Kees Engelhart – De Heer van Steen en de machtige heupen van Hélène Fourment

Petrus Paulus Rubens is drie en vijftig jaar oud, hij is geldelijk zeer welvarend, bezit grote uiterlijke schoonheid, is uiterst mannelijk, maar helaas weduwnaar. Zijn eerste vrouw Isabella Brant is na een gelukkig huwelijk van negentien jaar gestorven. Rubens was zeer aan haar gehecht en is wanhopig over haar dood, eenzaamheid ligt op de loer. Aldus wekt het geen verbazing dat Rubens verlangend is naar een nieuwe vrouw.

Tot zijn, naar later blijken zal, grote geluk wordt hij in Antwerpen voorgesteld aan de succesvolle koopman Fourment, die hem tot Rubens grote genoegen voorstelt aan zijn zeven wat te zware, maar voor Rubens zeer aantrekkelijke, huwbare en als zodanig beschikbare dochters. Rubens laat zijn (schilders)oog vallen op een zeer goed gevulde zestienjarige, vooral zeer bekoord door haar onderkin, haar machtige dijen, haar welbevleesde taille en buik en niet te vergeten haar honderdvijf en dertig centimeter metende heupen. Rubens was verrukt van haar.
Naar goed gebruik installeert Rubens haar in een kasteel, genaamd Het Steen, op een prachtig landgoed te Elewijt, ergens tussen Brussel en Antwerpen.

Rubens noemt zich van af dan Heer van Steen. Dankzij zijn bemiddeldheid laat Rubens ateliers en galerijen bouwen. Als klap op de vuurpijl heeft Rubens een privé-dierentuin in gedachten, welke gedachte hij daadwerkelijk tot uitvoering brengen laat. Rubens houdt er leeuwen, apen en wolven. Dat eenmaal volbracht hebbende zet hij zijn jonge welgevulde bruid aan het werk als model. Rubens atelier heeft veel weg van een kunstfabriek, het wemelt er van lijstenmakers, assistenten, verfmengers en talloze leerlingen. Al snel wordt het eerder regel dan uitzondering dat zij urenlang in heel haar naakte volheid poseert, terwijl de veelal mannelijke medewerkers ademloos toekijken. Hélène totaal gezond van geest en zuivere moraal, is verrukkelijk en vrij van welke belemmerende remming denkbaar. Zij past haar weelderige en fantastische lichaamsvormen aan, aan welke ingewikkelde acrobatische houding ook, die haar echtgenoot voor zijn kunst vereist. Hélène is door Rubens zeker negentien maal vereeuwigd in heel haar voluptueuze, weelderige en desondanks zeer elastische verschijning. Zij wordt geroemd als de Helena van Antwerpen die Helena van Troje in schoonheid nog overtreffen zou.

Hun gezamenlijke verhaal is uniek in de geschiedenis van de schilderkunst, het huwelijk is een oceaan van liefde, geestelijke en lichamelijke genoegens geweest. Petrus Paulus Rubens en Hélène Fourment leefden in groot geluk en weelderige overvloed totdat De Heer in zijn ongekende wijsheid besluit dat het met deze overdaad aan vreugde en genoegen genoeg is geweest. In het jaar onzes heren zestienhonderd en veertig besluit De Almachtige dat een hartaanval een einde maken zal aan het aardse bestaan van Petrus Paulus Rubens, en alzo geschiedde.

Hij wordt begraven in de Jacobskerk te Antwerpen. Zijn echtgenote op de premature leeftijd van zes en twintig jaren, in het bezit van hun vier jonge kinderen, en zwanger van het vijfde blijft achter in grote rijkdom, vervuld van prachtige herinneringen. Hélène echter is jong en nog lang niet genoeg van liefde en zinnelijk genot vervuld. zij hertrouwd met de Schepen van Antwerpen Jan-Baptist van Brouchoven, later eerste graaf van Bergeyck en schenkt moeiteloos het leven, naast de blozende vijf van Rubens, aan nog eens zes welgevulde kinderen. Jawel, een uiterst vruchtbare vrouw onze Hélène. In het jaar zestienhonderd en drie en zeventig meent De Almachtige dat ook Hélène meer dan genoeg genoten heeft van het aardse bestaan, waarop zij haar nog altijd weelderige lichaam voor eeuwig te rusten leggen laat naast haar geniale voormalige echtgenoot, voorwaar kan worden aangenomen dat zij daarmede de bedoeling had het vroegere overwegend zinnelijke minnespel met Peter Paul Rubens onvervaard en opnieuw op te pakken om een en ander onverminderd en met volle overtuiging tot in der eeuwigheid voort te zetten om daarmee tevens Jan-Baptist van Brouchoven voor altijd het nakijken te geven. En De Almachtige overigens eveneens.