Marcel van Dam – De hoeder van het recht

De kranten van gisteren werden weer eens beheerst door berichten over het falen van de overheid als handhaver van orde, veiligheid en recht….

Gisteren is er een man gearresteerd die ervan wordt verdacht betrokken te zijn geweest bij de bomaanslag, vier jaar geleden, op de kunstschilder Rob Scholte. Op zichzelf geen opzienbarend bericht. Wel opzienbarend is dat deze aanhouding is gebeurd op basis van informatie die in opdracht van het slachtoffer is verzameld door een particulier detective. Zij het dat justitie nog negen maanden nodig had om tot optreden te besluiten. Particuliere detectives kosten veel geld. Rob Scholte beschikt over veel geld. Hij is bovendien vier jaar lang bezig geweest om politie en justitie aan te zetten tot het opsporen van de daders van de aanslag.
Het laat zich raden wat er zou zijn gebeurd als Rob Scholte niet die inzet had gehad of niet over zo veel geld had kunnen beschikken. Dan was de aanslag op hem bijgeschreven op de lijst van de honderdduizenden misdrijven die niet tot een vervolging leiden omdat de daders niet worden gevonden of niet worden vervolgd. Zo’n lijst zal er natuurlijk altijd zijn. Maar in ons land is die wel heel erg lang. Minder dan één procent van de gepleegde misdrijven leidt tot daadwerkelijke veroordeling van de dader. Een oorverdovend laag percentage dat een ernstige bedreiging vormt voor het vertrouwen van de burgers in de overheid als rechtshandhaver.
Dat vertrouwen wordt nog veel erger geschaad als mensen die in dienst zijn van politie of justitie zelf strafbare feiten plegen. Het wordt onvergeeflijk, ook voor de politiek verantwoordelijken, als dat niet wordt gevolgd door een strafvervolging en, zo mogelijk, een veroordeling van de daders.
Zo zijn de politie-beambten die worden verdacht van het verwijderen, met dodelijke afloop, van een zwerver uit het Amsterdamse bureau Warmoesstraat bij mijn weten nog steeds niet gedagvaard. In ieder geval nog niet voor de rechter gebracht. Hoe is het mogelijk dat dit zo lang duurt terwijl men voor het vinden van de verdachten en van de feiten en omstandigheden die hen tot verdachten maken niet eens de deur uit hoefde? Daders van ander zinloos geweld dat later werd gepleegd zijn daar al lang geleden voor veroordeeld. Sommige hebben hun straf al bijna uitgezeten.
Het met behulp van overheidsdienaren binnensmokkelen van ’ten minste’ 15 duizend kilo cocaïne in de eerste helft van de jaren negentig is het voorlopig laatste schandaal dat het vertrouwen in de overheid als rechtshandhaver verder aantast. Het feit dat er niet alleen softdrugs werden binnengesmokkeld onder het toeziend oog van overheidsdienaren was al bekend uit de IRT enquête. Maar dat er ’ten minste’ 15 duizend kilo cocaïne is binnengesmokkeld en dat het onderzoek naar daders en medeplichtigen bij de overheid op zijn zachtst gezegd weinig voortvarend is aangepakt, is schokkend. Of raken we gewend aan dit soort schandalen?
Volgens het verslag van de Volkskrant erkende de minister dat het Openbaar Ministerie in het onderzoek naar de omvangrijke coke-transporten de afgelopen jaren ineffectief heeft gewerkt. Parketten werkten tegen elkaar in waardoor het onderzoek ernstige vertraging heeft opgelopen. Pas na het ingrijpen van de minister is men gaan samenwerken.
Op zichzelf is het al curieus dat de Tweede Kamer van mening is dat dit falen minister Korthals niet is te verwijten. Ik geloof direct dat de persoon Korthals in deze zaak weinig verkeerds heeft gedaan. Maar dat geldt toch niet voor minister Korthals? Of is er iemand anders die we verantwoordelijk kunnen houden?
In de Bijlmer-enquête werd tamelijk klein ongerief bij het functioneren van de overheid bijeen gesprokkeld over een periode van zes jaar. Volgens de oppositie binnen en buiten de coalitie hadden daarvoor eigenlijk twee ministers moeten aftreden. Vergeleken daarmee is deze affaire natuurlijk veel en veel belangrijker. Maar de Tweede Kamer schijnt ‘affaire-moe’ te zijn. Korthals mag dus blij zijn dat de commissie Kalsbeek na de Bijlmer-enquête met zijn rapport kwam.
De politieke verantwoordelijkheid voor alles wat er bij Justitie misgaat berust bij de minister en het kabinet. Daarnaast is de minister ook nog de werkgever van de mensen die fouten begaan. Ook op dat gebied vind ik dat opeenvolgende ministers van Justitie hebben gefaald. Want wat er ook misgaat, hoe ernstig de fouten ook zijn, zelden of nooit hoor je dat verantwoordelijke hogere ambtenaren worden geschorst, ontslagen of bestraft. Een overplaatsing is ongeveer het ergste wat een officier van justitie kan overkomen.
Minister Korthals zei in de Tweede Kamer dat het slechte imago van Justitie niet meer in overeenstemming is met de werkelijkheid. Het gaat volgens hem nu veel beter. Niemand zal dat geloven totdat dat in de praktijk blijkt.

De Volkskrant, 1 juli 1999, 00:00

http://www.volkskrant.nl/binnenland/de-hoeder-van-het-recht~a530501/