Jana Beranová – Gebed

Laaiende lente
Kaarsbloeiende kastanjes
vlammen op, de wilde voor al

Staken ze de schepper
soms naar de kroon
met hun rijke tempelkruinen?

Hoe komen dan
geen ouden van dagen
aan levervlekken?

De weg is nu droevig
mager omrand

De basten huilen rode tranen
en ik huil van de stiklucht
in mijn achtertuin

Als bomen bloed hebben
geef ze het mijne
zet een bloedbank op

ik smeek u
oppermeesters van ons
heel al