Janneke Wesseling – Humoristische Hollandse kunst: saai en truttig

Bestaat er zoiets als humoristische schilder- of beeldhouwkunst? “In jouw kunst zit ontzettend veel humor,” verklaarde Leoni Jansen enkele weken geleden op de televisie aan de schilder Rob Scholte, en ze vroeg hem of hij uit kon leggen hoe dat kwam. Scholte antwoordde dat humor samenhing met “momenten, dat je je realiseert, dat de dingen anders zijn, dan je aanvankelijk dacht’.

Deze mooie omschrijving maakt meteen duidelijk waarom de relatie tussen humor en beeldende kunst – de schilderijen van Scholte incluis – een beetje stroef is. Humor heeft te maken met een vluchtig moment, met verschuiving van optiek, beweging. Dat kan in de film of in een boek. Maar bij een kunstwerk, dat statisch is, is het moeilijk. Schilderijen, waar je hard om moet lachen, zijn dan ook zeldzaam. In de beeldende kunst is humor geen doel op zichzelf maar een bijproduct, iets extra’s, en min of meer synoniem met hoedanigheden als “poëtisch’ of “lichtvoetig’.

Grappige kunst verveelt snel. Dit wordt overtuigend aangetoond door de tentoonstelling “Schräg-Tegendraads, Parodie, humor en spot in de hedendaagse Nederlandse kunst’. Hier is een grote hoeveelheid “humoristische’ kunst van in totaal 26 exposanten bijeen gebracht, en het resultaat is dodelijk saai.

Om te beginnen lijken alle kunstobjecten op elkaar. De kleuren zijn fel, vaak fosforiserend, en met veel goud, zilver en glitter. Traditionele technieken als schilderen en beeldhouwen worden vermeden (uitzondering: Aldert Mantje en Rob Scholte). De materialen zijn “gevonden’ en opnieuw gebruikt, variërend van bestaande beeldjes (bij Alexander Schabracq bijvoorbeeld) tot afval (Evelyn Janssen), of afkomstig uit de industrie, bijvoorbeeld neonlampen en allerlei soorten plastics. Veel kunstwerken bewegen en of brengen geluid voort. Het murmelen, fluiten, blazen en ruisen is niet van de lucht.

De tentoonstelling doet dus sterk denken aan de jaren zestig, aan Nul en Nouveau Réalisme, en, iets later, Fluxus. Een verschil met 25 jaar geleden is alleen, dat deze objecten decoratiever zijn. Ze vormen een overgangsgebied tussen enerzijds beeldende kunst en anderzijds design en decorbouw. Op de tentoonstelling zijn ook “echte’ decors te zien, zoals de minitheatertjes van Eric de Kuyper, waarin via een kijkgat welgevormde mannenlijven in heupslip te bewonderen zijn.

Organisator van “Schräg’ is de Rijksdienst Beeldende kunst, in samenwerking met Klaus Honnef van het Rheinisches Landesmuseum in Bonn, waar de expositie een jaar geleden te zien was. Schräg werd in Duitsland zonder enige omhaal gepresenteerd als een “dwarsdoorsnede van de hedendaagse Hollandse cultuur’. Humoristische of “tegendraadse’ kunst is blijkbaar een karakteristiek Hollands produkt. Nooit geweten. In de catalogus putten de scribenten zich uit in het opsommen van typisch Hollandse deugden als nuchterheid, gematigdheid, praktische intelligentie, humor en, natuurlijk, tolerantie. Men schroomt daarbij niet om Erasmus op te voeren als aartsvader van de mentaliteit, die door “Schräg’ wordt verbeeld. Erasmus fungeert hier als Hollands kaasmeisje om onze hedendaagse cultuur te promoten.

Is er dan niets op deze expositie de moeite waard? Weinig. De schoenen van Jan Janssen wekken de hebzucht op, of ze nu gemaakt zijn van slangenleer, geitenleer, rotan of hout – ooit was ik in het gelukkige bezit van een paar houten schoenen van Janssen, echt Hollands inderdaad. Ook het melkkrukje van Rob Eckhardt heeft wel iets. Maar dit zijn gebruiksvoorwerpen, geen zelfstandige kunstwerken. Het werk On craft van Seymour Likely, waar een rij dikke varkens op krukken aandachtig abstracte schilderijen bestuderen, kon mij bekoren, maar dat komt waarschijnlijk doordat ik een zwak heb voor varkens. Het ‘leukste’ object vond ik Pfft… van Servaas uit 1982. Hier blaast een mond op een videomonitor een veertje omver dat vóór de monitor is bevestigd.

Het werk dat “Schräg’ het beste karakteriseert is Hochzeit im Schnee, van het duo Tjarda Sixma en Michiel Vijselaar. In een krullerig romantisch interieur wordt een kitschfilmpje vertoond van een trouwerij in een besneeuwd bergdorpje. Het is bedoeld als parodie op burgerlijke truttigheid. Maar het kunstwerk ontstijgt zelf niet aan hetgeen het wil bestrijden. En zo is het met alle kunstwerken op deze expositie: ze zijn niet alleen saai, maar vooral ook truttig.

Tentoonstelling: Schräg-Tegendraads, Parodie, humor en spot in hedendaagse Nederlandse kunst. Stedelijk Museum Het Prinsenhof Delft tot 26 jan. 1991 Di. t-m za. 10-17u, zo. 13-17u.

NRC Handelsblad, 21 december 1991

http://www.nrc.nl/handelsblad/1991/12/21/humoristische-hollandse-kunst-saai-en-truttig-6991364

Meer informatie:
https://robscholtemuseum.nl/?s=Janneke+Wesseling