Hans de Booij – Aan Jeroen Pauw: De vaccinatie van Casimir

Vrijdag, september 2013

Vredestichter Casimir krijgt een spuitje van een arts, die hij maar één keer in zijn leven zal zien. Er zitten zes elementen in dat spuitje, die goed zijn tegen ziekten. Casimir is 14 maanden oud en kreeg eerder al twee spuitjes met tezamen veertien elementen, die goed waren tegen andere ziekten.
Wat een grote jongen is het. Er is niets aan de hand. Hij huilt niet, bewegingloos neemt hij de injecties in ontvangst. Alle dingen worden helder en de wereld smaakt naar metaal. Hij praat zo graag, maar niet vandaag. Nu moet hij de hele middag slikken. Er komt een nare geur onder zijn oksel vandaan. Hij wordt moe en slaapt heel lang, tot diep in de zaterdagmorgen. Hij weet niet, wat er aan de hand is, maar er is iets. Of iedereen liegt tegen hem, want zijn buik doet zo pijn. Hij weet niet waar hij is en ook niet wie er bij hem is. Mama huilt en slaat op zijn gezicht. Mama krijst en dan is Casimir weg. Verdwenen in de ontsteking van een vlies op de zaterdagmiddag. Afgeschoten richting de einder in een damp van aluminium. Nergens zijn is geen optie. Nergens zijn is een steeds groter wordend verdriet.
Het duurt elf dagen voor die lieve jongen wakker wordt. Iedereen huilt van geluk en dankt zelfs God. Ook de dokters spreken van een medisch wonder, maar zeiden wel, dat de vredestichter vanaf nu suikerdiabetes patiënt nummer 1 was geworden. Ouderdomssuiker is de naam, die aan deze staat van zijn gegeven wordt.

Zaterdag, september 2016

Mama is mager geworden. Ze kijkt zwak uit haar ogen. Ze glimlacht naar de overlevende. Het is prachtig weer. Casimir heeft een superman t-shirt aan. Er zit een stuk plastic op zijn bovenarm geplakt. ‘Kijk,’ zegt mama, ze houdt een prachtig stukje technologie in haar hand.
‘Hier kan je aan aflezen, hoe hoog het insuline gehalte staat. Dat wordt door gegeven naar het magazijn en dan doet de verdeler de rest. De dosis, die hij nodigt heeft, verdwijnt via dit nieuwe apparaatje automatisch zonder prik in zijn arm. Kun je je dat voorstellen? Iedere week krijgt hij een nieuwe op zijn arm, dat kost 180 euro, dus 720 euro elke maand. Voor hoe lang?Je wil er niet aan denken’.
Ik knik. De vredestichter speelt met zijn autootjes en drinkt ice tea. Hij kijkt omhoog, mij aan. Vloeibaar wordt het in mijn oogkassen. Hij glimlacht halfbakken. Hij ziet, dat ik zie hoe boos hij is. Ik leg mijn hand op zijn rug en zeg: ‘Je bent wel een hele sterke jongen.’
Dan verdwijnt de glimlach, dat wil hij niet horen.