Henriette Bucciarelli – Ook mevrouw Bulte dwaalt door het leven (2): Herenbezoek

Vandaag zal Gerard komen. Mevrouw Bulte heeft al de hele dag gesopt. Maar, omdat ze niet goed ziet, zitten er nu overal waaierige strepen op de kastmuren en ook een haal op de televisie. Ze heeft ontdekt dat koffiefilter zakjes lekker schoonmaken en haar tafeltje blinkt onder de kerststerren.
He, de bel! Daar zal je hem hebben. Gerard is een kennis uit het bejaardencentrum. Hij is al vierentachtig jaar. Daar maakt mevrouw Bulte zich wel eens zorgen over. Is hij niet te oud voor haar?
Maar Gerard is wel heel royaal en ze gaan vaak likeurtjes drinken en oh, dan loopt hij zo trots met haar aan zijn zijde.
‘Dag jongen,’ zegt mevrouw Bulte, ‘Kom gauw binnen.’
Hij ruikt stevig naar sigarenrook. En hij heeft een buil op zijn hoofd. Maar die zit er al jaren. En als mevrouw Bulte iets over het hoofd kan zien, dan is het wel een bult.
‘Zo Stien, het ziet er hier vrolijk uit.’
Gerard blijft even voor een kastje staan, waar kleurige kunstplaten op staan.
‘Ja, vind je, Gerard? Het zijn allemaal maar frutseltjes hoor.’
‘Dat zie ik, Stien. Heb je dat zelf geverfd?’
‘Maar Gerard, dat is van de Cobra!’
‘Alsof ik die hoogstpersoonlijk ken.’
Gerard kijkt zo serieus, dat mevrouw Bulte het onderwerp maar laat varen.
‘Zo, ga zitten, dan krijg je koffie.’
‘Goed,’ zegt Gerard eenvoudig en laat zich op de bank vallen. Zijn handen glijden over de fluwelen stof. Alsof hij een magneet in zijn hand heeft, vinden zijn vingers meteen een schaar, die tussen twee zitkussens ingeklemd zit. En ook nog twee piepkleine houten poppetjes.
‘Kijk eens wat ik in je bank vind?’ roept Gerard triomfantelijk als mevrouw Bulte met de koffie binnen komt. ‘Een schaar en nog andere troep! Nou vraag ik je! In de bank!’
‘Nou ja, hoe bestaat het,’ zegt mevrouw Bulte verbaasd. ‘Je brengt geluk. Hoe lang ik daar al niet naar gezocht heb!’
Maar ze denkt: O, hemeltje. Dat hoort natuurlijk niet, een schaar in de bank als je een keurige mevrouw bent.
‘Zo, zullen we dan maar eens gaan’ zegt Gerard. ‘Als je er vroeg bij bent, heb je een plaatsje vooraan.’
‘Maar dat maakt toch niet uit bij de bingo!‘ werpt mevrouw Bulte tegen.
‘Natuurlijk maakt dat uit,’ zegt Gerard geërgerd, ‘dat snapt zelfs een klein kind. Het is altijd beter vooraan.’
‘Nou Gerard, dan zal ik maar meteen mijn jas aantrekken.’
‘Ja, doe dat. Of wacht. Wou je die jas aandoen?’
‘Ja,’ zegt mevrouw Bulte verbaasd, ‘dat is een echte camel.’
‘Er zit een vlek op.’
‘Zit er een vlek op?’
Mevrouw Bulte doet heel verbaasd. Die vlek zit er al zo lang, dat ze hem helemaal vergeten is.
‘Nu ja, met een sjaaltje erover,’ mompelt mevrouw Bulte.
‘Nee,’ zegt Gerard. ‘Zo moet je niet rondlopen. Die vlek halen we eruit!’
‘Heb je zeep?’
‘Lieve jongen, ik breng hem wel naar de stomerij,’ roept mevrouw Bulte. Stel je voor, dat Gerard in het gootsteenkastje wil kijken. Of in de badkamer. Ze heeft alleen een zakje soda, dat heel hard geworden is.
Gerard loopt met grote passen naar de badkamer. In een ogenblik heeft hij de soda te pakken.
‘Hier gaat het ook mee,’ zegt hij.
Onderzoekend kijkt hij om zich heen. ‘Heb je geen afwasborsteltje?’
Mevrouw Bulte begint helemaal te bibberen van de schrik.
‘Ik gebruik altijd sponsjes,’ zegt ze. ‘Maar laat ik die nu net niet in huis hebben.’
Vliegensvlug trekt ze haar dunne regenjas aan. En nog vlugger haar roze sjaaltje.
‘Zo kom, we gaan Gerard,‘ zegt ze ferm. We verliezen nog ons plaatsje.’
‘Heb je je tas?’ vraagt Gerard.
‘Ja schat, die heb ik.’
‘Alles bij je? Je portemonnee?’
‘Jaaah’
‘Een kammetje?’
‘Jaaaah’
‘Je ov-kaart?’
Mevrouw Bulte omsluit de tas steeds steviger.
Gerard staat op, maar hij kijkt er heel bedenkelijk bij.
‘Nooit in de tas van een dame kijken, Gerard,’ zegt mevrouw Bulte koket.
‘Voor vandaag laten we het zo,’zegt Gerard.
‘Maar morgen wordt het tijd. dat we de puntjes op de i zetten.’
‘Goed Gerard,’ zegt mevrouw Bulte kleintjes.
‘Sleutels?’
‘Jaaaaah’