Leo van Tilburg – Reis Weimar-Thüringen 20 tot en met 24 oktober 1999: Met Vrienden van het Gemeentemuseum Helmond

Woensdag 20 oktober 1999
Bij mooi weer, zeker van achter de ramen van de bus, vertrokken we om 9.00 uur over de Linksrheinische Autobahn richting Koblenz.
Onze eerste koffiestop was bij Raststätte Brohl. Daama ging het verder tot Koblenz en vandaar over de A.48 naar Dembach. Daar op de A.3 tot Limburg a.d. Lahn en dan over de B.49 naar Wetzlar en Giessen, waar we op de A.5 verder gingen. Voorbij Giessen namen we een uur lunchpauze bij een wegrestaurant en daarna vervolgden we onze weg naar Eisenach, waar we om kwart voor vijf bij het Quality Hotel aankwamen, opgewacht door de Nederlandse manager Peter Verheyen. Het hotel lag ongeveer 4 km buiten Eisenach.
Hoewel we op onze kamers telefonisch te horen kregen, dat er om half zeven gelegenheid was voor ’n aperitief, zaten de meesten van ons al voor zessen gezellig te borrelen, wat natuurlijk later de tafelgesprekken bevorderde.
Een Leuke eerste avond.

Donderdag 21 oktober 1999
Om half negen zaten we in de bus met bestemming Weimar, de culturele hoofdstad van Europa 1999. Om kwart voor tien werden we afgezet voor het Neues Museum, een groot gebouw met trappen en een gouden beeld ervoor.
Tot ergernis van vooral Fried v.d. Aa, was de afgesproken gids niet beschikbaar en moesten we op eigen houtje proberen iets van de soms moeilijke moderne kunst te begrijpen.
Er hing boven een schilderij van de Nederlander Rob Scholte. De schilderijen gingen over het algemeen nog wel, maar voor wat de andere kunstvoorwerpen betreft, voelde ik me vaak voor de gek gehouden. Iedereen zat dan ook al snel beneden aan de koffie.
Na dit bezoek aan het Neues Museum, gingen we met de bus naar het stadscentrum, waar wij aan de Beethovenplatz werden afgezet. Te voet gingen we verder naar het Bauhaus aan de Theaterplatz met het dubbelstandbeeld van Goethe en Schiller.
In het Bauhaus genoten verschillende van onze reisgenoten van de film. Interessant was de tentoonstelling van kleden en tapijten “das Bauhaus webt” en de meubels in Art Deco-stijl van de Belg Henry Vandevelde.
Na het Bauhaus hadden we enkele uren vrij voor een stadswandeling en de lunch.
Tezamen met Martin v.d. Steen, Iet Schouten, Jos en Fini Domensino liepen we naar de Herderskirche, die we bezichtigden. Daarna gingen we gezamenlijk lunchen in een restaurant genaamd “Gastmahl des Meeres”. Daar aten we een heerlijke toast met heilbot, tomatenketchup, ananas met kaas overbakken.
Na nog wat over het mooie marktplein en door winkelstraten te hebben gelopen, kwamen we om drie uurvolgens afspraak bij het Goethe-Haus.
Hoewel van Helmond uit alles goed was afgesproken en bevestigd, kon de helft van de groep nog niet naar de diapresentatie. Echter, even later mocht de tweede helft dan toch het Goethe-Haus in, waar we konden zien hoe Goethe daar geleefd had. De diavoorstelling was bijzonder interessant. Ze gaf een aardige indruk over het leven van deze dichter, schrijver, politicus en wetenschapper. We besloten dit bezoek met een rondgang door de tuin en het bezichtigen van de koets van Goethe.
Om 5 uur was het tijd om terug te reizen naar ons hotel in Eisenach en daar arriveerden we ongeveer een uur later.
Na ons te hebben opgefrist en een aperitief te hebben gedronken, hebben we aan tafel gezeten met Fried en Ad v.d. Aa en met Theo en Willy van Vijfeijken. Goed gezelschap alle vier. Toen zij zich na het eten terugtrokken, hebben we nog even aan tafel gezeten bij Herman en Adi Spaan, mevrouw Holtus en nog enkele dames. Toen ook die naar hun kamer gingen hebben we nog een afzakkertje gedronken met Iet Schouten en de Bloemens.
Opnieuw een leuke avond.

Vrijdag 22 oktober 1999
Na opnieuw een vorstelijk ontbijt (dat mag ook wel eens worden gezegd) vertrokken we om 9 uur met de bus naar de Wartburg van Eisenach, de hoogstgelegen burcht van Thüringen en misschien wel van heel Duitsland.
We reden met de bus zo ver als we konden en daarna ging een deel van onze groep met busjes naar boven, terwijl de dapperen de steile klim te voet naar boven waagden. Het was prachtig zonnig weer. Hijgend als molenpaarden kwamen we boven aan, waar we meteen beloond werden met een prachtig zicht op de burcht en een schitterend panorama. O.l.v. een goede gids, die prima uitleg gaf, hebben we het hele slot bezocht, met zijn prachtige zuilen en kantelen, mozaïeken die het leven van de H. Elisabeth illustreerden, de zaal die gewijd was aan Maarten Luther enz. Deze monnik, die intussen van de rooms-katholieke kerk weer enig eerherstel heeft gekregen, heeft300 dagen op de Wartburg gewoond en o.a. de bijbel vanuit het Grieks in verstaandbaar Duits vertaald in de kamer die men nu de “Luther-kamer” noemt.
De zaal boven wordt van april tot oktober gebruikt voor klassieke radioconcerten. In deze zaal een vlag die herinnert aan de manifestatie van studenten in de vorige (19e eeuw) om meer vrijheden, dus democratie te krijgen.
In de Wartburg werden vroeger ook zangwedstrijden gehouden, waaraan minnezangers deelnamen, die ookhevig met elkaar in discussie gingen. Een wandschildering herinnert nog aan deze voorloper van het songfestival.
Tenslotte kwamen we terecht in het museum waar een interessante collectie schilderijen, beelden en andere kunstvoorwerpen tentoongesteld waren. Ook was er een zeer grote collectie tafelzilver te zien.
Na dit uitgebreide bezoek aan de Wartburg, hebben we koffie gedronken in het nabij gelegen hotel, om vervolgens naar het Bachhaus te gaan. Bij het huis een groot standbeeld van deze bekende componist.
In de hal van het Bachhuis kregen we uitleg door een mevrouw. Deze uitleg werddoor onze hotelier wel erg vrij vertaald. Daarna ging ieder in eigen tempo de verschillende vertrekken door, die nog ingericht waren zoals in de tijd dat Bach leefde en waarin allerlei voorwerpen, zoals foto’s, partituren, muziekinstrumenten uitgestald waren. Uiteindelijk kwamen we in een zaaltje waar een jongeman muziek van Bach ten gehore bracht op achtereenvolgens twee huisorgeltjes, een clavecimbel en een spinet. Ook vergastte hij ons nog op ingeblikte fluit- en andere muziek van de grote componist.
In het zaaltje waren in de vitrines en aan de wanden talrijke strijk- en blaasinstrumenten te bewonderen.
In de buurt van het Bachhaus lunchten we, en omdat enkele reisgenoten wat te laat bij de bus waren door de te trage service van het restaurant waar zij geluncht hadden, vertrokken we pas kwart voor drie naar Engelsbach, waar een glaskunstenaar, glaskralen en parels wikkelde van 3 tot 24 mm. Ook maakte hij andere glazen voorwerpen.
Velen kochten wat van zijn fabrikaten. We dronken er koffie en gingen toen via een landschappelijk mooie route naar de Wasserfall am Trusebad. Deze waterval die er erg natuurlijk uitzag, was in de 19e eeuw kunstmatig aangelegd door het riviertje de Truse een wat andere loop te geven.
Na dit korte bezoek aan de waterval brachten we nog een bliksembezoek aan de Inselberg, het hoogste punt in de streek. We beloofden onszelf boven een borreltje, maar omdat om 6 uur alles gesloten werd, lukte het alleen Fried en dhr. Olympio een neutje te bemachtigen.
Om kwart voor 7 waren we in ons hotel terug en omdat we later thuis waren dan gepland, begonnen het aperitief en het diner ook later. We zaten aan tafel met Anne van Melis, Ria Martens, Martin van der Steen en Tan en Fons Schoenmakers. We hebben tranen gelachen met Tan, die over vroeger thuis vertelde.
Voor het naar bed gaan nog geborreld met enkele reisgenoten.

Zaterdag 23 oktober 1999
Opnieuw zaten we om 9.00 uur in de bus voor onze laatste dag in Thüringen. Nu hadden we in de persoon van Frau Oberstudienrat, Brigitte Stonner, een bijzonder kundige en sympathieke gids aan boord.
Onze eerste bestemming was weer Weimar, waar we de bus parkeerden bij de enige katholieke kerk die Weimar rijk is. Te voet ging het verder naar de Theaterplatz, waar we nog: “lang zullen zij leven” zongen voor twee mensen die ’n zilveren bruidspaar opwachtten.
Ons eerste doel was de Herderkirche, maar voordat we daar naar binnen liepen, kregen we nog uitleg over het huis van Anna Amalia, de adellijke weduwe die zoveel voor Weimar heeft gedaan.
In de Herderkirche kregen we uitleg over het in 1555 voltooide Cranach-altaar, met als hoofdthema: “De verlossing van de mens door het geloof alleen”.
We bekeken ook nog het Luther-triptiek en het graf van Herder. Na de Herderkirche brachten we een bezoek aan het vlakbij gelegen Schlossmuseum. Daar hing een grote collectie Italiaanse etsen, mooie iconen, ’n zaal met beelden en talloze mooi ingerichte kamers en andere vertrekken. Jammer dat we eigenlijk te weinig tijd hadden om alles goed te bekijken.
Na dit museumbezoek zijn we naar Erfurt gereden. De bus werd bij de Dom geparkeerd en te voet ging het verder naar het Rathaus aan de Fischmarkt. We hadden een uurtje vrij voor de lunch en tijdens de lunch kregen we de eerste, overigens lichte regen van deze vakantie. Na de lunch brachten we eerst een bezoek aan het Rathaus, dat wij bij wijze van uitzondering vandaag mochten bezichtigen.
Langs de trappen schilderijen die de geschiedenis van Tannhäuser uitbeeldden. De schilderingen in de grote “Festsaal” stelden vooral de levens van de heersers over Thüringen voor.
Van het stadhuis ging het daama te voet verder naar de Krämerbrücke, waarop huizen en een kerk gebouwd zijn.
Door oude straten, die alle rode straatnaambordjes hebben om aan te geven dat de hele straat onder monumentenzorg staat, liepen we langs een fontein met de “Bremer Stadtmuzikanten” en het Haus zum Sonneborn, naar de grote Dom, die we ook nog bezichtigden. Deze Dom heeft een katholiek en een protestants gedeelte. In het katholieke deel stonden prachtige oude koorbanken. Jammer weer dat in zo’n mooie gotische kerk, een barokaltaar was geplaatst.
Na dit kerkbezoek moesten we vlug de bus in, want er was nog een avondprogramma ook. Achteraf gezien hadden we misschien beter de eerste dag in Weimar het Neues Museum kunnen vergeten en daarvoor in de plaats het Schlossmuseum kunnen nemen. Met een iets kortere lunchpauze hadden we dan die eerste dag ook nog de Herderkirche kunnen doen en dan hadden we de hele zaterdag voor Erfurt gehad, want ik kreeg de indruk dat er in die plaats nog veel meer te zien was. Maar afijn, je kunt niet alles hebben.
Over Gotha reden we terug naar Eisenach, waar we maar ’n klein half uur de tijd hadden om ons te soigneren.
Met de bus ging het daama naar Bad Langensalza voor het diner in een restaurant en een concert in het Frederikenschlösschen. Verschillende reisgenoten zeiden dat ze liever in het hotel in Eisenach waren gebleven,dan zich zo te haasten voor een maaltijd die beslist niet beter was dan in het Quality Hotel.
Het concert werd gegeven door een Russisch ensemble, bestaande uit een pianist, een cellist en een zangeres, die met een zwoele stem ook het programma van lichtklassieke werken en evergreens aan elkaar praatte.
Terug in het hotel trakteerde Peter Verheyen ons op sekt en naderhand werd er nog menig glaasje geheven, tot in de kleine uurtjes.

Zondag 24 oktober 1999
Ruim op tijd zat iedereen in de bus voor de terugreis. We vertrokken om 9 uur bij mooi weer, dat echter allengs veranderde in regen. De chauffeur had gekozen voor de Sauerlandroute, die erg mooi is, zeker in herfsttooi.
Tijdens de reis werd er gezwoegd op limericks. Rond lunchtijd maakten we een stop van een uur. Daarna ging het weer verder en de reis verliep heel voorspoedig. Alleen in de buurt van Keulen hadden we even wat
oponthoud. Bij Aken in de buurt hadden we een theepauze, die Willemien Willems en ik gebruikten om de limericks te jureren. Als winnaar kwam het echtpaar Olympio uit de bus, terwijl Herman en Adi Spaan de meest eervolle vermelding kregen. Het was jammer dat later de voordracht van de winnende limerick zo slecht was, dat hij niet tot zijn recht kwam.
Onze laatste stop was in Maasbracht voor het avondeten. Tijdens deze maaltijd werden de eervolle vermeldingenen de winnaars van de limerickwedstrijd bekend gemaakt en hield Martin van der Steen een goede speech om Fried en Ad te bedanken voor hun inzet voor onze vriendenclub, onder aanbieding van enkele cadeaus. Fried gebruikte een van de geschenken, het boekje met gezegdes van Goethe, meteen als begin van zijn antwoord op Martin’s verhaal t.w. “God geeft ons de noten, maar bijt ze niet voor ons open”.
Om kwart over acht kwam er bij Vlisco een einde aan deze interessante, heerlijke en gezellige reis en namen de reisgenoten hartelijk afscheid van elkaar.

http://museumvriendenhelmond.nl/bestanden/1999-reisverslag%202%20Weimar-Thuringen.pdf

PDF:
Reisverslag Weimar-Thuringen 1999