Kees Smit – Een voet tussen de deur: krakers en punks (1)

Kraken en punk zijn altijd met elkaar verweven geweest. Daarvoor zijn een aantal oorzaken aan te wijzen:

1.
Zowel krakers als punks zetten zich door hun manier van leven en hun politieke opvattingen veelal af tegen de gevestigde orde. Bij die gevestigde orde hoort ook de woonruimteverdeling, in Nederland is dikwijls gebleken, dat deze faalde. Het beste voorbeeld daarvan is de situatie in Amsterdam in de jaren tachtig: een grote woningnood in combinatie met veel speculatie door malafide huiseigenaren leidde tot een zeer gespannen woningmarkt. De lokale overheid was niet in staat om dit probleem adequaat op te lossen, door verstrekking van urgentiebewijzen werd de woningzoekende een worst voorgehouden, maar het duurde gemiddeld vier (in minder populaire buurten en met betrekking tot woningen van matige kwaliteit) tot wel zeven jaar voordat men na een urgentiebewijs te hebben gekregen ook daadwerkelijk voor toewijzing van een woning in aanmerking kwam. Daarbij speelde dan ook nog mee dat een urgentiebewijs alleen werd afgegeven aan mensen, die minimaal twee jaar in Amsterdam woonden, werkten of studeerden. In de praktijk kwam dat er op neer, dat een student allang afgestudeerd was tegen de tijd, dat hij of zij een woning vond. Veel jongeren waren noodgedwongen inwonend bij ouders, andere familie of bewoonden een kamer bij een hospita of in een studentenflat.
Deze situatie leidde ertoe, dat politiek bewuste jongeren op zoek gingen naar alternatieven. Overigens dateren de wortels van de kraakbeweging al van eind jaren zestig. In 1971 werd een zeer belangrijke uitspraak gedaan door de Hoge Raad: het kraken van een leegstaande woning of pand werd niet gezien als huisvredebreuk, en bij gebreke van een andere wettelijke bepalingen was kraken destijds (tegenwoordig overigens wel) niet strafbaar.
Punks hadden met krakers gemeen, dat zij het vaak niet eens waren met de denkbeelden, de wijze van leven en de betutteling van hun ouders, hetgeen thuis tot spanningen leidde. Het kraken was dan een goed alternatief, daar waar je van de gemeente weinig te verwachten had.

2
Zeker in het begin hadden punkbands moeite om zalen te vinden, waar ze konden optreden. Toen eind jaren zeventig, begin jaren tachtig in Amsterdam (maar ook in andere steden zoals Nijmegen, Utrecht en Groningen) grote leegstaande panden werden gekraakt, werd daarin het wonen gecombineerd met alternatieve bedrijfsvormen, maar ook met concertzalen en podia.
Voorbeelden daarvan zijn er te over: Weijers, NRC, Emma en de Van Hall in Amsterdam, het WNF-complex in Groningen, Doornroosje in Nijmegen, ACU en Tivoli in Utrecht, Parkhof in Alkmaar, Hotel Bosch in Arnhem, de Blauwe Aanslag in Den Haag en de Groote Weiver in Krommenie. Deze zalen gaven punkbands (maar ook andere ‘alternatieve’ muzikanten) de mogelijkheid om op te treden, vaak alleen tegen vergoeding van onkosten. In later jaren werden kraakpanden dikwijls gelegaliseerd Dit hield in, dat de gemeente het pand opkocht en vervolgens aan de krakers verhuurde tegen een acceptabele huurprijs. In sommige gevallen mocht dan de concertzaal eveneens blijven bestaan. Andere bekende aan punk gerelateerde panden waren de Uilenburcht in Amsterdam (onder meer bewoond geweest door Dr. Rat en Vendex), het Oosteinde, Huize Chaos c.q. Club DDT en de Wielingen (bekend van de verzamelelpee ‘Wielingen Walgt’ met live-opnamen van Nitwitz en Gotterflies). Niet vergeten moet daarnaast worden, dat kraakpanden niet alleen als concertzaal, maar ook als oefenruimten dienden voor bands, die reguliere oefenruimte niet konden of wilden betalen.

3
Omdat punks in het algemeen het overheidsbeleid afkeurden, was men ook dikwijls niet bereid zich naar allerlei maatschappelijke conventies te schikken. Daarbij traden diverse schakeringen op, van regelrechte anarchisten tot meer gemachtigden tot ‘lang leve de lol’ punks, die voornamelijk interesse hadden in vrouwen, drugs en drank, en uiteraard in punk.
Voor allen gold, dat de kraakscene een uitlaatplek en vrijplaats was. Voor meer politiek georïenteerden was de kraakbeweging bovendien een vehikel om hun denkbeelden omtrent veranderingen in de maatschappij te kunnen ventileren. Kraken bleef natuurlijk niet beperkt tot een “voet tussen de deur” zetten, maar tevens tot allerlei andere activiteiten als alternatieve gezondheidszorg, eigen winkels, bedrijven en een niet op massaconsumptie en conformisme gerichte manier van denken.

4
Op zogenaamde vrije radiozenders, veelal etherpiraten, is regelmatig punk te horen. Zeker de meer extreme bands. die vanwege hun schokerende namen en of teksten en keiharde muziek bij “Hilversum 3” of Veronica niet aan bod komen, worden op deze zenders wel gedraaid. Bekende voorbeelden zijn Radio de Vrije Keijzer, WHS, GOT, Radio X, Radio 100, de Staatsradio, Radio Dood en Radio Patapoe in Amsterdam, Rataplan in Nijmegen, Gladiool in Utrecht en Radio Vrij Den Bosch. De illegale zendapparatuur van deze radiostations bevindt zich dikwijls in kraakpanden. De DJ’s en andere medewerkers zijn vaak punks of hebben er in elk geval affiniteit mee. Veel wonen zij ook in de panden van waaruit de zenders uitzenden of in een ander kraakpand in dezelfde stad. In 1981 ontstaan op het kabelnetwerk ook alternatieve tv zenders, zoals PKP (Ploeg, Klashorst en Ploeg met Bizar TV) die alternatieve programma’s maken en uitzenden, waarin ook regelmatig aandacht is voor punk.

5
Hoewel de punk zijn eigen normen en waarden kent en zich grotendeels afspeelt binnen een aparte subcultuur zijn er vele dwarsverbanden met de kraakwereld. Punks zijn meestal wel een stuk jonger dan de gemiddelde kraker, die meestal al wat langer rondloopt in de actiewereld. Veel punks zijn om hierboven al genoemde en andere redenen weggelopen van huis en kraakpanden bieden dan onderdak. Bovendien was het in de jaren tachtig een stuk makkelijker om een uitkering te krijgen. Stond je echter ingeschreven bij je ouders, dan woonde je niet zelfstandig en kreeg je een veel lagere uitkering. Hadden je ouders ook een uitkering, dan werden ook zij daarop gekort. Het was dus voordelig om te kraken, de sociale dienst vereiste in die tijd alleen, dat je ergens stond ingeschreven bij het bevolkingsregister.
Als je als bewoner van het pand anoniem wilde blijven, schreef je je gewoon ergens anders in, daarop werd niet of nauwelijks gecontroleerd. En door hun afwijkende uiterlijk en gedrag was het voor veel punks ook relatief makkelijk om bij sollicitaties niet aangenomen te worden. Een leuk voorbeeld daarvan was een jonge punker, die ik in die tijd kende, die solliciteerde als boekhouder bij een verzekeringsmaatschappij. Voor de gelegenheid had hij zich in een zebra pak gehuld, inclusief een lange staart met een soort belachelijke kwast eraan. Uiteraard werd hij afgewezen voor de baan, hetgeen uiteraard precies de bedoeling was. Een andere bekende truc was het plakken van de postzegel op de sollicitatiebrief in de linker in plaats van de rechterbovenhoek van de envelop. De brief werd dan door de frankeermachine niet als gefrankeerd aangemerkt en liep weken vertraging op. De onwillige sollicitant kon dan tegen de sociale dienst zeggen, dat hij gesolliciteerd had, maar nooit meer iets had gehoord.

6
Naast muziek kon in kraakpanden ook alternatieve kunst worden gemaakt, tentoongesteld en verkocht. Deze kunst kreeg dikwijls in het gevestigde circuit geen of onvoldoende aandacht. Voorbeelden: Galerie Anus c.q. Ozon, Galerie Aorta (opgericht door Peter Giele, later bekend vanwege de Roxy club en helaas veel te jong overleden) en W139 (beide pleisterplaatsen voor de zogenaamde Nieuwe Wilden, waaronder Peter Klashorst, Rob Scholte, Maarten Ploeg, Aldert Mantje, Bart Domburg en Sonja Oudendijk). Verder onder meer V2 in Den Bosch, de Fabriek in Eindhoven, Kunst en Komplex in Rotterdam. En niet te vergeten de kunstenaarskolonie Ruigoord en de gekraakte voormalige Rijkskledingmagazijnen in de Amsterdamse Conradstraat.

7
Alternatieve platenlabels als Vogelspin worden vaak gerund vanuit kraakpanden of hebben hun roots in de kraakbeweging. Het label De Konkurrent wordt in 1982 opgericht door Jos Kleij alias G.W. Sok van de Amsterdamse band The Ex. Oorspronkelijk afkomstig uit Utrecht kraken de leden van The Ex een pand in de Amsterdamse Galgenstraat en ook in Wormer (Villa Zuid). De Konkurrent verkoopt en distribueert onafhankelijk uitgebrachte platen, fanzines, posters, buttons en T-shirts, grotendeels in eigen beheer gemaakt. Fanzines worden dikwijls gedrukt in kraakpanden of door punks annex krakers.

In het boek “Een voet tussen de deur” van Eric Duivenvoorden uit 2000, dat verhaalt over de geschiedenis van de kraakbeweging in Nederland tussen 1964 en 1999 staan een aantal verwijzingen naar punk.

– Het bekende pand de Groote Keijser werd in 1980 herkraakt door een stel krakers, die het er niet mee eens waren, dat het pand na overleg tussen de gemeente en de harde kern van de kraakbeweging zou verworden tot een braaf wooncomplex van door de gemeente aan de bewoners verhuurde zogenaamde HAT eenheden (afkorting voor Huisvesting Alleenstaanden en Tweepersoonshuishoudens, een term bedacht door de toenmalige projectgroep HAT van de gemeente Amsterdam). Zij zagen de vrijplaats, waar ze hard voor geknokt hadden, met lede ogen verdwijnen en plaatsmaken voor iets wat ze nooit gewild hadden.
Als de herkraak een feit is, wordt een feest georganiseerd waar erg veel wordt gedronken. Aan het eind van het feest blijft in het pand de harde kern van de herkrakers samen met een aantal bewoners van het punk-kraakpand Huize Chaos aan de Sarphatistraat in het souterrain van de Grote Keijzer over. Een infocentrum over kraken, dat in het pand was ingericht, wordt door de punks en herkrakers totaal vernield, omdat ze de tentoonstelling een halfzachte poging vinden om bij de autoriteiten en het “klootjesvolk” in het gevlij te komen.
De interne rebellie wordt door de PVK (politieke vleugel van de kraakbeweging, waarin vooral de “kraakbonzen” Theo van der Giessen en Jack van Lieshout, alias Kraker Jack actief waren, tesamen met een harde kern van gelijkgestemden) keihard de kop ingedrukt. De volgende dag worden de herkrakers op diverse plaatsen van hun bed gelicht en weinig zachtzinnig ondervraagd. Dit is het begin van de tweespalt in de kraakbeweging, die in de jaren daarna tot haar langzame desintergratie zal leiden (zie Van Duivenvoorden, a.w., pag. 189-191).
– Over de dood van Hans Kok in een politiecel in oktober 1985 is al veel gezegd en geschreven.
Er is ook een link met punk, want Kok was bassist in de punkband Lol en de Ellendelingen. Op de Staatsplaat, een dubbel LP met muziek uit de kraakscene in de Amsterdamse staatsliedenbuurt, staan drie nummers van deze illustere band.

(Wordt vervolgd in deel 2)

Kees Smit
Webmeester Rattenkwaad
November 2005

nederpunk.punt.nl, 12-11-2005

Reacties:

Gina op 08-07-2007 16:51
haha:P
super vett
ik snap nu wel een beetje verschillen en vergelijkingen van punks en krakers
ik denk dat ik die zebra actie maar is op een skateboard ga na doen;)
thanks for the info
GreetZz Gina

http://nederpunk.punt.nl/content/2005/11/een-voet-tussen-de-deur-krakers-en-punks-1