Iñaki Oñorbe Genovesi – Japan voor beginners

Nederlanders zijn graag geziene gasten in Fukuoka, een ‘geweldige bestemming voor wie voor het eerst naar Japan gaat’. KLM vliegt er sinds kort rechtstreeks op.

Ze buigt haar rug strak voorover, haar handen over elkaar tussen de bovenbenen. Precies zoals dat volgens de Japanse regels hoort bij een begroeting. Tientallen keren zal de jonge vrouwelijke liftbediende van de Fukuoka Tower dat vandaag hebben gedaan. Geen twijfel over mogelijk. Toch voelt het ongemakkelijk om zo begroet te worden op weg naar het mooiste en meest romantische uitzicht over deze kuststad.

Zodra de deuren sluiten, begint de vrouwelijke liftbediende razendsnel met feiten te strooien over de 234 meter hoge toren: ontworpen door Nikken Sikkei, gebouwd in 1989, de derde hoogste toren van Japan, bestand tegen kracht 7 aardbevingen en machtige tyfoons. Dat ik niet of nauwelijks Japans spreek, lijkt haar niet te boeien.

Pas bij het uitkijkpunt op 123 meter hoogte, als ik in het Engels heb opgemerkt dat ik dan ook wel graag zou willen weten waarvoor de Fukuokatoren wordt gebruikt, lijkt ze eindelijk uit haar rol te vallen. Opzichtig maakt ze haar excuses. Uiteraard volgt een antwoord op mijn vraag: ‘Als televisietoren.’ Maar ook is de liftbediende in haar strakke designuniform plots nieuwsgierig naar waar ik vandaan kom.

‘Oranda-jin desu’, vertel ik haar in mijn beste Japans. ‘Ik ben Nederlander.’ Plots fleuren haar donkere ogen op. Een stralende glimlach verschijnt op haar jonge gezicht. En vlak voordat de liftdeuren weer sluiten voor de zeventig seconden durende terugrit naar beneden roept ze mij vrolijk toe: ‘Ah, Oranda! Very good!’

Het is eenzelfde positieve reactie op Nederland die ik eerder op de dag ook al kreeg bij het Ohori-park, dat met zijn grote meer en elegante bruggen geldt als een van de mooiste waterparken van Japan. Of bij het Yahoo!Dome, het imposante stadion van de in Fukuoka razend populaire honkballers van Softbank Hawks. Al zou die hartelijke reactie op Nederland bij het stadion ook kunnen komen doordat de Japanse honkballers onlangs tijdens de World Baseball Classic Oranje met 16-4 van het veld sloegen.

Toch wordt mij langzaam duidelijk waarom KLM begin deze maand voor het eerst rechtstreeks naar Fukuoka is gaan vliegen. Waarom de luchtvaartmaatschappij juist deze Japanse stad op het eiland Kyushu heeft toegevoegd aan haar al jarenlang bestaande Japanse bestemmingen Osaka en Tokio. Het imago van de Nederlanders is goed in Fukuoka en omgeving. Bovendien bestaat op dit meest zuidelijke van de grote Japanse eilanden al ruim vier eeuwen een gemeenschappelijke culturele geschiedenis tussen Japan en Nederland.

Nu had KLM aanvankelijk voor zijn derde lijnvlucht op Japan een noordelijker bestemming in gedachten, de industriële grootmacht Nagoya. En je kunt stellen dat ook deze vierde stad van het land een ‘Nederlands verleden’ heeft. Het was immers landgenoot en waterbouwkundige Johannis de Rijke die een plan voor kanalisatie van de Kisogawa-rivier ontwikkelde, waardoor tussen 1887 en 1912 de Japanners de wilde waterweg, die zo vaak voor overstromingen had gezorgd, eindelijk konden temmen.

Uiteindelijk viel de keus – onder meer om logistieke redenen – toch op Fukuoka en het achterland Kyushu, door velen als de bakermat van de Japanse beschaving beschouwd. Komt bij dat Fukuoka zich al enkele jaren graag afficheert als de ‘Gateway to Asia’. Deze stad van ruim 1,5 miljoen inwoners staat fysiek – en geestelijk – dichter bij de Koreaanse hoofdstad Seoul en de Chinese metropool Shanghai dan bij de Japanse hoofdstad Tokio.

‘Fukuoka is een geweldige bestemming voor mensen die voor het eerst naar Japan gaan’, zegt de Canadees Nick Szaz, die al ruim twintig jaar in de stad woont en er maandelijks zijn magazine Fukuoka Now uitgeeft. ‘Dit is niet zo overweldigend als Tokio. Hier loop je geen risico om rond te dolen en gek te worden’, zegt hij terwijl we het elf verdiepingen hoge treinstation van Fukuoka uitlopen.

Volgens Szaz is Fukuoka een compacte en ruimtelijk opgezette stad, waar je binnen tien minuten van het vliegveld in het centrum kunt zijn en waar je ook vrijwel alle bezienswaardigheden kunt belopen. ‘En het mooie is dat je hier ook nog eens ’s avonds gewoon even de metro kunt pakken naar het strand om een biertje te drinken en een heerlijke wandeling te maken. Echt ongekend in Japan.’

Het verklaart waarom het vooraanstaande reis- en lifestylemagazine Monocle Fukuoka vorig jaar op de twaalfde plek zette op de lijst van meest leefbare steden ter wereld. En dat terwijl Fukuoka eigenlijk een samenvoeging is van de steden Fukuoka en Hakata. Fukuoka was de thuishaven van de gegoede burgerij, Hakata werd bewoond door handelaren. Tot eind 19de eeuw werd besloten om beide eeuwenoude steden samen te voegen.

Verwacht echter niet veel indrukwekkende historische gebouwen. Volgens Szaz is Fukuoka vooral ‘een moderne stad die een goed inkijkje biedt in het alledaagse Japanse leven’. Zo leer je hier al snel dat het not done is om op straat te eten en te drinken. Dat je geen fooi geeft in cafés en taxi’s, omdat een beledigde Japanner het geld nijdig teruggeeft. Of dat Japanners doodstil zijn in bus en metro en dat je als gaijin (buitenlander) dat ook beter kunt zijn.

Maar net als je denkt dat alles hier een moderne sociale safari wordt, stuit je bijvoorbeeld op de 9de-eeuwse Tochoji-tempel. Gebouwd door de beroemde boeddhistische monnik Kukai. Bewonder er de feloranje pagode die de hele omgeving in een bleke schaduw lijkt te zetten. En ontmoet ook de ruim 16 meter hoge zittende houten boeddha in de tempel zelf. Het is de grootste in zijn soort in Japan en het startpunt van een confronterende test voor de bezoeker.

Want achter het Boeddhabeeld loopt het zogenoemde ‘Pad van de Hemel en de Hel’. Drie Japanse meisjes voor mij gillen terwijl ze langs de angstaanjagende beelden van demonen lopen en schuifelen angstig door een eindeloos lijkende donkere gang. Totaal overgeleverd aan de duisternis. Ook ik ga op de tast vooruit, voetje voor voetje. Onze opluchting is groot als we eindelijk weer een ‘hemels licht’ zien.

Eenmaal buiten de tempel is het tijd om te ontdekken waarom Monocle Fukuoka ook roemde om zijn vele winkelmogelijkheden. Je kunt hier op alle denkbare manieren shoppen. Neem het imposante Canal City, een winkelcentrum met honderden winkels, cafés en een heus kanaal dat dwars door deze ‘stad binnen een stad’ slingert. Of de trendy wijk Daimyo waar je haast struikelt over de hippe boetiekjes van lokale ontwerpers, heerlijke tweedehandswinkels en kleine, onafhankelijke platenzaken.

En toch, als je het de Canadees Szaz van Fukuoka Now en zijn Japanse echtgenote Emiko vraagt, zijn de vele winkels niet eens Fukuoka’s voornaamste visitekaartje. Het beste wat de stad te bieden heeft: heerlijk eten. ‘Fukuoka is echt de Gourmet City van Japan. Goede restaurants, kleine eettentjes, veel verse groenten en vis. En ook nog eens heel betaalbaar als je het vergelijkt met andere grote Japanse steden. Bovendien wordt onze Hakata Ramen geroemd als een van de lekkerste noedelsoepen uit de Japanse keuken.’ Een echt Ramen-feest beleef je bij het Ramen Stadium, een soort foodcourt van acht restaurants op de vijfde verdieping van het Canal City-winkelcentrum. Hier eet je noedelsoepen zoals die in bijvoorbeeld Tokio of Sapporo worden klaargemaakt.

Of uiteraard de Hakata Ramen, een dikke bouillon getrokken uit varkensvlees met dunne noedels, rode Japanse gember en sesamzaad. Het leukst: eerst moet je er op een touchscreen – Japans en Engels – je soep uitzoeken en een kaartje trekken. Pas dan wordt je door een ober naar een tafeltje gebracht om te eten.

Nog avontuurlijker eten is een tochtje langs de traditionele yatai, de mobiele eetstalletjes die elke avond rond een uur of zes in de straten van Fukuoka verschijnen. De meeste vind je in de straten van Watanabe-dori, Showa-dori en langs de Naka-rivier. Vooral deze laatsten zijn populair aangezien ze staan bij het uitgaansgebied Nakasu, een overweldigende chaos van mensen en neonlichten in en rond ruim drieduizend bars, eettentjes, dansclubs, massagesalons en bordelen.

Laat je niet afschrikken door de gesloten zeildoeken of gordijnen van de yatai. Steek je hoofd naar binnen en kijk naar de reactie van de aanwezige zakenmannen, vriendengroepen en families. Zijn het chagrijnen? Loop dan door naar een van de 150 andere stalletjes. Net zolang tot je je ergens welkom voelt. Neem dan plaats aan de U-vormige bar, bestel een portie yakatori (de Japanse variant van saté) of een o-den (een eenpansgerecht met onder meer tofu, ei en daikon). En vergeet vooral niet met een Asahi-biertje te proosten. Kampai!

Je zou er bijna voor in Fukuoka blijven hangen, maar daarmee zou je al het moois missen dat de rest van het eiland Kyushu te bieden heeft. Zoals het nabijgelegen Dazaifu met zijn belangrijke shinto-tempel gewijd aan de legendarische geleerde en dichter Sugawara Michizane. Geniet er vooral van de rust, de stenen en het groen in misschien wel een van de mooiste Japanse tuinen van het land.

Neem Beppu, dat, met zijn honderden baden en modderpoelen, geldt als het grootste kuuroord van Japan. Het prachtige landschap rond de imposante Aso-san, de grootste actieve vulkaan van Japan en ter wereld. Of toch Nagasaki, voor eeuwig verbonden met de verwoestende atoombom Fat Boy die er op de ochtend van 9 augustus 1945 boven de stad ontplofte.

Verwacht er echter geen tragiek of bitterheid. ‘Anders dan in Hiroshima, dat ook getroffen werd door een atoombom, zijn ze hier in Nagasaki niet boos of geven ze de Verenigde Staten de schuld. Hier benadrukken ze de vrede, opdat de wereld nooit vergeet wat is gebeurd’, zegt Noboru Yamashita, ‘de enige professor Nederlands van Japan’. Yamashita, een tot Japanner genaturaliseerde Nederlander die werkt aan de universiteit van Nagasaki, bevestigt ook het goede imago van Nederland bij de Japanners.

Een belangrijke reden hiervoor: Deshima, het waaiervormige eilandje in de baai van Nagasaki waar tussen 1641 en 1859 de Nederlanders als enige handel mochten drijven met het gesloten Japan. Een deel van de oude gebouwen is gereconstrueerd, waardoor je met een beetje fantasie kunt bedenken ‘hoe de roodharigen’ – de bijnaam van de Japanners voor de Nederlanders – destijds op dit stukje land van 200 bij 70 meter moesten leven. Maar ook besef je dat hier een belangrijke aanzet werd gegeven tot de modernisering van Japan.

Een modernere versie van Nederland kom je een veertigtal kilometer verderop tegen: het attractiepark Huis ten Bosch. Inderdaad, vernoemd naar het koninklijk paleis van onze aftredende koningin Beatrix. Een exacte replica van het paleis staat er. Althans de buitenkant. Binnen hebben de Japanners hun fantasie de vrije loop gelaten, evenals de Nederlandse kunstenaar Rob Scholte met een fascinerende 1.200 vierkante meter grote wandschildering in de Oranjezaal.

Het voelt vreemd om langs het Amsterdamse Centraal Station en Hotel L’Europe te lopen. Of de Utrechtse Domtoren te beklimmen. Er zijn molens, bollenvelden en grachtenpanden. Je kunt er een rondvaart maken, maar ook in attracties als Zombie Lab, The Castle of Dead en The Maze, de grootste doolhof van Japan. En verrek, er wonen ook nog Japanse gezinnen.

Is dit park nou kitsch? Absoluut niet, zegt de Japanse Kazue Yamade in de paleistuinen van Huis ten Bosch. ‘Natuurlijk is het anders dan het echte Nederland, dat ik enkele jaren geleden heb bezocht. Maar kijk om je heen. Dit themapark is toch prachtig? Ik hou van Nederland en jij van Japan. En nu zijn we samen hier. Een stukje Nederland in Japan.’ En dan verlegen lachend: ‘Jullie hebben toch ook Japanse tuinen in Nederland die helemaal niet Japans zijn?’

Tsja, wat kun je dan nog zeggen. Niets eigenlijk. Dus maakt deze Nederlander een diepe buiging voor Kazue Yamade. Op z’n Japans.

KLM vliegt drie keer per week op Fukuoka. Maandag, donderdag en zaterdag vertrekt de vlucht uit Fukuoka en komt op dezelfde dag op Schiphol aan. Ticketprijs vanaf 906 euro voor een retourtje.

ALLEEN DE LIEFDE KWAM AAN
Tegenwoordig vlieg je in zo’n twaalf uur vanaf Schiphol rechtstreeks naar Fukuoka op het eiland Kyushu. Maar op 27 juni 1598 vertrokken de schepen De Liefde, De Hoop, Het Geloof en De Trouw en het jacht De Blijde Boodschap vanuit Rotterdam naar Japan. Alleen De Liefde wist bijna twee jaar later, op 19 april 1600, Japan te bereiken, als eerste Nederlandse schip. Slechts 24 van de 110 bemanningsleden hadden de barre tocht overleefd. Een geromantiseerde versie van de reis van De Liefde en de belevenissen van de bemanningsleden in Japan vind je terug in de wereldberoemde tv-serie en het boek Shogun van James Clavell.

De Volkskrant, 27 april 2013, 00:00

http://www.volkskrant.nl/archief/japan-voor-beginners~a3432708/