Henriette Bucciarelli – Ook mevrouw Bulte dwaalt door het leven (45): Hemelsblauw

Het is een prachtige avond. Mevrouw Bulte loopt in dromenland ergens bij Andijk. Hoge sprieten gras staan fier en onbekommerd langs de waterkant en omdat er nauwelijks bebouwing is, heeft het landschap iets tijdloos.
Hoe elke kiem hier zijn weg zoekt naar de zon. Alles ontspruit en schiet zo enthousiast op, dat de gewassen over elkaar lijken te tuimelen.
Zouden al die soorten gras nu een eigen naam hebben, vraagt mevrouw Bulte zich af. Hier in Nederland wordt immers elke centimeter uitgeplozen. Zo kunnen ze de natuur een handje helpen. Hoewel de natuur dat helemaal niet wil. Zelfs kunstmatig laten verwilderen kent vele obstakels. Kijk maar naar de Oostvaardersplassen. Misschien kun je eigenlijk niet achteruit evolueren, bepeinst mevrouw Bulte.
Kijk, de eendjes. Als uit het niets opgedoken geven ze in de lente weer acte de présence. In de winter kleumt er slechts een enkeling rond. Maar nu strijken ze neer met hun pop-up nesten. Ze zijn hier echt te gast en daarom schieten ze altijd zo schichtig over het water.
Hier en daar zit een enkele visser aan het water. Om kalm te worden, weet mevrouw Bulte. Dat hebben ze allemaal van de reiger afgekeken. Dat is zo een bedaarde vogel. En maar turen naar de rimpels in het water. Zelf zou ze er geen seconde geduld voor hebben.
Ze wandelt door en probeert het niet erg te vinden, dat ze zomaar op onbekend terrein terecht is gekomen. In Nederland is niets ver van de bebouwde kom. Als ze aan het einde van deze weg langs het water loopt, vindt ze vast wel een bushalte. He, he. Ze gaat lekker even in het gras zitten. Ze laat zich vallen in de berm. Ziezo. Even haar schoenen uit. Ze zet ze stevig op de aarde en laat denkbeeldig de hitte uit haat voeten wegvloeien.
De hemel is zelfs op dit late tijdstip nog hemelsblauw. Hoe heerlijk zit mevrouw Bulte. Het ruikt hier fris en zoet.
Normaal houdt mevrouw Bulte niet zo van bermen. Al dat gekrioel van piepkleine beestjes. Ook de overdaad van vormen en kleuren van de planten zijn haar veel te machtig. Vaak doet het haar ook op een vage manier pijn: zomers gras. Alsof er bittere herinneringen aankleven, die diep in haar onbewuste gezonken zijn.
Maar vandaag niet, vandaag is er geen zuchtje wind. De temperatuur is precies goed en de kleuren zijn gedempt en warm, alsof de hemel de aarde even heeft toegedekt met zichzelf.
Dat dat groen zomaar uit het niets opkomt, denkt mevrouw Bulte. Ieder jaar opnieuw. Dit gras was er al in de tijd van Napoleon en ten tijde van de hunebedden. Het is onverwoestbaar. Dat gaat maar door. Straks als ik er niet meer ben, komt het weer even zo vrolijk op, hoor. Dat groeit letterlijk boven je graf. Het is alsof al die sprieten boven alle wetten staan.
Kleine miertjes lopen over de tenen van mevrouw Bulte. Het is van een buitenaardse onwerkelijkheid. De vogels kwetteren hier ook anders. Niet zo dunnetjes als in Amsterdam, maar uit volle borst. Daarom is er ook zoveel ruimte nodig in de natuur. Want je moet maar tegen elkaars gekrakeel kunnen.
Mevrouw Bulte gaat languit in het gras liggen. Het is zo wild hier, dat het wel niemand op zal vallen. Heerlijk is het. Zo vredig. Eigenlijk is dit een goed moment om te sterven, denkt ze.
Als je in zulke aangename atmosferen dood gaat, dan zal je daar lang profijt van hebben. Misschien blijf je wel voor eeuwig precies in de staat, waarin je doodging. Maar dat zal wel niet. Dan zou iemand die op de Noordpool bevriest, het voor eeuwig moeilijk hebben. En dat zou niet eerlijk zou zijn. Bovendien, als je je lichaam niet meer hebt, dan voel je niets meer. Zelfs je hersenpan is voorgoed uitgeschakeld.
Wat blijft er nog over als je niet meer kunt denken? Mevrouw Bulte probeert het zich voor te stellen. Maar ze hoort teveel geluiden om zich heen. Als je dood bent, doen je oren het ook niet meer. Hoe machteloos sta je dan. Maar ja, aan de andere kant, je hebt ook geen honger en dorst. Geen zorgen. Je hoeft je ook niet sociaal te handhaven, want je mede doden voelen ook niets. En dat is het natuurlijk, het paradijs. Je hòeft niets.
Ver weg hoort mevrouw Bulte een brommertje. Zie je, snuift ze, de bewoonde wereld heb je zo gelokaliseerd. Ze zal dadelijk haar weg vervolgen. Ze zucht om lucht te geven aan haar eigen verzaligd gemoed.

Meer informatie:
https://robscholtemuseum.nl/?s=Henriette+Bucciarelli