Henriette Bucciarelli – Ook mevrouw Bulte dwaalt door het leven (46): Roltrap

Mevrouw Bulte neemt het ervan. Ze gaat lekker een kopje koffie drinken. Er zijn veel mensen in de stad. Ze lopen in drommen aan de linkerkant van de straat, terwijl de tegenliggers rechts aanhouden, maar mevrouw Bulte merkt het niet en botst regelmatig tegen iemand op.
Pieterdejandosie, wat een mensenmassa. Ik ga maar meteen een kopje koffie drinken, denkt ze en schiet de Kalvertoren in. Ze wil naar de hoogste verdieping.
Maar daarvoor moet ze eerst de roltrap nemen. Dat vereist altijd enige zelfoverwinning. Mevrouw Bulte heeft angst voor de richels, ondanks de verscheidene voetbewegingen, die zij bij het opstappen steevast oefent. Haar handen grijpen dan in een reflex naar de lopende leuning, wat juist zo gevaarlijk is, omdat de trap je dan willens en wetens meesleurt.
Ja, dat komt nog van die ouwe, denkt mevrouw Bulte. Dat vond vader toch zo eng. Met geen paardenkracht kregen ze hem op zo’n ding. En daarom ben ik natuurlijk zelf ook zo schrikkerig. Zoiets slaat over.
Het ergst zijn roltrappen, die meteen de diepten in glijden. Die zijn levensgevaarlijk. Dan maar liever met de trap. Ook het afstappen is een duik in het duister. Al die mensen achter je, die willen, dat je springt. En hoe je ook in uiterste concentratie staat te wachten op het afstapje, op het laatste moment gaat het vaak toch te snel, waardoor je struikelt.
Maar vandaag lukt het wonderwel. Mevrouw Bulte gaat tot helemaal in de nok. Nou, nou, Stien, denkt ze, je lijkt wel een krijger, die nietsontziend omhoog klimt. Een visioen van Napoleon Bonaparte, die hoog te paard zit, dringt zich aan haar op. Ze is in haar nopjes. Het uitzicht over de daken is hier zo mooi.
En toch is zo’n gelegenheid een merkwaardig iets, bepeinst ze. Het is eigenlijk een huiskamer, waarin iedereen doet, of het heel normaal is, daar zo samen te zitten. Maar dat is het helemaal niet. In zijn diepste wezen zijn we volkomen vreemden voor elkaar. Het is toch eigenlijk heel gek, dat niemand op je af komt en wil weten wie je bent. Maar eigenlijk ben ik zelf het gekst, want ik betaal om in een huiskamer te kunnen zitten, waar niemand me wil kennen.
Ze neemt een kopje koffie en haalt een schrift uit haar tas. Haar bril houdt ze met haar linkerhand vast, want hij mist een pootje. Met de andere hand neemt ze de pen ter hand en schrijft:

Ik zit hier hoog en droog. De mensen hebben het goed.
Het hoogste goed is nu ook aan de gewone mens voorbehouden.
Men drinkt hier keurig en fleurig
de dag is verrukkelijk.
Hier boven kijk je uit over de huizen van de stad
Of eronder die daken geluk of leed verborgen is, weet ik niet.

Bah, ik brabbel maar wat, denkt mevrouw Bulte. Maar dat geeft niet. Ik zit hier heerlijk.
Het kopje koffie blijkt bijna drie euro te kosten. Ja, je betaalt eigenlijk voor de huiskamer, niet zo zeer voor de koffie, bedenkt mevrouw Bulte en neemt kleine slokjes. Ze wil het hier nog even uithouden. Het is tenslotte feest. Het is niet iedere dag, dat ze de kracht opbrengt zich in het rijke wereldgebeuren te mengen.
Hoewel? Op de andere verdieping waren de rolluiken van de winkels dicht, zomaar op klaarlichte dag. En dat terwijl er beneden door de straat een heus leger aan mensen marcheert. Dat komt door het kabinet, denkt mevrouw Bulte. Die heeft de mensen de dampen aangedaan. Het lieve leven is duur geworden. En die leegstand van de tussenverdieping laat letterlijk de scheuring tussen arm en rijk zien.
Mevrouw Bulte huivert. Op de televisie heeft ze al zo vaak voedselpakketten gezien. Langzaam maar zeker, worden alle verworvenheden van de mensen teruggedrongen. Mevrouw Bulte kijkt nog eens goed naar de mensen in de zaal. Nee, hun kleding is nog immer het beste van het beste. Het lijken haar mensen, die verrukkelijke banen hebben. Het geroezemoes juicht op gedempte toon.
Alleen naast haar zit een echtpaar van haar eigen leeftijd. De vrouw heeft voor honderden euro’s kleren aan. En ook hij zit zwaar in de kloften.
Maar mevrouw Bulte maken ze niets wijs. Al zijn ze met goud behangen, ze ziet, dat het maar gewone volksmensen zijn. Wat gek, dat zoiets toch altijd zichtbaar blijft, denkt mevrouw Bulte. Iets verraadt het altijd. De wenkbrauwen te veel geplukt, iets in de stijl van doen, het is of een levenslang keurmerk op je gedrukt staat.
En deze dame tegenover haar is een gehaaide. En daar moet mevrouw Bulte bewondering voor hebben.
Sommige vrouwen zijn zo, denkt ze. Ze bespelen hun man als een muze. Wil ze een verbouwing? Nou, dan kòmt er een de verbouwing.
Waarom heb ik dat talent toch nooit gehad? denkt mevrouw Bulte. Ik heb dat onderdanige, hé? Ik ben niet flink. En ik zou ook niet weten, wat ik dan zou willen. Ik heb weinig wensen. Geef mij maar een pennetje en een stukje papier. Dat soort mensen haalt veel toestanden aan. En maar naar dat strand om bruin te worden. En toch maar weer een andere inbouwkeuken. Dat is nooit iets voor mij geweest. En daar pluk ik nu de lauwe vruchten van.
Maar ja, de hele economie drijft op dat soort mensen. Als alleen een handjevol multimiljonairs al het geld hebben, stort alles in. Want hoeveel zwembaden hebben die nou allemaal nodig? Daarom zal zo’n Rutte toch niet àlles afpakken? Twijfelend neemt mevrouw Bulte nog een slokje en kijkt maar naar het prachtige uitzicht, waar opeens een schaduw over heen is komen te hangen.
De wolken zijn druk doende met schuiven en vervagen. Dat vindt mevrouw Bulte altijd zo’n leuk spelletje. Nooit is een wolk op enig moment hetzelfde. En dan heeft iedereen bij hetzelfde tafereel ook nog eens een heel andere ervaring. Dat is een rijkdom, die niemand je af kan pakken.
Toch lijkt het of deze mensen hier het wolkendek gewoon op het internet bestellen en het vervolgens dragen als een modieuze jas. Vastberaden proberen ze zich alles toe te eigenen. Daar wordt dan druk over beraadslaagd en gepraat. Met als constante factor de wil  alles precies zo te krijgen als men het hebben wil. Als je je zo stort op de buitenkant der dingen, heb je het gelukkig te druk, om je af te vragen, waarom je hier eigenlijk rondloopt op aard.
Het geklets om haar heen begint mevrouw Bulte tegen te staan. Die opgewekte toon, die er in zit, schijnt haar opeens volkomen misplaatst toe.
Kom op, zegt ze tegen zich zelf. Sta nu maar weer op. Je hebt je weer even gelaafd en het bestaan van de hedendaagse mens in al zijn glorie kunnen aanschouwen. Wat is er nu in diepste wezen veranderd met de middeleeuwen? Zou ze toen wel mee hebben mogen zwieren op het hof? Waarschijnlijk niet, maar is ze niet vrij? Zit ze eigenlijk niet in de meest gezegende positie? Ze gaat maar eens heerlijk de Kalverstraat in. En Stientje Bonaparte mag wel voor een keertje wel met de lift naar beneden.

Meer informatie:
https://robscholtemuseum.nl/?s=Henriette+Bucciarelli