Gemeente Den Helder – RV17.0065 Beantwoording van de schriftelijke vragen, gesteld door de fractie Beter voor Den Helder betreffende Zedendelinquenten

Aan de fractie Beter voor Den Helder i.a.a. de leden van de Gemeenteraad

Op 2 november 2017 heeft u onder verwijzing naar artikel 39 van het reglement van orde voor de vergaderingen van de raad, de navolgende vragen gesteld over Zedendelinquenten:

Op de Europese dag tegen de mensenhandel hebben wij voor u de volgende vragen over de zedendeliquenten & slachtoffers in Den Helder:

1) Hoeveel zedendelinquenten telt Den Helder?
2) Hoeveel hiervan zijn pedofielen?
3) Hoeveel hiervan zijn mensenhandelaren/loverboys?
4) Hoe worden de slachtoffers beschermd/geholpen?
5) Worden bij pedofielen in de wijken de besturen van scholen, sportverenigingen en wijkcentra
ingelicht/gewaarschuwd?
6) Worden bij loverboys/mensenhandel praktijken de besturen van scholen, sportverenigingen en wijkcentra ingelicht/gewaarschuwd?
7) Hoeveel zedendelicten vinden er jaarlijks plaats in de Gemeente Den Helder en is dit een stijgende of dalende lijn gemeten over de afgelopen 10 jaar (oktober 2007-oktober 2017)?
8) Hoeveel van deze delicten worden gepleegd door veelplegers?
9) Hoeveel door pedofielen?
10) Hoeveel door mensenhandelaren?
11) Hoeveel door loverboys?
12) Hoeveel eer gerelateerde geweldszaken?
13) Hoeveel zedendelicten worden er gepleegd door personen met een westerse achtergrond & hoeveel door personen met een niet westerse achtergrond?
14) Worden er zedendelinquenten uitgewisseld met andere gemeentes?
15) Worden de slachtoffers van de zedendelinquenten indien nodig/gewenst snel verhuisd met medewerking van woningcorporaties?
16) Worden de zedendelinquenten indien nodig/gewenst snel verhuisd met medewerking van woningcorporaties?

Wij beantwoorden deze vragen als volgt:

De meeste vragen hierboven zijn erg specifiek en gericht op deelfeiten. Dit maakt dat de vragen moeilijk te beantwoorden zijn. Het college van B&W kan niet in detail op alle vragen ingaan. De belangrijkste reden hiervoor zijn:
– De politie heeft tot 2017 21 zedenmisdrijven geregistreerd. Op sub onderdelen zijn de aantallen
beperkt tot zeer beperkt, waardoor snel te achterhalen is over welke dader of slachtoffer(s) het gaat. Dat betekent dat de casuïstiek herleidbaar is en kan het college van B&W de informatie niet verstrekken in verband met de privacy van de betrokkenen.
– Daders kunnen meerdere slachtoffers hebben. Dit vertekent het cijferbeeld.
– Er zijn verschillende niveaus van strafrechtelijke seksuele handelingen. De cijfers maken geen onderscheid in de niveaus, maar belangrijker ze geven ook geen beeld over de impact van de daad bij het slachtoffer. Hierdoor kunnen de cijfers al snel een verkeerd beeld schetsen.

Zeden als onderwerp is daarnaast ook een erg lastig onderwerp. Dit komt dat casuïstiek, ook in bv. de #metoo discussie, blijft steken in de aangifte procedure. Voor de meeste zaken geldt dat de aangifte procedure niet gestart wordt en is zelfs voor de officiële instanties vaak niet zichtbaar. In 2016 is er extra aandacht geweest vanuit hulp- en zorg verlening voor het onderwerp. Dit heeft geleid tot een verdubbeling van het aantal meldingen, maar niet tot een stijging in aangiftes en vervolgingen. Sterker bij de meeste meldingen is het daarbij gebleven en is er zelfs geen informatie gesprek geweest.

Om een beeld te schetsen rondom de problematiek en complexiteit van het onderwerp wil het college van B&W de volgende vier punten toelichten:
1. de definitie van een zeden misdrijf / overtreding.
2. de meldings- en aangifte procedure;
3. de begeleiding / hulpverlening voor slachtoffers & maatschappelijke instanties;
4. de afspraken rondom de terugkeer van zedendelinquenten in de maatschappij.

1) Bij de beantwoording van de vragen gaan wij er van uit dat onder een zedendelict het volgende verstaan: Een misdrijf of overtreding waarbij iemand ongeoorloofde seksuele handeling pleegt. Het betreft hier alle niveaus van handelingen door loverboys (verder benoemd als mensenhandelaren), pedofielen, en verkrachters/aanranders. In alle lagen van de maatschappij komen zedendelinquenten voor.

2) Als we gaan kijken naar de eerste stap “contact opnemen met politie in verband met aangifte” dan zijn dit de belangrijkste punten (samenvatting):
– Elk onderzoek bij de politie start met een informatiegesprek met twee rechercheurs tenzij dit in een acute situatie niet mogelijk is. Het belangrijkste doel van het informatief gesprek is om het slachtoffer te informeren over opsporing en vervolging, zodat je op basis van die informatie kan besluiten om wel of geen aangifte te doen.
– Is de handeling strafbaar? Hieronder vallen alle seksuele handelingen waarbij misbruik wordt gemaakt van leeftijd- en/of machtsverschillen.
– Na het informatiegesprek krijgt het slachtoffer in principe een bedenktijd, voordat aangifte gedaan kan worden. De periode kan per casus verschillen. De periode duurt gemiddeld twee weken, maar kan ook bij een acute casus direct gedaan worden.
– Het slachtoffer bepaalt of zij/hij aangifte doet of niet. De politie informeert over de strafbaarheid van de handelingen.
– Vaak is de verdachte een bekende van het slachtoffer. Dit kan de aangifte bemoeilijken.
– Er zijn verder vele redenen waarom slachtoffers niet overgaan tot aangifte. Bij meerdere signalen (informatiegesprekken) over dezelfde dader(s) kan de politie besluiten om tot ambtsvervolging over te gaan.

Bron http://www.politie.nl, kijk voor de gehele uitgewerkte nauwkeurige procedure op:
https://www.politie.nl/themas/seksueel-geweld-zedenmisdrijven.html#alinea-title-welke-andere-vormen-van-seksueel-geweld- zijn-strafbaar.

3) Voor het begeleidingstraject van slachtoffers speelt Slachtofferhulp Nederland een belangrijke rol. Zij bieden hulp aan slachtoffers en kunnen het gehele traject begeleiden. Slachtofferhulp Nederland biedt ook hulp bij situaties die in ver verleden gespeeld hebben. Daarnaast kunnen slachtoffers vanuit mensenhandel / prostitutie terecht bij stichting Comensha die slachtoffers begeleidt en ook voor (spoed) noodopvang kan zorgen. Vanuit de gemeente kan vanuit zorg-/hulpverlening en/of veiligheid hulp worden ingezet.
Wanneer er een zedenzaak speelt in een wijk of op een school/kinderopvang. Ligt er een draaiboek “Maatschappelijke Onrust” klaar. Hierbij wordt de gemeente geadviseerd door een medewerker PSH (Psychosociale Hulpverlening) van de GGD. Zij zijn 24 uur per dag bereikbaar en adviseren de gemeenten in NHN o.a. bij dit soort complexe zaken. De casuïstiek wordt opgeschaald naar het Ketenhuis en de betrokken partijen worden uitgenodigd. Uitgangspunt hierbij is (mogelijke) maatschappelijke onrust en niet of er wel of geen strafrechtelijk component is.

4) De terugkeer van zedendelinquenten valt onder de Wet Bij (Bestuurlijke Informatievoorziening Justitiabelen). Dit betekent dat de burgemeester in kader van de openbare orde en veiligheid informatie krijgt over de terugkeer of verlof van bepaalde gedetineerden. Op basis van deze informatie kan de burgemeester beslissen welke maatregelen moeten worden getroffen om een verstoring van de openbare orde te voorkomen. Dit is niet alleen bedoeld voor de bescherming van de belangen van het slachtoffer en de samenleving, maar ook ter voorkoming van problemen voor de (ex-)justitiabele.

In dit traject wordt in overleg met o.a. de betrokkenen, politie en Ketenhuis bekeken of en zo ja welke maatregelen genomen moeten worden. De maatregelen verschillen per casus. De maatregelen die we als gemeente zelf kunnen nemen zijn echter beperkt. De in de vragen voorgestelde verhuizing is wel een optie, maar dit kan alleen via de reguliere weg geregeld worden. De gemeente heeft zelf geen woningen beschikbaar en ook geen bevoegdheden om woningen af te dwingen. De gemeente kan hierin wel bemiddelen, maar wij zijn hier afhankelijk van woningcoöperaties en andere partners om tot een oplossing te komen. Hierbij wordt ook buiten de gemeente gekeken, maar er wordt niet een op een uitgeruild tussen de gemeenten. Wel wordt natuurlijk de betreffende gemeente betrokken bij de casus.

In 2018 begint het proces tot het komen tot een nieuw Lokaal Integraal VeiligheidsBeleid 2019-2022 en worden de nieuwe prioriteiten vastgesteld. Wij stellen voor om de preventie en communicatie over zeden- en mensenhandel mee te nemen in de discussie voor de nieuwe prioriteiten.

Wij vertrouwen erop u met vorenstaande voldoende te hebben geïnformeerd. Den Helder, 12 december 2017

Burgemeester en Wethouders van Den Helder,

burgemeester
Koen Schuiling

secretaris
Robert Reus

Gemeente Den Helder, 14-12-2017

https://gemeenteraad.denhelder.nl/Documenten/beantwoording-raadsvragen

PDF:
Gemeente Den Helder – RV17.0065 Beantwoording van de schriftelijke vragen, gesteld door de fractie Beter voor Den Helder betreffende Zedendelinquenten