Kees Engelhart – Zieleschijntje (20): KWETSBAAR

Kwetsbaar zijn behoort tot een der ergste narigheden die
De mens treffen kan daar ben je geheel van overtuigd en
Heel vaak is de sleutel tot dat kwetsbare het uiterst
Bedenkelijke fenomeen der afhankelijkheid die in geval
Van kwade bedoelingen regelrecht leidt tot een
Apathische toestand van volledig weerloos zijn vooral
De jongste medemens is in de regel een weerloze
Speelbal op de wrede golven van de afhankelijkheid
Zij zijn o zo kwetsbaar

Na enkele dagen van zeer warm weer slaat de zomerse
Regen op het dak van je fijne caravan het is niet koud
Dus de deur staat wijd open en peinzend staar je naar de
Nu bruin omrande bladeren van de kastanje die diep
Buigen onder het overvloedige hemelwater je schenkt je
Een glaasje zeer oude brandy in deze morgen heb je
Wederom een brief van de waarheidszoeker van de
Deurmat geplukt en weer was de inhoud opzienbarend
O ja welzeker

De waarheidszoeker schuift de afspraak in de grote stad
A tot nader order op als te doen gebruikelijk is er grote
Onrust in de arme provinciestad aan zee die zich zo
Graag al was het maar voor een keer echt mooi op de
Kaart wil zetten echter deze maal is de beroering van
Extreem te noemen aard en de waarheidszoeker wil
Daarom voor even al zijn aandacht richten op de
Scheuringen en kleine ontploffingen die deze onrust
Teweegbrengt

Het is een zeer uitgebreide brief en gezeten in de
Deuropening nippend van de goddelijke brandy laat je
De inhoud ervan nog eens volledig tot je doordringen er
Staat bijvoorbeeld dat de vooraanstaande burger niet
Lang geleden een blauw oog heeft opgelopen en dat niet
Zonder reden werkelijk van de engste dingen wordt
Gewag gemaakt af en toe huiver je en tot slot vraagt hij
Je om de brief na lezing zo snel als maar mogelijk is te
Vernietigen dat lijkt de waarheidszoeker echt het beste
Je zult spoedig van hem lezen voor een nieuwe afspraak
In de grote stad A

Je steekt je bedachtzaam een fijn sigaartje op het is half
Negen en het begint reeds te donkeren het regent nog
Altijd en het is tijd voor wat kaarslicht na een kleine
Rondgang branden er gezellig zeven kaarsen je nipt
Nogmaals van de oude brandy en met een diepe zucht
Houd je de brief boven de kaars die voor je staat

Ach en wee voor jou jij niet te benijden uiterst simpele en
Onbeduidende burger van de provinciestad aan zee