Micha Kat – Lees mee met vluchteling Micha Kat (47): Chaim Potok | Wanderings: The History of the Jews
Toen ik een jaar of 12 was en logeerde bij mijn grootouders in Amsterdam (op de Gerrit van der Veenstraat) ging ik naar het Gemeentearchief aan de Amstel op de Weesperzijde. De familie Kat was (is?) is een van de weinige ‘prominente’ Amsterdamse families (er zit zelfs ergens een burgemeester in de 16e eeuw), waarvan het familiearchief wordt beheerd door de archivarissen van de gemeente. De naam ‘Kat’ is ook van honderd procent Amsterdamse oorsprong: in de 18e eeuw stond er langs de Singelgracht (waar nu de Nassaukade, Mauritskade en de Stadhouderskade lopen) een serie molens. Die hadden allemaal een dierennaam. Een van deze molens – eigendom van mijn voorvaderen – was de molen De Kat.
Het was een indrukwekkende hoeveelheid materiaal, dat familiearchief: tientallen meters over meerdere planken. Naast mappen en boeken zag ik ook dozen en toen ik er een openmaakte vond ik een grote gele lap met voorgedrukte joden sterren, waarvan er sommigen waren uitgeknipt. Ook kan ik me nog grote ‘diploma’s’ herinneren, ‘oorkondes’ met stoere boerinnen, die het land bewerkten, een beetje in de stijl van de Sovjet Unie. Een medewerker legde me uit wat dit waren: ‘Dit zijn certificaten van de aankoop van land in Palestina. Dat was voordat er sprake was van Israël, want dat kwam pas in 1948. Deze stukken zijn uit 1928 en 1929’. De familie Kat was een van de eerste in Nederland, die stukken land bezat in Palestina. Dat is des te opmerkelijker, omdat deze familie niet Joods is. De familie van mijn moeder wel (Manassen) – daarover zo meer. Maar ook van de kant van de ‘Katten’ zijn de Joodse banden zeer sterk: zo was mijn overgrootvader geneesheer directeur van de beroemde Joodse psychiatrische inrichting Het Apeldoornse Bos, die in de oorlog door de Duitsers is ‘leeggehaald’ – hetgeen nog steeds te boek staat als een van de grootste oorlogsmisdaden van de Duitsers in Nederland. De Jodensterren, zo realiseerde ik mij later, hoorden bij de familie van mijn oma, die wel weer Joods is (Lorje). Maar hoe kwam de familie Kat aan land in Israël eind jaren 20? Via koop of was het een gift, wellicht aan mijn overgrootvader als dank voor zijn werk als psychiater in de Joodse gemeenschap? Het is een van de mysteries in mijn familie, die nooit zijn opgehelderd. Als journalist heb ik overigens naar al deze mysteries nooit onderzoek willen doen – te bedreigend. In plaats daarvan ben ik allerlei andere dingen gaan onderzoeken – die uiteindelijk nog veel bedreigender bleken!
In 1985 stapte ik – nog als student – op het vliegtuig naar Israël. Het was mijn eerste vlucht en een enorm avontuur. Ik ging samen met mijn vriendin en latere vrouw (en moeder van mijn zoon) Anette. Op de agenda stond onder meer een bezoek aan haar broer in Eilat en aan mijn familie – een neef van mijn moeder, Joost Manassen – in Rechovot. Deze oom was directeur van het Weizmann Instituut, de belangrijkste technische universiteit en onderzoeksinstelling van Israël. Wat hij daar allemaal precies deed was in nevelen gehuld. Ik meen, dat er in de familie werd gesproken over ‘batterij technologie’: hij zou bepaalde super batterijen ontwikkelen. Toen we daar aanbelden, had hij geen idee, wie we waren of wat we kwamen doen. Zijn vrouw, die enige uren later binnenkwam, wist dat gelukkig wel. Ik weet niet meer hoe lang we daar hebben gelogeerd, maar wat ik nog wel weet is, dat er – naar typisch Israëlisch gebruik – niet samen werd gegeten en of gekookt. “Daar staat de ijskast en zoek het verder zelf maar uit!”. De sfeer werd nog bizarder, toen bleek, dat er allemaal Zuid Afrikanen rondliepen, die ‘stage’ liepen bij mijn oom. Nu was die dagen toevallig net in het nieuws, dat Israël en Zuid Afrika (nog in de apartheid) een ‘samenwerkingsverband’ waren begonnen, waarvan onderdeel was, dat Israël Zuid Afrika zou leren atoombommen te fabriceren. Ik was nog geen journalist, maar weet nog goed, dat zelfs reeds toen dit voor mij een ‘in your face abc-tje’ was! WHAT THE FUCK! Insiders weten hoe gevoelig alles ligt, dat te maken heeft met Israël en kernwapens. Er is zelfs een klokkenluider, Mordechai Vanunu, die 18 jaar is opgesloten (waarvan 11 in isolatie), omdat hij bepaalde nucleaire geheimen onthulde! We hebben met die Zuid Afrikanen en de zoon van de familie, die volgens mij in de luchtmacht zat, nog een grote hike gemaakt door de woestijn. Die zoon vertelde, dat de Israëli een bommenwerper hadden ontwikkeld (de Lavi), die zo snel en zo goed was (1000 keer sneller dan alles wat er tot dusver bestond, een soort UFO), dat de VS had verboden, die in productie te nemen. Dit is wat Wikipedia hiervan heeft gebakken. Gezellige boel daar in Israël! Ik ben nooit meer terug geweest.
Nu was het wel een cruciale en krankzinnige periode in het land. Toen we op Schiphol aan boord gingen werden we ook uitgebreid ondervraagd door iemand van de Mossad. Hoe extreem gespannen de situatie was, maakten we aan den lijve mee, toen we zelf een hike gingen maken bij Jeruzalem door een bedding van een drooggevallen rivier – ik weet de naam nog, Wadi Qelt. We kwamen terecht op de West Bank en zagen overal guerrilla groepen lopen, zwaar bewapend. Het is een wonder, dat er niets is gebeurd, want in die tijd vlogen ook overal in Israël bussen in de lucht met vaak tientallen doden. Toen we na zes weken in het vliegtuig terug naar huis zaten, brak de eerste Intifada uit. Wat me ook nog bijstaat is, dat er in de restaurants nauwelijks werd gesproken, maar dat iedereen naar grote schermen zat te kijken, waarop extreem gewelddadige oorlogsfilms werden vertoond. Zelfs buiten op de terrassen stonden tv’s, die dit soort ongein non stop uitzonden.
We hebben het hele land doorgereisd, tot de Golanhoogtes aan toe. Daar werden we rondgeleid door een aardige Israëlische soldaat, die ons alle frontlijnen liet zien en uitlegde wat er allemaal speelde. Ik weet nog, dat we met verrekijkers Kuneitra konden zien – de eerste stad op Syrisch grondgebied. Ook zal ik nooit vergeten hoe we bij Eilat de grens met Egypte passeerden. Dat duurde uren, steeds weer nieuwe ondervragen en checks door steeds engere mannen met steeds grotere zonnebrillen. Ons doel was de beklimming van Mount Sinai (wat ook gelukt is) een van de mooiste trips uit mijn leven – we hebben daar de zonsopgang gezien vanaf de top.
Het is merkwaardig gegaan met mijn relatie met Israël. Als kind was ik natuurlijk een enorme fan: ik herinner me nog goed de oorlog van 1973 (de Jom Kippoer Oorlog) toen in alle kranten grote schema’s stonden, die aangaven over hoeveel tanks en vliegtuigen Israël beschikte en diens tegenstanders, zoals Egypte, Syrië en Saoedi-Arabië. “Kijk” zeiden mijn ouders dan: “Israël heeft maar zes tankjes en de rest 67. Maar toch wint Israël. Dat komt, omdat wij veel slimmer zijn dan de Arabieren.” Later in mijn ‘recalcitrantie periode’ ging ik me meer vereenzelvigen met de Palestijnen. Tijdens mijn studententijd was ik weer Joods en pro Israël. Nu weet ik het allemaal niet meer, veel te ingewikkeld en ben gewoon met andere dingen bezig. Het is om schizofreen van te worden: aan de ene kant is Israël het symbool van de strijd tegen onderdrukking en racisme (als je ziet hoe het land is ontstaan), maar daarna ging het zich zelf schuldig maken aan dezelfde misdaden als de nazi’s. Er is nog veel meer afschuwelijks te zeggen over Israël – de rol in de NWO, de Rothschilds, you name it – maar mijn connectie met het land en de Joden – die is er gewoon. Ik voel het nog dagelijks! En laat ik dit moeilijke stuk dan afsluiten met deze constatering: in de hele geschiedenis van het Jodendom zijn er altijd mensen geweest van het uitverkoren volk, die tegen de stroom in zwommen, die alles ‘omver wilden blazen’ en om die reden werden verketterd – denk aan de genoemde Mordechai Vanunu of aan mensen als de professoren Norman Finkelstein en Shlomo Sand. Misschien zit juist hierin wel de ware schoonheid en kracht van het Joodse volk!
Meer informatie:
https://robscholtemuseum.nl/?s=Micha+Kat
En vooral niet te vergeten de Nederlandse Jacob Israël de Haan, die door de Mossad werd vermoord om politieke redenen!