Kunst Emmie – Massacultuur: kunst, religie en levensbeschouwing

6 VWO: Massacultuur

Invalshoek 1. kunst, religie en levensbeschouwing

Mensen hebben het gevoel van vooruitgang opgegeven. De samenleving is fragmentarisch geworden, mensen hebben het overzicht verloren. Er ontstaat een pluralistische overtuiging. Meerdere levensbeschouwingen kunnen naast elkaar bestaan (Welke?)en mensen gaan levensbeschouwelijk shoppen.In de kunst worden stijlcitaten gebruikt.

1. Visie op geschiedenis. Neem over in je PK.

De mensen hebben het gevoel van vooruitgang opgegeven.

We zien de geschiedenis wel als een lineair proces, maar we hebben niet meer het idee dat deze ontwikkeling een stijgende lijn vertoont. De grote opkomst van wetenschap en techniek maar ook de steeds verdergaande industrialisering hebben de 20e eeuw bepaald, positief maar vooral ook negatief. Vooral twee wereldoorlogen hebben er letterlijk en figuurlijk flink ingehakt.
Door de industrialisatie ontstaat er een ontkoppeling van wonen en werken. Mensen maken bovendien nauwelijks nog een eindproduct en hebben geen zicht meer op het totaalproces bij het maken van producten, maar specialiseren zich in een klein aspect. Dit zorgt voor fragmentatie en verlies aan overzicht. Bovendien verliest de kerk haar invloed. Wel ontstaat er een grote vermaak industrie, zodat je 24 uur per dag kunt ontsnappen aan de realiteit via massamedia.

Mensen reageren verschillend op het ontbreken van deze ideologieën en zo ontstaan de volgende levensbeschouwingen: relativisme, cynisme, no illusion en hedonisme.
In de massacultuur is de mens op zoek naar zijn eigen identiteit. De vele subculturen bieden een eigen levensbeschouwing waarin men zich kan onderscheiden van anderen. Deze levensbeschouwing toon je in je gedrag, de taal die je spreekt, de muziek die je kiest, de voorkeur voor een dans en de kleding die je draagt. Tijdens de massacultuur vinden mensen dat er verschillende overtuigingen naast elkaar kunnen bestaan: pluralisme.

Beschrijf van de volgende levensbeschouwingen wat ze inhouden en geef van één van deze levensbeschouwingen een voorbeeld van een kunstwerk (mag van muziek, beeldend, dans, drama of film zijn) waar deze levensbeschouwelijke opvatting uit naar voren komt. Geef duidelijk aan welke relatie er is met de genoemde levensbeschouwelijk opvatting.
Relativisme: Marlène Dumas
Bij het relativisme draait het erop dat iets niet per se ‘mooi’ of ‘lelijk’ is, maar schoonheid is een relatief begrip. Het staat niet vast wat mooi is, maar hangt af van wat mensen zelf vinden. Iedereen heeft er een andere mening over. ‘Mooi zijn’ is relatief en niet absoluut.

De gezichten worden afgebeeld. Er zijn verschillende vormen en soorten gezichten en verschillende huiskleuren. Niets is mooi of lelijk, het hangt ervan af wat je zelf vindt.
Cynisme, no illusion: Rob Scholte, Punk
Cynisme is een soort sarcastische, spottende houding. Het komt voort uit een gebrek aan vertrouwen in het goede van de mens,
Hedonisme: Jeff Koons
In de filosofie is het Hedonisme de leer binnen de ethiek die stelt dat genot het hoogste doel is. Als je gelukkig bent, dat heb je het ultieme doel in je leven bereikt. De vraag is altijd wat het meeste genot oplevert en wat de nadelen van een bepaalde actie zijn.

Vraag 2: stijlcitaten

A. Bekijk afbeeldingen 1 t/m 6. Afbeelding 1,2,5 en 6 zijn foto’s van het werk “Large Field Aray, van Keith Tyson. Dit werk bestaat uit 300 beelden die elk een oppervalk van 1 bij 1 meter in beslag nemen, maar sommige zijn 20 cm hoog, andere weer 3 meter. Het werk staat op de grond of hangt aan de muur. (zie ook https://www.youtube.com/watch?v=bGKqjWy340g)
Een toeschouwer kan door deze installatie heen lopen en naar aanleiding van de beelden willekeurig associaties maken. De beelden zijn ontleend aan allerlei aspecten van het leven. Je ziet beelden van de wetenschap, maar ook van goochelshows. Het idee van een veld met een regelmatig geordende opstelling van objecten is weer afkomstig van een kunstwerk Lightning Field, van Walter de Maria, ooit drummer in de band met Lou Reed. Op dit veld zijn 400 antennes opgesteld die bliksem aantrekken en zo een kunstwerk vormen van natuurkrachten.

Afbeelding 7 Walter de Maria - Lightning field

Afbeelding 7 Lightning Field, Walter de Maria, 1977

Afbeelding 3 is het werk van Andy Warhol, de doos met Brillo uit 1970 en afbeelding 4 is het schilderij van David, De Dood van Marat, uit 1793.

B. Wat valt je op als je afbeelding 1 en 3 vergelijkt en afbeelding 4, 5 en 6 met elkaar vergelijkt?
Het voorwerp op afbeelding 3 zou zo bij de expositie in afbeelding 1 kunnen staan. Het heeft dezelfde vorm (kubus) en het heeft ook felle kleuren. Ook zijn het allemaal doodnormale voorwerpen die je zo tegen komt in het dagelijks leven, denk aan bijvoorbeeld de dobbelsteen.
Een element dat in de afbeeldingen 4, 5 en 6 terugkomt is een potje. Op afbeelding 4 en 6 is het een potje met inkt, op afbeelding 5 een potje met pillen. Op afbeelding 4 en 5 lijkt de inhoud van het potje de doodsoorzaak te zijn van de persoon die erbij ligt.

C. Wat zijn stijlcitaten?
Stijlcitaten zijn kunstwerken die gekopieerd of nagemaakt zijn van al bestaande kunstwerken. Vooral de Appropriaton-kunstenaars hielden zich hiermee bezig.

D. Is de oorspronkelijk betekenis van het werk van Andy Warhol of dat van David nog herkenbaar en van belang in het werk van Keith Tyson?

Een zaal met werken van Keith Tyson

Een zaal met werken van Keith Tyson

Niet echt. De werken zijn wel geïnspireerd op het werk van Andy Warhol of David, maar de echte betekenis erachter is weg. Bij Tyson gaat het meer om het geheel, de verzameling van alle voorwerpen waar het bij Warhol en David echt ging om het voorwerp zelf.

E. Zoek een voorbeeld van een stijlcitaat in de muziek. Zet het oorspronkelijke muziekstuk en hetgene waarin het stijlcitaat voorkomt, in je PK.

Het originele lied: She van Charles Aznavour

De cover van het liedje door Marc Halls

F. Hoe noem je een stijlcitaat in de muziek?
Een cover.

G. Waarom worden vooral tijdens het postmodernisme veel stijlcitaten gebruikt?
Dit was voor hun een manier om de grenzen op te zoeken. Hoeveel werk kan je ‘kopiëren’ zonder dat het onacceptabel wordt.

H. Geloven mensen nog dat je origineel moet zijn in de kunst? Waarom wel, waarom niet? Licht je antwoord toe.
Nee, dit was niet meer belangrijk. Mensen zagen iets als kunst als je het zo presenteerde dat het kunst was. De regeltjes en eisen waren veel minder groot. Dit blijkt ook wel uit de stijlcitaten, kunstenaars mochten zomaar elkaars werk bijna kopiëren en er werd niet heel moeilijk over gedaan.

Afbeelding 1

Afbeelding 1

Afbeelding 2

Afbeelding 2

https://robscholtemuseum.nl/wp-content/uploads/2017/01/Afbeelding-3.jpg

Afbeelding 3

Afbeelding 4

Afbeelding 4

Afbeelding 5

Afbeelding 5

Afbeelding 6

Afbeelding 6

3.
A. Wat is reclame en waarom speelt reclame bij massaconsumptie zo’n grote rol?
Reclame is een vorm van communicatie met als doel mensen over te halen om iets te doen of iets te kopen. Als veel mensen een reclame zien, is de kans aanwezig dat er veel personen zijn die het product willen kopen door de aantrekkelijke manier van presenteren en daarom speelt massaproductie een grote rol.

B. Wat zijn kenmerken van een typische reclamefilm?
In reclames is het net alsof je in een droomwereld leeft als je het product hebt gekocht. Vaak worden dingen extra mooi afgebeeld, overdrijvingen. Ook worden er veel bijvoeglijke naamwoorden gebruikt (om goede eigenschappen te vermelden).

C. Hoe maken reclamemakers gebruik van sterren, identificatie, seks en geweld?
Deze onderwerpen trekken de aandacht van het publiek, waardoor de reclame ze beter bij zal blijven.

D. Zoek een reclamefilm waarin een ster/bekende Nederlander een rol speelt en zet deze in je PK. Welke reclametechnieken worden in deze film gebruikt?

De reclame van Calvé pindakaas met Pieter van den Hoogenband, een bekende zwemmer. Door pindakaas te eten zou je zogenaamd net zo sterk en succesvol worden als deze bekende sporter. Door hem als een klein schattig jongetje af te beelden, wordt de aandacht van de kijker getrokken. Het effect van de pindakaas wordt enorm overdreven.

Kunst Emmie, 23 januari 2016

Reacties:

juf zelf3 mei 2016 om 00:09

2B: Keith Tyson kopieert letterlijk (Brillo) en minder letterlijk (het werk van David, dood van Marat) en gebruikt dus stijlcitaten.
2G: In het postmodernisme geloven mensen niet meer dat je nog origineel kunt zijn, alles is al gedaan. Kunst hoeft ook niet meer origineel te zijn.
3B: kenmerken : ook nog: herhalingen, inzoomen met camera op beeldmerk
3D: en vergeet natuurlijk niet onze superbekende docent drama die de trainer speelt! (geintje)

http://kunstgeschiedenisemmie.blogspot.nl/2016/01/massacultuur-kunst-religie-en.html