Jolan Douwes – De faeces van een anonieme ploert

Half Amsterdam was op de tentoonstelling ‘Bits and Pieces’ die gisteren in sociëteit Arti en Amicitiae werd geopend, behalve de hoofdpersoon: Rob Scholte. Zolang de moordenaar nog niet is gepakt, vindt hij het te gevaarlijk om in het openbaar te verschijnen.

Wat een teleurstelling voor het publiek, dat op z’n minst had willen loeren naar de kunstenaar die eind november vorig jaar zwaar gewond raakte bij een bomaanslag. Niemand zegt het hardop, maar iedereen denkt: hoe zou de flamboyante Rob Scholte er zonder onderbenen uitzien?

Nòg een reden om niet op te dagen. Volgens Anthon Beeke, de samensteller van de expositie, heeft de kunstenaar geen zin om in zijn rolstoel te worden aangestaard door een grote menigte. “Maar één keer moet toch de eerste zijn”, reageert wandelend kunstwerk Fabiola, feestelijk uitgedost met een halve gieter op zijn hoofd en een mand met klaprozen onder de arm. Hij had collega Rob Scholte gisteren graag gedag gezegd. “Over die benen zou ik gewoon heenkijken.”

Wat deed het ertoe dat de kunstenaar het liet afweten; zijn werk was pontificaal aanwezig – en het moet gezegd: indrukwekkender dan verwacht. Helemaal aan het eind van de expositie stond de opgeblazen BMW tussen vier zwartgeverfde muren. Met een enorm gat in bodem op de plek van de bestuurder, een verbogen ruitewisser, een gesmolten spiegeltje en het stalen geraamte van de zitting.

Een sterke lamp bescheen de achterklep. Het licht weerkaatste op de wand, waar de schaduw van de portier zich grillig tegen aftekende. Het nummerbord XD-01-HK lag op de grond. En als tegenwicht stond een bede om liefde van Franciscus van Assisi op de muur. Het gruwelijke beeld emotioneerde meer dan de foto die vorig jaar in alle kranten stond.

Publicist Henk Hofland noemde de met een granaat vernielde auto in zijn openingstoespraak ‘de faeces van een anonieme ploert’. Het bewijs dat het de moordenaar niet is gelukt. Maar tegelijkertijd het bewijs dat beschaving van een kermis kan veranderen in een hel. Voor één persoon in het bijzonder: Rob Scholte.

Hofland was gevraagd de openingsplechtigheid te verrichten, omdat hij een sterke politieke mening heeft, ‘heel erg humaan’ is en op-en-top Amsterdams, zo legde Anthon Beeke vooraf uit. Bovendien heeft de publicist een persoonlijke drijfveer: hij wordt op zijn beurt geterroriseerd door een gek die beweert dat Hofland zijn geheime dagboeken overschrijft.

“De man achtervolgt hem, slaat zijn huis in puin en bekladt de pui. Maar hij blijft ongrijpbaar. Voor Hofland reden te meer om deze gelegenheid aan te grijpen: eindelijk kon hij eens afrekenen met zijn belager – niet met kunst, zoals Rob Scholte, maar met woorden.”

Hofland zei daar zelf niets over, in het stampvolle café van Arti. Maar hij had het wel over engagement, een schijnbaar verouderd en versleten begrip. “Gelukkig zijn er nog steeds schrijvers en kunstenaars die de absurditeit van geweld willen benadrukken. ‘Ecce homo’, zo zou je deze expositie ook kunnen noemen.”

Ontwerperscollectief Wild Plakken had zijn bijdrage aan de expositie al af, toen de moordaanslag op Rob Scholte plaatsvond. Toch past de installatie in een van de witte ruimtes wonderwel bij de nieuwe plannen om een ‘statement’ te maken over geweld. Filmbeelden van voetbalfans die elkaar op de tribunes aftuigen, worden afgewisseld met de liefdevolle begroeting van jaren tachtig-goeroe Baghwan in zijn commune in Oregon. Zelfs de strak vormgegeven affiches van ‘Beautiful Amsterdam’ krijgen in deze omgeving een andere lading.

Gerardjan Rijnders, de artistieke leider van Toneelgroep Amsterdam, paste zijn werk wel aan de omstandigheden aan. Hij liet acteurs aarzelend fragmenten voordragen uit interviews die hij met Rob Scholte hield. Op de rumoerige opening waren daar slechts flarden van te horen.

Vervelend voor de andere exposanten, maar het publiek kwam toch vooral voor dat wrak. Keuvelend stond het ervoor in de rij. Maar zodra de theatraal belichte auto in zicht kwam, werd het stiller. Al klonk er af en toe hartgrondig: ‘Shit’. De stemming was zelfs zo bedrukt dat een bezoekster wegvluchtte met de woorden: “Het lijkt hier wel een begrafenis.”

Waar Rob Scholte ook mag revalideren in Nederland, hij moet genieten van al deze aandacht. “Ja, het geeft hem veel energie”, zegt Anthon Beeke, die regelmatig contact met hem heeft. “Temeer omdat het tentoonstellen van het wrak nergens in de pers is neergesabeld. Hier en hier borrelt de vraag op of dit wel kunst is. Maar niemand roept dat Rob te ver is gegaan.”

Beeke heeft wel een idee waar de grens van het betamelijke ligt: “Stel dat Rob was vermoord en ik het wrak had tentoongesteld ter nagedachtenis aan hem. Dat zou pas verdacht zijn geweest. Maar hier staat niet zijn graf, maar zijn auto die hem het leven heeft gered. Rob gooit dat monster naar ons terug, om te laten zien hoe de samenleving verwordt. Vroeger hingen er affiches van verdwaalde mensen op de politiebureaus, nu van zes soorten granaten die in Nederland in omloop zijn.”

De ontwerper heeft niet helemaal gelijk: er zijn wel degelijk mensen die vinden dat de tentoonstelling ‘Bits and Pieces’ te ver gaat. “Alleen is de compassie met Rob Scholte te groot om openlijk bezwaren te maken”, zegt een van de Arti-stamgasten. “Uit gêne wordt alles nu met de mantel der liefde bedekt.”

De bezoeker wil er best voor uitkomen dat híj zich mateloos ergert aan Scholte’s ‘statement’ tegen geweld. “Wat is zijn wrak meer waard dan de honderden wrakken rond de jaarwisseling? Ik heb andere beelden van geweld, zeker vandaag, tijdens de herdenking van Auschwitz.”

Die vergelijking gaat iets te ver. Henk Hofland zei het al: “De tentoonstelling van het wrak is puur een daad van verweer van een kunstenaar die een aanslag op zijn leven heeft meegemaakt. Wie kan hem het recht ontzeggen daar op zijn manier op te reageren?”

Aan Scholtes nieuwe kunstwerk bungelt geen prijskaartje. Gewoon niet aan gedacht, zegt Anthon Beeke. Maar als iemand een halve ton biedt voor de verkreukelde BMW, valt daarover te onderhandelen. Al zou de organisator het liefst willen dat de expositie in zijn geheel wordt aangekocht. Het liefst door het Amsterdams Historisch Museum. ‘Bits and Pieces’ als tijdsbeeld van een stad. Dat klinkt wel erg pessimistisch.

Trouw, 28/01/95, 00:00

http://www.trouw.nl/tr/nl/5009/Archief/article/detail/2591197/1995/01/28/De-faeces-van-een-anonieme-ploert.dhtml