Kees Engelhart – Fantastische Vertellingen (35): ONZE TOEKOMST IS IN ZIJN HANDEN

Onze koning schrijft zijn verzen en lofzangen
In de rustigste van zijn koninklijke verblijven
Op deze wijze vertolkt hij alle gevoelens die de
Mens deelachtig worden kan zijn haat liefde
Angst schuld en zonde zijn twijfel wanhoop
En verdriet en in al zijn verzen wijst onze
Koning in zijn sobere wijsheid ons de weg
De uiteindelijke en enige weg naar geloof en
Vertrouwen

Wij allen dat weten wij maar al te goed van
Elkaar verliezen te eniger tijd wel eens ons
Zelfvertrouwen kennen schaamte voor onze
Begeerten gaan vrijwel ten onder aan diepe
Neerslachtigheid en zeer regelmatig kent onze
Eenzaamheid geen grenzen meer menigmaal
Is onze onrust ons de baas en weten wij niet
Tot wie ons te wenden

De verzen van onze goede koning echter die
Daarnaast ook nog eens een dapper en meer
Dan voorbeeldig soldaat van ongekende moed
Vermag te zijn leren ons dat al deze aanvechtingen
Van ons gemoed van voorbijgaande aard zullen zijn
En in wezen voor ons niet van werkelijk belang
Onze dappere koning weet dat de liefde Gods
Altijd met ons is en ons nimmer gedurende ons
Stoffelijk bestaan en ook daarna verlaten zal

Daarvanwege zijn deze lofzangen voor ons het bewijs
Van God als de enige grote en ware kracht in de
Natuur het oneindige heelal en de duisternis die
Daarachter ligt en ons verwondert het niet dat
Zijn lofzangen voor ons een bron van geestdrift en
Kracht zijn waaraan wij ons in deemoed en het
Volle besef van onze nietigheid dorstend naar
Zijn liefde en genade dagelijks laven