Loes Vermeer-Lagerveld – Brief aan Maarten van Rossem 9 mei 2014

Den Helder, 8 mei 2014.

De Weledele Heer M. van Rossem.

onderwerp: uw aanwezigheid in het kerkje van Den Hoorn.

Geachte heer van Rossem,

Bij deze ben ik zo vrij u een schrijven te zenden naar aanleiding van uw optreden tijdens de herdenkingsbijeenkomst in het kerkje van Den Hoorn op Texel.
Ik ga er van uit dat u de reden waarom deze herdenkingsbijeenkomst werd gehouden volkomen gerechtvaardigd vond; ik ga er ook vanuit dat u de uitnodiging niet had aanvaard wanneer geen enkel gevoel voor deze achterliggende reden bij u aanwezig was.
Daar algemeen bekend is dat u als historicus uw sporen hebt verdiend en ook een geweldig verteller kunt zijn, heeft de heer Willem Bakker uit Den Hoorn u verzocht aan deze bijeenkomst te willen meewerken.
U verblijft veel op Texel hetgeen voor de heer Bakker mede een reden was u te vragen, ervan uitgaande dat uw kennis en gevoel voor Texel en daardoor voor de Texelse bevolking, waaronder de dienstplichtige oud – Indië-veteranen, een meerwaarde zou geven aan uw optreden in het Hoornder kerkje.
Voor de volledigheid wens ik op te merken dat de heer Willem Bakker (van ”t Spyk) een broer is van de bijna 88-jarige heer Aad Bakker, bioloog en één van de oud – Indië-gangers. Zoals bij zovelen hebben de trauma’s uit die periode altijd een rol in zijn leven gespeeld, hetgeen voor Willem Bakker de reden was een alternatieve bijeenkomst voor deze oud – Indië-gangers te organiseren. De burgemeester van Texel, als voorzitter van het 4- mei comite heeft stelselmatig geweigerd deze mensen als spreker eenmaal het podium te geven, ondanks uitdrukkelijke verzoeken van de oud -Indië-gangers en van reeds gevraagde andere personen niet hen, maar de oud – Indië-gangers eerst als spreker uit te nodigen.
De contacten hebben plaatsgevonden tussen u en de heer Willem Bakker. De heer Bakker wist niet beter dan dat u pas (in verband met de wekelijkse wisseling) in de loop van zaterdag 3 mei in het appartement aan zou komen. Diverse malen heeft hij getracht contact met u te krijgen om een en ander nog even met u door te spreken, hetgeen niet is gelukt. Door de contactpersoon werd medegedeeld dat u zondagmorgen niet eerder bereikbaar was dan rond twaalf uur, zodat de heer Bakker u zondag rond dat tijdstip nog een overzicht heeft overhandigd. Gewoon om u wat nader te informeren, u terwille te zijn en om niet geheel onvoorbereid te moeten spreken in het kerkje.
Op dat moment ontmoette de heer Bakker een – naar het leek – ongeinteresseerde man, waar hij van schrok, temeer daar ook hij zeer emotioneel was geraakt door de gehele onaangename periode met het 4- mei comite en met name met de voorzitter, mevrouw Giskes.
Zijn gevoel dat dit niet goed was, werd bevestigd door uw optreden in het Hoornder kerkje. Uiteraard werd er van uitgegaan dat u als bekend historicus iets over de periode van de politionele acties in het voormalig Nederlands-Indië zou laten horen, maar niets daarvan. Het ware zo prachtig geweest wanneer uit historisch perspectief er maar iets over was verteld. Ook geen enkel persoonlijk woordje gericht aan de oud – Indië-veteranen, waarvan sommigen voor het eerst hun eiland verlieten toen ze werden opgeroepen hun dienstplicht te vervullen om daarna uitgezonden te worden naar Nederlands-Indië.
U behoefde het daar niet mee eens te zijn, maar om dan maar totaal hieraan geen aandacht te schenken en de oud – Indië-gangers volkomen te negeren en de reden waarom de bijeenkomst werd gehouden niet als leidraad te houden, was stuitend.
Ook uw opmerkingen en optreden naar de persoon in militaire kleding was ongepast. Bovendien vind ik het goedkoop en incorrect, zeker tijdens een herdenkings-bijeenkomst.
In casu hebt u de intentie hiervan dan niet begrepen. Kennelijk vond u het gemakkelijker de nar uit te hangen dan u enigszins te verdiepen in hetgeen de organisatie tot doel had, namelijk herdenken en aandacht voor de oud – Indië-gangers. Deze groep is altijd onderbelicht gebleven en genegeerd, mede tot stand gekomen door de poltiek, over deze periode in onze geschiedenis moest maar gezwegen worden, het was te pijnlijk.
Dit punt had prachtig kunnen worden belicht, maar door uw optreden benadrukte u dit gegeven, negeren en niet over spreken.
Nogmaals, uw optreden als historicus en mede-herdenker in deze bijeenkomst was beneden elk niveau, uw optreden als cabaretier was maar matig.
Het geeft mij de indruk dat u uw onzekerheid voor dit optreden dan wel uw onvoorbereidheid hebt trachten te verdoezelen door uw act. Uw opmerkingen over koning Willem-Alexander in zijn admiraalskostuum bij de herdenking op De Dam was zo kinderachtig en bovendien onwaar. Vond u dat u hiermede uw spreekbeurt moest vullen? De koning was bovendien gewoon in een kostuum, niet in admiraalsuniform.
Maar wat een onzin om zoiets aan te halen in een bijeenkomst zoals in het kerkje van Den Hoorn. Ik begrijp echt niet dat u zich hiermee heeft willen vermaken, de aanwezigen in het kerkje hebben zich hier niet mee vermaakt maar slechts aan geërgerd. Dit bleek trouwens wel uit het zeer matige applaus. Het is mij volkomen onduidelijk waarom u – een begaafde en intelligente man en kundig historicus – zich profileert als een matige en ongeinteresseerde cabaretier.
Gelukkig is het woord “vergevingsgezindheid” een paar maal door u genoemd. Dit woord heb ik als troost een aantal malen herhaald tegen de heren Bakker om jegens u vergevingsgezind te zijn. Een groots gebaar om te vergeven dat uw optreden gewoon niet goed was en eigenlijk helemaal niet beantwoordde aan de doelstelling. Dat u belangeloos uw medewerking hebt gegeven, wordt uiteraard zeer op prijs gesteld, maar is in het geheel niet de intentie geweest van de heren Bakker.
Wellicht vindt u mijn schrijven een reden eens met deze intelligente en interessante Texelaars, de heren Bakker – onder het genot van een glas whisky bij Willem van der Ham in Den Hoorn – een gesprek te hebben maar dan onderhoudend en met wezenlijke belangstelling. Zij kunnen geweldige verhalen vertellen.
Volledigheidshalve deel ik u mede dat ik als Helderse reeds vele jaren elke maandag op Texel kom, eerder voor mijn werkzaamheden, nu slechts om de gedurende vele jaren opgebouwde vriendschappen te onderhouden, waaronder met de heer Willem Bakker. Ik was aanwezig bij de herdenking in Den Hoorn en zat recht tegenover u, in de bank naast de Helderse musici. Reeds eerder ben ik aanwezig geweest bij een spreekbeurt van u in Den Helder in galerie Windkracht 13.
Ik hoop dat ik u tijdens een volgende gelegenheid op een andere wijze hoor spreken, met meer niveau en meer betrokkenheid.
Tenslotte, uw opmerkingen over Den Helder hebben mij ook geraakt. Ik doe het af met een schouderophalen van: och, hij weet niet beter, weer zo’n one-liner. Weer zo’n makkelijke kreet!!
Dat u de uitnodiging van de burgemeester niet aanneemt om Den Helder op een andere wijze te leren zien, kan ik me voorstellen, maar graag laat ik u het mooie van Den Helder zien. U als historicus weet toch dat hier een rijke historie ligt. Dan doet de huidige lelijkheid van de binnenstad daar niets aan af.

Wellicht verneem ik enige reaktie van u, hetgeen ik zeer op prijs zou stellen.

Met vriendelijke groet,
Loes Vermeer – Lagerveld