Henriette Bucciarelli – Ook mevrouw Bulte dwaalt door het leven (6) – Galeriebezoek
O, wat is mevrouw Bulte moe. Ze loopt al zo lang. Ze had gedacht, ik ga bij deze straat rechtsaf en dan ben ik zo thuis. Maar het is veel verder, dan ze zich herinnert en er zijn geen tramhaltes.
Geeft niet, denkt mevrouw Bulte. Ik zoek wel vigilantie, zoals die ouwe dat noemde. Ik schiet gewoon ergens naar binnen. Een café of desnoods een Chinees. Ik heb de tijd aan mezelf. En na restauratie ga ik langzaam op huis aan. Achter de brug moet toch ergens de Hortus liggen en dan ben ik er bijna.
Maar ze is in een lange pijpenla terechtgekomen. De Kerkstraat. Koffiehuizen zijn er niet. Wel een vreemd galerietje. Er staan spookachtige potloodtekeningen in de etalage.
Mevrouw Bulte duwt krachtig de deur open. Het is er klein en kerstmisachtig verlicht. Een meisje zit in het duister aan een tafeltje te knutselen. Mevrouw Bulte denkt, dat het een breiwerkje is.
‘Goedendag,’ zegt mevrouw Bulte. ‘Wat een schitterende tekeningen heeft u hier. Mijn complimenten!’
Het meisje glimlacht even, maar zegt niets.
‘Mag ik even rondkijken?’
‘Mag ik even rondkijken?’
Het meisje maakt een uitnodigend gebaar. ‘Kijkt u maar gerust rond.’
Mevrouw Bultes oog valt op kleine, kleurige beeldjes, die in een vitrine staan. Ze bekijkt ze van heel dichtbij, terwijl ze haar leesbril als een loep gebruikt. ‘Buitengewoon, buitengewoon,’ mompelt ze.
‘Dat werk is van mij,’ zegt het meisje, dat plotseling achter haar staat.
‘Nee, maar!’ Mevrouw Bulte schrikt heftig. ‘Heb jij dat gemaakt? Wat schitterend, schitterend mooi! Oh, oh, oh!’ Mevrouw Bulte werpt haar armen omhoog.
Het meisje gaat angstig een eindje van de beeldjes af staan.
Die beeldjes hebben wel iets viefs, maar van haar gaat iets doods uit, vindt mevrouw Bulte. Ze moet maar steeds het gesprek op gang houden. En ze wil dolgraag zitten.
Dat is altijd de makke met galeries, denkt mevrouw Bulte. Je weet je er nooit zo goed raad mee. Officieel mag je er rondneuzen, maar je voelt al gauw de uitgehongerde spanning op betalende clientèle. Ook in dit duistere geval heeft niemand iets te zoeken, tenzij hij wat koopt. En mevrouw Bulte wil niks kopen.
Niet laten merken, denkt ze. Ga maar even het toneel op.
Ze wordt opeens een deftige dame in goeden doen.
‘Ik ben uiterst geïnteresseerd in dit jeugdige werk,’ zegt ze met nadruk.
Het meisje glimlacht gelukkig, maar biedt geen stoel aan.
‘Heeft u misschien een pamflet met een overzicht, zodat ik het allemaal nog eens goed kan bekijken?’
Het meisje reikt welwillend een foldertje aan.
Ottelenooie, waarom laat ze me nou niet zitten. Ik breek bijna, denkt mevrouw Bulte. Zonder dat ze er bewust aan denkt, gaan haar benen richting stoel en zijgt ze zonder toestemming neer. Ze duikt zenuwachtig in de folder. De lettertjes zijn piepklein.
‘Hier is de prijslijst, die er bij hoort,’ zegt het meisje, terwijl ze een vel aanreikt.
Mevrouw Bulte schrikt. Tweehonderd euro is hier de laagste prijs.
‘Nou, dat zijn uiterst redelijke prijzen,’ mompelt ze.
‘Ja ah,’ stemt het meisje in.
‘Ik ben niet van hier,’ zegt mevrouw Bulte. ‘Ik kom helemaal uit de Zuiderhoek.’
‘O,’ zegt het meisje.
‘Ja, ik ben hier in Amsterdam om mijn oude nicht te bezoeken. Rosalie.‘
‘Zo,’ zegt het meisje.
‘Ja, die lijdt toch zo aan haar gal.’
Het meisje gaat ook zitten en schenkt zichzelf een beker koffie in. Mevrouw Bulte krijgt ook een kopje koffie.
Ziezo, dat was wat je noemt, jezelf redden.
‘En, loopt het een beetje?’ vraagt mevrouw Bulte vriendelijk.
‘We zijn een collectief,’ legt het meisje uit. ‘We zijn allemaal kunstenaars en passen om de beurt op de galerie. Nu, na de opening komen er weinig mensen. Maar je moet er wel zijn.’
‘Ja kind, het kunstenaarschap draagt lijden in zich. Dat is altijd zo geweest.’
Haar vermoeide heupen beginnen zich langzaam te herstellen.
‘Maar het is wel een interessant bestaan, dat van kunstenaar,’ gaat ze verder, als het meisje er niet op ingaat. ‘Ikzelf kan geen streep tekenen. Maar ik heb er wel gevoel voor. Gek, hè?’ zegt mevrouw Bulte.
‘Och,’ zegt het meisje. ‘Je hoeft geen tekenaar te zijn om kunstenaar te zijn’
‘Zou het?’ zegt mevrouw Bulte. ‘Want die drang heb ik wel. Dat is wel eens lastig. Mijn overleden man, een rijke herenboer uit de Zuiderhoek werd wel eens boos. Hou toch op met dat gepriegel, zei hij dan. En ja, zo werd het niet gestimuleerd, hé?’
‘Kunst verzamelen is ook een leuke hobby,’ zegt het meisje.
Ze liegt, denkt mevrouw Bulte een beetje gekwetst. Die heeft die beeldjes niet gekleid. Dat bestaat niet. Daar is ze veel te lijzig voor.
‘Maar in welk werk zou u dan eventueel geïnteresseerd zijn?’ komt het meisje opeens in actie.
‘Die kleurige beeldjes met die apengezichtjes. Ik vind ze buitengewoon,’ zegt mevrouw Bulte.
Dan schrijf ik mijn naam op en mijn telefoonnummer. Het meisje doet het uiterst precies. Ze heeft een rond, kinderlijk handschrift.
Zo, nu ben ik wel weer hersteld, denkt mevrouw Bulte.
‘Ik moet helaas weer opstappen,’ zegt ze deftig tegen het meisje. ‘Maar vandaag is het een geluksdag, dat ik deze galerie zo maar vond. Ik kom hier zeker terug en dan zal ik een flinke donatie doen.’
Mevrouw Bulte staat gedecideerd op en trekt de deur open. De buitenlucht doet haar dadelijk op ademen. Ziezo, dat laatste stuk zal ze ook nog wel redden.
Leuk