Marja van Spaandonk – Marie van Reenen: Vrouwe van Bergen

Marie Amalie Dorthea Völter (1854, Duitsland) komt in 1873 als gouvernante in huis bij de vooraanstaande familie Van Reenen. Ze is negentien jaar oud en zeker niet gewend aan zo’n imposante werkomgeving: Hof te Bergen, een classicistische woning in Bergen.

Het gezin Van Reenen telt twaalf kinderen, van wie de oudste, Jacob, op dat moment vijftien jaar is. Jacob zou net als zijn vader Heer van Bergen worden. De Duitse gouvernante laat zich het hof maken door de vijf jaar jongere Jacob. Een ’beschamende’ mesalliance, die in die tijd natuurlijk verborgen moet worden gehouden.

Maar Jacob en Marie smeden serieuze plannen voor de toekomst en leggen die uiteindelijk voor aan Jacobs ouders. Het paar trouwt in 1882 en trekt in Huize Cranenburgh. Een jaar later overlijdt de oude Jacob van Reenen en de jonge Jacob wordt Heer van Bergen. Het onroerend goed, een duingebied van 1140 hectare en het Bergerbos van 375 hectare, blijft in het bezit van zijn moeder, zodat het niet versnipperd zou raken over de twaalf kinderen. Later koopt hij zijn broers en zussen uit. Marie is behalve verliefd op Jacob, verliefd op de streek. Ze verzamelt antieke gebruiksvoorwerpen, de uiteindelijke collectie van het latere museum Het Sterkenhuis. Ze komt bij pachters thuis en schrijft hun gebruiken en gewoonten op. Ze sticht een huishoud- en industrieschool, waar ze zelf ook voor de klas staat. En ze zorgt, dat hongerige kinderen uit Bergen tijdens de Eerste Wereldoorlog te eten krijgen. Daarnaast is Marie ook nog eens publiciste. ’De heerlijkheid Bergen in woord en beeld’, waarmee zij Bergen op de kaart zet als aantrekkelijke plaats voor kunstenaars om er te wonen en werken, is van haar hand. Ze is ook de schrijfster van het Bergens ’volkslied’.

Nieuw dorp aan zee

Marie staat aan de basis van het toerisme in het dorp. Een boerderij wordt omgebouwd tot café-restaurant en ze wil het schelpenpad naar zee verbreden, waardoor badgasten vervoerd kunnen worden. Ze droomt zich een heel nieuw dorpje aan de zeereep: Bergen aan Zee. En Marie accepteert geen ’Nee’, vandaar haar bijnaam Tante Tsaar.

Op het strand worden de eerste vier badkoetsen neergezet en de badplaats krijgt langzaam gestalte. Het echtpaar Van Reenen trekt tuinarchitect Leonard Springer aan om een nieuwe verbindingsweg te ontwerpen tussen Bergen en de zee. Ook architect H.P. Berlage en de bioloog Jac. P. Thijsse worden aangetrokken om te helpen bij de grootste plannen van het echtpaar om van Bergen aan Zee een exclusief paradijsje te maken. Jacob en Marie willen niet net als het naburige Schoorl donkere bossen, maar de weidse blik op de natuurlijke blonde duinen behouden. Dat werkt als een magneet op kunstschilders, die zich aangetrokken voelen tot deze kuststreek en zich er vestigen. Marie Reenen-Völter ontwerpt het Parnassia park, de allereerste heemtuin van Nederland. Er komen villa’s en een tennisbaan, er verrijst een badhotel met danszaal en Marie sticht een kerkje in Bergen aan Zee.

Van het Bergen aan Zee van toen is door de Tweede Wereldoorlog weinig meer over, maar het borstbeeld van Marie van Reenen-Völter staat er nog steeds. Ze kijkt uit over wat haar paradijs zou moeten zijn, maar de Parnassia bloeit er niet meer.

Bron: Anne Mieke Backer

De Gooi- en Eemlander, 15 juli 2017

https://www.gooieneemlander.nl/nieuws/marie-van-reenen-vrouwe-van-bergen