Ina Molenaar – HERZIENING VERZOEK: DAGVAARDING EX ARTIKEL 382 RV TEVENS HOUDENDE INCIDENTELE VORDERING EX 843a Rv + PDF

Rechtspraak (foto Telegram)

HERZIENING VERZOEK: DAGVAARDING EX ARTIKEL 382 RV TEVENS HOUDENDE INCIDENTELE VORDERING EX 843A RV

HEDEN

Op Verzoek van Robert Egbert Gerhardus SCHOLTE, wonende te Heiloo, die in deze Zaak Woonplaats kiest te Alkmaar aan de James Wattstraat 19, ten Kantore van de Advocaat mevrouw Mr HEM Molenaar, die door Eiser ten deze als Advocaat wordt gesteld en als zodanig zal optreden.

AAN

de Rechtspersoon naar Publiek Recht GEMEENTE DEN HELDER, zetelend te Den Helder aan de Kerkgracht 1, in deze Zaak Woonplaats gekozen hebbende te Alkmaar aan de Paardenmarkt 1, ten Kantore van de Advocaten Mr ECW van der Poel en Mr W de Vis, (Advocaten Kantoor Schenkeveld Advocaten) al daar aan dat Kantoor adres mijn exploot doende en afschrift dezes latende aan

AANGEZEGD

dat mijn Rekwirant bij deze Dagvaarding de Herroeping inroept van het Arrest van 13 maart 2018 in Hoger Beroep gewezen door het Gerechtshof Amsterdam van 13 maart 2021 onder onder Zaak Nummer 200.228.132 01 SKG.

EN GEDAGVAARD

om op dinsdag de 29e juni 2021 des S voormiddags om 10.00 uur, niet in Persoon, maar vertegenwoordigd door een Advocaat, te verschijnen ter Terechtzitting van het Gerechtshof Amsterdam, die als dan en al daar zal worden gehouden in het Paleis van Justitie aan het IJdok 20 te Amsterdam;

ONDER AANZEGGING

(a)  dat indien Geïntimeerde niet op de eerste of op een door het Gerechtshof, nader te bepalen Rol datum op de in deze Dagvaarding aangegeven wijze in het Geding verschijnt, dan wel verzuimt Advocaat te stellen, en de voorgeschreven Termijnen en Formaliteiten in acht zijn genomen, het Gerechtshof Verstek tegen Geïntimeerde zal verlenen en de Vordering zal toe wijzen, tenzij deze haar Onrechtmatig of Ongegrond voorkomt.

VOORTS DAT

(b)  indien Geïntimeerde in Hoger Beroep Advocaat stelt, maar het hier na te noemen Griffie Recht niet tijdig betaalt, en de voor geschreven Termijnen en Formaliteiten in acht zijn genomen, het Gerechtshof Verstek tegen Geïntimeerde verleent en diens in Hoger Beroep gevoerd Verweer buiten Beschouwing laat;

(c)  bij verschijning in het Geding van Geïntimeerde een Griffie Recht zal worden geheven, te voldoen binnen vier weken te rekenen vanaf het Tijdstip van Verschijning;

(d)  de hoogte van de Griffie Rechten is vermeld in de meest recente Bijlage behorend bij de Wet Griffie Recht en Burgerlijke Zaken, die onder meer is te vinden op de Website https://www.kbvg.nl/griffierechtentabel.

(e)  van een Persoon, die Onvermogend is, een bij of krachtens de Wet vast gesteld Griffie Recht voor Onvermogenden wordt geheven, indien hij op het Tijdstip, waarop het Griffie Recht wordt geheven. heeft overgelegd
1e een Afschrift van het Besluit tot Toevoeging, bedoeld in Artikel 29 van de Wet op de Rechtsbijstand, of indien dit niet mogelijk is ten gevolge van Omstandigheden, die redelijkerwijs niet aan hem zijn toe te rekenen, een Afschrift van de Aanvraag, bedoeld in Artikel 24, tweede Lid, van de Wet op de Rechtsbijstand, dan wel
2e een Verklaring van het Bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand, bedoeld in Artikel 7, derde Lid, Onderdeel e, van de Wet op de Rechtsbijstand, waaruit blijkt dat zijn Inkomen niet meer bedraagt dan de Inkomens bedoeld in de Algemene Maatregel van Bestuur krachtens Artikel 35, tweede Lid, van die Wet.

Rekwirant doet stellen het Na Volgende.

(1)

INLEIDING

(1)

Scholte verzoekt in deze Procedure uw Hof om het Arrest van 13 maart 2018 van het Gerechtshof, gewezen onder Zaak Nummer 200.228.132/01 SKG welk Arrest in 2018 in Kracht van Gewijsde is gegaan, te herroepen op grond van artikel 382 Wetboek Burgerlijke Rechtsvordering en het betreffende Geding te heropenen, opdat verder kan worden geprocedeerd.

(2)

Scholte legt aan deze Vordering tot Herroeping ten Grondslag, dat het Arrest van 13 maart 2018 van het Gerechtshof Amsterdam berust op door de Gemeente in het Geding gepleegd Bedrog ex Artikel 382 Aanhef en Sub A Rv.

(3)

De Gemeente heeft door haar Oneerlijke Proces Houding belet, dat in de Procedure Feiten aan het Licht zijn gekomen, die tot een voor Scholte Gunstige Afloop van de Procedure zouden hebben kunnen leiden. De Gemeente heeft Feiten Verzwegen, terwijl zij wist, of behoorde te weten, dat Scholte Niet met die Feiten bekend was of redelijkerwijs bekend behoorde te zijn. De Gemeente heeft beoogd voor de Beslissing Relevante Feiten Achter Gehouden en Verdoezeld, waardoor het Geding Niet op Basis van de Werkelijkheid is gevoerd destijds. Aldus is sprake van een – Ten Nadele van Scholte de Afloop van het Geding beïnvloedende – Oneerlijke Proces Houding, althans een Gedrag, dat door de Wijze, waarop Gebruik is gemaakt van de Proces Voorschriften en of waarop de Inzet van het Geding naar Inhoud of Volledigheid is gepresenteerd, de Proces Houding als Geheel tot Oneerlijk stempelt. Dat kan naast Positieve Gedraging ook bestaan uit Negatieve Gedraging, een Niet Doen of Nalaten, waarbij op een Bepaald Punt in genomen Proces Houding tot Spreken noopte en dat bij Ontbreken van dit Laatste het desbetreffende Proces Gedrag als Geheel tot Oneerlijk stempelde. ‘Herroeping, Verbetering en Aanvulling van Burgerrechtelijke Uitspraken”, Mr Th B  ten Kate, MMM Korsten Krijnen, Wolters Kluwer, Paragraaf 1.3, Pagina 33 en verder).

(4)

Van het Voorgaande is sprake geweest in het Geding, dat heeft geleid tot het Arrest van 13 maart 2018, hierna ook genoemd het ‘Ontruimings Arrest’. Aldus is ook sprake geweest van Aantasting van het Recht van Verdediging en Doorbreking van ‘The Fair Balance between the Parties’. Gelet op een en ander is er Grond voor Herroeping van voormeld Ontruimings Arrest.

(5)

Zoals in voornoemde Literatuur eveneens wordt besproken, kan ook relevant zijn Bedrog met betrekking tot het Geding, dat na de Uitspraak heeft plaats gevonden. Aangegeven wordt

Voorop gesteld zij, dat in voren bedoelde gevallen het Feit dat zodanig Bedrog komt vast te staan, in ieder geval in dier voege Relevant kan zijn, dat dit Bedrog het Gehele Proces Gedrag van de Wederpartij als Oneerlijk accentueert.
Pagina 49, 3e Alinea.

Het vereiste ‘in het geding gepleegd’, is als vereiste weliswaar in de nieuwe wet gehandhaafd maar is ruim bedoeld en niet snel als beperking op te vatten.”
Pagina 50, 4e Alinea.

Tussen de bij een Vordering tot Herroeping betrokken Partijen gaat het inderdaad over Bedrog gepleegd door de Tegenpartij in de oorspronkelijke Procedure, ten Profijte van wie de met de Vordering tot Herroeping Bestreden Uitspraak is gewezen.”
Pagina 51, 3e Alinea.

Incidentele Vordering ex Artikel 843a Rv

(6)

Scholte verzoekt uw Hof in deze Procedure voorts bij wege van Incidentele Vordering ex Artikel 843a Rv de Gemeente te gebieden nader meer concreet genoemde Bescheiden te overleggen op Verbeurte van een passende Dwangsom.

Producties

(7)

Alle hierna vermelde Producties worden separaat bij Akte ingebracht in deze Procedure.

Thans Aanhangige Appel Procedures

(8)

Tussen Partijen zijn thans nog meerdere Rechts Procedures aanhangig, waarvan thans nog verschillende Appel Procedures lopen bij het Gerechtshof Amsterdam waarvan de Mondelinge Behandeling gepland staat op 6 april 2021. Deze Zaken zijn bij het College, dat deze Zaken zal behandelen Inhoudelijk bekend, zodat Scholte zich wat de Inhoud van die Zaken betreft zal beperken tot zo beknopt mogelijke Samenvattingen.

(9)

De Appel Zaken betreffen de Procedures, waarbij uw Hof heeft te beslissen over de Uitspraken in Eerste Aanleg van de Rechtbank Noord Holland Locatie Alkmaar van 23 januari 2019, waarbij voor Recht is verklaard, dat de gemeente Onrechtmatig heeft gehandeld door de Onderhandelingen met Scholte over de Aankoop van het Pand te Middenweg 172 – 174 te Den Helder, af te breken (hierna tevens genoemd de zaak ‘Koop’;

• Van 18 september 2019, waarbij voor Recht is verklaard, dat de Overeenkomsten tussen de Gemeente en Scholte met betrekking tot de Huur Overeenkomsten dan wel de Overeenkomsten tot Gebruik en Bewoning zijn Geëindigd door Opzegging, waarbij Scholte Uitvoerbaar bij Voorraad is Veroordeeld tot Betaling, waarbij Initieel bij de Inleidende Dagvaarding naast Ontruiming Betaling aan Achterstallig Betaling van Voorschotten voor Gas, Water en Elektriciteit 19.519,71 werd Gevorderd (hierna tevens genoemd de zaak ‘Huur);

• Van 18 september 2019, waarbij de Vorderingen van Scholte jegens Tuin tot onder anderte het Verschaffen van het Ongestoord Huurgenot aan Scholte met Veroordeling tot Schadevergoeding alsmede Medewerking aan de Levering van het Perceel en het Pand aan Scholte, zijn Afgewezen (hierna tevens genoemd de zaak ‘Tuin’;

• Voorts de Appel Procedures inzake vier Uitspraken in twee Executie Gedingen, waarvan Vonnissen zijn gewezen in oktober 2020 in het ene Executie Geding en in januari, februari en maart 2021 in het tweede Executie Geding;

• Tot slot is aanhangig de Incidentele Vordering ingesteld vóór de Zittingen op 6 april 2021 met betrekking tot de hier boven 3 eerste Bodem Procedures, waarbij Scholte bij Provisionele Vordering onder andere heeft verzocht om kort gezegd Opheffing Subsidiair Schorsing van de Executoriale Veiling Verkoop van zijn Kunst. Scholte was genoodzaakt deze Provisionele Vordering in te stellen omdat de Gemeente na het Vonnis van de Voorzieningen Rechter van 16 maart 2021 wederom de Veiling Verkoop via BVA had gepland in april 2021.

In dit Geding gaat het om het Volgende

(10)

De Gemeente heeft bij Dagvaarding van 5 september 2017, op een Tijdstip, waarop de Partijen nog volop in Onderhandeling waren over de Koop van het Betreffende Pand door Scholte, een Kort Geding ingesteld tot Ontruiming van het Pand. Op 2 oktober 2017 heeft de Mondelinge Behandeling plaats gevonden. Bij Vonnis van 16 oktober 2017 heeft de Voorzieningen Rechter Vonnis gewezen en de Vordering van de Gemeente Afgewezen (Productie RS H1). In R O 4.13 concludeert de Voorzieningen Rechter, dat Onvoldoende Vast staat, dat de Opzeggingen door de Gemeente er toe hebben geleid dat de (beide) Overeenkomsten per 1 juli 2017 zijn Geëindigd en er daarom Geen Grond is de Gevorderde Ontruiming als Voorlopige Voorziening toe te wijzen.

(11)

Van voormelde Uitspraak is de Gemeente in Hoger Beroep gekomen bij Spoed Appel Dagvaarding van 10 november 2017, Productie RS H2, terwijl nog steeds het Onderhandelings Traject liep tot Koop van het Pand door Scholte. Eveneens worden in het Geding gebracht

• De Memorie van Antwoord tevens Incidenteel Appel (Productie RS H3);
• de Memorie van Antwoord in Incidenteel Appel (Productie RS H4);
Pleit Notities van de Gemeente (Productie RS H5);
Pleit Notities van Scholte (Productie RS H6).

Deze Hoger Beroeps Procedure heeft geleid tot het Ontruimings Arrest van 13 maart 2018 (Productie RS H7) waarbij Scholte is Veroordeeld om binnen dertig dagen na de Betekening van het Arrest het Pand Middenweg 172 – 174 te Den Helder te Ontruimen op Straffe van Verbeurte van een Dwangsom, welke Ontruiming zo nodig op Kosten van Scholte door de Deurwaarder kan worden Bewerkstelligd met Behulp van de Sterke Arm conform het in de Artikelen 555 en volgende Juncto Artikel 444 Rv bepaalde; met Veroordeling in de Kosten.

(12)

Na Betekening van het Arrest op 14 maart 2018 met de AanzeggingAan U betekend om binnen 30 dagen na heden het pand aan de Middenweg 172 – 174 te Den Helder te Ontruimen en Ontruimd te houden”, is vervolgens Zonder Nadere Aankondiging vanaf op 17 april 2018 Overgegaan tot Ontruiming, waarbij Scholte en zijn Echtgenote en hun toen nog twee Minder Jarige Kinderen uit de Woning Gezet en op Straat Gezet, het Rob Scholte Museum dat met Veel Zorg en Toewijding was Ontwikkeld, Ontruimd, het Atelier Ontruimd en de Hele Kunst Collectie in Beslag Genomen. Die Ontruiming, die ging gepaard met Veel Machtsvertoon met Wel 30 Politie Mensen, die de nog in het Museum Rond Lopende Bezoekers bevalen het Pand te verlaten, heeft Circa 3 Weken in Beslag genomen.

(13)

Deze Meest Ver Gaande Rechtsmaatregelen heeft de Gemeente Ingezet met Betrekking tot een door Scholte Betwiste Vordering inzake Voorschot Nota S Gas, Water en Licht van € 19.529,72 (aanvankelijk in Hoofd Som ruim € 16.000 voor het Gedeelte van het Pand, waarin het Museum was gevestigd en terwijl er voor het andere Deel, Atelier en Woning) Géén Betalings Achterstand was.

Kern Belang Grote Spoed Eisendheid in Verband met Noodzaak Asbest Sanering

(14)

De Voorzieningen Rechter overweegt in RO 4.2 van het Vonnis van 16 oktober 2017 in Eerste Aanleg, waar wordt in gegaan op het door de Gemeente gestelde Spoed Eisend Belang en als Motivering van zijn Oordeel dat het Spoed Eisend Belang van de Gemeente bij de Gevorderde Voorziening Voldoende Aannemelijk is geworden.

Doorslag gevend daarbij is, dat de Gemeente, als Eigenaresse van het Pand, het Pand op korte Termijn wil verkopen en voorafgaand aan de Verkoop Asbest Vrij wil maken.”

Achtergrond en Gang van Zaken Vooraf Gaand en Tijdens het Spoed Appèl tot Ontruiming

(15)

Scholte heeft op Uitnodiging van de Gemeente (en mede ten gevolge van Initiatief van de Zijde van Toenmalige Burgemeester van Amsterdam Eberhard van der Laan) het Betreffende Pand vanaf Medio 2008 in Gebruik genomen. Hierna volgt een Overzicht van verdere Ontwikkelingen Chronologisch en zo Beknopt mogelijk weer gegeven.

• Scholte heeft het Pand (Woning en Atelier Hoofd Gebouw) Medio 2008 betrokken op Grond van een onder de NaamBruikleen Overeenkomst’ Gesloten Overeenkomst, nadat de Gemeente door Scholte er van Overtuigd was geraakt het Pand te Behouden. Aanvankelijk wilde de Gemeente het Slopen. Scholte kreeg in 2012 daarbij op Grond van een Tweede Overeenkomst een Ander Deel in Gebruik. In 2014 gaf de Gemeente aan Scholte te kennen Aanknopings Punten te zien over het Definitief Vestigen van het Rob Scholte Museum in het voormalig Postkantoor;

• In 2014 is een Overeenkomst Ondertekend voor Uitbreiding van het Museum met Grond en Kelder van het Hoofd Gebouw;

• In 2015 gaf de Gemeente aan de Invulling middels Expositie Ruimte de Voorkeur te geven en Voorkeur is uit gesproken voor het Scenario, waarbij het Pand aan Scholte zou worden Verkocht om er door Rob Scholte een Nationaal Rob Scholte Museum van te laten maken;

• Scholte reeds Enorme Verbeteringen aan het Pand aan gebracht en in het Pand heeft Geïnvesteerd;

• In 2017 nadat Abrupt de Overeenkomsten zijn Op Gezegd, 28 maart 2017, daarna Weer Verder is Onderhandeld over Aankoop van het Pand door Scholte;

• Nadat er in augustus 2017 Overeenstemming inzake de Koop werd, dat Weer Ontkend en werd er Door Onderhandeld;

• Scholte heeft eind november 2017 heeft aangegeven tegen Iedere Prijs (Redelijke Prijs) het Pand te willen Kopen;

• Er vond in november 2017 nog een Bespreking plaats tussen de Gemeente en Scholte. waarna de Onderhandeling Abrupt werd Af Gebroken en de Verkoop door de Gemeente is Gegund aan Tuin.

(16)

Kortom Scholte is vanaf 2008 met Instemming van de Gemeente aan de Gang gegaan en de Ontwikkeling werd met Enthousiasme van de Gemeente begroet (vandaar dat de Gemeente ook instemde met Uitbreiding) en Scholte heeft Gedurende een Periode van ruim 9 jaar tonnen Euro S Geïnvesteerd aan en in het Pand en heeft in het Pand een Museum ontwikkeld van Grote Allure, zowel Binnen als Buiten de Kunst Wereld, en heeft daar een Expositie van een Kunst Collectie met een Waarde van Miljoenen Euro S Gestalte gegeven. Middels zijn Eigen Kunst Collectie. Het Museum verwierf een Belang Wekkende Maatschappelijke Invulling en zette de Gemeente Den Helder op de Kaart.

(17)

Na het Abrupt Afbreken van de Onderhandelingen heeft de Gemeente de Grootst Mogelijke Haast betracht om de Verkoop aan Tuin te Bewerkstelligen, de Vordering van Circa € 19.000 in te stellen, tot Beslag Legging en tot Ontruiming over te gaan met als
Gevolg. dat door het Extreem Buiten Proportioneel Handelen van de Gemeente de Vordering Thans tot Meer dan een Half Miljoen Euro is Opgelopen (nog Afgezien van de Totale Advocaat Kosten, die Voormeld Bedrag Inmiddels Ver Overtreffen) en een Nog Niet Nader Bepaalde Enorme Schade is ontstaan aan de Opgeslagen Kunst Collectie.

(18)

Een Ontruiming, die Gebaseerd is op een Titel van het Gerechtshof Amsterdam, Gegeven in een Spoed Appel Procedure, waarbij een Half of Onvoldoende Geïnformeerd Hof op een Vordering van circa € 19.000 Vermeende Achterstand aan Voorschotten Gas, Water en Licht een Arrest heeft Gewezen, dat door de Gemeente Gretig als Executoriale Titel met Maximale Pressie is In Gezet met Zeer Ernstige en Buiten Proportionele Schadelijke Gevolgen voor Scholte én zijn Gezins Leden, waaronder Destijds 2 Minder Jarige Kinderen. Niet Zo Verwonderlijk, dat het Uitgebreid de Nationale Pers heeft gehaald.

Door de Gemeente Opgegeven Doorslag Gevende Belang bij Ontruiming: Grote Spoed Eisendheid met Name in Verband met Vereiste Asbest Sanering vóór Levering

(19)

In de Spoed Appel Dagvaarding van 10 november 2017 (productie RS H2) is, voor Zo Ver ten Deze Relevant, door de Gemeente gesteld.

2.20
Bovendien wenst de Gemeente conform de Verkoop Prospectus tot Uitvoering van de Sanerings Werkzaamheden over te gaan. Uiterlijk op 8 januari 2018 dient de Gemeente duidelijkheid te hebben, of het Pand inderdaad Ontruimd kan worden Opgeleverd, waarna de Asbest Sanerings Werkzaamheden nog Tijdig binnen 3 Kalender Maanden na het Bod Uit Gevoerd kunnen worden. Conform de Verkoop Prospectus dient de Gemeente Asbest Sanering Werkzaamheden uit te voeren, voordat de Levering van het Pand plaats vindt. Een Kopie van het Asbest Rrapport is Overgelegd als Productie 15 bij Dagvaarding. Indien Scholte nog Aanwezig is in het Pand kan vanaf het Moment, dat de Gemeente het Bod heeft Aanvaard tot de Datum van Levering de Overeenkomst met de Gemeente worden Ontbonden. Om die Reden dient er in Beginsel Uiterlijk op 8 januari 2008 [Toevoeging Mr Molenaar, Hier zal bedoeld zijn 2018] Duidelijkheid te zijn over de Vraag, of Scholte het Postkantoor dient te Ontruimen.

(20)

Vervolgens is door Partijen van Memorie van Antwoord, tevens houdende Grieven in Incidenteel Appèl en Memorie van Antwoord, in Incidenteel Appèl gediend, waarna de Mondelinge Behandeling heeft plaats gevonden op 8 april 2018.

(21)

In de Pleit Notities van 8 februari 2018 (Productie RS H5) is, voor zo ver ten deze Relevant, door de Gemeente gesteld.

(4) In deze kwestie is bij uw Gerechtshof Spoed Appel aangevraagd, omdat er in de Tender Procedure voor de Verkoop van het Voormalig Postkantoor is gegund aan Aannemers Bedrijf A Tuin Den Helder BV, hierna te noemenTuin”. Op Grond van de Stukken, zoals die bij de Tender Procedure waren gevoegd, had Levering van het Pand op 1 februari jongst leden, plaats dienen te vinden. Voor die Tijd had het Pand geheel Gesaneerd moeten worden. De Gemeente heeft onderhandeld over Uitstel van deze Datum van Levering. Vast staat, dat Tuin op Grond van de Voorwaarden in de Tender de Overeenkomst kan Ontbinden, indien het Pand voor de Datum van Levering Niet Ontruimd is. Dat Laatste zou betekenen, dat de Gemeente weer Opnieuw een Tender Procedure moet opstarten. Zoals blijkt uit Productie 70 , zoals die afgelopen dinsdag aan uw Gerechtshof is toegezonden, is de Koop Overeenkomst voor het Voormalig Postkantoor inmiddels Ondertekend. Uit de Overeenkomst blijkt, dat de Gemeente zich dient in te spannen, onder meer door het Voeren van deze Appel Procedure, om het Pand te ontruimen. Het Spoed Eisend Belang en het Belang voor het Spoed Appel is hiermee in ieder Geval Voldoende Gegeven.”

De Overeenkomst van 6 februari 2018

(22)

In het Na Volgende worden weergegeven de Voorwaarden van de Koop Overeenkomst van 6 februari 2018, Productie RS H8, waarbij de Koop tussen de Gemeente en Tuin tot Stand is Gekomen tot Levering van het Perceel Grond met Postkantoor en Verdere Aanhorigheden.
Koop Prijs De Koop Prijs bedraagt € 650.000.
Levering
Het Verkochte zal door Verkoper aan Koper bij Notariële Akte worden Geleverd op 1 maart 2018, dan wel Zo Veel Eerder of Later als Partijen Nader zullen overeen komen.

Nader omschreven in Artikel 2.4

De Akte van Levering zal worden Verleden op de Transport Datum ten overstaan van de Notaris op 1 maart 2018 of Zo Veel Eerder als Verkoper en Koper Nader overeen komen. Koper stemt in met het Uit Stellen van de Transport Datum, indien er op 1 maart 2018 nog een Beslag op het Pand rust, mits Verkoper zich inspant om dat Beslag Opgeheven te krijgen.

• In een Kort Geding Procedure (Vonnis Gewezen op 1 februari jongst leden;
• In het Verweer voeren tegen een mogelijk Hoger Beroep tegen dat Kort Geding Vonnis;
• Bij Wijze van Reconventionele Vordering in de Bodem Procedure, die door Gebruiker(S) casu quo Huurder(S) Aanhangig is gemaakt als Eis in de Hoofd Zaak (als Gevolg van het Beslagene).
Verkoper zal in de Bodem Procedure tevens Ontruiming door Scholte en of de Zijnen, waar onder zijn Vrouw en zijn Kind, vorderen. Voor de beide Voorwaarden bevat Artikel 11.4 van deze Overeenkomst een (verdere) Regeling.

5.2 De Betaling van de Koop Som en de Verrekening van de door Verkoper Tijdig voor het Ondertekenen van de Akte van Levering op te geven Baten en Lasten geschieden overeenkomstig deze Opgave via de Derden Gelden Rekening, of wel de Kwaliteits Rekening van Notaris Mr G Deul dan wel diens Waarnemer of andere Notaris verbonden aan Notarissen Combinatie Den Helder of diens Waarnemer. Koper is Verplicht Al het Verschuldigde te voldoen bij het Ondertekenen van de Akte van Levering door Creditering van de Derden Gelden Rekening, Uiterlijk per de Dag van het Ondertekenen van de Akte van Levering, per Valuta van die Dag.

7.2 Uit het in Artikel 7.1 genoemde Rapport blijkt, dat Asbest Houdende Materialen aanwezig zijn in het Verkochte. Verkoper spant zich in om Vooraf Gaand aan de Transport Datum Zorg te dragen voor het Verwijderen van de Asbest Houdende Materialen, zoals vermeld in het in Artikel 7.1 genoemde Rapport. Indien de Asbest Sanering Feitelijk is bemoeilijkt door bijvoorbeeld de Huurder en of de Gebruiker van het Pand zal Koper op Eerste Verzoek van Verkoper Uitstel Verlenen van de Termijn, waar binnen de Sanering dient plaats te vinden en Uitstel Verlenen voor de Datum van Levering. Verkoper zal na Afloop van de Sanering op Eerste Verzoek van Koper een Verklaring aan Koper toe zenden, waarin staat opgenomen dat de Asbest Sanering in het Verkochte heeft plaats gevonden. Levering zal plaats vinden, nadat de Asbest Sanering heeft plaats gevonden, tenzij Partijen Schriftelijk een Afwijkende Regeling overeenkomen.

(23)

Terug naar de Pleit Nota van de Gemeente (Productie RS H5), waar in door de Gemeente wordt aangegeven

Belang Gemeente

30.
Tot Slot is van Belang, dat het Belang van de Gemeente bij Ontruiming Groot is.

31.
Het Stads Hart voor de Gemeente Den Helder is Grotendeels Vernieuwd en de Uitstraling van het Voormalig Postkantoor dient op Korte Termijn weer aan te sluiten bij de Uitstraling van het Opnieuw Ingerichte Stationsplein en het Stadspark. Bovendien dient de Buitenzijde van het Voormalig Postkantoor te worden Gerenoveerd. Dit betekent, dat Asbest verwijderd moet worden en dat het Achterstallig Onderhoud aan de Buiten Zijde dient plaats te vinden. Het Gebouw vertoont inmiddels Ernstige Tekenen van Achterstallig Onderhoud. Bovendien betreft het Tijdelijke Bruikleen Overeenkomsten, waarbij de Gemeente Geen Inkomsten (zoals bijvoorbeeld Huur) ontvangt en Scholte de +Gebruiksvergoeding voor de Nuts Voorzieningen sinds Eind 2013 Niet Meer betaalt. Er dient een Einde te komen aan deze Zeer Verlies Gevende Exploitatie. Bovendien heeft Tuin het Voormalig Postkantoor Aangekocht Hier Door kunnen Boven Genoemde Ontwikkelingen plaats vinden. De Gemeente dient zich te houden aan de Verplichtingen, die zij ten Opzichte van Tuin heeft,waar onder het Leeg Opleveren van het Voormalig Postkantoor. De Gemeente heeft dan ook een Groot Belang bij Ontruiming.”

(24)

Bij Productie 70 is door de Gemeente, zegge en schrijven twee dagen vóór de Mondelinge Behandeling, derhalve de Koopovereenkomst van 6 februari 2018 (productie RS H9) tussen de gemeente en Tuin overgelegd aan het hof. In het betoog van de gemeente werd herhaaldelijk het grote belang bij de spoedige ontruiming van het pand benadrukt.

(25)

Net als in het geding in eerste aanleg draait het ook in het Hoger beroep dat heeft geleid tot het ontruimingsarrest van 13 maart 2018 (productie RS H7) in de kern om de door de gemeente gestelde grote spoedeisendheid als belang bij de ontruiming. Daarbij handig inspelend op het aanwezig zijn van asbest waarbij ook meespeelt dat de betiteling “asbest” ook een connotatie heeft van gevaar en urgentie.

(26)

Ook in het daaropvolgende beslagrekest van 16 april 2018 (productie RS H8) worden dezelfde onwaarachtige stellingen geponeerd o.a sub 3.1 waar door de gemeente aan de voorzieningenrechter aangegeven.

Conform de verkoopprospectus dient de gemeente asbestsaneringswerkzaamheden uit te voeren voordat de levering van het pand plaatsvindt. Indien Scholte nog aanwezig is in het pand kan vanaf het moment dat de gemeente het bod heeft aanvaard tot de datum van levering de overeenkomst met de gemeente worden ontbonden. Om die reden dient er voor de datum van levering duidelijkheid te zijn over de vraag of Scholte het Postkantoor dient te ontruimen.”

(27)

Echter: er werd door de gemeente gezwegen waar gesproken had behoren te worden, en wel de waarheid zoals bedoeld én vereist in artikel 21 Rv. En: die grote spoedeisendheid was er niet maar is geconstrueerd, onder andere middels een gefingeerde overeenkomst waarvan niet aan de conclusie is te ontkomen dat die ‘pour besoin de la cause’ is tot stand gebracht.

(28)

Immers: hier was geenszins sprake van een definitieve overeenkomst. Er is vervolgens met Tuin – in het geheim – door onderhandeld en in de maanden daarna is zonder meer op de essentialia een volstrekt andere overeenkomst tussen de gemeente en Tuin tot stand gekomen. Voorts: de gemeente wist – en had daarover niet behoren te zwijgen maar te spreken – dat inzake de asbestsanering zelfs nog een aanbesteding moest worden opgestart. De inschrijvingsleidraad van deze aanbestedingsprocedure dateert van 8 mei 2018, welke veel later in een der bodemgedingen als productie is ingebracht (welke thans wordt ingebracht als Productie RS H10). Er volgde nog een inschrijvingsprocedure en de gunning van de asbestwerksanering is daarna pas plaatsgevonden. Tijdens de zitting op 6 april 2021 bij het hof werd zijdens de gemeente verklaard dat de asbestsanering niet eerder dan medio 2019 is uitgevoerd (na correctie van de abusievelijke mededeling medio 2020).

(29)

Hierna wordt nader onderbouwd besproken en toegelicht:-dat ná de totstandkoming van die overeenkomst tussen partijen in het geheim is dooronderhandeld, er is een definitieve overeenkomst tot stand gekomen van 23 juli 2018 die ook weer is aangepast bij overeenkomst van 4 december 2018;

• dat een resultaat van die onderhandelingen is geweest dat er geheime afspraken zijn neergelegd in een geheim verklaarde allonge;-dat de asbestsanering door de gemeente nog moest worden aanbesteed op het moment dat zij met de grootste stelligheid beweerde dat de asbestsanering met spoed diende plaats te vinden;
• dat het object van de koopovereenkomst is aangepast-dat de overeengekomen prijs van de overeenkomst en de betalingscondities van de koopovereenkomst zijn aangepast;
• dat de leveringstijd is aangepast.-dat het een totaal andere koopovereenkomst tussen partijen is geworden metAls resultaat o.a.:
• enorme schade voor de gemeente maar in het bijzonder voor Scholte;
• een pand waarvan de museumvleugel na de ontruiming is gesloopt en thans compleet staat te verpauperen.
• dat er in strijd met de waarheid zeer veel aandacht is besteed aan het stellen van de spoedeisendheid en aan het hof een volstrekt onjuiste en incomplete voorstelling van zaken is gegeven: de spoedeisendheid was er niet en is er niet gekomen, tot op de dag van vandaag niet aangezien er nog bij de bestuursrechter nog steeds procedures aanhangig zijn inzake de omgevingsvergunning.

Mededelingen ter Zitting op 6 april 2021

Ter zitting van 6 april 2021 is door de partijen bij die overeenkomst, de gemeente en Tuin, met stelligheid verklaard dat er niets schimmigs stond in die allonge en dat mr. Molenaar zonder onderbouwing maar wat riep. Desondanks is de gemeente (nog) niet overgegaan tot het overleggen van de geheime correspondentiestukken en de geheime allonge. Er is niet te ontkomen aan de aanname dat de gemeente van belang zijnde afspraken met Tuin te verbergen heeft die toen reeds relevant waren voor de destijds aanhangige procedures welke nog steeds van belang en relevant zijn voor de tot op de dag van vandaag tussen Scholte en de gemeente aanhangige procedures en nog eens te meer voor de onderhavige procedure. Reden waarom Scholte uw hof verzoekt de gemeente op grond van artikel 843 Rv te gelasten tot het inbrengen in dit geding van de betreffende stukken.

Gewijzigde Akte van 23 juli 2018

(30)

Blijkens de leveringsakte van 23 juli 2018 (productie RS H11) in artikel 8 is overeengekomen dat de koper (behoudens de in de verkoopprospectus vermelde door de gemeente uit te voeren saneringswerkzaamheden):
• De milieukundige toestand van het verkochte aanvaardt, daaronderonder meer begrepen de tot het verkochte behorende grond, het grondwater en de eventuele aanwezigheid van overige asbesthoudende materialen, welke aanwezigheid niet blijkt uit het hiervoor vermelde rapport, en ondergrondse tanks en de eventuele gevolgen daarvan;
• Dat een gedeelte ad € 324.000 van de totale koopsom ad € 650.000,00 door koper aan verkoper schuldig wordt gebleven als zijnde schuld uit geldlening.Dit laatste in afwijking op de gesloten koopovereenkomst van 6 februari 2018 (productie RS H9 eerste akte) waarbij overeengekomen is de koopprijs van € 650.000 te betalen tijdig voor het ondertekenen van de leveringsakte via de derdengeldenrekening van de notaris.

Nader Aangepaste Akte van 4 december 2018

(31)

In de rectificatie akte van 4 december 2018 (productie RS H12), staat – voor zover ten deze relevant – vermeld.

• dat een gedeelte van de koopsom ad € 324.000,00 door koper aan verkoper schuldig wordt gebleven als zijnde een uitgestelde betaling;
• dat koper dit bedrag na oplevering van de asbestsaneringswerkzaamheden, maar uiterlijk op 1 juni 2019 aan verkoper zal voldoen. Partijen verklaren verder dat verkoper tegenover koper de verplichting heeft om ervoor te zorgen dat de asbestsanering van het verkochte uiterlijk op 1 juni 2019 is afgerond. Deze regeling hebben partijen getroffen omdat de onderhavige levering eerder plaatsvindt dan partijen aanvankelijk zijn overeengekomen (te weten uiterlijk 1 juni 2019), zonder dat de afgesproken asbestsanering van het verkochte voor heden heeft plaatsgevonden.”

(32)

Kortom de gemeente heeft in strijd met de verplichting ex artikel 21 Rv medegedeeld
• Dat de asbestwerkzaamheden dienden te worden uitgevoerd vóór de levering;
• Dat indien Scholte nog aanwezig zou zijn de overeenkomst tot leveringsdatum kon worden ontbonden;
• Dat om die reden er duidelijkheid moest zijn over de ontruiming.Terwijl in werkelijkheid is overeengekomen met de koper
• Dat de oorspronkelijk overeengekomen levering was uiterlijk 1 juni 2019;
• Dat koper ervoor zou zorgen de asbestsanering uiterlijk op 1 juni 2019 afgerond zou hebben;
• Dat het pand in de milieukundige staat waarin het verkeerde was aanvaard;
• Dat de milieukundige staat geen grond voor ontbinding was.

(33)

Het mediabericht van véél latere datum, te weten 27 augustus 2019 (productie RS H13) geeft weer iets anders aan.

Tussen Conclusie Onvolledige informatie Verstrekking en Misleiding door de Gemeente

(34)

Derhalve is op basis van het voorgaande al niet te ontkomen aan de conclusie dat de gemeente zowel aan het gerechtshof als aan de beslagrechter zeer relevante feiten heeft weggelaten en – met succes – de beide gerechtelijke instanties heeft misleid in strijd met artikel 21 Rv. Een en ander in strijd met artikel 21 Rv op grond waarvan partijen verplicht zijn de van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren en in strijd met de full disclosure verplichting. Nog ernstiger is het feit dat tussen de gemeente en Tuin geheime afspraken zijn gemaakt die deze conclusie nog versterken.

Voorbereiding Zitting van 6 april 2021

(35)

De huidige advocaten van Scholte, mr. Molenaar en mr. Tonningen zijn direct na de ontvangst van de uitspraak van de voorzieningenrechter in het executiegeding van 16 maart 2021 overgegaan tot het uitwerken van de incidentele vordering houdende de provisionele vordering tot o.a. opheffing van het beslag op de kunst van Scholte subsidiair schorsing van de executoriale veilingverkoop, welke bij het hof is ingediend bij schrijven van 23 maart 2021 (productie RS H14). In hun brief van 25 mei 2021 hebben zij uw hof bij het verzoek om een regiezitting in de bodemprocedures en de provisionele vordering, eveneens op de hoogte gesteld van het instellen van de onderhavige procedure tot herroeping.

(36)

Zij zijn voorafgaand aan de zitting van 6 april 2021 ter voorbereiding van die zitting overgegaan tot het doornemen van de grote hoeveelheid processtukken inzake de aanhangige bodemprocedures. Daarbij zijn zij voor zover ten deze met name relevant, gestuit op de stukken welke zijn in de onderhavige procedure van belang zijn. De voorgaande advocaat van Scholte heeft bij de antwoordmemorie van 12 november 2019 het dooronderhandelen tussen de Gemeente en Tuin na het sluiten van de voorlopige koopovereenkomst globaal ter sprake gebracht met verwijzing naar de krachtens een zgn. WOB verzoek ontvangen doch grotendeels onleesbaar gemaakte stukken welke eerder in de bodemprocedure (inzake ‘huur’, zaaknummer 200.274.364/01) zijn ingebracht als productie 37EA waaruit uit de vermelde onderwerpen blijkt van dat dooronderhandelen.

(37)

Zoals de huidige advocaten van Scholte kort vóór de zitting van 6 april 2021 hebben opgemerkt is dat er inderdaad blijkt dat er is dooronderhandeld ná de totstandkoming van de koopovereenkomst van 6 februari 2018. Echter, van belang is waarover door de gemeente is gezwegen waar zij had behoren te spreken ex artikel 21 Rv.

Geheime Afspraken tussen de Gemeente en Tuin

(38)

Terwijl de heer Tuin mededeling zijnerzijds liet publiceren in een artikel in het Noordhollands Dagblad dat er sprake was van een ‘kneiterhard koopcontract’, zie produductie RS H15) bleek niets minder waar te zijn.

(39)

Uit de leesbare fragmenten van vorenbedoelde grotendeels zwart gemaakte stukken blijkt dat, toen de ontruiming van het Rob Scholte Museum en de woning van het gezin Scholte nog in volle gang was (gedurende 3 weken vanaf 17 april 2018), nog volop onderhandeld werd tussen de Gemeente en Tuin over de asbestsanering en de levering en ook over de voorwaarden, waaronder de betaling alsmede geheime voorwaarden, waarvoor kennelijk ook ‘communicatiestrategie’ aan de orde moest komen. Deze stukken worden in dit geding ingebracht als productie RS H16.

(40)

Het Doornemen van de Niet Zwart Gemaakte Onderdelen in Chronologische Volgorde (Verwezen wordt naar de Nummers, die Omcirkeld vermeld zijn op de Stukken), leidt tot de Constatering van een Aantal Zeer Opvallende Feiten.

• Dat in Nauwe Samenwerking met de Betrokken Advocaten van Schenkeveld door onderhandeld is met Tuin over de Onderwerpen
• ‘Asbest Sanering’ en Levering’’ en ‘onderhandelingen’;
• Nadere Afspraken neergelegd in een Geheim verklaarde allonge
• Dat onderdeel daarvan is een Aangehechte BankGarantie en ‘Bestek van de Sanering’;
• Dat Aandachtspunt bij Mogelijk Toekomstig Risico Allonge Onderwerp van de Correspondentie is geweest;
• Waarvoor ‘communicatiestrategie’ noodzakelijk werd geacht.
• Voorts ‘Verzoek om Advies inzake Dossier Postkantoor | Koop Overeenkomst met Tuin’

Op een tijdstip, waarop volop de ontruiming nog gaande was vond de volgende mail wisseling volgende plaats.

• Op 20 april 2018 (N° 116) wordt gemaild.

Het lukt mij niet om dinsdagmiddag bij de ambtelijke voorbespreking van het gesprek met Tuin te zijn. Is er al een definitieve afspraak met Tuin? Ook woensdagmiddag gaat nl. niet lukken. Mogelijk kan [zwart gemaakt] aanschuiven. [zwart] heeft ook al eerder over de sanering geadviseerd.’

• Op 23 april 2018 ( 115) wordt gemaild met onderwerp ‘(voor)bespreking Tuin | Asbest.
Namens [zwart] zal ik aanwezig zijn bij de voorbespreking morgen en bespreking met Tuin woensdag. Voor zover mogelijk zal ik mij voorbereiden op het ambtelijk overleg morgen. [zwart gemaakt deel] Het helpt mij als je mij ook nog de voorlopige koopovereenkomst met Tuin kan overleggen. Zou je mij die nog willen toezenden?

• Op 23 april 2018 (N° 114) wordt in reactie daarop gemeld.
Fijn! Ik heb je net separaat de getekende akte toegezonden. Of bedoel je specifiek de voorlopige akte? De akte die bij de tenderprocedure zat?

•  Mail van 3 mei 2018 (N° 108)
Hierbij het advies van Schenkeveld op onze vragen met betrekking tot levering postkantoor aan Tuin. We bespreken dit maandag.’

• Mail van 9 mei 2018 (N° 104) daarin verandert het onderwerp in ‘verschil in prospectus en koopovereenkomst‘ daarbij wordt vermeld (N°. 104)

Voor de Volledigheid. Tuin was het Eens om Niet Mee te doen. Sterker Nog, ze wilden Eigenlijk Zelf ook Niet.

• Vervolgens gaat het onderwerp over in verzoek om advies inzake Dossier Postkantoor | Koop Overeenkomst met Tuin;

• Mail van 16 mei 2018 ( 101) betreft Asbest Sanering en Levering Postkantoor waarbij een verslag van een overleg met Tuin wordt gestuurd met de vraag te checken of het in overeenstemming is met wat is besproken.

• Op 1 juni 2018 ( 90) wordt er gemeld
Wij zijn inmiddels met Tuin in de eindonderhandelingen gekomen.’

• Op 5 juni 2018 (N° 84) wordt er met vermelding van onderwerp ‘overeenstemming met Tuin‘ gemeld
Kunnen we via jou of (…) het verzoek om een aanvullende Overeenkomst van Koop op te stellen.’

• Op 6 juni 2018 (N° 80) wordt een eerste concept collegevoorstel gestuurd dat ter instemming zal worden voorgelegd waarbij wordt opgemerkt:
Hoewel het nog een ruw concept is dat door () verder wordt uitgewerkt, kun je de tekst in het voorstel alvast wel gebruiken om een begin te maken met het aanhangsel voor de overeenkomst met Tuin.’

• Er is kennelijk een aanhangsel in de maak.
• Mail van () aan Schenkeveld van 7 juni 2018 (N° 77)
Met betrekking tot de Allonge. Vanmiddag heb ik tijd om er naar te kijken.’

• Mail van 7 juni 2018 (N° 74)
‘In de Bijlage treffen jullie het advies aan inzake Versnelde Levering Postkantoor.’ ()
De Allonge wordt vrijdag, dan wel maandag toegevoegd.’

• Mail van 7 juni 2018 (N° 71)
Hierbij zoals besproken de Allonge in Opzet en het voorgestelde CollegeBesluit, voorzien van een aantal Opmerkingen.

• Mail van 7 juni 2018
(N° 69) weer sprake van Allonge.
(N° 68) nog mogelijkheden voor wijzigingen door Tuin, daarna definitieve ovk aan de BGM (= burgemeester Schuiling, toevoeging advocaat)
(N° 65) Van Ilse van der Poel aan ‘Beste Jan‘, Onderwerp Allonge

• Mail van 8 juni 2018
(N° 56 en 57) Onderwerp Input op allonge en beslispunten collegevoorstel

• Mail van 11 juni 2018
(N° 52) Melding over ‘meest recente versie van de ‘Allonge‘ (ook wel aanhangsel genoemd). Gelieve deze als bijlage bij het (geheime!) collegevoorstel op te nemen.

• Mails van 13 juni 2018 (N° 50 en 51) gaan over Communicatie Strategie inzake Postkantoor.

• Mail van 12 juni 2018 (N° 49) melding dat de Overeenkomst Geheim is Verklaard door het College. Het is Niet Toegestaan en Strafbaar om de Overeenkomst met anderen (Intern en Extern) te delen, dan wel over de Inhoud te communiceren. Indien de Inhoud Akkoord is kan er overgaan tot Ondertekening (na ontvangst van Tweetal Bank Garanties.

10% Bankg Garantie conform de Oorspronkelijke Overeenkomst
• Bank Garantie, zoals bedoeld in Bijgevoegde Overeenkomst (met dat laatste de Geheime ‘Allonge‘ bedoeld.

Onderaan wordt vermeld
• Overeenkomst (Allonge) Middenweg 1721742018 – 06- 12 104742 mail.pdf -overeenkomst (Gemeente Den Helder/ () 02007807.pdf

• Mail 13 juni 2018 (N° 46) () mag worden ingeroepen nadat de sanering is voltooid. Communiceer jij dit aan Tuin of wil je dat ik dit doe?’

Opmerking
Kennelijk duidende op de Bank Garantie.

De Mails rond die datum hebben alle het Onderwerp de Allonge.

•Mail 21 juni 2018 (N° 38) Definitieve Overeenkomst met watermerk GEHEIM. Na ontvangst van de bankgaranties zal de BGM overgaan tot ondertekening.

•Mail 25 juni 2018 (N° 37) Mail van Tuin aan (…), waarbij de Getekende Allonge wordt gestuurd met Aangehechte Bankgarantie en ‘Bestek van de Sanering‘. Tevens bijgevoegd een afschrift van de bankgarantie behorende bij de koopovereenkomst van 6 februari 2018.

• Mail 26 juni 2018 ( 32) Mail van de Gemeente aan Tuin, dat het Niet Direct lukt om de BGM te laten Ondertekenen in verband met een Congres in Maastricht.

• Mail 26 juni 2018 (N° 30) aan Odd Wagner cc Henny Kaag van GDH
Zoals bekend bij een Ieder is het Pand verkocht aan Tuin en wordt Binnen Kort Geleverd. Samen met Tuin is Afgesproken, dat de Gemeente na Levering saneert, om Zo Geld voor de Gemeenschap te Besparen.’

• Mail van 27 juni 2018 (N° 29)
Onderwerp Aandacht Punt bijMmogelijk Toekomstig Risico Allonge ‘De Allonge tussen de gemeente en Tuin is Gesloten ()

Brief BGM Schuiling van 29 juni 2018 (N°26)
• Maakt Melding van de Allonge althans, dat die dateert van 11 juni 2018
• Dat Tuin € 324.000 Uiterlijk op 1 juni 2019 zal voldoen en daarvoor een Bank Garantie heeft overhandigd aan GDH

Opmerking: er is kennelijk een risico onderkend en/of voorzien in de toekomst met betrekking tot de tussen GDH en Tuin tot stand gekomen allonge. Eveneens werd in dat kader communicatiestrategie noodzakelijk geacht.

(41)

Er is blijkens de correspondentie nog maanden en maanden dooronderhandeld over nadere voorwaarden middels een aanvullende overeenkomst alsmede geheime voorwaarden in een geheim verklaarde allonge met Tuin welke op 21 juni 2018 definitief tot stand gekomen en eind juni 2018 is ondertekend door burgemeester Schuiling. Onder andere over de asbestsanering en over de betaling (precies onder andere over de aspecten, waarover met Rob Scholte werd onderhandeld maar met toepassing van ongelijke maten).

(42)

In de Schaarse Leesbare Fragmenten van de Zwart Gemaakte Geheime Correspondentie wordt opgemerkt Tuin wilde Eigenlijk Niet Mee Doen. Waaraan? Dat kon niet anders zijn dan aan de Betreffende Transactie.

(43)

Voor Scholte is Duidelijk

• Tuin is overgehaald. Bij een eerdere tender was Tuin niet geïnteresseerd en had zich niet ingeschreven. Ook bij de tender van najaar 2017 waren er geen inschrijvingen, totdat Tuin zich – ná het sluiten van de formele inschrijvingstermijn – aanmeldde.

• Het vervolg is geweest: omdat Tuin eigenlijk niet wilde kopen is er door onderhandeld over de aankoopvoorwaarden van het postkantoor omtrent de levering en betalingsconditie alsmede de asbestsanering en zijn er om die tegenzin van Tuin te temperen in de onderhandeling gunstigere voorwaarden overeen gekomen.

• De koopovereenkomst van 6 februari 2018 is in de haast tot stand gebracht zodat die kon worden ingezet in het ingestelde hoger beroep van het kort geding en te elfder ure voor de zitting van 8 februari 2018 kon worden ingebracht.

GesteldeRectificatie

(44)

Mr Van der Poel heeft namens de Gemeente tijdens de zitting van 10 december 2018 in de bodemprocedure inzake de koop van het pand door Scholte (productie RS H17, dit betreft productie 32 EA in de bodemprocedure ‘koop’) het navolgende verklaard.

De rectificatie van de akte is niet het resultaat van nieuwe of aanvullende afspraken tussen de Gemeente en Tuin, maar betreft het herstel van fouten in de leveringsakte. De leveringsakte was op dit punt ongelukkig geformuleerd en daarom hebben we deze willen rectificeren.” (p. 3, 1e alinea).

U vraagt mij naar de verschillen tussen de concept koopovereenkomst en de uiteindelijk met Tuin gesloten overeenkomst. De Gemeente vond het belangrijk dat uiteindelijk een dergelijke koopsom werd betaald, dat zij zelf voor de sanering zou zorgdragen en dat er geen financieringsvoorbehoud werd bedongen.”(p. 6 laatste alinea).

Daarnaast bleek het maken van aanvullende afspraken handig. Ook was er sprake van een gewijzigd inzicht met betrekking tot de sanering. Ondanks de aanvullende afspraken zijn de hoofdpunten van de concept koopovereenkomst wel gehandhaafd, in die zin dat als de complete koopsom is betaald en er ook moet worden gesaneerd. De afwijkingen tussen het concept en de definitieve koopovereenkomst en de leveringsakte betreffen dus niet de essentialia.” (p. 6 laatste alinea).

Mijn kantoor was niet betrokken bij het opstellen van de leveringsakte. De notaris heeft het beoordeeld.” (p. 7 vierde alinea).Voorts verklaart zij dat de akte ongelukkig was geformuleerd volgens de notaris, en zou worden gerectificeerd. “(Onderstrepingen door opsteller dezes).

(45)

De voorwaarden van de koopovereenkomst zijn niet ‘gerectificeerd’ maar heronderhandeld en aangepast! De feiten zijn keihard strijdig met wat uit de enkele leesbare fragmentjes van de grotendeels onleesbaar gemaakte stukken klip en klaar blijkt: er is dooronderhandeld met Tuin, die – wonderlijk om te lezen – eigenlijk niet mee wilde doen, en zulks zeer grondig en nauwkeurig op de elementen asbestsanering, leverings- en gunstiger betalingsvoorwaarden ten opzichte van de oorspronkelijke koopovereenkomst van 6 februari 2018, alsmede geheime afspraken. De gestelde condities waarvan gesteld werd dat die belangrijk waren (betaling, sanering en geen financieringsvoorbehoud) waren in de deal met Tuin niet zo belangrijk meer, integendeel er is op grondige wijze en met grote souplesse betracht om maar tot overeenstemming te komen met royale betalingscondities waarvan vast staat dat die niet aan Scholte zijn geboden, integendeel. Om hoe dan ook uit te sluiten dat het in de door Scholte ingestelde rechtsprocedure gevorderde dooronderhandelen zou worden gehonoreerd werd met Tuin versnelde levering overeengekomen en een gedeelte van het gebouw gesloopt.

Conclusie inzake Waarheid Vinding en Bestuur Orgaan

(46)

De Gemeente heeft ‘alternatieve feiten’ gecreëerd en geheime afspraken gemaakt. Er is blijkens het voorgaande niet te ontkomen dat sprake is van intriges en samenspanning tussen de Gemeente en Tuin.

(47)

Er is overgegaan tot versnelde levering en tegen het tenderprotocol in, werd toch een lager gedeelte van het pand (voorheen een vleugel van het museum) gesloopt. De door Scholte in de inmiddels ingestelde bodemprocedure verzochte voortzetting van de onderhandelingen en/of een mogelijke toewijzing daarvan kon zo blijvend onmogelijk gemaakt worden. De rechter in eerste aanleg heeft de vordering tot voortzetting van de onderhandelingen niet toewijsbaar geoordeeld omdat het pand immers al verkocht en geleverd was aan Tuin (r.o. 4.30 vonnis 23 januari 2019). Zo onzorgvuldig als de gemeente jegens Scholte heeft gehandeld door de onderhandelingen abrupt en onrechtmatig af te breken, zo zorgvuldig is er gehandeld nadien, en met royale souplesse jegens Tuin.

(48)

Het moest allemaal snel en overrompelend (en meedogenloos) jegens Scholte, terwijl daar feitelijk geen enkele noodzaak voor bestond gelet op de werkelijke feiten en omstandigheden.

(49)

In de appelprocedure die heeft geleid tot het ontruimingsarrest zijn voormelde kwesties verzwegen.

(50)

Óók in het beslagrekest van 16 april 2018 (productie RS H8) zijn voormelde kwesties niet ter sprake gebracht. Er is nagelaten de voorzieningenrechter te melden, dat er in werkelijkheid – op dat moment (!), met de koper nog onderhandeld werd over de asbestsanering, over een ‘bestek van sanering’ over de levertijd en betalingscondities. Er is nagelaten te melden dat de vordering werd betwist omdat het ging om voorschotten servicekosten terzake nutsvoorzieningen en dat die door Scholte werden betwist en om die reden de betaling was opgeschort omdat er ondanks herhaald verzoek geen afrekeningen werden afgegeven. Een betwisting overigens, die al dateert vanuit 2011 (!) en na vele toezeggingen van het bestuursorgaan om daar iets aan te doen! Er was sprake van gelegitimeerde opschorting ex artikel 6:262 BW van de betaling van de servicekosten voor de nutsvoorzieningen.

Geen Spoed Eisend Belang

(51)

Kortom: Het ontbrak ten enenmale aan spoedeisend belang en na de gefingeerde overeenkomst van 6 februari 2018 en ten tijde van het indienen van het beslagrekest gingen de onderhandelingen met Tuin nog door.

(52)

Wegens een vermeende vordering van € 19.000 werd bij het beslagrekest verzocht om verlof voor ontruimingskosten ad € 137.713. (Daarna zijn die nog tot circa € 350.000 toegenomen en inmiddels tot ruim € 500.000). De dag volgend op de indiening van het rekest volgde direct de ontruiming die nationale aandacht trok en heel veel verontwaardiging. Ondertussen werd tussen de Gemeente en Tuin via de advocaten in het geheim onderhandeld (hetgeen in processtukken is ontkend). De gemeente had 100% van tevoren ingeschat wat voor enorme impact dit zou hebben (kennelijk ook vooraf de kosten geïnventariseerd) voor Scholte en zijn gezin. De oppermachtige gemeente vraagt voor een betwiste vordering van € 19.000 een voorziening met die enorme impact voor Scholte en zijn gezin op basis van een koopovereenkomst die later soepeltjes is aangepast met een partij die eerst niet met de koop wilde meedoen.

(53)

In rond Nederlands wordt zo’n overeenkomst betiteld als: gefingeerd! De Gemeente wendde de afspraken voor aan de voorzieningenrechter, aan het Hof, aan de raadsleden van Den Helder, aan de pers, en heeft puur instrumenteel en opzettelijk gedaan wat zij heeft gedaan, ondanks dat zij wíst welke enorme impact dit zou hebben op Scholte en zijn gezin, en alle mensen die ontsteld waren en begaan waren met Scholte. Scholte dakloos gemaakt, bezitloos, rechteloos. Deze ‘zaak’ kan geschaard worden bij de slachtoffers van de toeslagenaffaire. Echter, het gaat om eerzame burgers, geen ‘zaken’.

(54)

Aldus is kort vóór als ook tijdens en na de zitting een totaal feitenpakket aan het licht is gekomen, dat eerder, ook door versnippering door vele rechtszaken mede door het feit dat Scholte al langere tijd niet meer zijn advocaat kon betalen en deze nog slechts het hoognodige kon doen, niet eerder duidelijk was. Dit nieuwe feitenpakket is bekend geworden aan de hand van stukken en informatie welke door de gemeente waren (en nog worden) achtergehouden en welke, indien die stukken en informatie wél aan de rechter ten tijde van de beslissing bekend zouden zijn geweest, de uitspraak (het ontruimingsarrest) van 13 maart 2018 (kenmerk 200.228.132/01 KG) anders zouden hebben doen uitvallen.

(55)

Verdere van beslissende aard zijnde informatie/stukken zijn onder andere:-het feit dat inzake de asbestsanering de aanbestedingsprocedure nog niet eens ingezet was en zelfs niet in de start van de inschrijvingsfase verkeerde waaruit volgt dat de als spoedeisend gestelde asbestsanering geen spoedeisende factor wás;-dat de gemeente het belang dat zij had bij de nakoming van de overeenkomst met Tuin in verband met de te betalen koopprijs niet van spoedeisend belang was maar van slechts ondergeschikt belang blijkt uit het feit dat ná de overeenkomst van 6 februari 2018 met Tuin betaling in termijnen is overeengekomen;-op dit punt is tijdens de zitting op 6 april 2021 na een vraag van een der raadsheren zijdens de gemeente verklaard dat de tweede helft (te weten € 324.000,–) van de koopsom waarvoor de bankgarantie door Tuin was gesteld was voldaan: blijkens de beantwoording van raadsvragen van 20 april 2021 (bijlage RS H18, 5e alinea) gaat

het niet om betaling van de tweede helft maar van een ‘restant-betaling’ welke is betaald op 25 september 2019 nadat alle asbest uit het gebouw was verwijderd. Zulks terwijl op 16 januari 2018 (productie RS H19) middels beantwoording van raadsvragen door de gemeente is verklaard dat er is gegund op basis van de hoogste prijs conform de prospectusvoorwaarden, zoals ook ter zitting is verklaard. Blijkens voorgaande beantwoording terzake de betaling worden tot op de dag van vandaag feiten verzwegen;

• Ten aanzien van het verweer van Scholte tegen de ontruimingsgrond dat nimmer afrekeningen en zelfs maar eindafrekeningen waren gestuurd (inzake de nutskosten voor één gedeelte van het gebouw, voor het ander gedeelte was er geen achterstand) veegde de stadsadvocaat dat ter zitting op 6 april 2021 soepel onder het tapijt met de mededeling dat na de ontruiming de meterstanden weliswaar waren bekeken maar dat het “niet de moeite was gebleken om een eindafrekening te sturen”. Er is echter nimmer bewijs geleverd van deze niet eerder dan ter zitting van 6 april 2021 geponeerde stelling, terwijl deze discussie de grondslag is geweest voor de ontruiming.

• De door de gemeente ter zitting op 6 april 2021 gestelde kostenpost van € 160.000 voor het pand en dat die eveneens noopte tot ontruiming waaromtrent door de advocaat desgevraagd na de zitting is verwezen naar een productie met een eigen gemaakt lijstje zonder stukken met opgaaf van circa € 120.000 waarop de vermelding ‘onderhoud (alle)’ van € 20.465,03, rente € 24.750,12, afschrijving € 68.750,28 en zakelijke lasten € 6.415,78, totaal € 120.381,2 (bijlage RS H20). Op een gebouw van 1965 dat oorspronkelijk voor sloop genomineerd was is een dergelijke afschrijving niet mogelijk en bovendien zijn afschrijvingen geen kosten maar een fiscale voorziening;

• Een werkelijke opgaaf van die gestelde kostenpost is achtergehouden, terwijl deze kostenpost, althans de werkelijke kosten ook de grondslag hadden moeten bieden voor het businessplan;

• Terwijl door de gemeente bij de kooponderhandelingen Scholte werd beperkt door onredelijke eisen te stellen met betrekking tot het parkeerterrein, werd naar aanleiding van een vraag daarnaar ‘en passant’ door de heer Tuin medegedeeld dat Tuin het parkeerterrein heeft gekocht voor € 1,– van de gemeente (waarbij mr. Tonningen de poging van mr. Van der Poel om de heer Tuin te souffleren onderbrak en het hof ook aan Tuin vroeg om zelf antwoord te geven).

(56)

Naar onlangs eveneens is gebleken diende de gemeente voor de ontwikkelingsplannen van Tuin omgevingsvergunningen te verlenen. Zoals te doen gebruikelijk kunnen belanghebbende daartegen bezwaar en beroep instellen en zo is ook geschied. Aldus zijn er inmiddels procedures aanhangig bij de bestuursrechter en mogelijk worden deze nog gevolgd door hoger beroep. De gemeente als overheidsorgaan heeft dit vanzelfsprekend bij het aangaan van de overeenkomst met Tuin geweten of kunnen weten en ook in dat kader was een spoedige ontwikkeling van het pand in de verste verte niet in zicht ten tijden van het verzoek tot ontruiming. Voor een vordering van circa € 16 mille, later opgelopen tot € 19 mille, had de gemeente ook twee schilderijen of twee tapijten van Scholte, die zich openlijk in het museum bevonden, in beslag kunnen nemen als pressie tot betaling van de vordering die de gemeente pretendeerde op Scholte te hebben.

(57)

Als de gemeente hetgeen zij wist, niet alleen over de aanpassing van vrijwel alle essentialia van de koopovereenkomst, maar ook over het aanbestedingstraject van de asbestsanering, de levering en de met Tuin overeengekomen flexibele betalingscondities alsmede de geheime onderhandelingen, dat alles wat de gemeente heeft verzwegen wél had medegedeeld aan het hof Amsterdam dan is zeer denkbaar dat de uitspraak van het hof volstrekt anders – en mogelijk in het voordeel van Scholte –hebben kunnen uitvallen, en was de ontruiming op deze wijze mogelijk niet of anders verleend en op zijn minst bijvoorbeeld onder nadere voorwaarden.

(58)

Derhalve is niet te ontkomen aan de conclusie dat de gemeente zowel aan de beslagrechter als aan het gerechtshof zeer relevante feiten heeft weggelaten en – met succes – de beide gerechtelijke instanties heeft misleid. in strijd met artikel 21 Rv. Een en ander in strijd met artikel 21 Rv op grond waarvan partijen verplicht zijn de van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren.

(59)

Er was de facto geen spoedeisendheid. De enige spoed die de gemeente had was om Scholte weg te krijgen, daar werd op ingezet. Hier is niet alleen sprake van bedrog in de zin van bedrog ex artikel 382 Rv welke een grond tot herroeping oplevert maar ook van handelen in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur welke de gemeente krachtens artikel 3:14 BW in acht heeft te nemen ook in civiele zaken.

(60)

De gemeente aldus middels een oneerlijke proceshouding belet dat in de procedure feiten aan het licht zijn gekomen die tot een voor Scholte gunstige afloop van de procedure zouden hebben kunnen leiden. De gemeente heeft feiten verzwegen, terwijl zij wist of behoorde te weten dat Scholte niet met die feiten bekend was of redelijkerwijs bekend behoorde te zijn. De gemeente heeft beoogd voor de beslissing relevante feiten achtergehouden en verdoezeld waardoor het geding niet op basis van de werkelijkheid is gevoerd destijds. Aldus is sprake van een – ten nadele van Scholte de afloop van het geding beïnvloedende – oneerlijke proceshouding, althans een gedrag dat door de wijze waarop gebruik is gemaakt van de procesvoorschriften en/of waarop de inzet van het geding naar inhoud of volledigheid is gepresenteerd, de proceshouding als geheel tot oneerlijk stempelt.

(61)

Het is op grond van alle voorgaande feiten en omstandigheden dat Scholte uw hof verzoekt het arrest van 13 maart 2018 te herroepen op grond van in het geding gepleegd bedrog ex artikel 382 aanhef en a Rv, en het betreffende geding te heropenen, opdat verder kan worden geprocedeerd.

(62)

Naar het oordeel van Scholte is ook het door de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord Holland locatie Alkmaar Verleende Beslag Verlof bij Beschikking van 17 april 2018 betrokken bij de onderhavige herroeping aangezien het verzoek van de gemeente is ingediend op grond van het ontruimingsarrest van 13 maart 2018 enderhalve zijn te beschouwen als geïnfecteerd door het bedrog en dient die beschikking van 17 april 2018 het lot van voormeld arrest te volgen.

Producties

(63)

Bij separate akte worden de in deze dagvaarding vermelde producties ingebracht.

(2)

Bewijs

(64)

Scholte biedt, voor zover verenigbaar met het karakter van dit geding, aan zijn stellingen te bewijzen door alle middelen rechtens waaronder eventuele aanvullende producties alsmede het horen van betrokken personen onder wie hij zelf, zijn echtgenote Lijsje Snijder en de heer Marc Nihot.

Incidentele Vordering ex Artikel 843a Rv en 162 Rv

(65)

Scholte heeft recht en belang bij inzage en overlegging van afschrift van de documenten aan de hand waarvan in bovenstaand feitencomplex de leesbare fragmenten en hetgeen daaruit af te leiden is, dat wil zeggen de email correspondentie alsmede de geheime allonge van 18 juli 2018 (datum checken!), echter in ongecensureerde vorm zonder zwartgemaakte delen. Concreet gaat het om de navolgende stukken:

(A)

Ongecensureerde afschriften van de e-mailcorrespondentie zoals hierboven in het lichaam van deze dagvaarding genoemd onder het kopje ‘geheime afspraken tussen de gemeente en Tuin,’ met concrete aanduidingen vermeld bij randnummer 39;

(B)

Ongecensureerde versievan de geheime allonge van 11 juni 2018 ten behoeve van de verkoop van het gebouw met ondergrond, erf en verdere aanhorigheden, gelegen aan de Middenweg 172, 172B en 174

(C)

Ongecensureerde Bewijs van Betaling van de ‘Restant betaling’ welke naar aan te nemen valt niet het bedrag van de ‘tweede helft’ ad € 324.000 beloopt

Belang Scholte bij Overlegging Bescheiden

(66)

Scholte wijst er op, dat gelet op de door de Gemeente Gepleegd Bedrog in de Zin van Artikel 382 Rv en de Grote Schadelijke Gevolgen daarvan ten Nadele van hem en zijn Gezin, Als Mede dat Gelet op het Feit, dat de door de Gemeente Gemaakte Geheime Afspraken in het Domein van de Gemeente liggen, Scholte dien ten Gevolge in zijn Bewijs Levering wordt Benadeeld. Scholte merkt op, dat het Waarschijnlijk is,dat uit de Zwart Gemaakte Passages uit de Correspondentie als Mede uit de Inhoud van de Allonge zal blijken, dat de Gemeente voor haar Nadelige en derhalve voor Scholte Gunstige Informatie heeft Achter g+Gehouden.

MITS DIEN

Het Gerechtshof Amsterdam wordt verzocht

• Het Arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 13 maart 2018 gewezen onder Zaak Nummer 200.228.132 | 01 SKG tussen Partijen, te Her Roepen op Grond van in het Geding Gepleegd Bedrog ex Artikel 382 aanhef en a Rv, en het Betreffende Geding te Her Openen, opdat Verder kan worden Geprocedeerd, met Veroordeling van de Gemeente Den Helder in de Kosten van de Procedure;

In het Incident ex Artikel 843a Rv

• De Gemeente Den Helder te gebieden om binnen Twee Weken na Dagtekening van het ten deze te wijzen Vonnis over te gaan tot het overleggen aan het Hof met Verstrekking van Afschrift aan Scholte van de Na Volgende Stukken

(A)

Ongecensureerde Afschriften van de Email Correspondentie, zoals hierboven in het Lichaam van deze Dagvaarding genoemd onder het Kopje ‘Geheime Afspraken tussen de Gemeente en Tuin,’ met Concrete Aanduidingen vermeld bij Rand Nummer 39;

(B)

Ongecensureerde Versie van de Geheime Allonge van 11 juni 2018 ten behoeve van de Verkoop van het Gebouw met Ondergrond, Erf en verdere Aanhorigheden, Gelegen aan de Middenweg 172, 172B en 174

(C)

Ongecensureerde Bewijs van Betaling van de ‘Restant Betaling’, welke naar aan te nemen valt niet het Bedrag van de ‘Tweede Helft’ ad € 324.000 beloopt

Deze Zaak wordt behandeld door Mevrouw Mr HEM Molenaar, Advocaat, James Wattstraat 19, 1817 DC Alkmaar,
Telefoon 072 – 564 3114, Fax 072 – 561 9955, Email info@xs-justitia.nl