Kees Engelhart – DE BIJEENKOMST (18)

Diezelfde nacht kan Marinus de slaap moeilijk vatten
Hetzelfde geldt voor Rachel Nel en Carla en het heeft er
Alle schijn van dat Tjitske Carlo en Michiel daar minder
Last van hebben Carlo handelt nog wat zaken af in zijn
Horecagelegenheid Tjitske praat nog wat bij met haar
Man en Michiel de wellicht meest bestuurlijke van zijn
Collegae heeft een en ander ogenschijnlijk professioneel
Van zich afgezet Michiel heeft zich nog iets ingeschonken
En bladert prettig mijmerend in de laatste golfmagazine
Desondanks voelt Michiel zich toch niet zo senang als
Hij wel zou willen onwillekeurig dwalen zijn gedachten
Af naar zijn geboortestad Jakarta in het ongelofelijke
Corrupte en onmetelijk grote land nabij de evenaar de
Bestuurders aldaar zouden geschaterd hebben om een
Onbenullige affaire als welke vanavond aan de orde is
Geweest echter het kleine koele Vaderland is in geen
Enkel opzicht te vergelijken met de reusachtig grote
Eilandengroep in de tropen en waarom zouden zij dan
Eigenlijk schateren in feite weet Michiel heus wel waarom
Wij hebben ze het zelf geleerd het is beslist niet vreemd dat
Een onderdrukt volk zich ten lange leste aan corruptie en
Nog veel meer narigheid overgeeft Michiel denkt aan de
Grote Multatuli wat zoveel betekent als Ik Heb Veel Geleden
Wat Michiel onmiddellijk denken doet aan de geteisterde
Vertegenwoordigers van de burgers der provinciestad aan
Zee die nu al jaren en jaren gebukt gaan onder de kuiperijen
Van de Persoon in Kwestie hij kuipen en wij kruipen stelt
Michiel met een grimlach vast meteen terwijl Michiel de
Handel en wandel van de Persoon in Kwestie in ogenschouw
Neemt schiet hem het pseudoniem van een andere grote
Vaderlandse schrijver te binnen te weten Nescio wat dan
Weer zoveel betekent als Ik Weet Niet wat vervolgens weer
Heel goed toepasbaar is op de Persoon in Kwestie wij zijn
Multatuli en hij is Nescio grommelt Michiel die plots bemerkt
Dat hij zijn gedachtestromen niet goed nog in de hand houden
Kan zijn gedachten schieten werkelijk alle kanten uit echter bij
Alles wat Michiel denkt zijn de gebeurtenissen van de voorbije
Gedenkwaardige avond immer het centrale thema Michiel
Kijkt naar de klok en ziet tot zijn schrik dat het al half een is
Geweest nu is het toch echt bedtijd weet Michiel maar hij
Is nog zo onrustig iets wat bij hem zeer ongebruikelijk is dat
Michiel voor het eerst sinds lange tijd licht bevreesd is voor
Het eventuele niet kunnen vatten van de slaap zo blijft
Michiel nog even licht besluiteloos zitten terwijl verderop
In de zeer opmerkelijke provinciestad aan zee Marinus die
Eveneens zijn twijfels heeft omtrent een kalme nachtrust ter
Vertreding nog even de koelkast induikt voor iets vertroostends