Kees Engelhart – Zieleschijntje (24): AANGESPROKEN

Aangesproken worden bezit in de regel twee soorten van
Aanleiding de eerste is die van op straat wanneer je de hond
Uitlaat of zo of gewoon over het weer of over vluchtelingen
En de tweede is die van vroeger op school door de juf als ze
Dacht dat je iets niet goed gedaan had of later op je werk dat
De baas je aansprak om dat je in zijn ogen iets echt fout had
Aangepakt en toch is er nog een derde variant betreffende
Het aangesproken worden namelijk die van de nauwelijks
Verholen nieuwsgierigheid en die is werkelijk de allerergste

Het is elf uur in de avond wij schrijven de prachtige
Nazomeravond midden september van het jaar onzes heren
Tweeduizend en vijftien de kaarsen branden en ook andere
Fijne lampjes rood groen en geel naast een viertal rode
Grafkaarsjes alsmede je kleine kerstboompje dat het hele jaar
Mag staan ook met heerlijke intieme lichtjes je fijne caravan
Is je kleine fort in deze onrustige en veelal onbegrijpelijke
Wereld je kleine caravan is zo vertrouwd zo onschuldig en
Blank dat alleen daar je al je ellende omtrent het Aviertje met
Name waar het gaat om Geweten en Moed van je af kunt
Zetten je schenkt je een voortreffelijke Slibowitsch in en
Zittend rechts naast de deur die open staat staar in het
Duister naar de kastanje en steekt een klein sigaartje op

Wat het is is dit de afgelopen weken word je voornamelijk
Door heel vage kennissen meestal hen die je alleen nog
Enigszins van gezicht kent plotseling zomaar op straat
Aangesproken over het verduivelde Aviertje met name gaat
Het ze om wat die verschrikkelijke aantijgingen betreffende
De zeer vooraanstaande burger van de provinciestad aan zee
Dan wel in mogen houden en echt het zijn heel veel mensen
Die je soms wel twintig jaar niet gesproken hebt die als je ze
Tegenkwam op het fietspad of in de supermarkt nooit verder
Kwamen dan het bleekjes uiten van een hoi of dag en nu dit
Gedoe en vaak vele malen per dag en je hebt helemaal geen
Zin om erover te praten meestal antwoord je dan dat je het ze
Niet zeggen wilt omdat je gewoon niet weet of het waar is en
Dat je geen laster verspreiden wilt en als ze het dan toch
Weten willen dat ze dan maar naar de verantwoordelijke
Invloedrijke burgers van de provinciestad aan zee moeten
Gaan die weten het namelijk wel maar spreken erover doen
Ze niet in geen honderd jaar en dan denken ze zeker ook nog
Dat jij dan wel de hete kastanjes uit het vuur zal gaan halen

Dan groet je de aanspreker vriendelijk en snelt fluks heen de
Aansprekers immer in volledige verbijstering achterlatend