Kees Engelhart – Zieleschijntje (15): DILEMMA

Wij schrijven een prachtige zomeravond de eerste augustus
Van het jaar onzes heren tweeduizend en vijftien de deur van
De kleine caravan staat open en in je rechterhand houd je het
Angstaanjagende Aviertje waarop zweterige vingerafdrukken
Staan je hebt het zojuist voor de zoveelste maal gelezen en
Nu staar je diep in gedachten naar de kastanjeboom die her
En der al wat kleine dorre vlekken op de bladeren begint te
Vertonen en je vraagt je af of dat wellicht een voorteken is

Naast het duistere verschijnen op het matje staan er nog veel
Meer verschrikkelijke dingen op het Aviertje geschreven zoals
Bijvoorbeeld dat er enkele wetsdienaren zijn die iets beslist
Ontoelaatbaars van de zeer vooraanstaande burger van de
Provinciestad aan zee aanschouwd hebben en een en ander
Niet naar buiten durven brengen vanwege vroegtijdig en
Onmiddellijk ontslag bij de plaatselijke hermandad je kan
Het vrijwel niet geloven maar echt het staat er werkelijk

Het is doodstil in de tuin in de verte blaft zwaar een hond je
Staat op en schenkt je bedachtzaam een volle goede grappa in
Maar bedenk je je wanneer de plaatselijke wetsdienaars de
Kring gesloten houden waar in Godsnaam zou je je dan moeten
Vervoegen mocht je dat willen en durven waar kun je dan nog
Terecht nergens besef je onmiddellijk innerlijk kreun je een klein
Beetje wat nu met de waarheidsvinding in ons mooie rechtsbestel

Ergens moet je toch in volledige vrijheid iets dat volgens jou
Dringend aandacht en onderzoek behoeft aanhangig kunnen
Maken je beseft terwijl je luistert naar het kleine afweergeschut
Van een paar eksters dat je voor een enorm dilemma bent
Komen te staan zonder dat je daar ook maar de geringste
Aanleiding toe hebt gegeven nu al heeft dat opzienbarende
Aviertje de zomer waar je zo een reuze zin in had al heel
Aardig in de war gestuurd en je weet gewoon niet wat te doen