Henriette Bucciarelli – Ook mevrouw Bulte dwaalt door het leven (53): Nare man

Er zijn van die dagen in het lieve leven, snuift mevrouw Bulte, dat je er gewoon klaar mee bent. Iedere keer als ze deze uitdrukking hoort, krijgt ze een klein schokje, maar vandaag voelt ze de ware intentie van die woorden. Niet dat een mens echt ergens ooit klaar mee is, welnee. Het is slechts een aanzet tot een stroom van misnoegen. Gerard zit haar behoorlijk dwars. Want hoe vaak heeft ze zich al niet voor hem uitgesloofd, een hand boven het hoofd gehouden, hem vergeven, hem goedmoedig de koning laten voelen. Welnu, het is allemaal voor niets. En ze kan niemand anders dan zichzelf er de schuld van geven. Heeft hij soms om haar attenties gevraagd? Om haar gedichten? Om haar hoop en gedachten?
Niet alleen trekt hij zijn schouders op bij zoveel aandacht, hij heeft haar vandaag klinkklaar gezegd, dat zij nummer 130 is, in zijn leven. Nummer 130! Mevrouw Bulte briest. Niet dertig, of vijftig, dat zou nog redelijk zijn. Maar nummer 130! Ga maar een nummertje trekken, Stien, had hij temerig gezegd. Er zijn nog 129 dames voor u! Nou vraag ik je. Op zo’n moment dringt het niet tot een mens door, maar nu kookt mevrouw Bultes bloed. Je zou zo’n kerel toch! Ze was praktisch zijn verloofde!
Het is, of ze stante pede genoeg heeft van een slagroomtaart. Uit met de pret. Wat zou ik me nog voor die kerel vernederen. Om een beetje gezelschap? Puh! Uiteindelijk heb ik de domme man nergens voor nodig! Want dat is toch dom, om een lieve vrouw, die tenslotte elf jaar jonger is, zo af te kammen. Ze gaat zich lekker heel, heel, mooi maken. Maar zo mooi, dat hij er van zal kwijlen! En dan zal ze dansen met Egbert Rendel, mijnheer van Soelt, Johan en de anderen. Hij zal er van lusten. Want Stientje is het zat! En ze wil hem misschien wel nooit meer aan haar zijde. Maar daar moet ze nog over nadenken. Het lijkt wel, of ze alleen maar een soort aanhangsel is. Meteen hoort ze Gerard lachen in gedachten; ‘Welnee, je bent de nagel aan mijn doodskist.’ Dat soort humor. Dat stompzinnige. O, ze is er helemaal klaar mee.
Dat een oud mens nog zoveel woede kan voelen, denkt mevrouw Bulte. Ze bijt haar tanden op elkaar en loopt als een getergde leeuwin de kamer op een neer. Ze pakt verbeten een stuk krant en schrijft met wilde letters in de marge:

Nare man
Schooier van de hoogste plank

geef je alleen maar stank voor dank

nare man
zul je eens leren
anderen te respecteren

dat leer ik jou strakjes fijn
als we met zijn tweetjes zijn

als het kriebelt ben je lief
kom maar Stientje, hartendief
maar het heeft niks om het lijfje
zoek jij maar een ander wijfje

Nare kerel
blijf jij maar fijn
in je flatje
stuk chagrijn

Met een bordje boven het gewelf
‘Nummer 130, dat ben ik zelf,
want elke dag van acht tot elf
leef ik alleen maar voor mezelf’

Nare man
Dit was het dan

Meer informatie:
https://robscholtemuseum.nl/?s=Henriette+Bucciarelli