marlene Dumas,’ schreef hij op zijn Facebookpagina. ‘Ze putte inspiratie voor haar schilderij uit mijn foto en dat vind ik een hele eer.’

Marlene Dumas zelf vindt de relatie tussen kunst en werkelijkheid, tussen schilderij en model ‘heel interessant’, zegt ze. ‘Tussen haakjes: nogal stom, die competitie voor een staatsieportret, met die opzet van “voorstudies”. Als ik Koos Breukel was, zou ik ook kwaad zijn. Niet zozeer om het naschilderen – dat kun je hoogstens knap of vervelend vinden – maar omdat hij zelf niet gevraagd werd. Ik vind, selecteer in zo’n geval gewoon een goede kunstenaar, dat kan ook een fotograaf zijn zoals Rineke Dijkstra of Breukel. In Engeland maakte Thomas Struth recent een prachtig portret van Koningin Elisabeth.’

Jeff Koons liet een foto van Art Rogers transformeren tot het beeldhouwwerk String of Puppies
Dumas heeft er zelf geen enkele moeite mee om haar bronnen te laten zien, vertelt ze. ‘Ikzelf schilder nooit naar modellen, anders dan iemand als Lucien Freud die een levend voorbeeld nodig heeft om al die rondingen goed te kunnen zien. Ik gebruik openbare beelden en snapshots, bijvoorbeeld de polaroids die ik van mijn dochter maak of zij van mij. Soms blijf ik dicht bij mijn bron, soms houd ik meer afstand. Ik schilder ook niet náár een foto, ik ben geen fijnschilder, ik gebruik de foto als uitgangspunt voor iets anders. In dit geval was ik bezig met onderwerpen als “naaktheid” en “het kerngezin”. Ik zag foto’s van André van Noord, iemand die heel gemakkelijk omgaat met naaktheid en een van die foto’s was Voor de baby, dat ik later ook kocht. “Ik ben bezig met dat schilderij naar jouw foto, maar misschien wordt het niks,” zei ik tegen hem. Plagiaat is mijns inziens een literaire term. Een tekst kun je letterlijk overnemen, het blijft in hetzelfde medium, maar mijn schilderij is opgebouwd uit verfstrepen, het is zo’n ander “ding”. Dat zie je het beste als je een detail van het schilderij laat zien naast een detail van de foto. Dan verschijnen de verschillen in plaats van de overeenkomsten. Het zijn twee werelden.’

Fanta-reclame

Of de makers van het originele beeld er nu blij mee zijn of niet, in alle drie de gevallen lijkt er sprake van het naschilderen van een bestaande foto. Kunnen fotografen zich in deze gevallen beroepen op hun auteursrecht? ‘Dat is, om in ouderwetse fototermen te blijven, een onderbelichte zaak,’ zegt Marcel de Zwaan, die namens advocatenkantoor Bremer & De Zwaan kunstenaars adviseert. ‘De juridische literatuur brengt dat nogal houterig onder woorden.’ De Zwaan is gespecialiseerd in intellectueel eigendomsrecht en auteursrecht. Ooit schreef hij een artikel over de fotografe Rineke Dijkstra toen die een gerechtelijke procedure overwoog tegen een reclamefotograaf. Volgens Dijkstra had die voor een Fanta-reclame haar beroemde strandfoto’s geïmiteerd. De Zwaan wees Dijkstra in zijn artikel fijntjes op hét oervoorbeeld voor elke foto van een meisje dat met dan wel zonder badpak met een enigszins doorgezakte heup bij de vloedlijn staat. ‘Bij de houding van Rinekes Poolse puber trof mij eerlijk gezegd onmiddellijk de gelijkenis met de pose van Venus in een nog veel ouder strandtafereeltje van Botticelli.’ Met andere woorden, zegt De Zwaan nu, het is heel lastig om auteursrecht te claimen op zaken als een houding of een locatie.

Maar wanneer staat een fotograaf dan wél in zijn recht? Zijn beelden die rondzweven op het internet inderdaad vogelvrij, zoals Luc Tuy­mans zegt? ‘Het inzicht dat een foto echt een schepping is, heeft even geduurd,’ zegt De Zwaan. ‘In het begin was de juridische vraag: is een fototoestel niet gewoon een registratieapparaat, zoals een seismograaf? Als een fotograaf alleen de werkelijkheid registreert, is er geen sprake van auteursrecht, want de werkelijkheid is van niemand. Een foto leunt meer op de werkelijkheid en minder op de verbeelding, was het klassieke idee, bij een schilderij is elke verfstreek een keuze van de schilder.’
Richard Prince nam foto’s van Patrick Cariou als uitgangspunt voor zijn serie Canal Zone
Dat onderscheid wordt inmiddels niet meer gemaakt, zegt De Zwaan. ‘Er is sprake van auteursrecht als er creatieve keuzes zijn aan te wijzen. Dat fotografie algemeen is erkend als kunstvorm en dat afdrukken soms tienduizenden euro’s opbrengen, is daarbij niet eens van belang. Het hoeft niet per se hoge kunst te zijn, een hobbyist kan ook creatieve keuzes maken als hij een goeie dag heeft. Het auteursrecht staat niet rechtstreeks in verband met de status van de kunstenaar.’

Het schilderij van Luc Tuymans vindt De Zwaan een lastige zaak. ‘Auteursrechtelijk gezien bestaat er niet zoiets als “rondzwevende beelden”, zoals Tuymans ze noemt. Als beelden een “eigen intellectuele schepping” zijn en de maker nog leeft, of minder dan zeventig jaar dood is, dan zijn ze beschermd. Een ander formaat en het gebruik van verf in plaats van licht brengt daar geen verandering in. Maar je kunt ook kijken door de bril van de (artistieke) uitingsvrijheid: kunst staat in voortdurende dialoog met de werkelijkheid en dat mag niet al te veel belemmerd worden door het auteursrecht.’

Wat betreft de portretten van Willem-Alexander door Breukel en Van Dongen, die heeft hij alleen in de krant kunnen bekijken, zegt advocaat De Zwaan voorzichtig. ‘Maar het ziet ernaar uit dat Van Dongen te veel de vormgeving van Breukels foto heeft overgenomen. Op het moment dat vormgevingskeuzes die een fotograaf ter beschikking staan, zoals lichtval, camera­standpunt en enscenering terugkeren in een schilderij, is de schilder schatplichtig aan de fotograaf.’

Hij kan zich dan ook voorstellen dat Koos Breukel actie wil ondernemen. ‘Het is alleen een beetje onhandig dat de publiciteit rond de kwestie ook Breukel zelf raakt. Hij had willen meedingen naar de opdracht maar werd niet geselecteerd.’ Om de verwarring te vergroten, leverde Breukel bovendien de voorbeeldfoto’s, rechtenvrije portretten van de koning, die wél door de deelnemende kunstenaars gebruikt mochten worden. ‘Dat zorgt voor extra ruis, maar uiteindelijk doet het niet ter zake,’ zegt De Zwaan. ‘Ik kan me voorstellen dat een rechter mogelijk een schadeaanspraak zal honoreren, en een eis tot naamsvermelding.’

Parodie

Hoe zouden kunstenaars als Marlene Dumas, Luc Tuymans en Iris van Dongen hun verdediging moeten voeren tegen een eventuele aanklacht ‘inbreuk op het auteursrecht van de fotograaf’? De beroemdste voorbeelden van dat soort processen zijn Amerikaans, zegt De Zwaan. ‘Dat komt omdat de Amerikanen, anders dan wij in Europa, naast auteursrecht ook een rechtsartikel hebben over fair use. In bepaalde gevallen mag je volgens de wet wél beelden van anderen gebruiken.’ Een bekende zaak waarin door de kunstenaar fair use werd bepleit, is die van fotograaf Art Rogers tegen Jeff Koons, eind vorige eeuw. Koons kocht een zwart-wit ansichtkaart van een foto van Rogers waarop een echtpaar is te zien met acht puppies op schoot en liet die foto door zijn medewerkers transformeren tot het houten, in felle kleuren beschilderde beeldhouwwerk String of Puppies. Dat beeld ging deel uitmaken van de serie Banality waarmee Koons wereldberoemd zou worden, en Rogers stapte naar de rechter. Koons en zijn galerie Sonnabend deden voor de rechter tevergeefs een beroep op het fair use-argument. De gekleurde 3D-versie van een zwart-witfoto – oplage van vier, 125.000 dollar per stuk – was volgens hen een parodie, een satirisch commentaar op de maatschappij. De rechter vroeg zich af waarom Koons daarvoor per se deze foto als voorbeeld nodig had gehad en beoordeelde – zonder het kunstwerk overigens te hebben gezien – String of Puppies als een inbreuk op het copyright van de fotograaf. Koons moest onder meer het laatste, nog niet verkochte exemplaar van het beeld aan Art Rogers overhandigen.

‘Transformerend’

Dat het overnemen van foto’s bij wijze van appropriation art inmiddels anders wordt beoordeeld, blijkt uit de recentere rechtszaak van de Franse fotograaf Patrick Cariou tegen de Amerikaanse kunstenaar Richard Prince en diens New Yorkse galerie Gagosian. Dezelfde galerie waar Bob Dylan een paar jaar geleden zijn The Asia Series tentoonstelde, die ook al nageschilderd zouden zijn van foto’s. Richard Prince – zijn in musea opgehangen kopieën van de Marlboro Man-reclame leverden hem miljoenen dollars op – nam de serie Jamai­caanse foto’s uit het boek Yes Rasta van Patrick Cariou als uitgangspunt voor zijn eigen serie Canal Zone. Een lagere rechtbank beval Prince om die serie van dertig kunstwerken te overhandigen aan Cariou, die ze naar believen mocht vernietigen of verkopen.

Luc Tuymans gebruikte een door Katrijn van Giel gemaakte foto van politicus Jean-Marie Dedecker als voorbeeld voor zijn doek A Belgian politician
In hoger beroep werd dat vorig jaar grotendeels teruggedraaid. Met vijfentwintig werken uit de serie was sowieso niets mis, stelde de rechtbank. Van de andere vijf viel volgens de rechter niet met zekerheid vast te stellen of die kunstwerken ‘een andere uitdrukking, bete­kenis of boodschap’ hadden dan de oorspronkelijke foto’s. Alleen zo zouden ze namelijk kunnen gelden als ‘transformerend’, de voorwaarde om een beroep te kunnen doen op het fair use-criterium.

‘In Europa kennen we als aanvulling op het auteursrecht niet het recht op “fair use”,’ zegt Marcel de Zwaan. ‘Zo’n open uitzondering past helaas niet in ons systeem van het auteursrecht, maar het zou wel goed zijn voor de artistieke vrijheid. Tuymans’ verdediging van zijn werkwijze is auteursrechtelijke kolder, maar vanuit de vrijheid die hij als kunstenaar nodig heeft om te kunnen werken heel voorstelbaar.Tegenstanders zullen wijzen op de rechtsonzekerheid en het gevaar dat de rechter soms kunstcriticus wordt. Dat is een onmogelijke positie, zeker als het over een nieuwe kunststroming gaat, zoals destijds het postmodernisme.’

Volstrekt hilarisch

Koos Breukel heeft nu even iets anders aan zijn hoofd dan plagiaatkwesties. Hij is druk bezig om de bezoekers de voormalige Valeriuskliniek te fotograferen in een geïmproviseerde studio. De modellen krijgen voor het luttele bedrag van dertig euro een door de fotograaf gesigneerde afdruk van hun portret. Vintage Breukel.

Zijn doel: geld inzamelen om een beginnetje te maken met zijn droom, een museum naar het model van de Londense National Portrait Gallery, gevestigd in deze vroegere instelling voor geestelijke gezondheidszorg. Aan de wanden van de kliniek hangen indrukwekkende portretten van verplegers, artsen en patiënten die nog maar kort geleden naar de nieuwbouw in Buitenveldert zijn verhuisd. ‘Ik heb ze voor de zekerheid wel allemaal een quitclaim laten tekenen, zodat ze later geen aanspraak kunnen maken op hun portretrecht.’

Als Breukel tussen de bedrijven door terugdenkt aan de commotie rond de konings­portretten, vraagt hij zich vooral af waarom zo’n opdracht voor een nieuw staatsieportret überhaupt nodig was, terwijl de koning recent al voor Rineke Dijkstra en hemzelf had geposeerd. De meeste geselecteerde kunstenaars zijn bovendien schilders en geen fotografen of grafici. De uitgekozen schilderijen zullen straks dus weer worden gekopieerd als ‘piëzografie’, een speciale reproductietechniek, om ze door het hele land in gemeentehuizen en rechtbanken te kunnen ophangen.

‘Afgezien van die reproducties kost de opdracht al snel een kleine vier ton en aan de procedure is geen touw vast te knopen. Rineke Dijkstra kon haar oude staatsieportret kennelijk niet indienen als schetsontwerp voor een nieuw portret, dus maakte ze haar eigen oude foto nog een keer over. Maar ditmaal met NRC-redacteur Pieter van Os die Willem-Alexander moest nadoen zoals hij op Rinekes eerdere foto stond. In het Rijksmuseum hangen ze naast elkaar met hun oranje stropdassen. Volstrekt hilarisch.’

Breukel is nog steeds ontstemd over de keuze van het ‘expertcomité’ dat zijn portret van Willem-Alexander niet kende of het geen bezwaar vond dat Van Dongen een nageschilderd kunstwerk inleverde. ‘Het is een blunder dat ze nu een plagiaatwerk hebben opgehangen in het Rijksmuseum. Ze hadden het meteen moeten verwijderen, nu hebben ze snel met plaklettertjes mijn naam eronder geplakt.’

Het Mondriaan Fonds had de kwestie als opdrachtgever netjes en discreet moeten oplossen, maar ook Iris van Dongen zelf gaat niet vrijuit, zegt Breukel. ‘Ze had van mijn foto moeten afblijven. Excuses zijn altijd welkom, maar ze heeft nog steeds niets van zich laten horen.’ Natuurlijk, hij weet ook dat veel kunstenaars beelden van internet, uit films of uit reclame als uitgangspunt voor hun werk gebruiken. ‘Maar mijn portret van Willem-Alexander is zelf een kunstwerk, dat recent in het Fotomuseum in Den Haag heeft gehangen. Het zou toch ook absurd zijn als ik een schilderij van Lucian Freud zou fotograferen om daar een subsidie of een portretopdracht mee binnen te halen?’

Het portret van Willem-Alexander door Koos Breukel hangt van 6 tot en met 9 februari bij galerie Paul Andriesse op Art Rotterdam in de Van Nellefabriek. De tentoonstelling van Koos Breukel, ‘De laatste bewoners van de Valeriuskliniek’, is van 15 april tot en met 7 september te zien in Het Dolhuys in Haarlem. De twaalf schetsontwerpen voor een portret van de koning hangen tot en met 15 april in het Rijksmuseum onder de titel ‘Een nieuwe koning, een nieuw portret – Schetsontwerpen voor het staatsieportret van Koning Willem-Alexander’.

5 februari 2014
Vrij Nederland in De Cultuur

Over Mischa Cohen
Mischa Cohen (1957) werkt sinds 1988 bij Vrij Nederland, daarvoor enige tijd als freelancer. Hij was achtereenvolgens eindredacteur van de kleurenbijlage, chef Kunst en Cultuur, chef eindredactie en is nu schrijvend redacteur. Hij studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam.

http://www.vn.nl/Archief/Media/Artikel-Media/Fotos-schilderen-plagiaat-of-fair-use.htm