Johan Velter – De dood, levendig
Hoe was ik weer op het Campo Santo in Gent terecht gekomen? O ja, ik was in de natuurwinkel en telkens weer denk ik daar ‘men zou hier beter wat meer rood vlees eten, zodat het vooruit gaat en de rekken en de producten schoongemaakt zouden zijn, ze zijn hier doder dan de doden zelf.’ En dus ging ik dat verifiëren.
Je wandelt de weg tussen de graven, onder de kale bomen, vogels zijn naarstig bezig, een kauw krijst, schichtige katten verdwijnen. Een arbeider restaureert een graf, in plaats van verval zie je opgedirkte graven, er is iets mis.
…
Tot mijn ontzetting ontdek ik het graf van Ignace Van Ingelgom, al gestorven in 2016, nooit geweten dat deze kunstenaar er niet meer was. Kortstondige roem heeft hij gekend met de Canvas-collectie. Ooit heb ik nog met het idee gespeeld hem een Druksel uitgave aan te bieden, zijn werk kritisch tegenover de consumptie- én de kunstwereld, de slogans die nietszeggend zijn. Zijn werk was veel intelligenter, grappiger en dieper dan dat van Jenny Holzer, die alleen maar aan de oppervlakte blijft. Van Ingelgom bracht woorden bij elkaar, hij publiceerde die trouw in De Witte Raaf, net alsof het reclames betrof, bijvoorbeeld ‘Nick Nolte, revolte, Rob Scholte’, die een klankovereenkomst hadden, naar betekenis niet bij elkaar hoorden, hij stak ritme in de rij woorden waardoor hij aan het beeldende een literaire, retorische connotatie gaf. Door de woorden bij elkaar te halen, gaf hij uiteraard toch een nieuwe betekenis aan de woorden en die was kritisch, soms zelfs vernietigend. Holheid! Hij gebruikte zwart en rood, zo droeg hij altijd een rode sjaal, jammerlijk heeft men dat element in zijn grafzerk opgenomen, de anekdote wordt zo sentimentele kitsch. Ter zijner ere prevelde ik:
Reispas, ambras, bluegrass.
Kalebas, ananas, mecenas.
Kompas, harnas, alras.
Ignace, paljas, karkas.
…
SFCDT, 6 maart 2019
https://sfcdt.wordpress.com/2019/03/06/de-dood-levendig/
Meer informatie:
https://robscholtemuseum.nl/?s=Ignace+Van+Ingelgom