Interview met Rob Scholte door Christof Rutten in Het Belang van Limburg 29 en 30 november 2014 (2)

Laten we het hebben over uw Da Vinci’s ‘Laatste avondmaal’. Een kopie van een kopie? “Het is geïnspireerd op kleine koperen plaatjes die mensen in de jaren ‘50 thuis hadden hangen. Zulke afbeeldingen werden generaties lang bewaard en hadden waarde voor gezinnen, maar ze worden nu veronachtzaamd. Dat is ook het geval bij spreuken als Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens. Clichés, uitgeholde begrippen tegenwoordig, maar ze hebben nog altijd waarde, zeker in deze tijd. Daarom koop ik ook oude borduurwerkjes op en toon ik ze op expo’s. Werkjes waar de grootmoeder maanden lang energie en liefde in heeft gestoken die plots in de kringloopwinkel terechtkomen. Dat is energie die ik niet verloren wil laten gaan. Mensen letten vandaag de dag heel erg op uiterlijkheden. Daarom zijn ze geneigd een meubel van Ikea interessanter te vinden dan iets wat de oma heeft gemaakt. Terwijl dat laatste het leven bevat en het ander enkel voor geld is gemaakt. Mensen kunnen dat onderscheid niet meer maken. En om het nog even over de Da Vinci te hebben: reproducties overschaduwen vandaag de dag het origineel. Neem de Mona Lisa: iedereen kent dat beeld, maar weinigen hebben het échte werk gezien. Het heeft te maken met de dwingende macht van de televisie. En dat loopt parallel met de ontwikkelingen in de wereld. Bekende tv-gezichten kennen we beter dan onze eigen broer of zus, want die zien we haast nooit meer. Maar die bekende tv-kop zien we elke week. Zo ontstaat een nieuwe realiteit, en dat bepaalt hoe we naar beelden kijken. We denken in beeld-echo’s. Ik vind het interessant om daar mee te spelen. Ik hoop dat ikzelf iconen kan maken. Je kan een schilderij kopen en het thuis ophangen, maar je kan ook een beeld scheppen dat in ieders hoofd blijft hangen: daar wil je als kunstenaar natuurlijk raken.”

Heeft u de schilderijen die hier hangen zelf geschilderd? “Jazeker, maar ik werk graag met assistenten. Als je grote prestaties wil leveren, heb je andere mensen nodig. Ik geloof in een rubensiaanse opvatting van een schilderatelier. Als je een huis wil bouwen, heb je stenen nodig: een architect kan niet alles alleen doen.”

Niet iedere kunstenaar durft dat te zeggen. “Er wordt vaak over gelogen, ja. Omdat ze denken dat het afbreuk doet aan hun eigen genialiteit. De kunstenaar moet telkens opnieuw het wiel uitvinden. Dat is natuurlijk niet waar, maar zo’n zaken worden ook in stand gehouden door musea en de media.”

U heeft lang niet met die media gesproken. “Veertien jaar. Ik vond niet terug wat ik gezegd had in de stukken. Ik heb alles over mezelf gelezen wat er te lezen valt. Daar had ik geen zin meer in. Nu praat ik weer wel. Om aandacht te vragen voor mijn museum. En ik heb 14 jaar ongestoord kunnen werken. Ik heb nu weer het gevoel dat het weer over mijn eigen werk kan gaan in plaats van wat ik heb meegemaakt, ik kan dat nu vanop een afstand bekijken.”

Bent u daarom naar het buitenland gegaan? “Ja, in 1988 al in Brussel. Ik wilde weg uit Amsterdam. En na de aanslag tien jaar in Tenerife. Tot ik moest beslissen beslissen waar mijn zoon naar school zou gaan. Uiteindelijk dacht ik: het is toch belachelijk dat ik me laat wegjagen uit Nederland? Het is ook mijn land. Ik ga mijn land terug veroveren.”

Was Tenerife alleen om de media te mijden of ook de mens in de straat? “Als je geen benen meer hebt, ben je natuurlijk voor iedereen herkenbaar. Je kan geen hoed opzetten en de kraag omhoog trekken en denken dat niemand je nog herkent. Op 100 meter afstand zien ze dat ik het ben, want mensen zonder benen zijn er niet veel. Dus ik werd vaak aangesproken. Soms leuk, maar soms kan je het ook missen als kiespijn. Ik kan nooit meer anoniem zijn, maar na die jaren stilte vind ik dat nu niet meer zo erg.”

Voor en na de aanslag: dat heeft geen verschil gemaakt voor uw kunst? “Nee, niet voor het werk. Ik ben minder arrogant geworden. Dat is goed. Ik ben ook gevoeliger geworden voor de dingen die anderen weggooien of veronachtzamen.”

U ben het leven hechter gaan beleven. “Tuurlijk. Je leeft op een soort geleende tijd, het is een wonder dat je er nog bent. Je wil je leven niet meer verspillen. Je wil bezig zijn met dingen die er echt toe doen en minder tijd besteden aan onzin.”

Zoals de theorieën? U zegt dat de daders nog vrij rondlopen. “Dat lijkt me een juiste constatering. Ik heb nog wel mijn ideeën, maar daar wil ik niet over praten. Ik schiet daar niets meer mee op. De enige verdediging die ik heb, is mijn werk. Het belangrijkste in het leven is liefde en dat is wat je moet uitstralen. Ik hoop dat ik dat doe, ook in mijn beelden. Dat is het enige juiste antwoord op geweld.”
Rob Scholte, nog tot 25 januari in Eastmen Gallery in Hasselt
http://www.eastmengallery.be

http://www.eastmengallery.be/uploads/images/pers/rob%20scholte/scholte%201.pdf