Kees Engelhart – Fantastische Vertellingen (44): EEN WARME HERFSTAVOND BUITEN

In het jaar negentienhonderd en zestien bevind ik
Mij omwille van bepaalde redenen in een zeemansbar
Met een zeeman we drinken bier we zijn wat
Nerveus en ongemakkelijk kleine cigarillo´s roken we

De zeeman ontspant zich plotseling en vertelt wat hij
Nu zes weken geleden heeft beleefd in de Noord
Atlantische Oceaan op een dag ziet de zeeman een
Fles dobberen op het die dag strakke water de zeeman
Vist de fles uit de oceaan opent haar en leest de
Laatste boodschap van de Lusitania

Het schip met bijna twaalfhonderd passagiers zinkt

Nog steeds met enkele mensen op het dek
De laatste boten zijn weggevaren
We zinken snel
Het orkest speelt nog moedig door
Enkele mannen dichtbij mij bidden
Met een priester
Het einde is nabij
Misschien zal dit briefje

De zeeman slikt en zegt daar eindigde de boodschap
We zwijgen en kijken het zeemanscafé rond
We drinken roken en zwijgen in het rumoer van
De zeemannen de meisjes en de jongens
We denken na en we zitten wel lekker

Dan betaal ik
Dan gaan we weg