Koen Schuiling – Waar is Den Helder mee bezig?

Of beter, waar zijn de Koninklijke Marine en Den Helder mee bezig? Het militair vliegveld De Kooij bleef open, terwijl er toch jarenlang over sluiting werd gesproken? Wat doet een offshore-schip aan een steiger van de Koninklijke Marine.
Wat doet dat bord Techniekcampus toch op het KIM? En Venko bij het Marinebedrijf? Zal die mooie kustwachttoren tegenover Landsend alleen voor militaire of ook voor civiele schepen worden gebruikt? Zou toch zonde zijn als…
Inderdaad, de Koninklijke Marine en Den Helder zoeken elkaar steeds vaker op. Waar samenwerking loont zetten we dat in gang. Meest herkenbare voorbeeld: Heersdiep, het nieuwe zwembad. Het zou verspilling van belastinggeld zijn geweest als de gemeente een zwembad had ontworpen en de Koninklijke Marine een paar honderd meter verder een duiktoren had gebouwd. Beter was het om samen een plan te maken. Aldus geschiedde en nu staat er een prachtige accommodatie waar iedereen plezier aan ontleent. Nog een voorbeeld: de samenwerking tussen de civiele- en marinebrandweer. Als je een brand hebt wil je geholpen worden. Wie je brand komt blussen zal je op dat moment een zorg zijn en later waarschijnlijk ook. Dus komt nu de brandweer die het dichtst bij je in de buurt is.
Bovendien, de brandweerlieden van de Veiligheidsregio en de Koninklijke Marine kunnen breder worden ingezet, meer trainingen krijgen en op die wijze zorgen voor meer veiligheid mits ze goed op elkaar ingespeeld raken. Uiteraard gebeurt dat. Daardoor worden procedures beter op elkaar afgestemd en kunnen ook de investeringen worden gedeeld.
Terug naar de voorbeelden aan het begin van dit artikel. Het klopt dat jarenlang het voortbestaan van Militair vliegkamp De Kooij onder vuur lag. Sluiting zou geen slimme keuze zijn. Immers voor het helikoptertransport van en naar de schepen ligt de luchthaven ideaal. Het maakt hierbij geen verschil of het nu een marineschip of civiel schip is. Verder gaan er veel vluchten met personeel van en naar boorplatforms. Voor Nederland als geheel is deze luchthaven goed voor duizenden arbeidsplaatsen. Bij de start van de discussie over de toekomst van de luchthaven viel het op dat er geen integrale afweging werd gemaakt: Defensie moest 1 miljard bezuinigen, linksom of rechts- om. Uiteindelijk lukte het om samen met de Koninklijke Marine en de provincie tussen de oren te krijgen dat deze sluiting pennywise but poundfoolish was. Het verhaal van het kind met het badwater. Nu is bereikt dat de luchthavenven tien jaar een businessplan kan uitwerken. Dat geeft rust en intussen kunnen ook de militairen volop gebruik blijven maken van deze mooie infrastructuur.
In de zeehaven wordt ook steeds intensiever samengewerkt. De Koninklijke Marine heeft ruimte nodig en niet weinig ook. Bovendien, we weten sinds kort weer hoe snel de internationale situatie kan veranderen. Met andere woorden: zuinig omspringen met steigers, kades en gebouwen. Maar toch, is het nu handig dat er boeien op een kade liggen? Moet je niet, als de civiele kant vol ligt en er geld te verdienen is door meer schepen binnen te halen, kijken wat er “aan de overkant” mogelijk is? Zou je niet tot een veel optimalere verdeling van schaarse ruimte kunnen komen door samen te plannen? Dat gebeurt nu. De zogenaamde Rijkswaterstaatkade wordt vrij gemaakt voor bedrijvigheid en een studie naar verdere optimalisaties is in wording.
Kon je vroeger bij wijze van spreken ergens een bedrijf neerzetten en personeel werven, nu moet je meer bieden. Opleiden is een permanent proces en bij een hightech bedrijf als het Marinebedrijf hoort ook onderzoek. Werknemers eisen dat ook. Om het maar simpel uit te drukken: zorg voor een sexy omgeving. Dat wil zeggen dat er in de buurt volop kansen zijn om je als werknemer te verbeteren en betere producten te maken. Dat is precies de insteek die we kiezen. Op het KIM worden opleidingen aangeboden met civiel effect. De studie is dus niet alleen relevant voor een loopbaan bij de marine maar ook in de burgermaatschappij. Sterker, onderdelen van de studie naar olie- en gaswinning in alle facetten, vinden op het Koninklijk Instituut plaats. Waarom ook niet? Dat geldt ook voor de bedrijvigheid en onderzoek rond het Marinebedrijf. Veel producten en processen worden permanent verbeterd. Dat is natuurlijk niet alleen relevant voor de marine, maar ook in de civiele sector. Denk aan verf of aan logistieke processen. Er worden zelfs proefschriften geschreven bij het Marinebedrijf! Goed dus om steeds op zoek te gaan naar bedrijven die elkaar over en weer kunnen versterken. Dat is wat nu plaatsvindt.
Deze reeks van voorbeelden is moeiteloos uit te breiden. Alles staat of valt met een goed woon- en leefklimaat in Den Helder. Dat is de reden dat er volop wordt geïnvesteerd in de binnenstad en de wijken. Zo is het nieuwe theater op Willemsoord, de voormalige Rijkswerf, dit najaar klaar. De nieuwe bibliotheek opent volgend jaar de deuren. In het centrum worden winkels opgeknapt en is een park aangelegd. Wie lange tijd niet in Den Helder is geweest, kijkt zijn ogen uit. We zijn er nog niet maar het is ook jammer als je de boot mist door de ontwikkeling niet te ervaren. Het is een boeiende reis die de stad maakt.
Uit alles blijkt dat de intensieve relatie tussen de Koninklijke Marine en Den Helder voor beide profijtelijk is. Dat is ook de ondergrens, waarbij je niet van dingetje naar dingetje moet hoppen maar het brede perspectief voor ogen moet hebben. Daarnaast moet je je partners kiezen. Rijk en provincie werken volop mee en het is vooral de woningcorporatie die veel investeert in de leefbaarheid van de stad. Dit uiteraard naast overige investeerders. Bedrijven in de regio profiteren natuurlijk mee van een stimulerend arbeidsklimaat en een beter imago.
Natuurlijk zijn er nog wensen. Belangrijk is dat hetgeen in gang is gezet wordt versterkt. Dus, meer bedrijven, meer opleidingen, meer onderzoek, meer samenwerking. Dat geeft ook het vertrouwen dat de relatie niet bedreigend is. Dat lijkt een vreemde opmerking maar het is wel een sentiment dat af en toe opduikt. Voorts, wie door de oogharen naar de diepzeehaven kijkt kan zich voorstellen welke ruimte gecreëerd kan worden als schepen voor in plaats van in de haven kunnen draaien. Voordeel: je hoeft niet uit te breiden in kwetsbare natuurgebieden. En wellicht is er nog meer kaderuimte te maken op Harssens. Dus, er zal de komende maanden ook nog het nodige onderzocht worden. De uitvoering van de onderzoeksresultaten bepaalt vervolgens de agenda tot 2020. De in- steek is steeds te werken met concrete acties en vertrouwenwekkende stappen. Zoals gezegd we zijn er nog niet maar Den Helder ligt wel op koers. We verzilveren de kansen aan zee!
Waar is Den Helder mee bezig? Goed bezig!

Marineblad, Nummer 4, juni 2015, Jaargang 125

http://www.kvmo.nl/media/k2/attachments/Marinebladjuni2015b.pdf