Henriette Bucciarelli – Ook mevrouw Bulte dwaalt door het leven (13): De thuiskomst

Het is volbracht, denkt mevrouw Bulte. Daar is haar huisje weer. Ze heeft visite ontvangen bij Gerard.
Nee, ik ben zeer tevree, denkt mevrouw Bulte. Het was een triomf. Oh, oh, oh, wat kun je lekker koken, Stien, complimenteert ze zich zelf. Hup, hup, chili con carne met appelmoes. Het was eigenlijk meer toveren geweest. De kennissen van Gerard stonden paf, denkt mevrouw Bulte. De ene grappige opmerking na de andere had ze gelanceerd. Gegierd hadden ze. Wat heb ik dat toch, hé? Die humor, denkt ze hoofdschuddend.
‘Heerlijk weer thuis’, mompelt mevrouw Bulte voldaan, terwijl ze deur opent. De juiste timing ook. Altijd op het hoogtepunt afscheid nemen.
Wat hangt er toch altijd een muffe geur in het gangetje. Maar kijk aan. Het licht doet het nog. Mevrouw Bulte ploft op de bank. Twee volgestouwde plastic tassen bungelen aan haar polsen.
Wat vreemd, bedenkt mevrouw Bulte opeens, de kamer rondkijkend. Alles is precies nog zo, als op het moment, dat zij het huisje verliet. Haar blik gaat over de geopende post op tafel; rekeningen, volkomen vergeten, daarnaast een bordje met wat brood. Te zenuwachtig geweest om te eten. Zeven schoenen op de vloer. Die had ze in een roes te voorschijn gehaald, maar was toch weer op haar oude klompschoentjes vertrokken, uit angst voor pijn en ander leed.
Alsof de tijd gestold is, denkt mevrouw Bulte. Alsof ik dacht, nu maak ik een deurtje in de tijd en treed ik even naar buiten. Achter dat deurtje is het leven opwindend, alles is anders en de tijd is onuitputtelijk. Maar als ik weer terug kom, is er nog geen minuut verstreken.
Mevrouw Bulte laat de tassen van zich afglijden.
Even een krabbeltje, bedenkt mevrouw Bulte. Maar mevrouw Bulte kan in het hele huis geen pennetje vinden. Wel een potlood. Ze krast op de binnenkant van een boek. Ze moet dat krachtig doen, want het potlood is bot en geeft bijna geen grafiet af.

Oh wonderlijke tijd
Was er maar een deur
Die ik af en toe kan openen
Zodat de onverbiddelijke klok
Mij af en toe vrijaf geeft.
Ik zal zingen en dansen
Lieve tijd en zo zal ik je
Liefhebben

Ik heb te lang naar een pen gezocht, vindt mevrouw Bulte. Zo een gedicht moet stante pede gebeuren en nu zit er een rare draai in.
Ze ontdoet haar gezwollen voeten van hun schoenen en masseert haar voetpalmen op het stenen keukenvloertje. Op het aanrecht ligt nog een half zakje oploskoffie. Ze strooit het restje in een beker en houdt die even onder de kraan.
De poeder wordt zo niet goed opgelost, maar dat deert mevrouw Bulte niet. Het gaat ten slotte om een kleine versnapering. Teveel omstandigheid zou nu haar gevoelsleven verstoren. Ze moet glashelder alles wat er vandaag gebeurd is, de revue laten passeren.
Zij en zij alleen had het feest gemaakt. De anderen zaten er maar een beetje bij. Ze leken wel permanent verbaasd te zijn. Alsof ze allemaal vraagtekens in het gelaat getatoeëerd hadden. En ze droegen weinig bij aan de sfeer, hoor. Nou! Ze hadden het over het weer en over onkruid in hun tuin. En de nieuw geplante perenboom. Geen wonder, dat de stemming dan zakt. Dat is als met een soufflé, daar mag geen saaie lucht bij. Maar dan mevrouw Bulte. Keer op keer zaten ze te schudden van het lachen.
Natuurlijk, moet je hierbij af en toe jezelf opofferen. Dat kan niet anders. De beste humor is zelfkritiek. Leedvermaak is zo banaal. Die schuld schuift ze in de schoenen van de toehoorders, die smakelijk om haar lachen. En, bedenkt ze wijs, in diepste wezen is de mens een universeel wezen. Iedereen weet wat menselijke zwakte is. En daar dan zo een draai aan te geven, dat je weer boven de anderen uitsteekt. Nee, het was geweldig. Mevrouw Bulte kan tot geen andere conclusie komen. Gerard zat maar steeds cynisch te grijnzen, maar veel te zeggen had hij niet. En oh, oh, oh, wat zit hij daar op te vlassen. Maar ja, snuift mevrouw Bulte, koken, gasten ontvangen, daar draait Stientje Bulte haar hand niet voor om. Dat is een gave, dat kun je niet leren.